19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2776 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 november 2021

Tijdens het plenaire debat met uw Kamer op 19 mei jl. (Handelingen II 2020/21, nr. 77, items 4 en 7), heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de eventuele mogelijkheden om beter te specificeren welke statushouders terug moeten keren naar het land van herkomst en welke statushouders nog recht hebben op asiel op andere, individuele gronden, wanneer de situatie in een land van herkomst verandert. Graag informeer ik u hierover.

Iedere asielaanvraag wordt nauwkeurig en zorgvuldig beoordeeld op individuele gronden. Niet elke asielaanvraag is hetzelfde en dat vraagt een op maat gemaakte behandeling van iedere asielaanvraag. Dit geldt ook voor de herbeoordeling van een asielaanvraag.

In het systeem van de IND wordt bij inwilliging van de aanvraag geregistreerd of de inwilliging plaatsvindt op grond van artikel 29, eerste lid, onder a (vluchtelingenstatus) of b (subsidiaire beschermingsstatus) van de Vreemdelingenwet 2000. De individuele motieven of gronden op basis waarvan de status is verleend worden geregistreerd in de minuut, die in het digitale dossier is opgenomen. Deze motieven lopen uiteen in complexiteit. Het sterk individuele karakter van iedere asielaanvraag brengt met zich dat het in de praktijk zeer moeilijk zal zijn om de (één of meerdere) asielmotieven die hebben geleid tot de inwilliging terug te voeren tot een gemakkelijk te rubriceren en terug te vinden categorie. Het nalezen van de individuele motieven of asielgronden vergt daarom het handmatig raadplegen van het dossier.

Een algemene herbeoordeling is vanzelfsprekend sterk afhankelijk van de aard van de wijziging in het landgebonden beleid. Indien het landgebonden beleid wijzigt ten aanzien van het bieden van bescherming op grond van de algemene veiligheidssituatie, is het aannemelijk dat een groot deel van de vreemdelingen een vergunning heeft verkregen op basis van de algemene veiligheidssituatie en zullen alle vreemdelingen aan wie subsidiaire bescherming is geboden herbeoordeeld worden. Het asielmotief en het bijbehorende aantal verleende vergunningen kunnen momenteel echter niet in een oogopslag uit het systeem van de IND worden afgeleid. Het is bovendien niet zo dat het effect van een veranderde veiligheidssituatie beperkt blijft tot het enkele asielmotief van deze veiligheidssituatie. Dit kan bijvoorbeeld ook uitwerking hebben op individuele asielmotieven, zoals een politieke of persoonlijke overtuiging of aspecten rond de dienstplicht.

Bij een wijziging van de situatie in een land van herkomst en een verandering in het landgebonden beleid, bijvoorbeeld ten aanzien van de algemene veiligheidssituatie, een risicogroep, kwetsbare minderheidsgroep of overige groep, kan derhalve niet direct cijfermatig inzicht worden verkregen in de betrokken aantallen. Een eerste beschouwing van de impact van de beleidswijziging zal dan berusten op inschatting, ervaringsgegevens of een steekproef. Daar waar mogelijkheden zijn om in het eigen proces verbeteringen aan te brengen die de uitvoerbaarheid van toekomstige herbeoordelingen vergroot, zal de IND deze implementeren.

Desalniettemin zal een herbeoordeling in alle gevallen een uitgebreide, individuele beoordeling van de asielmotieven vergen. Tijdens de herbeoordeling zal zowel de situatie op moment van verlening (ex tunc) als de situatie op moment van herbeoordeling (ex nunc) worden bezien. Het kan immers zo zijn dat gedurende het rechtmatig verblijf van de vreemdeling in Nederland nieuwe asielmotieven zijn ontstaan. Er vindt hoe dan ook een volledige (her)beoordeling plaats van de individuele vluchtmotieven van de vreemdeling. Een specifiekere registratie van de individuele asielmotieven kan wel bijdragen aan een grove inschatting van de aantallen statushouders die mogelijk nog steeds recht hebben op asiel bij een veranderde situatie in een land van herkomst, maar zal geen fijnmazig of volledig beeld kunnen geven en neemt bovendien niet weg dat de herbeoordeling die zal plaatsvinden, alsnog een individuele, uitgebreide beoordeling blijft.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

Naar boven