19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2689 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 januari 2021

Zoals ik uw Kamer heb toegezegd, treft u hierbij een beschrijving van en een toelichting op de stand van zaken van de Taskforce bij de IND die is gericht op het wegwerken van de achterstanden bij de behandelingen van asielaanvragen. Deze brief is daarmee een vervolg op mijn voortgangsbrieven1 van 7 september en 18 november jl.

In deze brief ga ik in op de volgende onderwerpen:

  • 1. De voortgang van de Taskforce;

  • 2. Stand van zaken van de behandeling van asielverzoeken door de IND die zijn ingediend vanaf 1 april 2020;

  • 3. Gevolgen dwangsomproblematiek;

  • 4. De effecten op de asielketen;

  • 5. Aanpak 2021.

1. Voortgang Taskforce

De Taskforce heeft de afgelopen maanden onverminderd ingezet op het afhandelen van de 15.350 zaken die de opdracht kent. Op 18 november jl. informeerde ik uw Kamer dat de Taskforce medio november circa 6.500 zaken had afgedaan en dat de verwachting was dat eind 2020 8.000 zaken zouden zijn afgedaan. Ondanks de impact van de tegenslagen, die onder andere COVID-19 met zich bracht, is op 31 december jl. in 8.200 zaken beslist. In de periode tot eind 2020 is een uiterste inspanning geleverd om zoveel mogelijk zaken met een achterstand tot afronding te brengen voor het einde van het jaar. Om dit te bereiken zijn onder meer enkele ervaren medewerkers extra ingezet door de IND. Er is daarbij met voorrang ingezet op het afronden van die zaken voor het einde van 2020. De doelstelling om de achterstanden bij de IND weg te werken is daarmee voor een niet onbelangrijk deel bereikt.

2. Stand van zaken doorlooptijden asiel vanaf 1 april 2020

De IND heeft tot taak om binnen de wettelijke termijn op asielaanvragen te beslissen. Dit geldt vanzelfsprekend ook voor de aanvragen die vanaf 1 april 2020 zijn ingediend. In de periode van 1 april tot 31 december zijn er 9.200 eerste aanvragen en 1.170 herhaalde asielaanvragen ingediend. De instroom in de maanden april en mei was lager vanwege de COVID-19 maatregelen.

Sinds de zomer is de asielinstroom weer toegenomen, de instroom zit inmiddels bijna op het niveau van voor de Corona-crisis. Ter illustratie: de instroom sinds de maand september kwam weer op het niveau dat voor de Corona-omstandigheden was voorzien. In 45% van het totaal van de aanvragen is inmiddels beslist. Op een klein aantal van deze zaken (20) is buiten de wettelijke termijn beslist, met een korte en uitlegbare overschrijding. Het betreft hier zaken die samenhangen met aanvragen die in de voorraad van de Taskforce zitten. Dit zijn bijvoorbeeld aanvragen van kinderen die geboren zijn bij ouders die met hun aanvraag in de voorraad van de Taskforce zitten, de aanvraag van het kind loopt direct mee in de procedure van de ouders. Het kan ook gaan om zogenoemde zij-instroomzaken die al tegen of over de termijn zijn bij het (weer) instromen in het asielproces. Ook in januari en februari 2021 bestaat de mogelijkheid dat een klein aantal specifieke aanvragen niet binnen de wettelijke termijn kunnen worden afgehandeld.

3. Gevolgen dwangsomproblematiek

De IND heeft tot en met medio december 2020 ongeveer € 13 mln. uitbetaald aan dwangsommen voor asielzaken. Door de behandeling van de 8.200 zaken door de Taskforce is in een deel van die zaken voorkomen dat nog meer dwangsommen uitbetaald dienden te worden. Als beslissingen langer op zich laten wachten kan dit voor de IND leiden tot hogere dwangsommen. Op dit moment is de verwachting dat ten laste van de jaren 2020 en 2021 nog circa € 34 mln. uitbetaald zal moeten worden voor zaken die nu nog in behandeling zijn. Mogelijk kan dit nog wijzigen zodra de jaarrekening en verantwoording 2020 formeel is afgerond. Indien dit tot wijzigingen leidt, dan wordt uw Kamer daarover geïnformeerd.

4. De effecten op de asielketen

In mijn brief van 18 november jl.2 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de gevolgen en de impact die de opdracht aan de Taskforce heeft voor de gehele vreemdelingenketen. Dit is ook in het reguliere asielproces het geval. Echter, vanwege het grote aantal achterstallige asielzaken dat in een relatief korte periode is en wordt afgehandeld en de omstandigheid waarin dit gebeurt – parallel aan het IND-proces dat nieuwe asielzaken in behandeling neemt – kunnen de werkzaamheden voor de verschillende ketenpartners grote impact hebben. Dit geldt in ieder geval voor de rechtspraak, de overheidspartijen in de vreemdelingenketen zoals het COA en DT&V, de politie, het Openbaar Ministerie en het Ministerie van Buitenlandse Zaken, maar ook voor partners als Vluchtelingenwerk, de advocatuur, NIDOS, decentrale overheden en vele andere cruciale partners in de asielketen. Ten opzichte van de stand van zaken 18 november jl. zijn geen nieuwe ontwikkelingen te melden. Vanzelfsprekend is tussen de IND en de partners in de vreemdelingenketen voortdurend overleg over de gang van zaken.

5. Aanpak 2021

Alles is erop gericht om in 2021 voort te gaan met de inzet zoals die door de Taskforce en IND is vormgegeven over de afgelopen periode. De inzet is gericht op een uiterste inspanning om de achterstanden bij de IND uiterlijk medio 2021 weg te werken en op een maximale preventie van overschrijdingen van de wettelijke termijn op de nieuwe aanvragen die zijn binnengekomen sinds 1 april 2020 en die ook in 2021 nog binnen zullen komen.

Die combinatie van prioriteiten, gekoppeld aan de onvoorspelbare factoren van instroom, overdracht van Dublin-zaken en Corona-gerelateerde ontwikkelingen maken het noodzakelijk om ook in 2021 steeds te blijven sturen op het maximaal realiseren van deze beide doelstellingen om daarbij een uiterste inspanning te doen om de IND te bevrijden van de zware last van de achterstanden Daarbij vormen zorgvuldigheid, veiligheid en uitvoerbaarheid van het asielproces de ijkpunten. Tegen die achtergrond moet rekening gehouden worden met het risico dat individuele zaken die behandeld worden onverhoopt meer tijd zullen vergen; en dat daarnaast een aantal zaken tijdelijk de wettelijke termijn zal overschrijden in 2021. Of en in welke mate dit risico zich voordoet zal ik maandelijks3 transparant en publiek inzichtelijk maken.

Daarbij is het goed om inzicht te geven in de achtergrond van de aanpak tot op heden en op de stappen die zijn en worden gezet binnen de Taskforce en binnen de IND om de uiterste inspanning ook in 2021 vorm te geven.

De inzet van de Taskforce in 2021 zal worden gecontinueerd binnen de kaders van de huidige JenV-begroting.

Start en aanpak van de Taskforce

Bij de start is ervoor gekozen om de Taskforce in te richten naast de staande IND-organisatie. Op basis van een analyse van het bureau Significant is een verdeling gemaakt tussen de inzet van de Taskforce en de inzet van de directie Asiel en Bescherming van de IND. Kort gezegd is besloten om een knip te zetten in de voorraad per 1 april 2020. De Taskforce kreeg de opdracht om de aanvragen van voor 1 april 2020 af te handelen. Zodat de IND zich kan richten op het bijhouden van en binnen de wettelijke termijnen beslissen op nieuwe asielaanvragen.

Omvang opdracht

Aanvankelijk was de omvang van de opdracht van de Taskforce 14.000 zaken. Na de start in april jl. is geconstateerd dat er nog nagekomen werk is. Het gaat hier om zaken die op 1 april jl. in de aanmeldfase zaten en naar later bleek ook in spoor 4 moeten worden behandeld. De definitieve opdracht aan de Taskforce bedraagt daarom 15.350 zaken en is daarmee groter dan aanvankelijk voorzien.

Procesoptimalisatie

De afgelopen maanden is ervaring opgedaan met de nieuwe manier van organisatie inrichting en werkwijze van de Taskforce. Gaandeweg zijn de processen effectiever en efficiënter ingericht, verschillende maatregelen om te versnellen zijn ingevoerd en verder verfijnd en verbeterd, ondanks de tegenslagen waarover ik u per brief op 18 november jl. informeerde.

Besloten is om de ervaring en expertise van de IND te bundelen met de innovatieve maatregelen zoals die door de Taskforce zijn ontwikkeld om de processen te optimaliseren. Dit houdt concreet in:

Opbrengsten van de Taskforce en IND behouden en verder ontwikkelen

In het asielproces zijn door Taskforce en IND stappen gezet en verbeteringen gerealiseerd. Maatregelen als telehoren, schriftelijk horen, het uitbesteden van deelaspecten van het asielproces aan externe bureaus en centrale regie voeren op de planning zijn in de praktijk uitgevoerd en de meerwaarde ervan is gebleken. Deze maatregelen worden de komende tijd verder ingevoerd en doorontwikkeld en zullen deel uit maken van de standaard werkwijze van de IND.

Verwerkingskamer

In de afgelopen periode is binnen de Taskforce een bedrijfsbureau ingericht, «de verwerkingskamer», voor de administratieve ondersteuning bij de voorbereiding van asieldossiers voor een gehoor. Schaarse besliscapaciteit die nu belast is met deze taak wordt hierdoor ontlast en kan volledig ingezet worden op de beslistaak. Deze verwerkingskamer houdt ook nadrukkelijk zicht op de resterende zaken waarop een dwangsomverplichting van toepassing is, teneinde de dwangsomverplichtingen zoveel mogelijk te beperken.

Opleiding op maat

Wat betreft het opleiden van nieuwe medewerkers is gekozen om modules op maat aan te bieden. De aangeboden opleidingen worden afgestemd op de behoefte van de organisatie. Medewerkers, worden (al dan niet aanvullend) opgeleid voor werkzaamheden als horen, beslissen, specifieke nationaliteiten of doelgroepen. Zo kunnen medewerkers effectief en efficiënt ingezet worden in het werkproces.

Maatwerk inzet capaciteit

De komende tijd zal, voor de aanpak gericht op het wegwerken van achterstanden en het voorkomen van overschrijdingen, verder ingezet worden op maatwerk. Competenties en ervaring van medewerkers worden daarbij gekoppeld aan de kenmerken en de moeilijkheidsgraad van de verschillende zaken. Voortdurend zal worden gezocht naar de inzet van de juiste medewerker op de juiste zaak. Medewerkers die op de voorraad van de Taskforce werden ingezet worden ook ingezet op (lichtere) zaken die vanaf 1 april 2020 zijn ingestroomd. Ervaren asielmedewerkers worden ingezet op meer complexe zaken uit de voorraad van de Taskforce.

Doelgroep benadering

Het afhandelen van asielzaken op basis van verschillende doelgroepen is niet nieuw. Binnen de IND wordt bij kansrijke nationaliteiten (Syrië, Turkije en Jemen) gebruik gemaakt van deze aanpak. Verder wordt deze doelgroep benadering toegepast bij asielzoekers uit Iran. Deze aanpak is efficiënt en succesvol gebleken. Om die reden wordt de doelgroepaanpak verder ontwikkeld om zo een specialisme op te bouwen voor verschillende doelgroepen waarvan bekend is dat deze in de voorraad van de IND zitten. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om Oegandese en Nigeriaanse zaken of zaken met casuïstiek op het gebied van LHBTI of bekeerlingen. Door te specialiseren wordt de specifieke expertise van de medewerkers bevorderd, waarmee de zorgvuldige afhandeling van deze zaken efficiënter wordt ingericht.

Aanvullende maatregelen

Naast de hiervoor beschreven maatregelen zijn aanvullende maatregelen noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de aanpak gericht op maximaal wegwerken van de achterstanden en het voorkomen van termijnoverschrijdingen gerealiseerd kan worden. Op verschillende terreinen zijn daarom aanvullende maatregelen nader onderzocht. Het gaat onder meer om maatregelen op het gebied van:

A. Capaciteit

De inzet is om de externe medewerkers van de Taskforce in elk geval tot in de tweede helft van 2021 te laten bijdragen aan het afhandelen van de asielzaken. Indien daarna ruimte is binnen de IND en er sprake is van gebleken geschiktheid kunnen deze medewerkers in dienst genomen worden. De inzet van de collega’s breder vanuit de rijksoverheid (zoals thans vanuit de Dienst Terugkeer & Vertrek en vanuit het Ministerie van Buitenlandse Zaken) zal voor de komende maanden gecontinueerd worden.

B. Proces

De afgelopen maanden is ervaring opgedaan met het schriftelijk horen. Gebleken is dat schriftelijk horen in bepaalde zaken kan bijdragen aan een versnelling van het proces. Schriftelijk horen, op vrijwillige basis, zal dan ook bij meerdere nationaliteiten worden ingezet als voorbereiding op een gerichter nader gehoor, om zo het asielproces verder te versnellen. Daarnaast wordt de mogelijkheid voorbereid om bij de zaken vanaf 1 april 2020 op vergelijkbare wijze het schriftelijk horen op vrijwillige basis toe te passen. Vanzelfsprekend doet dit niet af aan de zorgvuldige screening van de asielrelazen en aanverwante zaken.

C. Europese samenwerking

Door COVID-19 zijn er in de Europese samenwerking op dit moment bijzondere omstandigheden. De Europese Commissie monitort die ontwikkeling en stelde richtsnoeren op voor de procedures in lidstaten, onder meer op het terrein van wettelijke termijnen en samenwerking binnen de geldende kaders van Dublin. Die Europese samenwerking en de impact van COVID-19 hebben, zoals ik uw Kamer eerder berichtte, invloed op de Nederlandse asielketen. Dat geldt bijvoorbeeld voor het overdragen van asielaanvragers onder de Dublinverordening. Nu dergelijke Dublin-overdrachten vanwege Corona regelmatig niet tot uitvoering komen, ontstaat er een zijinstroom in de Nederlandse asielvoorraad van zaken die op het moment van instromen in de nationale procedure al een lange achterstand kennen. De impact van deze zijinstroom is bijzonder groot op de werkvoorraad van de IND. De afgelopen maanden ging het om circa 1.500 zaken. Nederland zal steeds erop inzetten de Europese kaders te respecteren en te blijven binnen de richtsnoeren die de Europese Commissie biedt.

Tot slot

Met deze brief heb ik uw Kamer zo accuraat en volledig mogelijk geïnformeerd over de stand van zaken van de Taskforce, op een regelmatige basis tot eind 2020, zoals ook verankerd in de motie Van Ojik4. Met ingang van 2021 zal ik uw Kamer, in lijn met de door uw Kamer aangenomen motie van de leden Moorlag en Jasper van Dijk5, maandelijks informeren over de voortgang van het wegwerken van de achterstanden bij de IND.

Gelet op het belang en de frequentie van de informatievoorziening heb ik ervoor gekozen om deze informatie transparant en publiekelijk via de website van de IND in het openbaar te communiceren.

Met de genomen en te nemen maatregelen die ik in deze brief heb beschreven is alle inzet gericht op een uiterste inspanning om de achterstanden bij de IND uiterlijk medio 2021 weg te werken en op een maximale preventie van overschrijdingen van de wettelijke termijn op de nieuwe aanvragen die zijn binnengekomen sinds 1 april 2020 en die ook in 2021 nog binnen zullen komen.

De genoemde onvoorspelbare factoren gekoppeld aan de ijkpunten van zorgvuldigheid, veiligheid en uitvoerbaarheid van het asielproces maken dat een gegarandeerd resultaat niet gegeven kan worden, zoals ik ook bij de begrotingsbehandeling op 25 en 26 november jl. heb aangegeven. Wel zal elke inspanning worden geleverd om risico’s te beperken en maximaal te presteren.

Mijn prioriteit en inzet blijft dan ook onverkort om ervoor te zorgen dat de problematiek van achterstanden bij de IND wordt opgelost en dat vreemdelingen tijdig de duidelijkheid wordt geboden waar ze recht op hebben.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol


X Noot
1

Kamerstuk 19 637, nrs. 2650 en 2621.

X Noot
2

Kamerstuk 19 637, nr. 2650.

X Noot
3

Kamerstuk 35 570 VI, nr. 63.

X Noot
4

Kamerstuk 19 637, nr. 2621.

X Noot
5

Kamerstuk 35 570 VI, nr. 63.

Naar boven