19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2449 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 december 2018

Uw Kamer heeft om een reactie gevraagd op het artikel in de Volkskrant «Trage procedures kosten IND miljoenen aan dwangsommen» van 13 november jl. Middels deze brief geef ik mijn reactie.

In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is geregeld dat indien een bestuursorgaan niet tijdig heeft beslist op een aanvraag, de aanvrager het bestuursorgaan in gebreke kan stellen en vervolgens aanspraak kan maken op een dwangsom. De regeling beoogt burgers een effectiever rechtsmiddel te geven tegen onvoldoende voortvarende besluitvorming van bestuursorganen.

Het klopt dat de IND dwangsommen moet betalen wegens het niet tijdig beslissen. Dit vanwege de moeite die het de IND heeft gekost om de piek aan nareisaanvragen en de daarop volgende bezwaarschriften tijdig af te handelen. Hierover heb ik uw Kamer eerder geïnformeerd. In een aantal gevallen heeft dit geleid tot dwangsommen. De inschatting dat de IND het risico loopt miljoenen aan dwangsommen te moeten betalen, zoals geschetst in de Volkskrant, deel ik echter niet. Weliswaar heeft de IND nog te kampen met achterstanden maar deze leiden niet automatisch tot dwangsommen. Hoewel het niet mogelijk is om hier een raming van te maken, verwacht ik dat het uiteindelijke bedrag aanzienlijk lager is dan het in de Volkskrant genoemde bedrag.

Ik wil benadrukken dat de IND zich altijd tot het uiterste inzet om tijdig te beslissen. Ik heb uw Kamer tijdens het mondelinge vragenuur van 6 november jl. (Handelingen II 2018/19, nr. 19, item 4) gemeld dat alle inspanningen bij de IND er op gericht zijn om de achterstanden zo snel mogelijk weg te werken en de aanvragen binnen de wettelijke termijn af te doen. Hiertoe is en wordt nieuw personeel geworven om de besliscapaciteit van de IND te vergroten. Het aantrekken en opleiden van personeel kost echter tijd.

Tijdens de behandeling van de begroting Justitie en Veiligheid op 22 november jl. (Handelingen II 2018/19, nr. 27, Begroting Justitie en Veiligheid 2019) heb ik naar aanleiding van een vraag van het lid Van Toorenburg (CDA) over dit onderwerp toegezegd dat ik zou kijken of er een mogelijkheid bestaat om de uitbetaling van de in deze vraag bedoelde dwangsommen te voorkomen.

Ik zal uw Kamer in het eerste kwartaal van 2019 over de uitkomsten informeren.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, M.G.J. Harbers

Naar boven