19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2070 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ter voorbereiding op het debat van 14 oktober 2015 heeft uw Kamer verzocht (Handelingen II 2015/16, nrs. 11 en 13, Regeling van werkzaamheden) om een brief inzake de huidige situatie in de opvang van vluchtelingen en asielzoekers in Nederland. Dit ook in vergelijking met de situatie van vorig jaar. Voorts heeft uw Kamer op 8 oktober jl. een motie1 aangenomen waarin u vraagt om zo snel mogelijk terug te keren naar de oorspronkelijke afspraken met Oranje, om gemaakte afspraken met gemeenten over asielopvang niet te schenden en om zo snel mogelijk leegstaand rijksvastgoed in te zetten als opvanglocaties. U heeft mij gevraagd u per brief te informeren hoe dit in de praktijk wordt uitgewerkt. Met deze brief voldoe ik aan deze verzoeken. Hierbij ga ik tevens in op de motie Schouten en de uitkomsten van het Bestuurlijk Overleg over de opvang van asielzoekers dat plaatsvond op 9 oktober jl. Ook ga ik in op het verzoek van de heer van Haersma Buma gedaan tijdens de regeling van werkzaamheden op 13 oktober 2015 inzake de te wijzigen wet- en regelgeving als gevolg van het recent gesloten coalitieakkoord

Bestuurlijk overleg

Tijdens het Bestuurlijk Overleg opvang asielzoekers op 9 oktober jl. hebben vertegenwoordigers van het kabinet, de provincies en de gemeenten gesproken over de grote gezamenlijke opgave die de hoge asielinstroom met zich meebrengt. Daarbij hebben betrokken partijen het belang erkend van nauwe samenwerking. Er zijn concrete afspraken gemaakt over het creëren van grootschalige noodopvang per provincie in combinatie met kleinschaligere opvangcentra, beide onder verantwoordelijkheid van het COA. Ook zijn afspraken gemaakt over de huisvesting en doorstroom van vergunninghouders, onder andere door de mogelijkheid van het Gemeentelijk Zelf Zorg arrangement (G-ZZA). De afspraken worden in deze brief nader toegelicht.

Op 12 oktober vond voorts bestuurlijk overleg plaats met de 10 regio-burgemeesters, de voorzitter van het college van procureurs-generaal en de korpschef over de gezamenlijke opgave ten aanzien van de verhoogde instroom van asielzoekers. De korpschef heeft de gevolgen van de huidige asielinstroom voor de politie, met name voor het capaciteitsbeslag, toegelicht. De politie wordt ingezet bij de registratie en identificatie, op belangrijke verkeersknooppunten en bij de aanpak van mensensmokkel. De politie kan de inzet bij de opvanglocaties aan. Onder gezag van de burgemeester zorgt de politie lokaal voor de handhaving van de openbare orde. Die situatie verschilt uiteraard per gemeente en de lokale driehoek bepaalt wat er lokaal moet gebeuren. Er is tijdens dit overleg afgesproken dat expertise onderling wordt gedeeld en dat de situatie nauwgezet wordt gevolgd. Ook is afgesproken op basis van verschillende scenario’s verder te spreken over de impact op de politiecapaciteit.

Overigens worden de opvangcentra van het COA beveiligd door een door het COA ingehuurd particulier beveiligingsbedrijf. Het COA overlegt regelmatig met de lokale driehoek over de veiligheidssituatie. Indien de situatie daar aanleiding toe geeft kan het COA de beveiliging ter plaatse versterken.

Oranje

In het debat met uw Kamer op 8 oktober jl. ben ik op de verschillende onderdelen ingegaan van de casus Oranje, die tot maatschappelijke onrust heeft geleid. Ik wil nogmaals benadrukken dat ik een situatie zoals in Oranje het liefst voorkom en zo snel mogelijk terug wil naar de oorspronkelijk gemaakte afspraak. Tegelijkertijd moet de optelsom van wat gemeenten bieden aan opvang wel voldoende zijn om iedereen die daar recht op heeft een sobere maar fatsoenlijke opvangplek te bieden. Met de burgemeester van de gemeente Midden-Drenthe ben ik in overleg om de nu aanwezige 100 extra asielzoekers (bovenop het aantal van 700 waarover COA en gemeente afspraken hebben gemaakt) zo snel mogelijk elders opvang te bieden. De burgemeester zal eerst de inwoners over gemaakte afspraken informeren. Overigens is de regiegroep waar onder meer omwonenden en medewerkers van het COA de dagelijkse gang van zaken op de locatie in Oranje met elkaar bespreken, afgelopen vrijdag bijeengekomen. Een vervolgoverleg is gepland op 27 oktober.

Natuurlijk geef ik er de voorkeur aan om de normale besluitvormingstrajecten in gemeenten te volgen. Dat blijft ook het uitgangspunt. Met de huidige instroom moet ik echter een beroep op gemeenten blijven doen, ook op gemeenten die al het nodige gedaan hebben. Het streven blijft te voorkomen dat mensen buiten moeten slapen. Dat de nood hoog is, is evident. Anders was ik niet overgegaan tot de ongewenste maatregelen die ik afgelopen week in Oranje heb getroffen.

Huidige stand van zaken bezetting opvang

Momenteel (stand per 7 oktober) verblijven er 1.980 asielzoekers in noodopvanglocaties zoals de hallen in Zwolle en Assen en 37.070 asielzoekers en vergunninghouders in de reguliere opvangcentra van het COA.

Het aantal asielzoekers dat in de eerste week van oktober in de crisisnoodopvang verbleef, varieerde tussen de 3.000 en 4.000. De crisisnoodopvang vindt in de regel plaats in sporthallen en dergelijke gebouwen die door gemeenten voor incidenten, rampen of crises worden gebruikt. Deze opvang is bedoeld voor in beginsel 72 uur, maar in de praktijk verblijven asielzoekers hier, in overleg met de gemeente, vaak langer vanwege gebrek aan doorstroommogelijkheden naar reguliere opvangcentra van het COA. Ik streef ernaar om het verblijf in de crisisnoodopvang zo kort mogelijk te laten duren, maar het komt helaas ook voor dat asielzoekers moeten worden overgeplaatst van de ene crisisnoodopvang naar de andere crisisnoodopvang. Tijdens het overleg van 9 oktober jl. is afgesproken dat provincies zich gaan inzetten om grootschalige noodopvanglocaties te realiseren om de crisisopvang te ontlasten en verhuisbewegingen zoveel mogelijk te voorkomen.

Ontwikkeling in bezetting sinds 2014

In onderstaande grafiek wordt de bezetting in de opvang weergegeven van 1 januari 2014 tot 1 oktober 2015.

Grafiek: Ontwikkeling bezetting COA-opvang per kwartaal in 2014 en 2015

Grafiek: Ontwikkeling bezetting COA-opvang per kwartaal in 2014 en 2015

Bron: COA. Deze aantallen betreffen geïdentificeerde asielzoekers die door het COA worden opgevangen, dus exclusief de asielzoekers in de gemeentelijke crisisopvang.

Uit de grafiek blijkt duidelijk dat er sinds begin 2014 sprake is van een forse stijging van de bezetting in de opvang van het COA, waarbij met name het afgelopen kwartaal eruit springt.

Ramingsbijstelling

De asielinstroom kent een grillig verloop en het ramen van de asielinstroom is een lastige aangelegenheid. Door veranderende omstandigheden in de wereld kan de instroom vrij plotseling wijzigen. Een meerjarenraming heeft daarmee slechts zeer beperkte waarde. In de begroting 2014 was oorspronkelijk rekening gehouden met een asielinstroom van 14.000 voor 2014 en 2015. Dit getal is tijdens de begrotingsvoorbereiding voor 2015 bijgesteld naar 21.000 voor 2015 en 18.000 voor de komende jaren. Ook deze getallen zijn inmiddels niet meer actueel. In de loop van de zomer van dit jaar is geconstateerd dat de instroomraming voor 2015 en 2016, zoals is weergegeven in de begroting 2016 niet meer voldoet. Tot en met september 2015 bedroeg de asielinstroom circa 35.900 (asielinstroom betreft asielaanvragen, nareis en 2e en volgende aanvragen). Inmiddels wordt voor heel 2015 rekening gehouden met een totale asielinstroom van tussen de 50.000 en 60.000 en een bezetting in de opvang van bijna 50.000 aan het einde van dit jaar. Omdat de instroomontwikkeling met zeer veel onzekerheden is omgeven zal bij de voorbereiding van de Voorjaarsnota en de begroting 2017 nadere besluitvorming plaatsvinden over de bijstelling van de instroomraming voor 2016 en 2017. Hierbij wordt rekening gehouden met de Europese afspraken inzake de registratie en relocatie van Syrische en Eritrese asielzoekers vanuit Griekenland en Italië.

Het grote aantal ingewilligde asielverzoeken heeft gevolgen voor de huisvestingstaakstelling voor gemeenten. Zoals gepubliceerd op 30 september jl. is de taakstelling van gemeenten voor het huisvesten van vergunninghouders in de eerste helft van 2016 vastgesteld op 20.000 vergunninghouders. Tevens is de prognose voor de tweede helft van 2016 gepubliceerd, te weten 23.000 vergunninghouders. Deze prognose kan, indien nodig, voor maart 2016 worden bijgesteld.

Verwerving opvangcapaciteit

De aanhoudende hoge asielinstroom vergt het uiterste van de gehele keten, zo ook van het COA. Vanaf begin 2015 heeft het COA in goed overleg met de lokale overheden een groot aantal nieuwe opvanglocaties verworven of de capaciteit van bestaande locaties kunnen uitbreiden. Dit betreft circa 27 locaties, hetgeen een uitbreiding van circa 11.700 plaatsen heeft opgeleverd. Daarnaast heeft het COA in 2015 een aantal locaties (deels) moeten sluiten als gevolg van aflopende bestuursovereenkomsten, die niet verlengd konden worden. Dit heeft geleid tot een verlies van circa 1.500 plaatsen. Per saldo is er dus sprake van een uitbreiding met circa 10.200 plaatsen in 2015. Dit aantal is echter onvoldoende om de hoge instroom en de achterblijvende uitstroom van vergunninghouders op te vangen, vandaar dat een beroep wordt gedaan op gemeenten voor crisisnoodopvang.

Daarmee kom ik op het punt uit de motie inzake Oranje over het inzetten van leegstaand rijksvastgoed. Het COA heeft al het nodige rijksvastgoed in gebruik voor de opvang van asielzoekers. Onderdeel van de huidige inspanningen om de capaciteit uit te breiden is om te bezien hoe leegstaand rijksvastgoed nog beter ingezet kan worden voor de opvang van asielzoekers. Zoals ik in het debat met uw Kamer al aangaf, is voor de opvang op deze locaties wel de instemming van de betreffende gemeenten nodig. Het Rijk overlegt met gemeenten en provincies over oplossingen. Het beschikbaar stellen van rijksvastgoed is daarbij een van de mogelijke oplossingen. In overleg met de gemeenten die het betreft worden de mogelijkheden bezien.

Daarnaast heeft het kabinet op 9 oktober met IPO en VNG afgesproken dat met gemeenten de mogelijkheden worden onderzocht om meer gebruik te maken van kleinere locaties, in de nabijheid van grootschaligere opvanglocaties van het COA, die over alle noodzakelijke voorzieningen beschikken. Ik heb het COA verzocht hier met voortvarendheid invulling aan te geven.

Vergunninghouders

Een groot deel van de populatie in de reguliere opvangcentra van het COA bestaat uit mensen die na beoordeling van hun asielverzoek een vergunning hebben gekregen. Dit aantal stijgt snel en per 1 oktober 2015 zijn dit er al 14.000. Gemeenten hebben een achterstand bij het realiseren van hun huisvestingstaakstelling voor vergunninghouders. Door vergunninghouders zo snel mogelijk naar passende woonvoorzieningen in gemeenten te laten doorstromen ontstaat ruimte in de centrale opvang voor asielzoekers en kunnen de vergunninghouders sneller aanvangen met hun integratie in Nederland en het opbouwen van een zelfstandig bestaan.

Het kabinet heeft in de brief van 2 oktober2 van de Minister voor Wonen en Rijksdienst maatregelen aangekondigd om hier verbetering in aan te brengen onder ander door de mogelijkheden voor een huisvestingsvoorziening te verkennen. De huisvestingsvoorziening kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd in de vorm van demontabele bouw op braakliggende grond, in leegstaande kantoren en ander (rijks) vastgoed, of via andere kleine, innovatieve concepten. Minister Blok komt hier in zijn volgende rapportage op terug en zal dan een integraal beeld schetsen van de kosten, inclusief de rol van gemeenten.

Op 9 oktober heeft het kabinet gesproken met VNG en IPO. Om de doorstroming te bevorderen van de vergunninghouders naar huisvesting in gemeenten stimuleert het kabinet de bouw van tijdelijke woonruimte in de vorm van containerwoningen en dergelijke. Ook is het Gemeentelijk Zelfzorg Arrangement (G-ZZA)voor een jaar opengesteld, zodat gemeenten in staat worden gesteld om op korte termijn circa 10.000 vergunninghouders tijdelijk in de gemeente op te nemen.

Daarnaast dient de reguliere huisvesting van vergunninghouders gewoon doorgang te vinden. Hiervoor werkt het kabinet samen met gemeenten, provincies en woningcorporaties aan structurele oplossingen door mogelijk te maken dat sobere woonruimte en andere voorzieningen als bijstand in natura worden verstrekt, leidend tot een leefgeld dat lager is dan de bijstandsuitkering. Dit wordt vorm gegeven in de reeds genoemde huisvestingsvoorziening. In reactie op het verzoek dat is gedaan tijdens de regeling van werkzaamheden d.d. 13 oktober laat ik u weten dat het zeker is dat de Huisvestingswet dient te worden gewijzigd om de voorrangspositie voor vergunninghouders te laten vervallen. Het kabinet zal uw Kamer binnenkort nader informeren over de uitwerking van de maatregelen en de voorstellen.

Voor de komende tijd staat onze samenleving voor een grote taak gesteld. Alle inspanningen zijn er op gericht om de uitdagingen die dit met zich mee brengt samen met gemeenten, provincies en de samenleving het hoofd te bieden.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff


X Noot
1

Kamerstuk 32 317, nr. 314

X Noot
2

Kamerstuk 19 637, nr. 2053

Naar boven