19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2022 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 juli 2015

Op 17 november 2014 informeerde mijn voorganger uw Kamer per brief over de voortgang van de huisvesting van de zogenaamde vergunninghouders (Kamerstuk 19 637, nr. 1918), de asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben ontvangen. Daarbij werd melding gemaakt van de werkzaamheden die het Platform Opnieuw Thuis zou gaan verrichten om gemeenten en corporaties te ondersteunen in de taak om de huisvesting op het tempo en op het niveau te brengen dat nodig is om de wettelijke taakstelling te realiseren. Het platform, met daaronder het multidisciplinaire projectteam, heeft mij en de andere politiek verantwoordelijken en bestuurders van de in het platform verbonden partijen inmiddels gerapporteerd over de meest recente ontwikkelingen, de werkzaamheden van het platform en de resultaten tot nu toe. De rapportage stuur ik hierbij ter informatie door aan uw Kamer1. Met deze brief doe ik tevens mijn toezegging, gedaan tijdens het VAO van 8 april 2015, gestand om uw Kamer vóór het zomerreces te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de werkzaamheden van het platform en de problematiek rond de huisvesting van vergunninghouders.

De rapportage van het platform en de pogingen om de huisvesting van vergunninghouders in goede banen te blijven leiden, kan niet los gezien worden van de ontwikkelingen rond het stijgende aantal asielaanvragen dat Nederland het afgelopen half jaar heeft gekregen. Tot en met de maand mei hebben zich in totaal ongeveer 10.000 personen gemeld voor óf een eerste asielaanvraag (circa 5.800), óf wegens nareis (circa 3.400), of voor een tweede of volgens asielverzoek (circa 900). Dat is ongeveer gelijk aan de instroom in dezelfde periode vorig jaar, maar een grotere groep nareizigers zal volgen. De productie van de IND op nareis bedroeg dit jaar tot en met mei meer dan 8.600 dossiers, terwijl de productie op nareis van de IND in 2014 in dezelfde periode circa 3.000 dossiers bedroeg. De hogere nog te verwachten instroom van nareizigers betekent uiteindelijk dat een groter aantal personen moet worden gehuisvest.

De rapportage van het platform laat zien dat, hoewel gemeenten de afgelopen periode steeds meer vergunninghouders zijn gaan huisvesten, het totale volume van gehuisveste personen nog steeds onvoldoende is om deze hogere instroom bij te houden. Daardoor groeit, ondanks de inspanningen, de achterstand op de taakstelling, het aantal vergunninghouders in de opvang en duurt het gemiddeld langer voordat vergunninghouders de opvang kunnen verlaten.

Onlangs heb ik de cijfers ontvangen over de voortgang van de huisvesting van vergunninghouders door gemeenten tot en met de maand juni. Deze noem ik hieronder in aanvulling op de cijfers uit de bijgevoegde voortgangsrapportage die alleen de cijfers tot en mei bevat. In juni hebben gemeenten ruim 2.300 vergunninghouders gehuisvest, een hoger aantal dan in eerdere maanden. In totaal zijn daarmee in de eerste helft van 2015 ruim 11.350 vergunninghouders gehuisvest. Door de toegenomen taakstelling die met 14.000 voor de eerste helft van 2015 nog hoger ligt, is de netto opgelopen achterstand, ondanks de eindspurt van de gemeenten, toegenomen van ruim 2.600 naar bijna 5.300. Dat betekent dat de gecorrigeerde taakstelling voor de tweede helft van 2015 grofweg 20.000 is (14.900 plus achterstand van 5.300).

Deze cijfers en de bevindingen van het platform onderstrepen de urgentie voor het snel en volledig doen uitvoeren van de hogere taakstelling door gemeenten. Dat kan niet zonder extra inspanningen en betrokkenheid van alle bij de huisvesting van vergunninghouders betrokken partijen, zowel door de uitvoerders als de bestuurders. Gemeenten en corporaties worden hierbij door het platform ondersteund langs de in de rapportage genoemde 4 actielijnen. Bij deze taak zal het platform vanaf medio juli bestuurlijk versterkt worden door de komst van een ambassadeur: de heer Marco Florijn zal daartoe benoemd worden. Hij volgt mevrouw Marie-Louise van Kleef op, die tot mei als kwartiermaker het werk van het platform op de genoemde actielijnen heeft vormgegeven.

Om de realisatie van de huisvesting van vergunninghouders op het vereiste niveau voor de komende taakstellingsperioden te borgen, streef ik tenslotte naar de totstandkoming van bestuurlijke afspraken tussen Rijk, gemeenten en provincies over het (versnellen van het) uitplaatsen van vergunninghouders naar woningen in de gemeenten, opdat vergunninghouders ook in de komende jaren snel een volwaardige plek in de samenleving kunnen innemen. De eerste gesprekken daartoe met VNG en IPO zullen binnenkort van start gaan.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven