19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 1957 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 maart 2015

Uw Kamer is eerder1 schriftelijk geïnformeerd over de opzet van de pilot in bewaring stellen door de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V). De pilot is met ingang van 1 oktober 2014 van start gegaan op de vrijheidsbeperkende locatie (VBL) in Ter Apel en de Gezinslocatie (GL) in Gilze. De duur van de pilot is een jaar. In deze pilot wordt onderzocht in hoeverre de inbewaringstelling in bepaalde gevallen efficiënter en effectiever gedaan zou kunnen worden door de DT&V, waarbij wordt voldaan aan alle waarborgen. Na afloop van de pilot zal uw Kamer, zoals toegezegd, geïnformeerd worden over de resultaten van de pilot.

Tot op heden is gebleken dat het aantal in bewaring stellingen, met name op de gezinslocatie, beperkt is. Deze constatering past in het beleid om gezinnen met minderjarige kinderen slechts in een beperkt aantal situaties, als een ultimum remedium, in bewaring te stellen. Het continueren van de pilot op slechts één van de gezinslocaties zal echter waarschijnlijk leiden tot een onvoldoende onderbouwd eindresultaat van de pilot. Om te voorkomen dat er na afronding van de pilot niet voldoende gegevens beschikbaar zijn om een beargumenteerd besluit te nemen over het al dan niet continueren van de tijdens de pilot beproefde werkwijze, heb ik besloten om de pilot in beperkte mate uit te breiden. Dit betekent dat de DT&V op alle bestaande gezinslocaties, gedurende de resterende periode van de pilot, de bevoegdheid heeft om de inbewaringstelling uit te voeren.

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok


X Noot
1

Kamerstuk 19 637, nr. 1913

Naar boven