19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 1676 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juni 2013

Tijdens het Algemeen overleg met uw Kamer op 14 februari 2013 (Kamerstuk 19 637, nr. 1643) over het Vreemdelingenbeleid, heb ik met uw Kamer onder meer gesproken over mijn brief van 11 december 2012 (Kamerstuk 19 637, nr. 1594) over het overleggen van een antecedentenverklaring van het land van herkomst. Naar aanleiding van de discussie over dit onderwerp, heb ik toegezegd te bekijken of door het koppelen van systemen gegevens over door vreemdelingen in het land van herkomst gepleegde strafbare feiten kunnen worden getraceerd. Tevens heb ik toegezegd te bekijken of in incidentele zaken via IND-liaisons in herkomstlanden nadere informatie kan worden ingewonnen.

Met de Kamer ben ik van mening dat alles in werk moet worden gesteld om te voorkomen dat criminele vreemdelingen in Nederland worden toegelaten. Zoals ik in mijn brief van 11 december 2012 ook heb aangegeven, is de eigen verklaring van de vreemdeling en de daarop gestelde sanctie van intrekking van de verblijfsvergunning, indien er sprake is van een onjuiste eigen verklaring, een effectief instrument. Dat laat onverlet dat ik te allen tijde oog houd voor betere, betrouwbaardere, of nieuwe technieken en methoden om informatie te verkrijgen die bedraagt aan de veiligheid in Nederland.

Ik heb gekeken naar relevante informatiesystemen en de mogelijkheden tot het inzetten van Nederlandse liaisons in het buitenland om strafrechtelijke informatie over vreemdelingen te achterhalen.

Informatiesystemen

Vooropgesteld moet worden dat er geen nationaal of supranationaal informatiesysteem bestaat met gegevens over door derdelanders in het land van herkomst gepleegde strafbare feiten. Er zijn wel twee Europese gegevensbestanden die informatie bevatten over vreemdelingen in relatie tot onder meer niet in Nederland gepleegde strafbare feiten.

Het Schengen Informatie Systeem (SIS)

Het SIS is een Europees gegevensbestand. De Schengenlidstaten registreren in het SIS personen die door politiediensten worden gezocht of die politiecontrole behoeven, niet-ingezetenen van een Schengenland die het Schengengebied niet mogen inreizen, en vermiste personen.

Het SIS is een belangrijke informatiebron als het gaat om vreemdelingen en openbare orde. In het SIS staan dus ook vreemdelingen gesignaleerd die worden gezocht door politiediensten en vreemdelingen (niet-EU-ingezetenen) die een inreisverbod opgelegd hebben gekregen of ongewenst zijn verklaard naar aanleiding van feiten die in Nederland of een ander Schengenland zijn gepleegd. Strafbare feiten die aan een vreemdelingensignalering ten grondslag liggen, staan niet in het SIS vermeld.

Alle EU-landen zijn aangesloten bij het SIS met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Cyprus. Daarnaast zijn aangesloten Zwitserland, Noorwegen, Liechtenstein en IJsland.

European Criminal Records Information System (ECRIS)

Via het ECRIS worden sinds vorig jaar de van EU-onderdanen geregistreerde justitiële gegevens langs elektronische weg uitgewisseld tussen de lidstaten. De systematiek van ECRIS zorgt er voor dat lidstaten altijd een compleet overzicht hebben van de binnen Europa door EU onderdanen gepleegde strafbare feiten. Door de snellere uitwisseling van gegevens via ECRIS kan in een lopend strafproces makkelijker rekening worden gehouden met relevante veroordelingen in andere landen. De justitiële gegevens kunnen ook voor niet-strafrechtelijke doeleinden via ECRIS worden uitgewisseld. Vanuit Nederland kan bijvoorbeeld om deze gegevens worden verzocht voor de beoordeling van een aanvraag voor een verklaring omtrent het gedrag (VOG) van een onderdaan uit een andere lidstaat.

Over dit laatste punt heb ik uw Kamer op 9 januari 2013 per brief geïnformeerd (Kamerstuk 33 400 VI, nr. 87).

Ik bekijk momenteel de mogelijkheden om via ECRIS gegevens aan andere lidstaten te vragen voor vreemdelingenrechtelijke doeleinden. Hiertoe voert de IND een pilot uit bij het proces van ongewenst verklaren van EU-burgers. De resultaten van de pilot zijn naar verwachting deze zomer beschikbaar.

In dit verband is vermeldenswaardig dat de Europese Commissie de mogelijkheden onderzoekt voor het opzetten van een «European index of convicted third country nationals». Het idee is totstandbrenging van een voor alle lidstaten gemeenschappelijke index waarmee snel voor de strafregisters van elke lidstaat kan worden uitgezocht of en – zo ja – in welke andere lidstaten een niet EU-burger is veroordeeld. Bij een «hit» kan de desbetreffende lidstaat om meer informatie worden verzocht.

Het SIS noch het ECRIS bevat informatie over de door een vreemdeling (niet EU-burger) gepleegde strafbare feiten in het land van herkomst. Het koppelen van beide Europese systemen zal die informatie daarom ook niet genereren en heeft daarmee geen toegevoegde waarde.

Liaisons in het buitenland

ILO’s van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)

Het netwerk van ILO’s is in 2000 door de IND opgezet. Het ILO-netwerk is een van de instrumenten die Nederland inzet om te kunnen anticiperen op migratietrends. ILO’s zijn alleen in landen buiten de Europese Unie geplaatst en hebben als taak bij te dragen aan het voorkomen en bestrijden van illegale immigratie, te faciliteren bij de terugkeer van illegale immigranten en bij te dragen aan diverse aspecten van legale immigratie. De werkzaamheden van EU- ILO’s die werkzaam zijn op het gebied van migratie zijn geformaliseerd en geharmoniseerd door de inwerkingtreding van verordening (EG) nr. 377/2004 van de Raad van 19 februari 2004 betreffende de oprichting van een netwerk van immigratieverbindingsfunctionarissen («ILO-verordening»).1

De IND-ILO’s zijn niet bevoegd om opsporings- en handhavingstaken te verrichten en kunnen daarom niet worden ingezet om strafrechtelijke informatie te achterhalen.

Politie-liaisons

In verschillende landen zijn liaisons van de Politie werkzaam. Zij hebben als taak de contacten met lokale politiediensten te onderhouden en het uitwisselen van operationele informatie op het terrein van de bestrijding van zware, georganiseerde criminaliteit. Internationale informatie-uitwisseling dient, conform de afspraken die in INTERPOL- verband zijn gemaakt, altijd een opsporingsbelang. Nederlandse politie-liaisons in het buitenland kunnen alleen strafrechtelijke informatie over vreemdelingen opvragen als daar een direct opsporingsbelang mee is gemoeid.

Liaisons van de Koninklijke Marechaussee (KMar)

KMar-liaisons in het buitenland ondersteunen de samenwerking met zusterdiensten en verzamelen relevante informatie met betrekking tot onder andere migratiecriminaliteit. Voor de bestrijding van mensensmokkel en mensenhandel vormen zij een belangrijke schakel in de uitwisseling van informatie. KMar-liaisons kunnen in voorkomend geval ook strafrechtelijke gegevens opvragen bij de autoriteiten van het land van plaatsing. In de huidige praktijk is het al zo dat indien daar in individuele gevallen aanleiding toe bestaat, KMar-liaisons ook worden ingezet om informatie over strafbare feiten van vreemdelingen op te vragen bij de autoriteiten van de landen die tot hun werkgebied behoren. Deze praktijk wordt onverkort voortgezet.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven


X Noot
1

OJ L 64, 2.3.2004

Naar boven