19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 1675 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juni 2013

Tijdens de Regeling van werkzaamheden van 16 april 2013 (Handelingen II 2012/13, nr. 75) heeft uw Kamer verzocht om een brief over de zorg aan illegalen. Aanleiding voor deze brief is een nieuwsbericht op Joop.nl waarin melding wordt gemaakt dat er aan illegalen in Nederland zorg is geweigerd in 2012. Dit op basis van een notitie van Dokters van de Wereld Nederland. Met deze brief geef ik, mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, eerst een algemene reactie met daarna een inhoudelijke reactie op het rapport van Dokters van de Wereld Nederland. Tevens gebruik ik deze brief om uw Kamer te informeren over de uitvoering van de motie Gesthuizen1 van 10 oktober 2012.

Aan iedereen die zich op Nederlands grondgebied bevindt – dus ook aan vreemdelingen zonder verblijfsrecht – wordt zorg verleend indien deze zorg medisch noodzakelijk is. De vreemdeling die zorg nodig heeft, zal zelf contact moeten leggen met een zorgverlener. Net als in de reguliere zorg, is het ook in deze situaties aan de zorgverlener om te bepalen of sprake is van medisch noodzakelijke zorg. Het is aan hen om vanuit hun professionele verantwoordelijkheid en op basis van geldende richtlijnen te handelen en diagnose(s) te stellen, dan wel de zorgvrager door te verwijzen. Naar mijn mening is het Nederlandse zorgsysteem daarmee adequaat ingericht en voldoet Nederland aan de verschillende mensenrechtenverdragen. Dat laat onverlet dat ik niet uitsluit dat in individuele gevallen er mensen zijn die meer moeite hebben de weg te vinden naar de zorgverleners. Dat geldt ook zo in de reguliere zorg.

Vreemdelingen zonder verblijfsrecht zijn onverzekerd en zij dienen de verleende zorg in beginsel zelf te betalen. Omdat de Nederlandse overheid het onwenselijk acht dat zorgaanbieders geconfronteerd worden met onbetaalde rekeningen is de wettelijke bijdrageregeling voor zorgaanbieders in het leven geroepen. Het betreft vergoeding van zorg die zorgverleners aan vreemdelingen zonder verblijfsvergunning of met een beperkte verblijfsvergunning hebben verleend. Dit is geregeld in artikel 122a van de Zorgverzekeringswet. Deze regeling wordt uitgevoerd door het College voor Zorgverzekeringen (CVZ). Uit de evaluatie van deze regeling in 20112 is gebleken dat deze regeling doeltreffend werkt.

Motie Gesthuizen

Naar aanleiding van de motie van het lid Gesthuizen heb ik het CVZ gevraagd om de bovengenoemde bijdrageregeling nogmaals onder de aandacht te brengen van de huisartsen, die gezien hun poortwachterfunctie (en verwijsmogelijkheid) toegang kunnen bieden tot de medisch noodzakelijke zorg. Het CVZ heeft begin mei 2013 een brief verstuurd aan de circa 10.000 huisartsen.

Tevens is deze brief doorgeleid naar belangenbehartigers van illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen waaronder Stuurgroep Lampion, Dokters van de Wereld, de LHV, Stichting Pharos, Vluchtelingenwerk Nederland, GGD Nederland en GGZ Nederland. Voorts onderhoudt het CVZ een website, waarop uitgebreide informatie staat. In de brief wordt ook vermeld, wat huisartsen kunnen doen. De brief van het CVZ treft u bijgaand aan3.

Rapport Dokter van de Wereld

In het nieuwsbericht op Joop.nl wordt gesteld dat in Nederland 20% van de illegalen medische zorg wordt geweigerd. Dit stellen zij op basis van de notitie «Gezondheidszorg schiet tekort» van Dokters van de Wereld Nederland van april 2013. Die notitie vermeldt een internationaal onderzoek van Médecins du Monde.

Dit Europese onderzoek is onder 14 steden uitgevoerd. In Nederland is dit onderzoek in Amsterdam onder 177 respondenten uitgevoerd. Uit het onderzoek «Access to health care in Europe" blijkt dat in Nederland 20% van de bezoekers aan Dokters van de Wereld zorg geweigerd is of dat men het niet krijgen van zorg als weigeren ervaart.

Omdat het onderzoek voor Nederland 177 respondenten (in Amsterdam) betreft die Dokters van de Wereld bezocht hebben, kan ik op basis van deze cijfers niet de conclusie onderschrijven dat in Nederland 20% van de illegalen medisch noodzakelijke zorg wordt geweigerd. Daarvoor is mijns inziens de groep van onvoldoende omvang en te selectief om een representatief beeld te geven.

Uit rapportages van het CVZ blijkt immers dat een aanzienlijk grote groep illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen de weg naar huisartsen, apotheken, GGZ-instellingen en ziekenhuizen weet te vinden.

In 2012 zijn ongeveer 44.000 huisartsconsulten vergoed en is aan 7430 onverzekerbare vreemdelingen medicijnen geleverd. De gecontracteerde ziekenhuizen hebben in 2012 € 10 miljoen aan geboden zorg bij het CVZ gedeclareerd en ook is een aanzienlijke groei zichtbaar in de GGZ-kosten, die van 2010 tot 2012 meer dan verviervoudigd zijn (2012: € 4,5 miljoen).

Uit deze gegevens kan worden geconcludeerd dat de toegang tot zorg aan illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen voor veel van deze mensen goed vindbaar en toegankelijk is.

Ik meen dat ik met het bovenstaande de vraag van het Kamerlid Voortman voldoende heb beantwoord. Tevens heb ik met deze brief uw Kamer geïnformeerd naar aanleiding van de motie van het lid Gesthuizen (SP) en beschouw deze daarmee als afgehandeld.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Kamerstuk 19 637, nr. 1581

X Noot
2

Kamerstuk 29 689, nr. 367

X Noot
3

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven