19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 1578 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE, INTEGRATIE EN ASIEL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 september 2012

Inleiding

Hierbij bied ik u de Rapportage Vreemdelingenketen aan over de periode januari tot en met juni 2012.*) In de rapportage vindt u onder andere terug hoeveel aanvragen omtrent verblijf in Nederland zijn gedaan, asiel en regulier, en hoeveel vreemdelingen zijn vertrokken. Het doel is om inzicht te geven in de instroom-, de doorstroom- en de uitstroomcijfers van de processen Toegang en grensbewaking, Toelating, Toezicht en handhaving, Terugkeer en Opvang en Bewaring binnen de vreemdelingenketen.

Uit de rapportage blijken enkele positieve tendensen, evenals ontwikkelingen die aanleiding geven tot verdere maatregelen. Alvorens verder in te gaan op de inhoud wil ik u wijzen op enkele punten van redactionele aard.

Voor deze editie is gezocht naar een transparantere structuur om de resultaten van de Vreemdelingenketen te presenteren. Dit heeft geleid tot het volgende resultaat. De instroom in de processen Toegang en grensbewaking, Toelating, Toezicht en handhaving en Terugkeer wordt nu direct gevolgd door de uitstroom. In de toelichtende tekst bij de kengetallen wordt waar relevant aangegeven wat dit voor de voorraadontwikkeling en/of doorlooptijden betekent.

Om de helderheid van de rapportage verder te vergroten zijn de cijfers in deze editie anders weergegeven dan in voorgaande edities. In plaats van de cijfers in een lopende tekst op te nemen, is ervoor gekozen de cijfers te presenteren in een tabel. De tabellen bevatten de cijfers van de eerste helft van 2011 en 2012 en de relatieve daling of stijging van de laatste periode ten opzichte van de eerste. Een tekstuele toelichting op de cijfers is naast de tabellen te vinden.

De inleiding van de rapportage is uitgebreid. Naast de gebruikelijke introductie en een toelichting op de methodologie is een overzicht opgenomen van de organisaties die bijdragen aan de rapportage en is een paragraaf ingevoegd waarin de cijfers uit de vreemdelingenketen in het perspectief van de immigratiecijfers van het CBS worden geplaatst.

Het hoofdstuk Toelating is in deze editie van beknoptere omvang dan in voorgaande edities. Dit hangt samen met de gefaseerde invoering van het nieuwe systeem van de IND, INDiGO, die tijdelijk een beperkte informatievoorziening tot gevolg heeft. Over de voortgang van de gefaseerde invoering bent u eerder geïnformeerd middels de brief van 20 juni 2012.1

Toekomst RVK

In 2009 heeft uw Kamer verzoeken ingediend ter verduidelijking van de RVK. Die verzoeken zijn beantwoord in de daarop volgende edities van de RVK. Niettemin blijft de materie ingewikkeld en is er ruimte voor verdere verbetering. Om die reden treed ik graag met u in (technisch) overleg over de manier waarop, en met welk detailniveau de cijfers in de toekomst zullen worden gepresenteerd.

Asiel

Terwijl er op Europees niveau sprake is van een stijging, vertoont de asielinstroom op nationaal niveau nog altijd een daling. Met name van belang is de dalende trend in het aantal eerste asielaanvragen. De daling in de werkvoorraad die blijkt uit de rapportage wordt hier gedeeltelijk door verklaard. De werkvoorraad is echter sterker afgenomen dan voorheen. Dit laat zich verklaren door een efficiëntere werkwijze van de IND, die bijvoorbeeld tot uiting komt in het grotere aantal asielaanvragen dat wordt afgehandeld in de achtdaagse Algemene Asielprocedure. De invoering van het zaakverantwoordelijk werken – waarbij één beslismedewerker verantwoordelijk is voor een zaak – speelt een belangrijke rol in het realiseren van kortere gemiddelde doorlooptijden.

Tegenover de dalende trend van de eerste asielaanvragen staat de stijgende trend die zichtbaar is bij de tweede en volgende asielaanvragen. Deze stijging onderstreept de noodzaak om voortvarend door te gaan met de reeds ingezette aanpak ten aanzien van het stroomlijnen van toelatingsprocedures. Het pakket aan maatregelen dat hiertoe is ontwikkeld is op 22 mei jl. aan uw Kamer aangeboden en op 3 juli aan de orde geweest in een Algemeen Overleg.

Tabel 1: Overzicht asielinstroom (in behandeling genomen asielaanvragen) per halfjaar
 

2009-1

2009-2

2010-1

2010-2

2011-1

2011-2

2012-11

Eerste asielaanvragen

7 140

7 860

6 480

6 930

5 710

5 880

4 600

Tweede en volgende asielaanvragen

610

560

810

920

1 410

1 629

2 000

 

7 750

8 420

7 290

7 860

7 120

7 510

6 600

Bron: IND. Afronding op 10-tallen2.

X Noot
1

De cijfers van 2012–1 betreffen een optelling van cijfers uit het oude IND-systeem INDIS en het nieuwe systeem INDiGO. INDiGO heeft een ander begrippenkader dan INDIS. Dit heeft tot gevolg dat de cijfers die geleverd worden vanuit INDiGO beperkt vergelijkbaar zijn met cijfers uit INDIS. Om schijnexactheid te voorkomen zijn de optellingen van INDIS- en INDiGO-cijfers afgerond op honderdtallen.

Ook de voorraad asiel beroepszaken daalt. De afhandeling van beroepszaken na afwijzing van een asielverzoek in de algemene asielprocedure (AA-beroepszaken) is met bijna 30 procent gestegen. Dit is een goede prestatie van de rechtbanken, aangezien zij deze beroepszaken in korte tijd afdoen. Die korte doorlooptijd is overigens wel stijgend, vanwege de stijging van het aantal AA-beroepszaken.

Daar staat tegenover dat de doorlooptijd in beroepszaken na een afwijzing van een asielverzoek (VA-zaken) met zo’n zeven weken is gedaald. Dit is een zeer positieve ontwikkeling vanuit het oogpunt van het snel bieden van duidelijkheid aan vreemdelingen.

Bij de zaken in hoger beroep zien we een stijging van de doorlooptijden, zowel de AA-zaken en VA-zaken als bij de overige zaken in hoger beroep. De belangrijkste oorzaak hiervan is de oplopende voorraad. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State spant zich in om de oplopende voorraden tegen te gaan, onder andere door werving van nieuw personeel.

Opvang

Een belangrijke ontwikkeling is de dalende bezetting van de centrale opvang. Deze daling wordt verklaard door een lagere instroom en een gestage uitstroom van personen in de opvang.

Asielinstroom in Europa

De instroom van het aantal personen dat in de Europese Unie (EU) asiel aanvraagt is al jaren substantieel. In 2011 bedroeg het aantal aanvragen ongeveer 302 500, een stijging van zo’n 16 procent ten opzichte van 2010. In Nederland daalde de asielinstroom daarentegen. Niettemin behoort Nederland tot de tien lidstaten die de meeste asielaanvragen ontvangen. In 2011 stond Nederland op de zevende positie. Er is nog steeds een onevenwichtige verdeling tussen de lidstaten voor wat betreft het aantal asielaanvragen dat elke lidstaat voor zijn rekening neemt. Dit illustreert het belang van een Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel waarvoor Nederland zich blijft inzetten. Harmonisatie is belangrijk omdat daarmee de verschillen tussen de lidstaten die van invloed kunnen zijn op de richting van de asielzoekersstromen binnen de EU, worden weggenomen en asielshoppen door te kiezen voor lidstaten met een hoog beschermingsniveau, wordt voorkomen. Immigratiebeleid moet in alle EU-lidstaten een gelijke uitkomst hebben voor een asielzoeker om onevenwichtige asielzoekersstromen tussen lidstaten te voorkomen.

Regulier

De belangrijkste verblijfsdoelen bij reguliere migratie zijn gezinsmigratie (gezinshereniging en gezinsvorming), arbeidsmigratie, waaronder kennismigratie, en studie. Zowel het aantal aanvragen voor een machtiging voorlopig verblijf (MVV) als het aantal aanvragen voor een verblijfsvergunning regulier (VVR) laat een dalende tendens zien bij de genoemde verblijfsdoelen. Bij MVV gezinsvorming en het verblijfsdoel arbeid is de daling het grootst, maar ook bij kennismigratie en studie is het aantal aanvragen gedaald. Opgemerkt zij dat het aanbod MVV bij gezinshereniging weliswaar praktisch gelijk is gebleven met het aanbod in de eerste helft van 2011. Dit kan veroorzaakt zijn door een stijging van het aantal nareisverzoeken als gevolg van gewijzigd asielbeleid voor Somaliërs per oktober 2011. Het aanbod MVV gezinshereniging exclusief nareis is gedaald. Zoals ik in de brief van 16 juli 2012 aan uw Kamer ook stelde, wil ik voorkomen dat fraude op het gebied van nareis opnieuw de kop opsteekt.3 Daarom blijven de getroffen maatregelen ten aanzien van nareis van belang.

Exacte cijfers over de aantallen aanvragen naar verblijfsdoel zijn voor de eerste helft van 2012 niet beschikbaar vanwege de beperkte informatievoorziening vanuit de IND.

Tabel 3: Aantallen aanvragen MVV en VVR per halfjaar
 

2010-1

2010-2

2011-1

2011–-2

2012-1

MVV-aanvragen

24 200

29 390

24 100

25 620

22 490

VVR-aanvragen

24 540

31 440

26 920

32 010

25 230

Bron: IND. Afronding op 10-tallen.

Toegang, toezicht en terugkeer

In het toegangsproces is het opvallend dat het aantal toegangsweigeringen aan de grens is afgenomen ten opzichte van de vorige rapportageperiode.

Op het gebied van toezicht is er nog geen sprake van een substantiële toename van het aantal overdrachtsdossiers aan DT&V. Er is wel sprake van een toename van 6% van het aantal identiteitsonderzoeken maar dit zal naar alle waarschijnlijkheid in 2012 nog niet leiden tot een aantal overdrachtsdossiers dat conform de gemaakte resultaatafspraak is. De minister van Veiligheid en Justitie acht het van groot belang dat de politie extra inspanningen pleegt om de resultaatafspraak te realiseren. In overleg met de politie zullen afspraken gemaakt worden hoe op de korte termijn maatregelen genomen worden om de resultaten te verbeteren.

Omdat het aantal overdrachtsdossiers aan de DT&V achterblijft bij de resultaatafspraak verwacht ik in 2012 nog geen positieve bijdrage van deze afspraak aan vertrek uit Nederland. In de rapportageperiode is er ketenbreed een lichte stijging te zien in de aantallen vreemdelingen die aantoonbaar vertrekken uit Nederland. De daling in het gedwongen vertrek samen met de stijging in het zelfstandig vertrek kan erop wijzen dat vreemdelingen die niet of niet langer rechtmatig verblijf hebben in Nederland vaker kiezen voor vrijwillig vertrek. Ik acht dit een goede ontwikkeling.

Ten aanzien van vertrek van vreemdelingen in de strafrechtketen (VRIS) meldt de rapportage dat circa 75% in de eerste helft van 2012 aantoonbaar vertrokken is. De mogelijkheid om VRIS'ers vervroegd in vrijheid te stellen – afhankelijk van de veroordeling na tweederde dan wel de helft van hun celstraf – heeft hier een positieve bijdrage aan geleverd: zo’n 90 personen hebben hiervan gebruik gemaakt.

De daling in het aantal gedwongen uitzettingen laat zich deels verklaren door de daling in het aantal toegangsgeweigerden. Daarnaast is van belang dat op dit moment gedwongen terugkeer naar Irak en Somalië, zoals uw Kamer bekend is, niet plaats vindt.

Tabel 2: Overzicht uitstroom uit terugkeerproces naar categorie per halfjaar
 

2010-1

2010-2

2011-1

2011-2

2012-1

Aantoonbaar vertrek

5 730

6 100

5 400

5 450

5 580

wv. Gedwongen

3 900

4 140

3 380

3 260

3 140

wv. Zelfstandig

1 830

1 960

2 020

2 190

2 450

Zelfstandig vertrek zonder toezicht

5 470

5 750

5 180

5 570

5 850

Totaal

11 200

11 850

10 580

11 020

11 440

Bron: BZK (KMI). Afronding op 10-tallen. Peildatum 1 augustus 2012

De minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, G. B. M. Leers

*) Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer


X Noot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 30 573, nr. 106.

X Noot
2

In de tabellen in deze brief kan het voorkomen dat de (afgeronde) delen niet optellen tot de (afgeronde) som. De opsomming is in dat geval niet kloppend gemaakt om, zoals gebruikelijk in de rapportage Vreemdelingenketen, zo dicht mogelijk bij de niet-afgeronde aantallen te blijven.

X Noot
3

Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 19 637, nr. 1568

Naar boven