19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 1536 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE, INTEGRATIE EN ASIEL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 mei 2012

In antwoord op vragen van uw Kamer (Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, Aanhangsel, nummer 2528) heb ik een reactie gegeven op ontstane situatie in Ter Apel. In het daaropvolgende spoeddebat van 15 mei 2012 (Handelingen II 2011/12, nr. 83, behandeling Situatie asielzoekers Ter Apel) heb ik deze reactie nader toegelicht. Tijdens het spoeddebat heb ik, op vraag van uw Kamer, toegezegd u na een eventuele beëindiging van de actie in Ter Apel te informeren.

Op 23 mei jl. zijn opnieuw schriftelijke vragen gesteld over de ontwikkelingen in Ter Apel met het verzoek om deze vragen diezelfde dag vóór 17 uur te beantwoorden (Aanhangsel Handelingen II 2011/12, nr. 2572). Aan dit verzoek heb ik voldaan. Beëindiging van het tentenkamp was toen nog bezig. Daarom heb ik in de beantwoording nogmaals toegezegd dat ik u zo spoedig mogelijk volledig zou informeren zodra de actie is afgelopen.

Met deze brief doe ik deze toezegging gestand. Voorts ga ik in op de door het lid Gesthuizen tijdens de regeling van werkzaamheden van 24 mei gestelde vragen over de beëindiging van de actie.

Om de ontwikkelingen in Ter Apel in de juiste context te plaatsen, vind ik het belangrijk om de loop van de gebeurtenissen in Ter Apel tot en met de beëindiging van het tentenkamp uiteen te zetten.

In mijn brief van 21 mei 2012 (Kamerstuk 29 344, nr. 89) heb ik u gemeld dat ik de bewoners van het tentenkamp in Ter Apel onderdak heb aangeboden tot de komst van de Iraakse minister van Migratie op 15 juni 2012 met wie ik voornemens ben afspraken te maken over samenwerking rond terugkeer. Het aangeboden onderdak is echter niet vrijblijvend, maar dienstig aan terugkeer en is geboden aan deze specifieke groep in hun specifieke situatie. Hierdoor is het voortbestaan van het tentenkamp overbodig geworden. Dit heb ik in een persoonlijk gesprek met de woordvoerders van de Iraakse groep toegelicht.

Op 22 mei 2012 heeft de burgemeester van Vlagtwedde, waar Ter Apel onder valt, vanuit haar verantwoordelijkheid voor de openbare orde aan de woordvoeders van de bewoners van het tentenkamp uitgelegd dat er verschillende inspecties hebben plaatsgevonden (gezondheid, brandveiligheid en watervoorziening). Op basis van deze inspecties heeft de burgemeester geconstateerd dat de veiligheid van de mensen in het kamp niet langer kan worden gegarandeerd. Om die reden is de burgemeester op 22 mei 2012 gestart met voorbereidingen om het verblijf te beëindigen. Daarbij heeft de burgemeester de woordvoerders met klem geadviseerd het aanbod tot tijdelijk onderdak te accepteren.

De woordvoerders van de Iraakse groep hebben op 23 mei 2012 definitief laten weten dat ze ingingen op mijn aanbod. De groep Irakezen, ongeveer 230 vreemdelingen, heeft hierop het terrein vrijwillig verlaten. Daarnaast hebben ongeveer 30 vreemdelingen met een andere nationaliteit ook van dit aanbod gebruikt gemaakt. Nadat deze vreemdelingen hun verblijf in het tentenkamp vrijwillig hebben beëindigd, heeft identiteitsonderzoek plaatsgevonden en is de verblijfsstatus van de vreemdelingen nagegaan. Alle vreemdelingen zijn intussen naar verschillende locaties van het COA overgebracht, op een enkeling na die elders onderdak had.

Het verblijf in een locatie van het COA gaat gepaard met de oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel in het kader van artikel 56 van de Vreemdelingenwet. De vrijheidsbeperkende maatregel maakt het mogelijk deze vreemdelingen in het zicht van de overheid te houden ter voorbereiding op terugkeer. Deze maatregel betekent dat de vreemdelingen de locatie van het COA weliswaar mogen verlaten, maar wel verplicht zijn om binnen de grenzen van de gemeente te blijven waar de locatie van het COA is gevestigd. Ook zullen de vreemdelingen zich wekelijks moeten melden bij de Vreemdelingenpolitie.

Met de groep vreemdelingen die hun verblijf in het tentenkamp vrijwillig hebben gestaakt, is afgesproken dat tot de komst van de Iraakse minister de terugkeeractiviteiten beperkt blijven tot activiteiten die informatief van aard zijn. Er vinden gedurende deze periode geen vertrekgesprekken plaats.

De bewoners van het tentenkamp die niet zijn ingegaan op mijn aanbod, hebben hun verblijf voortgezet in het tentenkamp. In de middag van 23 mei 2012 heeft de burgemeester, gelet op de vrees voor de veiligheid en gezondheid van de aanwezige personen, een noodbevel en een noodverordening uitgevaardigd op grond van de gemeentewet. Op basis hiervan is de resterende groep aangezegd om hun verblijf in het tentenkamp te beëindigen.

Naar aanleiding hiervan zijn ongeveer 110 vreemdelingen staande gehouden. Het betreft met name Somalische en Iraanse vreemdelingen. Aan deze vreemdelingen is een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd in een locatie van het COA met een dagelijkse meldplicht. Met deze groep zal aan de slag worden gegaan om deze vreemdelingen tot terugkeer te bewegen, onder meer in vertrekgesprekken.

Uw Kamer heeft mij ook gevraagd naar de inzet van Mobiele Eenheid bij de beëindiging van de actie in Ter Apel. Zoals ik tijdens het spoeddebat van 15 mei jl. heb toegelicht behoort het handhaven van de openbare orde en de inzet van de politie in dat kader tot de bevoegdheid van de burgemeester. De burgemeester heeft mij gemeld dat de inzet van de politie heeft plaatsgevonden conform een daartoe opgesteld draaiboek. Zij heeft mij gemeld dat de gekozen politie-inzet noodzakelijk en proportioneel is geweest. Ik sluit me daarbij aan.

Op 24 mei 2012 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Groningen uitspraak gedaan in een kort geding tegen de beëindiging van de actie in Ter Apel. De rechter oordeelde dat het gegeven noodbevel disproportioneel was. Desondanks heeft de rechter geen reden gezien het noodbevel te schorsen. De burgemeester heeft laten weten bij een eventuele start van een nieuwe actie te zullen optreden.

De minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, G. B. M. Leers

Naar boven