17 050 Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies

Nr. 581 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 juli 2019

Hierbij bied ik uw Kamer de door het Openbaar Ministerie (hierna: «OM») opgestelde Fraudemonitor over de jaren 2017 en 2018 aan1. In deze Fraudemonitor is door middel van cijfers, geïllustreerd met voorbeelden van concrete zaken, een beeld gegeven van de strafrechtelijke prestaties in de bestrijding van fraude waarbij de overheid of burgers en bedrijven in die jaren slachtoffer werden. Daarbij zijn de instroom en uitstroom van zaken in voornoemde jaren, inclusief de afdoeningsvormen door zowel het OM als de rechter alsook het type zaken, vermeld. Ook is nader ingegaan op de opgelegde straffen door de rechter. Het betreft de derde editie van de OM Fraudemonitor, die mede op basis van eerdere verzoeken van enkele leden van uw Kamer is doorontwikkeld door het OM.2

Ik benadruk, gelijk mijn ambtsvoorgangers, dat de beschreven resultaten in de OM Fraudemonitor niet op zichzelf staan. Zij dienen in een breder verband te worden bezien. Fraudebestrijding vraagt om een gelaagde en diverse aanpak. Strafrechtelijk optreden is daarvan een onderdeel. Juist de manier waarop en de mate waarin het strafrecht in relatie staat tot andere maatregelen, zoals preventie en civiel, fiscaal of bestuurlijk optreden, is van belang voor een zo groot mogelijk effect van het strafrecht. De OM Fraudemonitor beslaat dus slechts een deel van het geheel aan inspanningen tegen fraude; uitsluitend de resultaten die het strafrecht in 2017 en 2018 bij de aanpak van fraude heeft behaald, zijn weergegeven.

Wat betreft de strafrechtelijke aanpak van horizontale fraude merk ik het volgende op. In de Veiligheidsagenda 2015–2018 voor de politie is een afspraak opgenomen over het aantal door de regionale eenheden van de politie aan te leveren verdachten van horizontale fraude bij het OM. Deze prioritering heeft ertoe geleid dat de aanpak van horizontale fraude binnen de politie is versterkt en het aantal aan het OM aangeleverde verdachten van horizontale fraude is toegenomen. Verder lag het aantal aangeleverde verdachten van een horizontale fraudefeit elk jaar ruim boven de in Veiligheidsagenda 2015–2018 afgesproken norm.

Jaar

2015

2016

2017

2018

Afspraak Veiligheidsagenda

1.500

1.600

1.900

2.300

Realisatie

2.093

2.794

2.740

2.782

Zoals reeds bekend komt de aanpak van horizontale fraude niet meer terug als prioriteit in de Veiligheidsagenda 2019–2022. Daarmee is horizontale fraude als maatschappelijk probleem evenwel niet weg. Het OM bevestigt in dat kader dat het belangrijk is om te blijven investeren in de fraudepreventie, -detectie, publiek-private samenwerking en betekenisvolle zaken, omdat horizontale fraude steeds georganiseerder, digitaler (online en hightech), internationaler en daarmee complexer wordt. Het OM en de politie hebben daarom afgesproken dat zij zich samen blijven inspannen om het in 2018 gerealiseerde niveau te handhaven en waar mogelijk te verbeteren. Deze afspraak ondersteun ik uiteraard van harte.

Het OM zal ook in komende jaren rapporteren over de strafrechtelijke prestaties op het terrein van de fraudebestrijding en zal daarbij bezien welke verdere ontwikkeling noodzakelijk en wenselijk is.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Voor de twee eerdere versies zie Kamerstuk 17 050, nrs. 530 en 539.

Naar boven