Handeling
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2025-2026 | nr. 17, item 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2025-2026 | nr. 17, item 3 |
Vragenuur
Vragen Van Baarle
Vragen van het lid Van Baarle aan de minister van Buitenlandse Zaken over het bericht "Human Rights Watch ziet oorlogsmisdaden van Israël bij verdrijvingen Westoever".
De voorzitter:
Ik nodig de heer Van Baarle uit voor het stellen van zijn vraag aan de minister van Buitenlandse Zaken over het bericht "Human Rights Watch ziet oorlogsmisdaden van Israël bij verdrijvingen Westoever". Natuurlijk heet ik ook de minister van harte welkom. Meneer Van Baarle, u heeft het woord.
De heer Van Baarle (DENK):
Dank, voorzitter. Niet alleen pleegt het Israëlische terreurleger een genocide in Gaza, hongert het misdadige Israëlische regime de bevolking in Gaza uit en heeft het Gaza vernietigd, niet alleen zaait Israël geweld door illegale aanvallen op andere landen, ook op de Westelijke Jordaanoever pleegt de terreurstaat Israël verschrikkelijke misdaden. Tienduizenden Palestijnen zijn daar door Israëlische troepen verjaagd uit vluchtelingenkampen en verjaagd uit hun huizen. Honderden Palestijnse huizen zijn gesloopt. Er is geschoten op Palestijnen die terug wilden keren. Talloze Palestijnen zijn op de Westelijke Jordaanoever door Israëlische troepen vermoord. Palestijnen worden zonder proces in administratieve detentie gezet. Ze worden gewoon gegijzeld. Human Rights Watch oordeelt dat het gaat om oorlogsmisdaden, om misdaden tegen de menselijkheid. Zelfs de term "etnische zuivering" wordt genoemd.
Dan hebben we ook nog het geweld en de vernielingen die gepleegd worden door de terroristische kolonisten op de Westelijke Jordaanoever, die de Palestijnen aanvallen en hun huizen vernielen. De aanval door kolonisten op de Hamida-moskee staat ons nog op het netvlies. Dat gebeurt allemaal terwijl de internationale gemeenschap toekijkt. Er is sprake van straffeloosheid. Het Israëlische leger bezet illegaal Palestijns land. Westerse bedrijven verdienen zelfs gewoon illegaal geld aan die bezetting.
Mijn vraag aan de minister is: erkent Nederland dat Israël op de Westelijke Jordaanoever oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid pleegt, en zich schuldig maakt aan etnische zuivering? Wat gaat Nederland nu eindelijk doen om de levens van de Palestijnen te beschermen en om de illegale bezetting te stoppen?
De voorzitter:
De minister van Buitenlandse Zaken.
Minister Van Weel:
Dank, voorzitter. Dank voor de eer om hier tijdens uw eerste vragenuurtje aanwezig te mogen zijn. Dank ook aan de heer Van Baarle voor zijn vragen naar aanleiding van het rapport van Human Rights Watch. Laten we eerlijk zijn: met het bereiken van een vredesplan voor Gaza, waar wij allemaal blij mee zijn en waarvan we allemaal hopen dat dit ook tot succes, rust en uiteindelijk vrede in Gaza leidt — daar spannen we ons allemaal maximaal voor in — mogen we natuurlijk niet vergeten hoe de situatie op de Westbank is. In de afgelopen twee jaar hebben we daar een verslechtering gezien door het optreden van extreme kolonisten en in sommige gevallen door het optreden van de IDF.
Dit rapport van Human Rights Watch gaat specifiek over de operaties die de IDF heeft uitgevoerd in een drietal vluchtelingenkampen op de Westbank. Zij stellen dat de verdrijving van de bevolking daar niet voldoet aan de verdragen van Genève, omdat er geen deugdelijke evacuatie heeft plaatsgevonden, maar bovenal omdat de mensen nog niet hebben kunnen terugkeren naar die kampen.
Wij besteden als Nederlandse regering ontzettend veel aandacht aan de Westbank. Ik was drie weken geleden zelf in Israël en in de Palestijnse gebieden, juist om aandacht te vestigen op de situatie daar, om te kijken naar de illegale nederzettingen en de uitbreidingen die daar plaatsvinden, en om me te laten vertellen over het geweld dat door extreme Joodse kolonisten wordt uitgevoerd. We ondernemen daar ook actie op. Wat betreft de maatregelen en sancties die boven de markt hingen in verband met de situatie in Gaza en die nu op EU-gebied op tafel liggen — die gaan overigens niet van tafel — blijven wij onverminderd inzetten op het instellen van extra sancties tegen extremistische kolonisten en op het bereiken van een handelsboycot van producten uit illegale nederzettingen. Bij gebrek aan overstemming daarover zijn wij, zoals u weet, zelf bezig met het opstellen van een nationaal handelsverbod voor producten uit de illegale nederzettingen.
Wat betreft deze specifieke zaak: ik neem Human Rights Watch zeer serieus en ik neem het rapport ook zeer serieus, maar het is niet aan mij om daar juridische consequenties aan te binden. Dat is aan een rechter. Dat kan een Israëlische rechter of een internationale rechter zijn. Ondertussen dragen wij bij aan waarheidsvinding, aan de VN-bureaus die onderzoek doen naar dit soort misdrijven en natuurlijk aan het Internationaal Gerechtshof.
De heer Van Baarle (DENK):
De minister noemt het "een verslechtering". Een verslechtering! We hebben het over tienduizenden Palestijnen die zijn verdreven, zonder condities om fatsoenlijk te kunnen overleven! Er zijn illegale annexatieplannen. Palestijnen worden vermoord of zonder proces in detentie gesmeten. Er zijn aanvallen door militairen. Er zijn 1.000 Palestijnen vermoord. Er zijn aanvallen door terroristische kolonisten. Dat is toch geen "verslechtering"? Dat is een regelrechte, grove schending van alle internationale rechten die we hebben! Waarom kan de minister niet gewoon benoemen dat Israël het internationaal recht schendt en dat er oorlogsmisdaden gepleegd worden? Waarom kan hij dat niet keihard veroordelen?
Minister Van Weel:
Er worden nu een aantal dingen bij elkaar geveegd die weliswaar allemaal betrekking hebben op de Westbank, maar niet allemaal op het rapport dat voorlag in de mondelinge vraag die de heer Van Baarle stelde. Dit rapport van Human Rights Watch ziet op mogelijke oorlogsmisdrijven naar aanleiding van operaties in drie vluchtelingenkampen, waarbij niet is voldaan aan de vereisten voor een evacuatie, en waarbij mensen, voeg ik daaraan toe, nog niet hebben kunnen terugkeren. Daar blijven we aandacht voor vragen. Of daar sprake is van oorlogsmisdrijven, is uiteindelijk aan de rechter. Maar wij zullen ons er wel degelijk voor inspannen dat deze mensen zo spoedig mogelijk kunnen terugkeren naar hun woning.
De heer Van Baarle (DENK):
Het is echt ongelofelijk dat deze minister, ook in tweede instantie, weigert een oorlogsmisdaad van Israël een oorlogsmisdaad te noemen. Deze minister weigert alles wat er op de Westelijke Jordaanoever gebeurt, met toestemming en medewerking van het Israëlische leger, misdaden te noemen. Het is weer die slappe hap. Als ik van de minister hoor wat er dan wordt ondernomen, zegt hij dat hij de aandacht erop vestigt, dat hij zich laat informeren over wat er gebeurt en dat er weleens even gekeken wordt naar een mogelijk in te voeren verbod. Maar nog steeds gebeurt er niks, terwijl er een recordaantal aanvallen gepleegd wordt op de Westelijke Jordaanoever, al sinds de verschrikkingen in Gaza begonnen zijn. Waarom laten de maatregelen zo lang op zich wachten? Waarom laat de actie zo lang op zich wachten?
Minister Van Weel:
Ik heb net een hele waaier van maatregelen genoemd waarmee wij ons inspannen tegen de verschillende vormen van geweld die we zien, of dat nu gaat om annexatieplannen of om uitbreidingen van nederzettingen, zoals het E1-plan waar wij ons tegen verzet hebben. Ik noemde een handelsboycot van producten uit illegale nederzettingen, sancties tegen extremistische kolonisten of het veroordelen van geweld, ook door de IDF tegen Palestijnen in de Westbank. Wij hebben het vandaag specifiek over het veroordelen van het niet kunnen terugkeren van deze mensen naar hun woningen; dat komt er nog bovenop. Ik tel er zo al zes, maar ik denk dat ik er nog veel meer zou kunnen verzinnen. Het idee dat wij hier niks aan doen, dat wij dit maar laten gebeuren en dat wij Israël daar niet op aanspreken, is gewoon geen correct beeld.
De heer Van Baarle (DENK):
Dat is wél een correct beeld. Als het gaat om veroordelen, weigert deze minister om de oorlogsmisdaden oorlogsmisdaden te noemen. Als het gaat om sancties tegen kolonisten, dan komen die er al die tijd niet. Een handjevol van die terroristen staat op dit moment op de sanctielijst. Dat is niks. En als het gaat om dat handelsverbod, dan is dat er nog niet eens. Dus Nederland doet niks; het grossiert weer in wegkijken en nietsdoen. U moet nu nationale maatregelen toepassen om het internationaal recht te handhaven. Ik vraag aan de minister: doe dat en bescherm de Palestijnen.
Minister Van Weel:
Ik heb zonet verteld wat wij doen. Daarmee vind ik dat wij invulling geven aan ons beleid om te zorgen dat de situatie op de Westbank stabiel blijft, conform het internationaal recht, en er geen schade wordt gedaan aan de uiteindelijke tweestatenoplossing, de enige oplossing die gaat leiden tot vrede in de regio. Daar spannen wij ons voor in.
De voorzitter:
Dank u wel, minister. Dank u wel, meneer Van Baarle. Ik geef ruimte voor vervolgvragen. Meneer Sneller, van de fractie van D66.
De heer Sneller (D66):
De minister zegt terecht: dit bericht staat niet op zichzelf. We weten ook dat het voor internationale waarnemers moeilijk is om daar ter plekke hun werk te doen. De minister zegt: wij zetten ons in voor waarheidsvinding. Wat is nu de stand van zaken met betrekking tot het toelaten van die internationale waarnemers? En wat kan Nederland nou nog extra doen voor die bewijsgaring?
Minister Van Weel:
Met deze vraag van de heer Sneller gaan we even terug naar Gaza, want daar duidt hij op als hij het heeft over een gebrek aan toegang voor internationale waarnemers. Die toegang is er op de Westbank namelijk wel; ik ben daar zelf een aantal weken geleden ook geweest. Daar wordt gedocumenteerd. Het rapport van Human Rights Watch is ook gebaseerd op getuigenissen en waarnemingen op de grond. Gaza is op dit moment nog niet volledig toegankelijk voor journalisten en onafhankelijke waarnemers; daar spannen wij ons wel voor in, evenals voor volledige humanitaire toegang. Dat is nodig om de situatie daar te verbeteren. Die situatie verbetert wel. Het staakt-het-vuren houdt, met schermutselingen over en weer daarbij, maar gelukkig houdt dat. Nu is het zaak dat die toegang nog veel meer verbetert en we over kunnen gaan naar fase 2 van dat plan, wat de daadwerkelijke ontwapening van Hamas betreft, het toewerken naar terugtrekking van de IDF uit Gaza en het neerzetten van een internationale stabilisatiemacht die daar de orde moet bewaken, met een Palestijns technisch bestuur dat Gaza de komende periode moet gaan besturen.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Op de foto's van de minister op de Westbank zag ik dat hij daar heeft gesproken met een aantal voor ons in de Kamer bekende mensenrechtenverdedigers uit Israël. Zij vragen heel specifiek om veel strengere sancties. Hoe kijkt de minister daarnaar?
Minister Van Weel:
Nogmaals, dit staat weer los van het Human Rights Watchrapport, want dat ziet op de operaties die in vluchtelingenkampen hebben plaatsgevonden. Over de uitbreiding van illegale nederzettingen ben ik het volledig eens met deze mensen. Dat is ook de reden waarom wij nu werken aan een nationale handelsboycot tegen producten uit de illegale nederzettingen. Dat is ook waarom wij ons blijven inspannen om Joodse extremisten, kolonisten op de Westbank, op de sanctielijsten te krijgen. Daar blijven we ook mee doorgaan.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Wat we namelijk zien, is ... Misschien is er een staakt-het-vuren in Gaza, maar de situatie op de Westbank, zoals de minister zelf ook met zijn eigen ogen heeft gezien, verslechtert gewoon zienderogen, met de dag. Ongetwijfeld heeft hij dat ook gehoord van mensen daar. Ik vraag me dan het volgende af. Heel kort na het zomerreces kwam dat nationaal verbod op handel met illegale nederzettingen, maar volgende week is de sinterklaasviering al. Wanneer kunnen we dat hier in de Kamer verwachten?
Minister Van Weel:
Mevrouw Piri, daar wordt door ons echt zo hard als wij kunnen aan gewerkt. Maar ik ben inmiddels ook al geruime tijd bezig met een Asielnoodmaatregelenwet. Ook daarbij zie je dat het zo'n anderhalf jaar duurt om een volledig wetstraject te doorlopen. En om dit voor elkaar te krijgen, moeten we ook een wet aanpassen of in het leven roepen. Daar wordt dus echt heel hard aan gewerkt. Ik heb geen enkele reden om daarbij te vertragen. De oorzaak van deze wet is niet weggenomen; de situatie op de Westbank verdient onze aandacht. De relatieve rust die nu heerst in Gaza geeft ons hopelijk ook de gelegenheid om daar meer de spotlights op te richten en te zorgen dat Israël daar ook geen onomkeerbare stappen neemt. Een klein hoopvol signaal is in ieder geval de veroordeling nu door de president en de premier van het extreme geweld dat we afgelopen week hebben gezien op de Westbank.
De voorzitter:
Ik wijs de leden erop dat deze vraag ziet op de Westelijke Jordaanoever en niet op Gaza.
Mevrouw Dobbe (SP):
Maar een en ander heeft natuurlijk wel met elkaar te maken, voorzitter, want het raakt allemaal de Palestijnen.
Mensenrechtenorganisaties zeggen dat de terreur van Joodse kolonisten zo erg is dat ze het nog nooit hebben meegemaakt. Dit raakt natuurlijk gezinnen, kinderen, Palestijnse moeders en zonen; het raakt iedereen daar. Het menselijk leed is verschrikkelijk. We moeten nooit vergeten dat het in dit conflict ook gaat om mensen. Ik hoor de minister dan zeggen dat we een waaier aan maatregelen treffen, maar dat is dan vooral: "wij veroordelen het", "we vragen er aandacht voor" et cetera.
De voorzitter:
En uw vraag?
Mevrouw Dobbe (SP):
Erkent deze minister dat de waaier aan maatregelen die er nu liggen en de wet waaraan wordt gewerkt — dat duurt misschien nog anderhalf jaar, in de woorden van deze minister — niet genoeg zijn?
Minister Van Weel:
Nee, die wet gaat wat mij betreft niet nog anderhalf jaar duren, maar ik wilde wel even aangeven dat wetgeving nu eenmaal tijd kost. Ik heb geen ministeriële regeling binnen drie maanden kunnen afronden. Dat ligt niet aan een gebrek aan inzet; die inzet is er wel degelijk.
Ja, het is een waaier aan maatregelen. Ja, het is Israël daarop aanspreken. Ja, het is coalities zoeken om die druk collectief uit te oefenen. Daarom was ik ook blij dat, net voordat ik daar was, de Amerikaanse vicepresident daar was toen er annexatieplannen werden besproken in de Knesset. Daar is ook een heel duidelijk signaal door de Amerikanen afgegeven, namelijk dat daarvan geen sprake kan zijn en dat zij dat niet zullen accepteren. Druk zetten, tegelijkertijd de dialoog openhouden en maatregelen nemen zijn in de internationale diplomatie de middelen die we hebben om, in dit geval, een staat tot ander gedrag te brengen.
Mevrouw Dobbe (SP):
Dit is op zich wel heel consequent, want dit verhaal horen we al twee jaar. Al twee jaar zeggen wij: als maatregelen niet werken, moet u opschalen, zeker als het gaat om mensenlevens en mensenrechtenschendingen. Ik mis de erkenning dat de waaier aan maatregelen die deze minister nu noemt, niet werkt en dat er daarom moeten worden opgeschaald. Ik wil daarbij twee suggesties doen. Ten eerste. Er zijn sancties tegen kolonisten. Heel goed. Schaal die op. Zet meer kolonisten op die sanctielijst.
De voorzitter:
Ten tweede.
Mevrouw Dobbe (SP):
Maar moeten wij niet ook de ministers, de leden van het kabinet van Netanyahu, op de sanctielijst zetten? De tweede vraag is als volgt. Ik heb begrepen dat Nederlandse bedrijven in illegaal bezette gebieden voor 11 miljard euro investeren via leningen en voor 67 miljard euro in aandelen en obligaties. Moeten we die bedrijven niet aanpakken? Hoe gaat de minister dat doen?
Minister Van Weel:
Op dat eerste: wij zetten ons in voor meer sancties tegen kolonisten, overigens ook tegen Hamaskopstukken en leden van de PIJ. In die zin zijn we daar dus volop mee bezig.
Met het sanctioneren van ministers moet je altijd terughoudend zijn. Maar wij hebben de twee ministers die het meest hebben opgeroepen tot geweld, ook op de Westbank, namelijk ministers Ben-Gvir en Smotrich, als Nederland SIS-gesignaleerd. Die staan dus op dit moment als persona non grata op de lijst. Die kunnen Europa wat dat betreft niet binnenkomen. Die stap hebben wij als Nederland gezet.
Ten slotte over Nederlandse bedrijven. Dit gaat ook over in Nederland geregistreerde bedrijven die niet noodzakelijkerwijs Nederlands zijn. Die volgen gewoon het internationaal recht; dat zijn private partijen. Het past ons niet als overheid om in individuele gevallen bedrijven te sanctioneren die gewoon de wet volgen. Wij zijn nu een verbod op de import van producten uit illegale nederzettingen aan het instellen. Daar hebben wij controle over. Ook dat hadden wij het liefst in Europees verband gedaan, want dat heeft veel meer impact dan wanneer je dat als eilandje binnen de vrije markt doet. Maar we zetten nu in ieder geval een stap.
De voorzitter:
Mevrouw Dobbe, tot slot.
Minister Van Weel:
Mag ik nog één ding toevoegen, voorzitter?
De voorzitter:
Kort.
Minister Van Weel:
We lopen in Europa echt mee in de kopgroep die probeert om de situatie op de Westbank te keren.
Mevrouw Dobbe (SP):
Ik zal voor de derde keer vragen of de minister erkent dat de waaier aan maatregelen die hij neemt en telkens benoemt, niet werkt en dat er daarom moet worden opgeschaald. Ik noemde net dat door Nederlandse bedrijven vele miljarden worden geïnvesteerd op de Westbank, ook in illegale nederzettingen. Die zou je bijvoorbeeld kunnen raken door het belastingverdrag dat nog steeds bilateraal tussen Israël en Nederland bestaat, op te schorten.
De voorzitter:
En dan uw vraag.
Mevrouw Dobbe (SP):
Is deze minister nu bereid om iets te doen wat wél werkt en waarmee de druk daadwerkelijk wordt gevoeld door de Israëlische regering?
Minister Van Weel:
Die druk wordt echt wel gevoeld. Meteen alles sanctioneren, het hele Israëlische bedrijfsleven raken door een belastingverdrag op te zeggen en allerlei maatregelen te nemen die verder helemaal niemand in Europa treft, is niet altijd het goede middel. Dan raken we de dialoog ook kwijt. Zonder dialoog heeft druk ook geen enkele zin.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
De minister kan de maatregelen die hij neemt, blijven herhalen, maar de vraag is natuurlijk waarom de Israëlische regering doorgaat met oorlogsmisdaden plegen. Waarom kan de Palestijnse bevolking, die is verjaagd, bij wie etnische zuivering is gepleegd en wier huizen zijn vernietigd, nog steeds niet terug naar waar ze vandaan kwam? Waarom kan dat niet? Dat komt doordat de internationale gemeenschap straffeloos toeziet wat Israël aan het doen is. Daarom pleiten verschillende collega's er hier voor dat Nederland een stevigere vuist maakt en dat we gaan staan voor het internationaal recht.
De voorzitter:
Wat is uw vraag?
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Mijn vraag is dus: erkent de minister dat de Israëlische regering nu gewoon doorgaat met geweld plegen in de illegale nederzettingen, en welke extra stappen wil hij nu nemen?
Minister Van Weel:
Wij zijn al jarenlang consequent in het veroordelen van geweld, of dat nu op de Westbank of in Gaza is. Ik heb aangegeven welke maatregelen we daartegen nemen, hoe we daar de druk opvoeren en hoe we praten met onze partners. Dat zijn de middelen die ik tot mijn beschikking heb.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Vandaag nog kwam het nieuws van 25 ngo's dat Nederlandse bedrijven gewoon actief zijn op de Westelijke Jordaanoever en dat er zelfs Nederlandse landbouwvoertuigen worden gebruikt om Palestijnse huizen te vernietigen. Ik vraag de minister wat we daar nou aan gaan doen. Dan kan hij zeggen dat hij bezig is met een wetsvoorstel om de import te verbieden, maar dat gaat toch niets doen aan de activiteiten die de Nederlandse bedrijven daar voeren? Dan kun je toch op z'n minst zeggen dat je dat aan banden gaat leggen? Is de minister daartoe bereid?
Minister Van Weel:
Mevrouw Teunissen schetst nu een versimpeling van de situatie. Er zijn ook Nederlandse bedrijven actief op de Westbank. Dat is maar goed ook, want ook de Palestijnse economie daar moet levensvatbaar zijn en opgebouwd kunnen worden. Ik zie dus niet helemaal in wat de vraag nu is. Ik ga Nederlandse bedrijven niet verbieden om actief te zijn op de Westbank; dat kan ik overigens niet eens. Het gaat erom dat de gewelddadige acties van Joodse kolonisten stoppen, dat we die veroordelen en dat we de Israëlische regering oproepen om illegale nederzettingen niet goed te keuren dan wel uit te bereiden. Daarvoor staan wij aan de lat.
De voorzitter:
Tot slot.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Voorzitter, tot slot. Waarom omarmt de minister de aanbevelingen van Human Rights Watch niet gewoon? Daar staat heel duidelijk in wat Nederland extra kan doen. Kan de minister ingaan op de aanbevelingen?
Minister Van Weel:
Ik kan hier niet ingaan op alle aanbevelingen uit het rapport, want daarvoor is het vragenuurtje te kort. Maar als daar vragen over gesteld worden, dan zullen we die beantwoorden.
De heer Van Baarle (DENK):
Ik word er gewoon zo boos van. De Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever die uit hun huis gegooid worden, die vermoord worden, die in administratieve detentie gezet worden, die gegijzeld worden zonder proces, al die mensen die aangevallen worden door terroristische kolonisten, kunnen gewoon niet wachten totdat deze minister eindelijk een keertje met die beloofde handelsmaatregel is gekomen waar we al maandenlang niks van zien. Die kunnen niet wachten totdat deze minister eindelijk een keer uitgepraat is in Europa en misschien nooit met een akkoord of sancties gaat komen.
De voorzitter:
Wat is uw vraag?
De heer Van Baarle (DENK):
Die mensen kunnen toch niet wachten? Voor onze ogen worden misdaden gepleegd tegen de Palestijnen, en er gebeurt maar niks.
Minister Van Weel:
Ik ben hier de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, die wereldwijd de internationale rechtsorde probeert overeind te houden. U kunt van de situatie in de wereld afleiden dat dat geen garantie is op succes, dat het niet zo is dat alle conflicten in de wereld beëindigd zijn als Nederland zegt: nu moet het hier stoppen. Dat is een proces. Daarvoor moet je bondgenoten inschakelen. Daarvoor heb je vrienden nodig. Daarvoor moet je massa creëren. Daarvoor moet je dialogen openhouden. Daarvoor moet je druk creëren, sancties opleggen waar dat werkt en die verlichten waar dat werkt. Dat is het werk dat ik hier doe. Daarvoor sta ik aan de lat.
De heer Van Baarle (DENK):
Ja, in internationaal verband. Maar als dat niet lukt, dan moet Nederland nationale maatregelen nemen. Waarom zorgt Nederland er niet voor dat die terroristische kolonisten op de nationale inreislijsten en sanctielijsten geplaatst worden? De minister kan gewoon nationale maatregelen nemen. Waarom is dat handelsverbod er nog niet? Waarom wachten we daar zo lang op? Waarom neemt deze minister nationaal geen maatregelen tegen bedrijven die ondernemen in de illegale nederzettingen? Waarom doet de minister dat allemaal niet? Op dit moment vinden die misdaden plaats. Elke keer is het maar weer wachten op maatregelen.
Minister Van Weel:
Het wordt een beetje een herhaling van zetten. Ik heb gezegd hoe wij ons inspannen. Ik heb gezegd waar wij mee bezig zijn. Meer kan ik er niet aan toevoegen.
De voorzitter:
Tot slot.
De heer Van Baarle (DENK):
Nee, het is geen herhaling van zetten. Als deze minister zegt dat hij internationaal draagvlak voor sancties probeert te zoeken, dan zeg ik: goed! Maar we zien dat dat internationale draagvlak er steeds niet is. We zien al jaren dat mensen, de Palestijnen, op de Westelijke Jordaanoever worden geterroriseerd. Ik vraag daarom aan deze minister waarom hij die nationale maatregelen, namelijk gewoon als Nederland die terroristische kolonisten op de sanctielijst zetten, niet wenst te nemen. En waarom laat dat handelsverbod zo lang op zich wachten? Waarom doet hij niets tegen het bloedgeld dat ook Nederlandse bedrijven verdienen door te handelen met illegale nederzettingen? Waarom doet hij dat allemaal niet?
Minister Van Weel:
Al deze vragen heb ik ook in eerdere interventies van andere leden al beantwoord. Ik wil dat nog wel een keer doen, maar dat wordt dan heel kort. Wij doen waarvan wij denken dat het zin heeft, zonder daarbij compleet uit de pas te lopen bij álle andere Europese landen die we hier kennen. Die hebben overigens allemaal hetzelfde doel, namelijk hoe we kunnen bijdragen aan het beëindigen van gewelddadigheden op de Westbank. Dat doen we. Ik laat me niet aanpraten dat we dat niet doen.
De voorzitter:
Dank u wel voor de beantwoording van deze vragen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20252026-17-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.