Handeling
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 95, item 5 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 95, item 5 |
Integriteit openbaar bestuur
Aan de orde is het tweeminutendebat Integriteit openbaar bestuur (CD d.d. 12/03).
De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Integriteit openbaar bestuur. Ik geef het woord aan de heer Six Dijkstra van de fractie van NSC voor zijn termijn.
De heer Six Dijkstra (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Wederom vervang ik de heer Van Waveren. In het commissiedebat heeft mijn fractie al duidelijk gemaakt voorstander te zijn van het instellen van een verplicht en transparant lobbyregister. Invloed op politieke besluitvorming moet zichtbaar en controleerbaar zijn. Dit is essentieel voor een gezond en integer openbaar bestuur. Zowel GRECO als de onderzoekers van het rapport Mozaïek van Belangen wijzen op het belang van zo'n register. Zij benadrukken dat zonder zicht op lobbyactiviteiten het risico op belangenverstrengeling toeneemt en de democratische controle verzwakt.
De Kamer heeft zich hier al eerder over uitgesproken. De motie-Dassen c.s. en de motie-Dassen/Omtzigt zijn aangenomen, maar nog altijd niet uitgevoerd. Om die reden dienen wij samen met de fractie van Volt een motie in waarin de regering wordt verzocht om alsnog een wetsvoorstel voor een verplicht lobbyregister, gemodelleerd naar het Ierse systeem, uiterlijk per 1 september 2026 in werking te laten treden.
Dan nog een aanvullende vraag aan de minister. Het is inmiddels alweer enige tijd geleden dat GRECO de laatste voortgangsinformatie van Nederland heeft beoordeeld. Al voorafgaand aan die beoordeling was duidelijk dat Nederland nog altijd onder de maat presteert in de opvolging van de GRECO-aanbevelingen. Kan de minister aangeven wanneer het nalevingsverslag van GRECO aan de Kamer wordt gestuurd?
Tot zover van mijn kant. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Chakor, GroenLinks-PvdA, gaat uw gang.
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
Dank u, voorzitter. Ik kijk terug op een goed debat dat we hebben gehad. Ik was ontzettend blij met de toezegging die de minister heeft gedaan om via de steunpakketten online-agressie echt iets te doen tegen de online-agressie tegen vrouwen, en ook met de toezegging om in gesprek te gaan met de NCDR. We hebben recent ook een gesprek gehad met de Open State Foundation over de agenda's. Dank daarvoor.
Dan mijn moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat bij nieuwe wetgeving vaak niet inzichtelijk is welke organisaties, bedrijven of lobbygroepen invloed hebben gehad op de totstandkoming;
overwegende dat transparante wetgevingsprocessen het vertrouwen van burgers versterken en bijdragen aan de legitimiteit van beleid;
verzoekt de regering om de lobbyparagraaf bij wetgeving structureel te verbeteren, zodat daarbij zichtbaar wordt welke externe partijen bij wetgeving betrokken zijn geweest en welke inbreng zij hebben geleverd,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat slechts een op de vijf afspraken van bewindspersonen correct wordt opgenomen in de openbare agenda's, zoals blijkt uit monitoring door de Open State Foundation;
overwegende dat dit tekortschiet in transparantie en democratische controle;
overwegende dat de regie en controle op het publiceren van agenda's momenteel versnipperd is en daardoor onvoldoende effectief;
verzoekt de regering om duidelijk te maken welk ministerie verantwoordelijk is voor de centrale regie op het bijhouden en publiceren van de openbare agenda's van bewindspersonen, en welk orgaan of welke functionaris bevoegd is om ze hierop aan te spreken;
verzoekt de regering tevens om maatregelen te treffen die leiden tot structurele verbetering,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
We hebben geen motie over het lobbyregister, maar er komt zo meteen een goede motie van de heer Dassen en de heer Van Waveren daarover.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Chakor. We gaan luisteren naar de heer Van Nispen van de fractie van de SP.
De heer Van Nispen (SP):
Voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat oud-staatssecretaris Idsinga vrijwillig zijn financiële belangen heeft geopenbaard na de oproep van meerdere partijen;
overwegende dat het openbaar maken van financiële belangen van grote toegevoegde waarde is om (de schijn van) belangenverstrengeling te voorkomen;
overwegende dat ook andere bewindspersonen binnen de huidige regering financiële belangen hebben;
roept deze bewindspersonen op hun zakelijke belangen en de samenstelling van hun aandelenportefeuilles openbaar te maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Van Nispen (SP):
Nou heeft deze motie wel iets aan actualiteit verloren, maar het blijft een principiële kwestie. Daarom heb ik 'm toch ingediend.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de minister-president heeft toegezegd het bestaande integriteitskader, ten behoeve van een volgende formatie, tegen het licht te houden;
overwegende dat vanwege het aftreden van het kabinet deze evaluatie niet kan worden uitgesteld tot het derde kwartaal van 2027, zoals aanvankelijk voorgesteld door de minister-president;
verzoekt de regering nog vóór de installatie van het volgende kabinet met voorstellen te komen die voorzien in een verplichte openbaarmaking van financiële belangen van bewindspersonen, ter voorkoming van (de schijn van) belangenverstrengeling,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat Nederland in 2006 het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie (UNCAC) heeft getekend, maar nog altijd niet voldoet aan artikel 18 van het verdrag, dat ziet op de strafbaarstelling van ongeoorloofde beïnvloeding;
overwegende dat de huidige wetgeving ontoereikend lijkt te zijn om deze vorm van corruptie effectief te vervolgen;
verzoekt de regering de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat opzettelijke ongeoorloofde beïnvloeding — het vragen, aannemen, beloven, aanbieden of verstrekken van een oneigenlijk voordeel, met het doel die persoon zijn invloed te doen misbruiken om van een overheidsfunctionaris een oneigenlijk voordeel te verkrijgen — strafbaar wordt gesteld,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Van Nispen (SP):
Ten slotte.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Nederlandse wet te weinig mogelijkheden biedt om corruptie te bestrijden;
overwegende dat er geen strafrechtelijke bepaling is die ziet op corruptie door ongeoorloofde beïnvloeding;
constaterende dat er nu onderhandelingen zijn in de Raad van de Europese Unie rondom de EU-anticorruptierichtlijn;
verzoekt de regering zich in deze onderhandelingen in te spannen voor een brede definitie van ongeoorloofde beïnvloeding, zoals voorgesteld door de Europese Commissie en in lijn met artikel 18 uit het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel, meneer Van Nispen. We gaan luisteren naar de heer Dassen, Volt.
De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Het is alweer een tijdje geleden dat we het debat hebben gevoerd. Daarbij was zorgen dat we eindelijk een lobbyregister krijgen voor mijn fractie het centrale punt. Dat hebben we nog steeds niet. Toch blijven we het proberen; vandaar de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat transparantie van lobbyactiviteiten essentieel is voor het versterken van de democratische controle en het vertrouwen in de politiek;
constaterende dat diverse landen om ons heen al met succes werken met een transparant lobbyregister;
constaterende dat de openbare agenda's onvoldoende blijken te werken;
constaterende dat de Kamer eerder de motie-Dassen c.s. (35896, nr. 12) en de motie-Dassen/Omtzigt (35788, nr. 143) heeft aangenomen;
verzoekt de regering om zo spoedig mogelijk een wetsvoorstel tot een lobbyregister naar Iers model naar de Kamer te sturen, zodat dit uiterlijk 1 september 2026 in werking kan treden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Dassen (Volt):
Dank u wel.
De voorzitter:
Tot slot de heer Sneller voor zijn inbreng namens D66. Hij is de laatste spreker van de zijde van de Kamer in deze termijn.
De heer Sneller (D66):
Dank, voorzitter. Het commissiedebat was alweer op 12 maart. Daarna zijn we op het ministerie te gast geweest voor een gesprek met de minister en de Open State Foundation over de openbare agenda's en het lobbyregister. Misschien is het goed als de minister daar zelf over vertelt wat zij daarover wil vertellen, in antwoord op de inbrengen tot nu toe, en dat meeneemt in de appreciatie van de moties.
De minister-president dacht nog zich pas over een aantal jaar te gaan bezinnen op de regels rondom de financiële en zakelijke belangen van bewindspersonen en dat dat tijdig zou zijn voor de volgende formatie. De meeste mensen waren daar toen al, terecht, sceptisch over, maar nu is helemaal duidelijk dat we daarover eerder iets moeten horen. Daarom de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering voornemens was het bestaande kader voor de regels ten aanzien van financiële en zakelijke belangen van bewindspersonen tijdig voor de volgende formatie tegen het licht te houden;
overwegende dat het kabinet inmiddels gevallen is;
verzoekt de regering de resultaten van deze herbezinning plus voorstellen tot wijziging van de regels ten aanzien van de financiële en zakelijke belangen uiterlijk vóór Prinsjesdag aan de Kamer te zenden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Sneller (D66):
Dank u wel. Daar houd ik het maar bij.
De voorzitter:
Laten we dat doen. Ik schors de vergadering tot klokslag 11.00 uur.
De vergadering wordt van 10.48 uur tot 11.00 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering voor de appreciatie van de ingediende moties in het tweeminutendebat. Het woord is aan de minister.
Minister Uitermark:
Dank u wel, voorzitter. Wij hebben alweer drie maanden geleden een goed debat gehad, waarin de Kamer zich duidelijk heeft uitgelaten over het belangrijke onderwerp van de integriteit van het openbaar bestuur. Eerder heb ik benadrukt dat ik vind dat het bijhouden van de openbare agenda's door bewindspersonen echt beter moet. Daarom heeft het kabinet ook verschillende verbetermaatregelen aangekondigd in de brief van maart jongstleden.
Zoals de heer Sneller net ook zei, heb ik inmiddels een gesprek gehad met de Open State Foundation en met de heer Sneller en mevrouw Chakor. We hebben daar een goed gesprek over gehad. Ik vind ook echt dat die openbare agenda's beter moeten. Dat is een taaie kwestie. Het gaat al heel lang niet zoals het zou moeten. We zijn aan het kijken, ook ambtelijk, interdepartementaal, hoe we dat beter kunnen maken. Maar ik vind ook: verbeter de wereld, begin bij jezelf. Dus er loopt nu in mijn eigen agenda een pilot om in twee maanden tijd te kijken hoe ook mijn agenda beter kan. Ook ik moet kennelijk nog een verbeterslag maken, terwijl we toch denken dat we het goed doen. Het is geen kwestie van onwil, maar we zien dat hier best wel een aantal factoren onder liggen, waardoor het niet snel gaat zoals het zou moeten.
Ik vind het heel belangrijk dat het beter gaat. Zoals ik in het debat heb gezegd, ben ik ondertussen met een stakeholderstraject gestart. Ik ben in Brussel geweest om te spreken over de richtlijn. En ik heb ook afspraken gemaakt met Algemene Zaken over het beter aanleveren van gegevens voor de agenda's van bewindspersonen. Ten slotte zal ik u na de zomer informeren over de opbrengst van de gesprekken uit het stakeholderstraject en de Open State Foundation.
De voorzitter:
Ik stel voor dat we eerst naar de appreciaties van de moties gaan. Als dat leidt tot een interruptie, dan heeft u daar alle ruimte voor. Dus laten we daar naartoe gaan. De motie op stuk nr. 287.
Minister Uitermark:
De motie op stuk nr. 287 kan ik oordeel Kamer geven.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 287 krijgt oordeel Kamer. Dan de motie op stuk nr. 288.
Minister Uitermark:
De motie op stuk nr. 288 krijgt ook oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 288 krijgt oordeel Kamer.
Minister Uitermark:
De motie op stuk nr. 289 is geen verzoek, maar roept bewindspersonen op. Ik neem aan dat ik daar geen oordeel over hoef te geven?
De voorzitter:
Nee, ik zie de heer Van Nispen nee zeggen. Maar ik denk het eigenlijk toch wel, omdat het geen spreekt-uitmotie is. Misschien kunt u er een reflectie op geven? Een "oproep" klinkt hetzelfde als een "verzoek".
Minister Uitermark:
In dat geval moet ik de motie ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 289 is ontraden. Dan de motie op stuk nr. 290.
Minister Uitermark:
De motie op stuk nr. 290 kan ik oordeel Kamer geven.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 290 krijgt oordeel Kamer. Dan de motie op stuk nr. 291.
Minister Uitermark:
Ik verzoek om de motie op stuk nr. 291 aan te houden, want anders zou ik ontijdig als oordeel moeten geven. Op Europees niveau wordt op dit moment namelijk in triloogvorm onderhandeld over een richtlijn ten behoeve van de bestrijding van corruptie. Ik kan er nog een heel uitgebreid verhaal bij houden, maar dat is de hoofreden waarom de motie op dit moment ontijdig is. Ik zou de indiener dus willen verzoeken de motie aan te houden.
De voorzitter:
We gaan horen of de heer Van Nispen daartoe bereid is.
De heer Van Nispen (SP):
Dat hangt af van wat er bij de motie op stuk nr. 292 wordt gezegd.
De voorzitter:
Dan gaan we luisteren naar de appreciatie van de motie op stuk nr. 292, maar dan wordt de motie op stuk nr. 291 bij niet aanhouden in principe als ontijdig geapprecieerd. Laten we luisteren naar de appreciatie van de motie op stuk nr. 292.
Minister Uitermark:
Voor de motie op stuk nr. 292 is de appreciatie "overbodig", omdat op Europees niveau onderhandeld wordt over een richtlijn ten behoeve van de bestrijding van corruptie. Nederland is in de Raad akkoord gegaan met een ruime definitie van "ongeoorloofde beïnvloeding", waarmee het uitoefenen van ongeoorloofde invloed op een besluit of maatregel van een ambtenaar om daarmee een oneigenlijk voordeel te verkrijgen, strafbaar moet worden gesteld. De onderhandelingen voor die richtlijnen bevinden zich nu in de triloogfase. De Raadspositie vormt voor Nederland het uitgangspunt voor deze onderhandelingen. Daarbij blijft Nederland zich verder, conform het met uw Kamer gedeelde BNC-fiche, vanuit het oogpunt van legaliteit en rechtszekerheid, inzetten voor een heldere strafbaarstelling. Zoals de minister van Justitie en Veiligheid uw eerder heeft geïnformeerd, heeft het Openbaar Ministerie geen bestuurlijk signaal afgegeven dat de huidige wetgeving onvoldoende mogelijkheden biedt om corruptie te vervolgen. Mocht het Openbaar Ministerie hier in de toekomst een advies over uitbrengen, dan zal de minister van Justitie en Veiligheid dit te zijner tijd uiteraard beoordelen.
De voorzitter:
Ik geef de heer Van Nispen twee interrupties op twee moties. Gaat uw gang.
De heer Van Nispen (SP):
Misschien kan ik het ook wel in één, want ik heb eigenlijk het idee dat mijn motie hier aan de minister vraagt om zich in de onderhandelingen, die dus nog lopen, in te spannen voor die brede definitie om corruptie te bestrijden. De minister zegt: dat hebben we deels al gedaan, maar die onderhandelingen lopen nog. Ik zou niet zo heel goed weten waarom deze motie dan overbodig is. Dat zie ik eigenlijk ook in het volgende geval. Als je dan voor die brede definitie bent, dan is dat toch juist een aansporing om te doen wat er in de motie op stuk nr. 291 staat? Ik heb het idee dat de minister een beetje aan het zoeken is naar redenen om deze motie niet aan te nemen, terwijl wij volgens mij ook weer niet zo heel ver uit elkaar liggen. Ik wil er best nog een keer over nadenken. Ik hoor het verzoek van de minister. Ik ga vooralsnog niks aanhouden, maar ik laat het even op me inwerken en ik denk er even over na.
De voorzitter:
Behoeft dat nog een reflectie van de minister of kunnen we doorgaan?
Minister Uitermark:
We kunnen door.
De voorzitter:
Dan constateer ik dat de motie op stuk nr. 291 de appreciatie "ontijdig" krijgt en de motie op stuk nr. 292 "overbodig". Dan komen we bij de motie-Dassen op stuk nr. 293.
Minister Uitermark:
Ik wil de indieners graag verzoeken om deze motie aan te houden. Zoals ik heb toegezegd aan uw Kamer in het commissiedebat in maart, ben ik gestart met een stakeholdertraject. Daarin worden met belanghebbenden de eisen verkend waaraan een register zou moeten voldoen. Dat zijn lobbyisten, journalisten, hoogleraren, de Open State Foundation en Transparency International. Er loopt nu een stakeholdertraject, en met deze belanghebbenden wordt verkend aan welke eisen een lobby- of transparantieregister zou moeten voldoen. Ik heb uw Kamer ook toegezegd dat ik meteen na de zomer zal rapporteren over de opbrengsten. Dit traject sluit ook aan bij hetgeen professor Braun heeft geadviseerd. Bedenk niet als overheid in je eentje de eisen die aan een register moeten worden gesteld, maar doe dat in samenspraak met belanghebbenden. Ik wil die uitkomsten serieus nemen en daar niet op vooruitlopen. Ik moet die uitkomsten ook eerst bespreken in de ministerraad. Vandaar dat ik verzoek om 'm aan te houden, anders zal ik 'm ontijdig moeten verklaren.
De voorzitter:
Helaas is de eerste indiener op dit moment niet aanwezig, dus kan hij dit niet aangeven. Dan krijgt de motie op dit moment de appreciatie "ontijdig". Maar daar kan de heer Dassen tot aan de stemmingen natuurlijk nog iets aan doen. Meneer Sneller, ik wil eigenlijk alleen interrupties op de eigen moties toestaan.
Daarmee gaan we naar de motie op stuk nr. 294, en die is van de heer Sneller. Wellicht kunt u iets creatiefs verzinnen om toch uw punt te maken — zo zou ik dat in ieder geval doen. Minister, de motie op stuk nr. 294.
Minister Uitermark:
Die motie verzoekt de regering om de resultaten van de herbezinning en voorstellen tot wijzigingen van de regels ten aanzien van de financiële en zakelijke belangen uiterlijk voor Prinsjesdag aan de Kamer te zenden. Dat is echt te snel, ook gegeven het antwoord dat ik op de andere motie heb gegeven. Ik moet 'm dus ontraden.
De voorzitter:
Verrassing: meneer Sneller met een interruptie!
De heer Sneller (D66):
Dank voor deze passerellebepaling, voorzitter. Wat is dan wel een redelijke termijn? Ik bedoel: de minister-president wilde dit ergens in 2027 naar de Kamer sturen. We willen het gesprek over de regels daarvoor goed kunnen voeren met het kabinet, zodat die voor iedereen duidelijk zijn aan het begin van de formatie. Je wil dat het liefst niet doen tijdens een campagne, maar in rust. Die kans heeft het kabinet gemist. Dus wat wordt het dan? Voor de motie op stuk nr. 293 geldt dan ook de vraag wanneer we er dan wel over gaan besluiten.
Minister Uitermark:
Nou ja, de motie op stuk nr. 290 — die was het, hè? — van de heer Van Nispen verzoekt de regering om nog voor de installatie van het volgende kabinet met voorstellen te komen. Die heb ik oordeel Kamer geven. Dat is het tijdpad waar wij nu op inzetten en waar Algemene Zaken ook op inzet. In afstemming met Algemene Zaken kan ik die oordeel Kamer geven. Maar het zou gewoon te snel zijn om dit nog sneller, vóór Prinsjesdag, te doen.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 294 wordt ontraden. Ik wil eigenlijk één interruptie toestaan, maar dan heel kort.
De heer Sneller (D66):
Ik snap het, voorzitter. Maar de premier heeft zelf toegezegd dat dit vóór de volgende kabinetsformatie zou gebeuren, maar nu wordt het "vóór de volgende installatie" omdat het kabinet, lou loene, hier niet serieus werk van maakt. Ook voor het proces van zo meteen en voor de zorgvuldigheid daarvan zou het kabinet dit zelf niet moeten willen.
De voorzitter:
Punt gemaakt. Wenst de minister daar nog een reflectie op te geven? Dat is niet het geval.
Daarmee zijn we aan het einde gekomen van het tweeminutendebat Integriteit openbaar bestuur.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Over de ingediende moties zal dinsdag worden gestemd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20242025-95-5.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.