Handeling
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 76, item 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 76, item 4 |
Vragenuur
Vragen Kisteman
Vragen van het lid Kisteman aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, bij afwezigheid van de staatssecretaris Funderend Onderwijs en Emancipatie, over het bericht "Onrust op scholen in Helmond na zelfdoding leerling (14) vanwege pesten".
De voorzitter:
We heten de minister van OCW van harte welkom. Fijn u weer te zien. U krijgt een vraag van de heer Kisteman van de fractie van de VVD.
De heer Kisteman (VVD):
Voorzitter. Begin april kwam het treurige bericht naar buiten dat een 14-jarig meisje uit Helmond zich van het leven heeft beroofd. Verschrikkelijk nieuws. Mijn fractie wenst de familie, vrienden en nabestaanden enorm veel sterkte toe met dit verlies. De indrukwekkende stille tocht waarin meer dan 1.000 mensen meeliepen, laat zien dat dit incident de samenleving niet onbewogen heeft gelaten. Hopelijk biedt dat de nabestaanden kracht.
Voorzitter. Dit is tragisch genoeg niet de eerste keer dat pestgedrag leidt tot zelfdoding van een kind. Dit incident laat zien dat extra regelgeving nodig is om ons onderwijs veiliger te maken. Kan de minister zeggen wat de stand van zaken van de Wet vrij en veilig onderwijs is? Wanneer kan de Kamer de wet ontvangen? Maakt het onderling voeren van gesprekken over normaal met elkaar omgaan onderdeel uit van het pestbeleid van scholen? Welke concrete maatregelen zijn er op dit moment nog meer voor scholen om pesten te signaleren en aan te pakken? Zijn dat alleen pestprotocollen of kan en moet er meer? Ook op deze school was er een protocol tegen pesten. Kan de minister aangeven welk protocol dat was? Is hij ervan op de hoogte waarom dit protocol in deze situatie niet toereikend was? Wie ziet toe op naleving van pestprotocollen? Welke consequenties heeft het nalatig zijn met zo'n protocol? Is de minister bereid deze protocollen tegen het licht te houden en met verbetervoorstellen te komen, zodat deze protocollen beter aansluiten op de praktijk?
De voorzitter:
Het woord is aan de minister.
Minister Bruins:
Voorzitter, dank u wel. Het is vreselijk wat er gebeurd is. Laat ook ik de nabestaanden heel veel sterkte wensen met dit enorme verlies. Vreselijk wat er gebeurd is. Ik kan me nauwelijks voorstellen welke impact het heeft op de omgeving, de school, de gemeenschap. Er heerst grote verslagenheid. Het moet gezegd worden: pesten is vreselijk en pesten is onacceptabel. Dat pesten kun je nog heel lang blijven voelen, ook als je ouder bent. Of pesten nou gebeurt in de klas, op sociale media, op het schoolplein of waar dan ook, het is onacceptabel.
De heer Kisteman vraagt mij specifiek naar het wetsvoorstel Vrij en veilig onderwijs. Daarmee willen we de zorgplicht verdiepen voor de basis- en middelbare scholen. Scholen moeten straks verplicht een interne en een externe vertrouwenspersoon hebben. Ook moeten scholen alle leerlingen in staat stellen om deel te nemen aan een monitor voor veilig onderwijs. Scholen moeten specifieker bevragen. Kortom, het wetsvoorstel zit vol met allerlei maatregelen. De heer Kisteman vraagt mij wanneer hij dit wetsvoorstel kan verwachten. Ik kan hem melden dat het wetsvoorstel voor de zomer naar de Kamer zal gaan.
Hij vraagt me ook welke maatregelen op dit moment al plaatsvinden. Ten eerste hebben scholen vanuit de overheid sinds 2015 de plicht om te zorgen voor een veilige school. Dit is destijds ook ingevoerd naar aanleiding van een suïcide-incident. Scholen moeten beleid hiervoor opstellen en uitvoeren. Ook moeten scholen jaarlijks de veiligheid van leerlingen monitoren. Er moet een coördinator en aanspreekpunt pesten zijn, waar leerlingen en ouders terechtkunnen. Bij ernstige incidenten stimuleren we ook het doen van aangifte. Het kabinet heeft ook allerlei andere maatregelen aangekondigd. Daarvan is het wetsvoorstel Vrij en veilig onderwijs de meest in het oog springende. Met dat wetsvoorstel hopen we beter zicht te krijgen op veiligheid en hopen we dat ondersteuning en ingrijpen waar nodig beter wordt geregeld.
Mij werd ook gevraagd of het protocol toereikend was. Dat gaat over het antipestprotocol, dat iedere school verplicht moet hebben. De inspectie ziet toe op het socialeveiligheidsbeleid op scholen. In deze specifieke casus kan ik dat op dit moment niet vaststellen. Daar moet de inspectie op toezien. Met het wetsvoorstel waar ik net over sprak, wordt het veiligheidsbeleid ook verder aangescherpt. Juist voor dit soort gevallen verplichten we de interne en de externe vertrouwenspersoon. Dat doen we met dat nieuwe wetsvoorstel. Uiteindelijk is het natuurlijk de inspectie die toezicht moet houden op het veiligheidsbeleid op scholen. Dat is uiteindelijk, na het interne toezicht, ook het externe toezicht waar dat moet plaatsvinden.
De heer Kisteman (VVD):
Voorzitter. Ook de impact op de school is heftig. Ze verliezen een klasgenoot en leerling. De onrust is enorm. Mijn fractie maakt zich grote zorgen over de online heksenjacht die als reactie hierop is ontstaan. Mijn fractie vindt dat er bij dit soort heftige incidenten aangifte moet worden gedaan. Scholen moeten dat aanmoedigen. Zit dat ook in de Wet vrij en veilig onderwijs? Na het incident ontstond er een digitale heksenjacht, waarbij namen van vermeende pesters werden gedeeld op sociale media. Hoe ondersteunt het ministerie scholen en leerlingen in het omgaan met de gevolgen van online haatcampagnes? Hoe vindt dat aansluiting bij de digitale geletterdheid in de kerndoelen? Wordt er bij het onderdeel mediawijsheid stilgestaan bij online pesten, maar ook bij dit soort online klopjachten?
Minister Bruins:
Aangifte doen moedigen we aan. Dat doen we zeker; dat moedigen we sterk aan. Aangifte is ook verplicht bij een vermoeden van een zedenmisdrijf bij een minderjarige door een met taken belast persoon, zoals een leerkracht. We moedigen aangifte doen dus aan, maar het is niet verplicht. Dat is altijd een afweging tussen school en slachtoffer. We willen het ook niet verplichten en we kunnen het niet verplichten, omdat het doen van aangifte uiteindelijk altijd een afweging is die het slachtoffer zelf moet maken of die de ouders zelf moeten maken als het gaat om minderjarigen. Met het wetsvoorstel Vrij en veilig onderwijs komt er wel extra een meldplicht bij de inspectie voor ernstige veiligheidsincidenten.
Als het gaat om de haatcampagne waar de heer Kisteman over spreekt, kan ik zeggen dat doxing recentelijk strafbaar is gesteld. We konden in de krant lezen dat op sociale media namen en adressen van mogelijke daders zijn genoemd. Het is natuurlijk verwerpelijk dat er online gegevens van mensen worden gedeeld. Ik moedig dan ook aan dat betrokkenen hier aangifte van doen. Meer in het algemeen zien we dat er veel misinformatie de ronde doet en dat er zelfs een bedreiging naar de school is geuit. Het is natuurlijk begrijpelijk dat er enorm veel emoties spelen. Dit heeft de gemeenschap echt getroffen. De mensen op de school zijn ook verslagen en de familie natuurlijk des te meer. Maar het is onacceptabel dat de veiligheid op school verder wordt geschaad. Ik kan ook alleen maar hopen dat de rust en de veiligheid snel zullen terugkeren.
De heer Kisteman vraagt mij naar mediawijsheid en digitale geletterdheid. Het is belangrijk dat heel Nederland mediawijs is: niet alleen onze kinderen, maar ook de volwassenen. Ik ondersteun dus het belangrijke werk van Netwerk Mediawijsheid. Meer dan 1.200 partners zijn verbonden aan de missie "Iedereen mediawijs". Elk jaar doen zij een bewustwordingscampagne, bijvoorbeeld over de gevolgen van online pesten, maar ook over doxing — daar sprak ik net over — het belang van een publiek dat online gezond is en de weerbaarheid tegen desinformatie. Het is belangrijk om hier met kinderen en jongeren het gesprek over te voeren. Dat gebeurt op school, bijvoorbeeld via digitale geletterdheid. Maar het is ook belangrijk om te zeggen dat ouders hier natuurlijk ook een rol hebben. Ouders en docenten hebben allebei de rol om normen te stellen en te laten zien hoe we met elkaar willen omgaan. Ouders moeten dus ook meer betrokken zijn bij de mediaopvoeding van hun kinderen. Dus ouders: weet wat je kinderen doen.
De heer Kisteman (VVD):
Tot slot, voorzitter. Leerlingen moeten zich veilig voelen op school. Ze moeten dagelijks vrolijk en onbezorgd naar school kunnen gaan. Helaas is dit dus niet voor alle leerlingen het geval. In hoeverre sluiten de protocollen aan bij de praktijk voor leerlingen die gepest worden? Voelen zij de ruimte om het op school te melden als zij gepest worden? Worden zij gehoord? Is er in de protocollen rekening gehouden met de praktijk?
Minister Bruins:
Zoals ik zei, is een antipestprotocol verplicht. De heer Kisteman vraagt mij of die protocollen voldoende aansluiten bij de praktijk. Het is niet aan mij om dat te beoordelen, maar de inspectie ziet toe op het socialeveiligheidsbeleid op scholen. De inspectie heeft ook aandacht voor de school waar dit nu gebeurd is. Er is ook een vertrouwensinspectie, waar deze school ondersteuning aan heeft gevraagd. Ook die vertrouwensinspectie heeft nu aandacht voor deze zaak. Juist met het wetsvoorstel Vrij en veilig onderwijs wil ik dit ook nog verder aanscherpen, maar uiteindelijk ligt het toezicht hiervoor bij de inspectie. Die houdt daar op allerlei mogelijke manieren toezicht op en zorgt ervoor dat daar waar de situatie niet op orde is, vaker en scherper toezicht wordt gehouden op basis van een risicogebaseerde toezichtsmethodiek.
De voorzitter:
Tot zover. Ik kan u niet het woord geven, meneer Van der Hoeff, want de PVV is al twee keer geweest. De heer Oostenbrink.
De heer Oostenbrink (BBB):
Mijn vraag is eigenlijk meer aan de minister gericht, om te kijken wat voor mogelijkheden de minister ziet als het gaat om het eventueel opleggen van bestuurlijke boetes aan ouders of verzorgers van kinderen waarbij structureel pestgedrag te zien is.
Minister Bruins:
Uiteindelijk ligt het toezicht bij de inspectie. Die heeft maatregelen die als sanctie kunnen dienen, maar in eerste instantie vindt er natuurlijk regulier toezicht plaats. Wanneer er signalen zijn die tot zorg nopen, wordt ook op risico gebaseerd, vaker en scherper toezicht gehouden. Zo is er een escalatieladder. Dat kan uiteindelijk ook tot sanctiemaatregelen leiden, maar dat ligt echt bij de onafhankelijke inspectie van het onderwijs.
Mevrouw Westerveld (GroenLinks-PvdA):
Ik trek mijn vraag ook even iets breder, buiten deze specifieke casus. Alle betrokkenen natuurlijk enorm veel sterkte gewenst. Ik had recent een gesprek met ouders van transgender kinderen. Dat gesprek bleef me heel erg bij, omdat deze ouders zich enorme zorgen maken over hun kinderen. Ze maken zich geen zorgen over wie deze kinderen zijn, maar wel over hoe ze worden aangekeken, ook door de politiek. Uit onderzoek blijkt ook dat transgender personen vijf tot tien keer vaker aan suïcide denken of zelfs een poging doen. Mijn specifieke vraag aan de minister is dan of voor dit kabinet ook alle groepen even belangrijk zijn. Wil hij de bezuinigingen heroverwegen die gepland zijn op organisaties die juist scholen helpen om het gesprek te voeren over jezelf kunnen zijn in de klas en over wie je bent, en om te zorgen voor dat veilige schoolklimaat? Is hij bereid om die bezuinigingen in te trekken?
Minister Bruins:
Een volmondig ja: iedereen is waardevol en iedereen verdient het om een veilige plek te hebben op school of waar dan ook in de samenleving. Daar mag geen enkele twijfel over bestaan, dus een volmondig ja. Even los van budgetten en bezuinigingen, ik sta hier namens de staatssecretaris van OCW, mevrouw Paul, die ook staatssecretaris van Emancipatie is. Dat doet zij vol overgave en verve. Ik leg ook graag bij haar neer dat emancipatie in de volle breedte nodig is. Dat geldt ook voor transgender kinderen. Die verdienen een volwaardige plek op school of waar dan ook in de samenleving. Dat heeft ook de speciale aandacht van de staatssecretaris.
De heer Van Meijeren (FVD):
Het is buitengewoon tragisch dat een jong meisje van 14 jaar oud zo ernstig werd gepest en zich zo enorm in de steek gelaten en alleen voelde dat ze geen andere uitweg meer zag dan haar leven te beëindigen. Mij valt wel op dat in de Nederlandse media veel wordt gesproken over de Poolse achtergrond van het meisje, terwijl er met geen woord wordt gerept over de achtergrond van de vermeende daders. Poolse media die in nauw contact staan met de nabestaanden merken op dat de groep daders zou bestaan uit meisjes met een niet-westerse, allochtone achtergrond. Mijn vraag is of de minister deze signalen ook heeft opgevangen. Ziet hij dit ook als onderdeel van een bredere trend? Hoe wordt dit meegenomen in de aanpak van dit probleem?
Minister Bruins:
Ik heb geen informatie over de achtergronden of kenmerken van mogelijke daders. Ik denk ook dat we de school, de autoriteiten en de gemeenschap op dit moment de ruimte moeten geven om rust te hervinden en goed uit te zoeken wat er precies gebeurd is. Ik heb daar geen verdere informatie over.
De heer Van Meijeren (FVD):
Dan mis ik toch een bepaald gevoel van urgentie bij deze minister. Die signalen worden namelijk wel breed gedeeld, ook in internationale media. We zien heel veel video's van allochtone jongeren die het gemunt hebben op een vaak autochtoon slachtoffer. Het is natuurlijk buitengewoon relevant als dat zo is, want dan is er geen sprake van zomaar normaal pestgedrag, maar van etnisch gemotiveerd geweld. Dat moet benoemd worden. Als we dat niet benoemen, kunnen we deze kwestie namelijk ook niet op een effectieve manier aanpakken. Daarom zou ik de minister willen vragen om hier vooral wél serieus mee aan de slag te gaan. Als we dit niet benoemen, helpen we de slachtoffers niet, maar beschermen we de daders. Dat mag nooit het geval zijn.
Minister Bruins:
Zoals het in een parlementaire democratie gaat, heeft de heer Van Meijeren inderdaad het recht om zaken te benoemen, ook op de manier die hij wil. De aanpak van geweldsincidenten ligt bij de collega van Justitie. Ik denk ook dat ik daar als minister van Onderwijs verder geen zaken aan toe te voegen heb.
De voorzitter:
Dank u wel. Tot zover dit vragenuurtje. Ik schors enkele minuten, uiteraard onder dankzegging aan de minister. Daarna gaan wij stemmen.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20242025-76-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.