Handeling
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 76, item 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 76, item 2 |
Vragenuur
Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 12.3 van het Reglement van Orde.
Vragen Jetten
Vragen van het lid Jetten aan de minister van Economische Zaken over het bericht "Overheidsbank voor investeringen nodig".
De voorzitter:
Aan de orde is het mondelinge vragenuurtje. Een hartelijk woord van welkom aan de minister van Economische Zaken. Fijn dat u bij ons bent. Ik geef graag het woord aan de heer Jetten voor het stellen van een mondelinge vraag. Het woord is aan hem.
De heer Jetten (D66):
Voorzitter. Nederland zit vol veerkracht, vol goede ideeën en vol energie. Bij D66 geloven we dat morgen mooier kan worden als we ook de handen uit de mouwen steken. Dat is precies wat Nederland nu ook van ons verwacht: dat we problemen niet voor ons uitschuiven, maar met beide handen aanpakken. Want heel veel mensen kijken naar de politiek voor doorbraken: doorbraken voor nieuwe woningen, doorbraken voor het klimaat en schone lucht, doorbraken voor een Europees leger en ook voor een sterke economie, zodat we onze ambities kunnen betalen en mensen een fatsoenlijke boterham kunnen verdienen.
Er ligt nu een kraakheldere oproep van economen en bedrijven. Zij vragen om een nationale investeringsbank, een investeringsbank die kan zorgen voor investeringen in de defensie-industrie, voor het ondersteunen van innovatieve scale-ups en de energietransitie, zodat mensen thuis stroom hebben en een lagere energierekening. Dat zijn de doorbraken die ook D66 wil zien voor een welvarend Nederland.
Mijn vraag aan de minister is: ziet hij deze noodzaak ook? Is het kabinet bereid om veel meer te doen om de weg vrij te maken voor de economie van de toekomst?
De voorzitter:
Het woord is aan de minister.
Minister Beljaarts:
Dank u wel, voorzitter. Dank voor de vraag van het lid Jetten. De concurrentiepositie van onze economie staat inderdaad onder druk. We zien al langere tijd met name de grotere investeringen teruglopen en al dan niet soms ook uitblijven. Dat baart mij natuurlijk zorgen. Tegelijkertijd staat onze economie ook voor grote uitdagingen en de uitdagingen van morgen. Het kabinet is dan ook blij met de initiatieven om investeringen in ons land aan te jagen en los te weken. Het kabinet is hier zelf ook actief mee aan de slag. Zo lopen er onderzoeken naar het samengaan van Invest-NL en Invest International en de integratie van de investeringsinstrumenten in één organisatie om die versnippering tegen te gaan. Dat zijn de aspecten van het initiatief, ook van de ondertekenaars.
Ik besef terdege dat met de grote uitdagingen waarvoor we staan, de tijd niet aan onze kant staat en dat uw Kamer ook om snelheid vraagt. Echter, we hebben het hier wel over enorme bedragen en belangen. Daarbij vind ik ook zorgvuldigheid en het juiste proces van belang. Het doel van de initiatiefnemers, namelijk het aanjagen en het losweken van de investeringen in Nederland, ondersteun ik uiteraard van harte, en zo ook het kabinet. Maar zoals ik ook heb toegelicht, leiden er meerdere wegen naar Rome. Ook ik ben ongeduldig. Daarom zet ik waar dat kan versneld hierop in, zodat we ook uw Kamer voor de zomer verder informeren over de lopende onderzoeken.
Om concreter op de vraag in te gaan: uiteraard zie ik ook de noodzaak, want de heer Jetten geeft terecht aan dat we voor grote uitdagingen staan op alle punten die hij heeft benoemd. Ik gaf net aan dat we daarop geen tijd te verliezen hebben. Er lopen initiatieven, we kijken naar het samengaan van Invest International en Invest-NL, de Nederlandse poot, en kijken hoe we daar mogelijk stap voor stap naar een volwaardige investeringsbank kunnen toewerken. Dat is ook waarvoor ik me namens het kabinet inzet.
De heer Jetten (D66):
We hebben de afgelopen jaren gezien dat bedrijven vertrekken uit Nederland, dat Nederland investeringen misloopt vanwege onder andere de stikstofcrisis. We zien dat steeds meer bedrijven kiezen voor investeringen op andere plekken dan in Nederland. Ondertussen is het kabinet economisch aan het spookrijden met de 6,8 miljard die verdwenen is uit het Nationaal Groeifonds, met 1,3 miljard aan bezuinigingen op hoger onderwijs en wetenschap, met 1,2 miljard aan bezuinigingen op innovatie in het Klimaatfonds. De Rabobank heeft ons voorgerekend dat de keuzes van dit kabinet onze economie 27 miljard tot 50 miljard euro kosten. En dat allemaal door de keuzes van dit kabinet. Daarbovenop is er nu de handelsoorlog van Trump, waardoor een wereldwijde recessie dreigt en onze economie nog meer in de gevarenzone komt. Als ik dan de minister hoor zeggen "ja, ik heb die zorgen", "ik zie die uitdagingen", "we zijn het aan het onderzoeken", "de tijd is niet aan onze kant", vraag ik me af hoeveel wake-upcalls het kabinet nog nodig heeft om door te pakken. Dus mijn concrete vraag is: kunnen we nog dit voorjaar, voor de zomer, een concreet voorstel voor die nationale investeringsbank verwachten?
Minister Beljaarts:
Ik onderschrijf de zorgen. Als de heer Jetten een tegenstelling probeerde te creëren, dan wil ik die wegnemen, want we delen dezelfde zorgen. Vanochtend heb ik met de premier en met minister Hermans nog een bijeenkomst gehad met CEO's over de industrie en over de zorgen die daar leven. De signalen zijn ons dus bekend. Mede daarom zijn we nu dus ook dat pad ingeslagen met de bestaande instellingen, zoals Invest International en Invest-NL, om te kijken wat de stappen zijn die er mogelijk voor kunnen zorgen dat we daar wellicht nog sneller komen dan wanneer we het initiatief voor de investeringsbank benutten, dat we ook voorbij hebben zien komen. Juist omdat we geen tijd te verliezen hebben, is dit het pad dat we als kabinet hebben gekozen om als eerste te verkennen. Daarna zetten we daar verder op in. Dit gaat sneller dan wanneer we nu beginnen met een hele nieuwe investeringsbank, waar het initiatief toe oproept. Overigens is het een fijn initiatief, want het onderstreept de noodzaak ervan.
De heer Jetten (D66):
Ik twijfel niet aan de intenties, maar het gaat natuurlijk om de daden en de resultaten die je met elkaar weet te boeken. Volgens mij zijn er heel veel partijen in deze Kamer die ook al eerder hebben gezegd: voeg Invest-NL en Invest International samen en kijk hoe je daarmee een win-win kunt creëren met het Nationaal Groeifonds; benut ook het private kapitaal dat we kunnen aantrekken om veel meer investeringen in Nederlandse innovatieve scale-ups voor elkaar te krijgen en om investeringen in de Nederlandse defensie-industrie voor elkaar te krijgen. Dan is de concrete vraag aan de minister toch echt: heeft hij bij de Voorjaarsnota een claim ingediend om die investeringsbank voor elkaar te krijgen; heeft hij een claim ingediend voor extra miljarden om de innovatietekorten die door het kabinet zijn ontstaan nu weer te gaan repareren?
Minister Beljaarts:
Dank voor de vragen. Zoals u weet, geven we en plein public geen inzicht in wat we wel of niet voor de Voorjaarsnota hebben ingediend. Ik kan wel mededelen dat dit project, dit proces, om deze twee organisaties bij elkaar te brengen al in gang gezet is, met name door motivatie vanuit de Kamer, maar ook doordat we daar als kabinet zelf in geloven. Daarmee is overigens nog geen nieuwe investeringsbank ontstaan zoals men die voor ogen heeft. Er zijn nog een aantal andere stappen te zetten, bijvoorbeeld in de vorm van een staatsgarantie, om daarmee ook privaat geld aan te kunnen trekken en dergelijke. Er zijn dus nog wat stappen te nemen. Die zijn we nu allemaal aan het verkennen. Voor de zomer gaan we uw Kamer daar verder over informeren. Omdat het zo belangrijk is, zijn dit stappen die al maanden geleden in gang gezet zijn. Daarvoor loopt er een prachtig proces.
De heer Jetten (D66):
De minister van Economische Zaken komt van buiten de politiek, maar hij geeft me nu wel een heel Haags antwoord, met heel veel processtappen en heel veel onderzoek. De vraag is: wanneer wordt u wakker? We hebben een wake-upcall van Trump, die een handelsoorlog is gestart. We hebben een wake-upcall van het Draghi-rapport, dat zegt dat Europa nu moet investeren in die innovatieve economie als we de welvaart hier willen behouden. Dan kunnen we niet gebruiken dat de minister van Economische Zaken nog een keer de snoozeknop indrukt en de procesgang nog een keer aan mij uitlegt. We hebben een minister van Economische Zaken nodig die zegt: ja, dat is een goed plan van die economen en die bedrijven; ik ga nu tempo maken om die investeringsbank voor elkaar te krijgen en ervoor te zorgen dat de Nederlandse economie sterk blijft. Dank u wel.
Minister Beljaarts:
Een kleine reflectie daarop: ik denk dat we het eens zijn. Ik heb het initiatief ook omarmd. Het is nu tijd om te handelen. Daarvoor is dit al maanden geleden in gang gezet. Ik denk dus dat we het eens zijn.
De heer Jetten (D66):
In mijn laatste tien seconden is mijn vraag aan de minister van Economische Zaken of hij dan bereid is om nog dit voorjaar het concrete voorstel aan de Kamer te doen toekomen.
Minister Beljaarts:
Ik heb aangegeven dat ik dat voorstel voor de zomer met plezier naar de Kamer stuur.
De voorzitter:
Heel goed. Dan druk ik ook even de snoozeknop in en geef ik het woord aan de heer Thijssen.
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
De heer Jetten heeft helemaal gelijk: de Nederlandse economie strijdt een langzame doodstrijd, net als de Europese economie, zoals ons door de heer Draghi in zijn rapport is voorgehouden. Dit kabinet bezuinigt op onderzoek en onderwijs in plaats van hierin te investeren. Dat is slecht voor ons verdienvermogen en onze banen; dat is simpelweg slecht voor onze economie. Tegelijkertijd verdienen we meer geld dan ooit. Mijn vraag aan de minister zou zijn: is hij bereid om zeer winstgevende bedrijven in Nederland, die profiteren van het uitstekende investeringsklimaat hier, wat meer belasting te laten betalen en dat geld te gebruiken om de investeringsbank de middelen te geven om te investeren in onze economie en in de banen van de toekomst?
Minister Beljaarts:
Dank voor de vraag. We hebben het hier vaker over gehad. Het is niet nodig om op die manier de investeringen aan de gang te krijgen. We hebben de bedrijven die de winsten maken hard nodig, want die investeren het risico dat ze lopen en de winsten die ze daarmee maken terug in de bedrijven, in verduurzaming en in het goed zorgen voor personeel. Ik zie deze tegenstelling dus niet. Wat nodig is, is wat ik net heb geschetst. Het samengaan van deze twee organisaties zou een belangrijke stap kunnen zijn. Maar de tegenstelling die gecreëerd wordt, alsof een investeringsbank alleen maar gefinancierd zou kunnen worden met de winsten van de bedrijven, zie ik niet.
Mevrouw Martens-America (VVD):
Noem het een investeringsbank of een investeringsmaatschappij; voor de VVD is de naam net iets minder relevant. Wat ons betreft wordt er een vliegwiel gecreëerd om financiering op te halen en borgstellingen en garanties te gaan regelen. We hebben in Nederland ontzettend veel verschillende voorstellen met allemaal eigen regels en eigen voorwaarden. We hebben het over Invest-NL. We hebben het over Invest International. Kan de minister misschien met ons delen naar welke organisaties hij nog meer kijkt en of hij bereid is om nu de gesprekken aan te gaan met de losse bedrijven en organisaties achter al deze losse voorstellen om te kijken of we op z'n minst de voorwaarden zo snel mogelijk op elkaar zouden kunnen afstemmen?
Minister Beljaarts:
Dank voor de vraag. Dat is precies wat we aan het doen zijn. Als we alle investeringsfondsen, dus Invest-NL en Invest International, maar ook de regionale ontwikkelingsmaatschappijen, bij elkaar optellen, hebben we het over een vermogen van 8,5 miljard. Dat komt aardig in de buurt van de 10 miljard waar de initiatiefnemers toe oproepen, maar het is heel versnipperd. Dat maakt ook dat bedrijven in Nederland soms wat terughoudend zijn in hun investeringsbereidheid, omdat men soms niet weet waar men moet zijn voor welk potje. Als je bij het stroomlijnen van een integratie tussen beide bedrijven een staatsgarantie zou toevoegen — nogmaals, dat is heel voorbarig, want zover zijn we nog niet — is er zekerheid en kan men ook privaat kapitaal ophalen op de kapitaalmarkt. Als je daar ook nog een exportkredietverzekering aan toevoegt en de regelingen die daar via de RVO al onder vallen, dan heb je de facto een investeringsbank. Daarom dank ik u ook extra voor de vraag, want dit illustreert heel goed dat we deze lijn al ingezet hebben. Nogmaals, dat zeg ik met alle mitsen en maren, want het betreft ook de portefeuille van de minister van Financiën en we zijn hierover in gesprek. Ik wil dus geen te hoge verwachtingen wekken. Vandaar dat ik heb aangegeven dat we voor de zomer met een gedegen plan hierop terugkomen. Maar wat mevrouw Martens-America schetste, klopt inderdaad: die versnippering maakt het nu niet fijn en niet zeker genoeg voor sommige grote bedrijven om te investeren. Als we het voor elkaar krijgen om daarin meer eenheid te creëren, gaat dat de investeringsbereidheid absoluut ten goede komen.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Wij waren ook blij met het initiatief van de initiatiefnemers. De Kamer vraagt er ook al een tijdje om; ik noem de motie van de heer Dassen en mijzelf. We hebben vandaag ook een initiatiefvoorstel georganiseerd, waarin we dit nadrukkelijk pitchen. Maar ik vraag me toch het volgende af. Aan de ene kant hoor ik de minister zeggen: er is geen tijd te verliezen en we zijn al een paar maanden bezig. Dan zou ik denken dat we ongeveer klaar zijn. Aan de andere kant hoor ik dat er voor de zomer een voorstel, een brief of iets naar de Kamer komt. Ik heb het nog steeds niet scherp: komt er dan een voorstel naar de Kamer waar we ja tegen kunnen zeggen en waarmee we dus echt een stap kunnen zetten of komt er een procesbrief naar de Kamer over hoever we zijn met praten met elkaar en waar de volgende gesprekken over zullen gaan?
Minister Beljaarts:
De waarheid ligt daar in het midden. Ik zeg dit niet om mevrouw Van Dijk tekort te doen, maar dit kun je één keer goed doen. Dan moet je zorgen dat met alle partijen op de juiste manier in gesprek gegaan wordt. Dat betreft niet alleen de twee partijen waar we het over hebben, Invest-NL en Invest International, maar natuurlijk ook nog vier of vijf departementen. Die afstemming maakt dat het wat langer duurt dan mevrouw Van Dijk en ik prettig vinden. Voor de zomer komen we dus met een door het kabinet gedragen brief over de mogelijkheid van die samenvoeging en het minder versnipperd raken van dat landschap.
De heer Dassen (Volt):
Ik was heel blij met de oproep die gisteren gedaan werd om de investeringen in energie, klimaat en innovatie aan te jagen. We hebben een jaar geleden in de Kamer deze minister namelijk gevraagd om met een voorstel te komen voor een investeringsbank. Een halfjaar geleden hebben we inderdaad met mevrouw Van Dijk een nieuw voorstel gedaan, namelijk om te zorgen dat die versnippering stopt. Ik snap dus het ongeduld dat hier door de Kamer nu naar voren wordt gebracht. Wat zijn nu de concrete stappen waarvoor volgens deze minister nog een ei gelegd moet worden en waar echt nog belangrijke keuzes voor worden gemaakt? Of is het traject inmiddels al zover dat we dat concrete voorstel voor een investeringsbank inderdaad voor de zomer hebben?
Minister Beljaarts:
Dank voor de vragen. Wij delen dat ongeduld. Dank ook voor de motie. Ik ben benieuwd hoe die tijdens de stemmingen gewaardeerd gaat worden. Dit is een belangrijke stap. Ook met uw motie zou dit een belangrijke stap kunnen zijn in het samensmelten en het vereenvoudigen van dat landschap. Alles heeft wel met elkaar te maken, want de fusie van beide organisaties is een belangrijke eerste stap voordat je naar een vorm van staatsgarantie kan kijken en voordat je die exportkredietverzekering en eventuele RVO-financieringsmogelijkheden eronder kan scharen. Dat zit dus allemaal in die volgorde. Daar worden echt stappen gezet, maar ze zijn wel afhankelijk van elkaar. Je kunt dus niet parallel meerdere paden laten lopen. Dat maakt dat we voor de zomer met de brief komen waaraan ik net refereerde. Daarin zetten we namens het kabinet uiteen hoe we die fusie voor ons zien en wat daarna de stappen zijn die gevolgd moeten worden. Het is niet zo dat we in de zomer al de stip op de horizon in de tijd hebben, omdat dat nog meer overleg vergt.
De heer Dassen (Volt):
Hiervoor kijken we natuurlijk ook naar Europese voorbeelden: KfW in Duitsland, Bpi in Frankrijk. Het grote verschil met Invest-NL is op dit moment natuurlijk dat zij zelf in staat zijn om kapitaal op te halen uit de markt. Dat is precies ook het pleidooi van de economen, namelijk dat grote investeringen nodig zijn die je los moet trekken van de zorg van onderwijs, zodat je daar niet in de klem komt maar echt kunt investeren in de toekomst. Vanmiddag ligt er weer een motie van Volt en het CDA voor over die staatsgaranties, maar ik ben benieuwd of de minister bij deze investeringsbanken in Frankrijk en Duitsland op bezoek is geweest om te kijken hoe zij dat op dit moment doen en of hij dat mee kan nemen in die brief, zodat we ook daar meteen het concrete voorstel hebben: kunnen we dit inderdaad ook doen met staatsgaranties, zoals onze motie vanmiddag vraagt?
Minister Beljaarts:
Uiteraard ben ik in gesprek met veel stakeholders en de EIB. De route die ik net uiteen heb gezet, is wel de route naar een investeringsbank. Er zullen wat accentverschillen zijn met het initiatief dat we hebben gezien, maar dat is de route die we beogen. Daarvoor is de staatsgarantie, waartoe de heer Dassen in zijn motie oproept, essentieel. Anders kun je niet of nauwelijks geld op de kapitaalmarkt aantrekken. Het is dus een essentieel onderdeel daarvan.
Mevrouw Postma (NSC):
Het is ontzettend mooi dat deze groep mensen, deze groep krachtige ondernemers, met dit voorstel is gekomen. Ik denk altijd: wat is het mooi dat deze mensen ondernemen. Als wij dit als politiek zouden doen, dan zouden wij verzanden in oeverloos overleg en vraag ik me af of er überhaupt iets geproduceerd zou worden. Als ik dit kleine debatje even samenvat, zie ik dat we al een jaar bezig zijn. Ik hoor allemaal redenen waarom het niet kan: we moeten er eerst even over nadenken, in het voorjaar komt er een brief en we gaan dingen samenvoegen. Er zijn allemaal van dat soort redenen. Maar als ik nou de minister eens aankijk en aanspreek op zijn ondernemershart — ik weet dat hij dat heeft en dat hij kan aanpakken wat erin zit — kan hij dan drie redenen noemen om het gewoon wél te doen?
Minister Beljaarts:
Ik kan in ieder geval één reden noemen waarom het niet met de voortvarendheid kan die mevrouw Postma en ik zeker nastreven, namelijk dat er een wetswijziging nodig is. Daarvan is bekend dat die een doorlooptijd van in ieder geval twee jaar heeft. Dat is waar ik me aan te houden heb. Dat is een van de redenen waarom dit proces niet sneller kan. Maar uiteraard, ook in deze Haagse werkelijkheid zou ik niets liever willen dan dat sommige zaken wat sneller zouden kunnen. Die ambitie delen we absoluut, denk ik.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dan zou ik zeggen: kom naar door met die wet. Dat is een inhoudelijke stap. Want hoewel het klimaat opwarmt, koelt het vestigingsklimaat al jaren af in Nederland. Dat heeft te maken met allerlei vastgelopen problemen. Denk aan stikstof en bereikbaarheid. We doen veel te weinig investeringen in spoorlijnen. Komt die Nedersaksenlijn nog? Denk aan het lostrekken van investeringsprojecten bij Infrastructuur en Waterstaat en het aanleggen van wegen. Dat loopt allemaal vast. Denk ook aan de netten. Kortom, als overheid hebben we de neiging te veel consumptief uit te geven en te weinig te investeren. Is de minister dat met mij eens? Als hij het met mij eens is dat we te weinig investeren in wat belangrijk is en te veel uitgeven aan dingen die misschien net een onsje minder kunnen, dan is mijn vraag of hij zich daarvoor gaat inzetten, ook bij de Voorjaarsnota, zodat we meer gaan investeren en minder gaan verjubelen.
Minister Beljaarts:
Ik vrees dat de vraag enorm aan interpretatie onderhevig is. Het is maar aan wie je het vraagt. Met de opdracht die we vanuit het kabinet hebben, hebben we denk ik een goede modus gevonden tussen consumptieve besteding en investeren. Dat neemt niet weg dat het sentiment rond investeringen in het bedrijfsleven, ook vandaag, overall is dat een ander type investeringsvehikel absoluut noodzakelijk is. Ik denk dat wij dat dus delen met elkaar.
De heer Dijk (SP):
Tot 1999 had ons land een nationale investeringsbank. Tijdens de kredietcrisis van 2008 en vlak daarna lukte het bedrijven, met name het mkb, niet meer om leningen te krijgen, om krediet te krijgen. Het heette niet voor niets een kredietcrisis. Nu hoor ik hier al een aantal jaren achter elkaar dat steeds meer partijen zich aansluiten bij het idee dat er weer een nationale investeringsbank moet komen. Dat is een goed teken. Maar dat is dan wel een publieke bank, die publieke kosten maakt, waarbij grote ondernemingen of misschien middenbedrijven ook private winsten kunnen gaan maken. Dat rijst toch wel de vraag op welke manier deze bedrijven, als dat nodig is, gaan bijdragen aan een nieuwe nationale investeringsbank, zodat we niet publieke kosten en private winsten hebben.
Minister Beljaarts:
Dank voor de vraag van de heer Dijk. Ik denk dat dit een terechte vraag is. Een vehikel als een investeringsbank wordt natuurlijk gefinancierd met publiek geld. Als bedrijven het goed doen, kunnen zij via de vennootschapsbelasting indirect weer een bijdrage leveren om een dergelijke investeringsbank te financieren of het risico af te dekken.
De heer Jetten (D66):
De minister heeft in het vragenuur heel uitgebreid uitgelegd hoe de Haagse werkelijkheid in elkaar zit, maar bedrijven en ondernemers zitten echt op een andere aanpak te wachten. In het Verenigd Koninkrijk, in Duitsland en in Frankrijk hebben regeringen de handen uit de mouwen gestoken vanwege de handelsoorlog met Trump en vanwege het rapport-Draghi. Daar zijn de overheden nú aan het investeren in innovatie en in de economie van de toekomst. Ik hoor de minister nu eigenlijk in antwoord op de vraag van collega Dijk zeggen: ik ben ook afhankelijk van de minister van Financiën. Het kan toch niet zo zijn dat een boekhouder gaat bepalen hoe de toekomst van de Nederlandse economie eruitziet? Dat is aan de minister van Economische Zaken. Kunnen we van hem de toezegging krijgen dat het voor hem in de komende weken prioriteit één, twee en drie is om een doorbraak op deze investeringen voor elkaar te krijgen?
Minister Beljaarts:
Dat is eenvoudig te doen, want dat is het al. Ik refereerde net richting de heer Jetten eraan dat ik vanochtend in een bijeenkomst was, onder anderen met de premier en minister Hermans, waar we juist de zorgen van de industrie, de chemische industrie en de maakindustrie, hebben gehoord. De alarmbellen klinken dus aan alle kanten. En inderdaad, een vehikel als hetgeen we voor ogen hebben, is een absolute prioriteit. Ik heb de heer Jetten ook aangegeven dat je, alleen al vanwege het feit dat er een wetswijziging nodig is, aan een termijn van twee jaar zit. Dat betekent niet dat je andere initiatieven niet kunt doen, maar dit is wel de werkelijkheid waar we het mee te doen hebben.
De voorzitter:
Heel goed. Tot zover dit onderwerp. Dank aan de minister. Fijn dat hij bij ons was vandaag.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20242025-76-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.