Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 6, item 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 6, item 4 |
Publicatie Onderzoeksraad voor Veiligheid "Opvolging aanbevelingen: Industrie en Omwonenden"
Aan de orde is het tweeminutendebat Publicatie Onderzoeksraad voor Veiligheid "Opvolging aanbevelingen: Industrie en Omwonenden" (28089, nr. 320).
De voorzitter:
Dan is nu aan de orde een tweeminutendebat over de publicatie van de Onderzoeksraad voor Veiligheid "Opvolging aanbevelingen: Industrie en Omwonenden". Ik heet de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van harte welkom. Er zijn vier leden die zich hebben ingeschreven, van wie er drie in de eerste termijn willen spreken. Er is één termijn in een tweeminutendebat en zoals de naam zegt, is er twee minuten spreektijd. Als eerste zal het lid Kostić spreken en dat doet zij namens de Partij voor de Dieren. Gaat uw gang.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Voorzitter. Het OVV-rapport was duidelijk: de overheid heeft burgers niet goed beschermd tegen de schadelijke uitstoot van de industrie. Er zijn aanbevelingen gedaan. Hoewel de OVV positief is over de eerste stappen op korte termijn, mist concrete uitvoering nog.
De Actieagenda Industrie en Omwonenden bestaat voor het overgrote deel uit onderzoeken, verkennen en voornemens. Voor het vertrouwen van burgers is het van groot belang om niet eindeloos te blijven verkennen en onderzoeken, maar om snel concrete maatregelen te nemen die de gezondheid van mensen in de praktijk beschermen. Bijna 70% van de Nederlanders wil actie en strenge regels ten aanzien van verontreiniging van hun leefomgeving. En ik verwacht, zeker van een PVV-staatssecretaris, meer daadkracht. Daarom heb ik de volgende moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de OVV eerder concludeerde dat de overheid burgers onvoldoende beschermt tegen de uitstoot van de industrie;
constaterende dat de OVV aangeeft benieuwd te zijn naar concretere uitwerking en invulling van de Actieagenda Industrie en Omwonenden door het nieuwe kabinet;
constaterende dat er op dit moment vooral onderzoeken lopen, terwijl burgers behoefte hebben aan concrete actie die hun gezondheid en leefomgeving merkbaar gaat beschermen;
overwegende dat er als het gaat om gezondheid geen tijd te verliezen is;
verzoekt de regering om medio 2025 te komen met een aanscherping en verdere uitwerking van de actieagenda, met een overzicht van concrete (kwantificeerbare) doelen en bijbehorende acties (inclusief tijdspad) gericht op merkbare verbeteringen van de bescherming van gezondheid,
en gaat over tot de orde van de dag.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Het gaat dus om actie en aanscherping van de actieagenda na de eerste onderzoeksresultaten.
Ten slotte.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de OVV en gezondheidsexperts het in het belang van burgers wenselijk achten om aan de onderkant van de BBT-range te vergunnen;
constaterende dat de regering nu wacht op de implementatie van de Richtlijn industriële emissies om dit in praktijk te brengen, maar de implementatie op zijn vroegst medio 2026 klaar zal zijn;
constaterende dat juristen tijdens een technische briefing van 14 maart hebben aangegeven dat het vaak al mogelijk is scherper aan de onderkant van de BBT-range te vergunnen, maar dat dat nog niet de standaardinstructie is voor alle omgevingsdiensten, en dat het Rijk kan helpen om daar één lijn in te trekken;
constaterende dat de Kamer de regering al de opdracht heeft gegeven om bevoegde gezagen te helpen om zo snel mogelijk alle passende en preventieve maatregelen te nemen tegen schadelijke stoffen;
verzoekt de regering om, totdat de implementatie van de Richtlijn industriële emissies rond is, ervoor te zorgen dat bij alle bevoegde gezagen de instructie is om zo veel mogelijk aan de onderkant van de BBT-range te vergunnen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank voor uw inbreng. De heer Gabriëls gaat nu spreken namens de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid. Gaat uw gang.
De heer Gabriëls (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, dank u wel. Een van de bedrijven die onderzocht zijn voor het OVV-rapport is Chemours. Daar zal mijn inbreng over gaan. Chemours heeft tfa geloosd. Vervolgens krijgen ze een last onder dwangsom en zeggen ze: o, wij wisten niet dat wij tfa geloosd hebben. Vervolgens vragen ze daar wel een vergunning voor aan. Wij vinden die last onder dwangsom wat slapjes. Wij willen kijken of wij kunnen onderzoeken of een bestuursboete mogelijk is. Vandaar de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat bedrijven nu vaak een last onder dwangsom krijgen na geconstateerde illegale lozingen van zeer zorgwekkende stoffen;
constaterende dat de Omgevingswet op dit moment geen wettelijke grondslag kent om een bestuurlijke boete op te leggen bij dergelijke gevaarlijke lozingen;
verzoekt de regering om te onderzoeken of het opnemen van de mogelijkheid om een bestuurlijke boete op te leggen bij illegale lozingen een effectief middel is voor omgevingsdiensten om strenger op te treden tegen deze lozingen;
verzoekt de regering om de resultaten van het onderzoek en mogelijkheid tot de invoering van een bestuursboete voor het kerstreces van 2024 aan de Kamer te doen toekomen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank voor uw inbreng. Dan is de heer Boutkan. Hij spreekt namens de Partij voor de Vrijheid. Gaat uw gang.
De heer Boutkan (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Wij danken de staatssecretaris naar aanleiding van het schriftelijk overleg en de beantwoording daarvan, maar wij hebben nog het volgende op te merken. In het rapport van de OVV worden diverse aanbevelingen gedaan aan diverse partijen. De OVV concludeert in de opvolging van de aanbevelingen dat heel veel aanbevelingen gedeeltelijk, deels of niet zijn opgevolgd. Tegelijkertijd is de conclusie dat er maar een korte periode zit tussen de gedane aanbevelingen en de opvolging daarvan. Maar dit dossier kent een lange voorgeschiedenis waarin er heel veel overleggen hebben plaatsgevonden. De raad concludeert dat er meerdere positieve ontwikkelingen en initiatieven zijn, maar dat er ruimte is voor verbetering wat betreft het benutten van mogelijkheden als het gaat om de bescherming van de gezondheid van omwonenden. Gezien de actieagenda en de beantwoording van de vele gestelde vragen, vragen wij de staatssecretaris: hoe nu verder?
Voorzitter. Er is een aantal zaken genoemd: het VTH-stelsel, de ambities van de industrie, het blijven wantrouwen van elkaar en de uiteindelijke opvolging van de gedane aanbevelingen. Tegelijkertijd is het een feit dat de bedrijven voldoen aan de gestelde vergunningen. Ik stel tussendoor een vraag aan de staatssecretaris: klopt het dat de omringende gemeenten van Chemours een minnelijke schikking hebben getroffen met het bedrijf? Mijn vraag aan de staatssecretaris is hoe het dan zit met het principe van de vervuiler betaalt. Er wordt veel gesproken over communicatie, maar komt men dan ook tot de gewenste dialoog? De OVV concludeert dat aandacht voor communicatie positief is, maar dat niet duidelijk is of die aan de behoefte voldoet; meer communicatie lost het probleem niet op. In mijn eigen woorden: misschien helpt een schop onder de kont om tot daadwerkelijke acties te komen die uiteindelijk recht doen aan de zorgen van de omwonenden.
Dank u wel.
De voorzitter:
Hartelijk dank voor uw inbreng. Daarmee is de termijn van de zijde van de Kamer voltooid. We gaan even vijf minuten schorsen. Daarna krijgen we van de staatssecretaris een appreciatie van de drie ingediende moties en antwoord op een enkele vraag.
De vergadering wordt van 10.22 uur tot 10.29 uur geschorst.
De voorzitter:
Aan de orde is de voortzetting van het tweeminutendebat over de publicatie van de Onderzoeksraad voor Veiligheid "Opvolging aanbevelingen: Industrie en Omwonenden". We zijn toegekomen aan de termijn van de zijde van de regering. Ik geef het woord aan de staatssecretaris van Infrastructuur.
Staatssecretaris Jansen:
Dank u wel, voorzitter. Dank aan de Kamer voor de gestelde vragen en de ingediende moties. Ik zal eerst ingaan op de gestelde vragen — die zijn met name van de heer Boutkan — en daarna zal ik ingaan op de drie ingediende moties.
De heer Boutkan vroeg: hoe nu verder? Dat vroeg hij naar aanleiding van de Actieagenda OVV en de actieve communicatie. Ook dit kabinet ziet natuurlijk de zorgen van omwonenden met betrekking tot zware industrie. Met de actieagenda zet ik hier met volle kracht op in. Dat is niet alleen maar communicatie, maar vooral ook actie. Dus ja, we gaan daar inderdaad scherp op in.
De tweede vraag van de heer Boutkan ging over minnelijke schikkingen tussen Chemours en de omliggende gemeenten. Hij vroeg hoe het dan zit met het principe dat de vervuiler betaalt. Ik zeg heel eerlijk dat dit mij niet bekend is. In de bestuurlijke overleggen ben ik in contact met gemeenten en provincie over welke stappen we zetten. Ik ga dit natuurlijk adresseren, want ik ben ook graag op de hoogte van dit soort zaken.
Voorzitter. Dan kom ik op de drie moties die zijn ingediend. De motie op stuk nr. 321 is ingediend door het lid Kostić namens de Partij voor de Dieren. Die kan ik oordeel Kamer geven, mits ik de motie kan lezen als "zo snel mogelijk acties in gang zetten na afronding van de studies". Mag ik die zo interpreteren, voorzitter?
Kamerlid Kostić (PvdD):
Ik wilde volstaan met een kort knikje, maar toch even specifiek: de eerste onderzoeken worden eind dit jaar en begin volgend jaar afgerond. De motie vraagt dat er, voor zover mogelijk, meteen vervolgstappen worden genomen als we de uitkomsten van de eerste onderzoeken kennen en dat er dus niet wordt gewacht tot alle onderzoeken zijn afgerond; dan wachten we namelijk nog een paar jaar.
Staatssecretaris Jansen:
Laat ik het op die manier toezeggen: zodra de eerste resultaten bekend zijn, gaan we daarmee aan de gang.
Zou u misschien willen blijven staan, vraag ik via de voorzitter, want ik kan ook de tweede motie van lid Kostić, de motie op stuk nr. 322, oordeel Kamer geven, althans als ik de motie zo mag lezen dat die voortzetting van beleid ondersteunt. Ik zie een duim omhoog, voorzitter. Kan ik die zo interpreteren dat ze ermee instemt?
De voorzitter:
Ja.
Staatssecretaris Jansen:
Dan geef ik die motie ook oordeel Kamer.
Over de motie op stuk nr. 323, van de heer Gabriëls van GroenLinks-Partij van de Arbeid, kan ik heel kort zijn: oordeel Kamer.
De voorzitter:
Heel goed. Hartelijk dank. Dan zijn we aan het einde gekomen van … O, er is toch nog een vraag van de heer Boutkan.
De heer Boutkan (PVV):
Excuus, voorzitter, ik heb toch een vraag aan de staatssecretaris. Hij gaat uitzoeken hoe dat zit met die minnelijke schikking. Hoe en wanneer krijgen we dat teruggekoppeld naar de Kamer?
Staatssecretaris Jansen:
Die vervolg…
De voorzitter:
De staatssecretaris.
Staatssecretaris Jansen:
Sorry, voorzitter, ik was te snel. Die vervolgvraag had ik verwacht. Ik kom daar schriftelijk bij de Kamer op terug.
De heer Boutkan (PVV):
Zo spoedig mogelijk neem ik aan.
De voorzitter:
De staatssecretaris knikt. Dan zijn we aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
We gaan dinsdag 1 oktober stemmen over de drie moties.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20242025-6-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.