4 Vragenuur

Vragenuur

Vragen Tielen

Vragen van het lid Tielen aan de staatssecretaris Langdurige en Maatschappelijke Zorg, bij afwezigheid van de staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport, over het bericht "Aantal gevallen mazelen stijgt, veelal bezoekers Roemenië of Marokko".

De voorzitter:

Dan gaan we over naar het volgende onderwerp, maar met dezelfde staatssecretaris. We gaan luisteren naar mevrouw Tielen van de fractie van de VVD. Het woord is aan haar.

Mevrouw Tielen (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Het griepseizoen is in volle gang. Officieel is er zelfs een griepepidemie. We kennen allemaal wel iemand die nu snotterig en met koorts in bed ligt. Een teken van die tijd is dan ook meestal dat andere infectieziektes hun kop met succes weer opsteken. Vorige week berichtte het RIVM dat het aantal besmettingen met het mazelenvirus weer behoorlijk oploopt. Het mazelenvirus is enorm besmettelijk en kan veel mensen ziek maken, sommigen ernstig ziek. Gelukkig is het zeldzaam, maar mensen kunnen er nog steeds aan overlijden, zeker als ze heel jong of behoorlijk kwetsbaar zijn. Het RIVM stelt in de berichtgeving dat er geen landelijke uitbraak is. Dat kan ons natuurlijk allemaal op zich geruststellen, maar uiteraard heb ik wel wat vragen. In de berichtgeving staat namelijk dat vooral in Amsterdam veel besmettingen gemeld worden. Ook de GGD-regio's in Gelderland en Brabant laten hogere aantallen meldingen zien.

Allereerst zou ik graag willen weten hoe het staat met de meldingen ten opzichte van de daadwerkelijke besmettingen en ziektegevallen. Worden alle besmettingen nu gemeld of is het meldingspercentage nog steeds laag in vergelijking met het aantal besmettingen? Wat is afgesproken als het gaat om het melden van mazelenbesmettingen? Heeft het RIVM voldoende zicht op de situatie? Wat doet het RIVM eraan om zeker te weten dat we inderdaad niet te maken hebben met een uitbraak en dat het risico op een uitbraken ook laag blijft? Graag een toelichting van de staatssecretaris.

De voorzitter:

De staatssecretaris.

Staatssecretaris Maeijer:

Voorzitter. Ik ga natuurlijk opnieuw mijn uiterste best doen om de vragen te beantwoorden. Ik probeer ook iets van tijd te kopen, want ik denk dat mij zo nog een briefje wordt aangereikt. Ik vind het net als mevrouw Tielen ontzettend belangrijk dat mensen zo goed mogelijk beschermd zijn tegen ernstige infectieziekten, waaronder mazelen. De jeugdgezondheidszorg en de GGD'en zetten zich dag en nacht in om de gezondheid van kinderen en volwassenen te beschermen en een zo hoog mogelijke vaccinatiegraad te bereiken. Ik ben hun daarvoor natuurlijk zeer erkentelijk. Er is al enige tijd sprake van een dalende trend in de vaccinatiegraden van het Rijksvaccinatieprogramma. Sinds 2018 wordt dan ook met een landelijke aanpak gewerkt aan het verhogen van die vaccinatiegraden. Met de huidige aanpak Vol vertrouwen in vaccinaties wordt daarop ingezet. De staatssecretaris, mijn collega, versterkt deze aanpak met een intensivering van de wijkgerichte aanpak. Dat wil zeggen: het verbeteren van de toegang tot vaccinaties in wijken waar die vaccinatiegraad achterblijft, en het beter afstemmen van voorlichting op de behoefte van doelgroepen. Bij de stemming over de VWS-begroting in deze Kamer is het amendement van GroenLinks-Partij van de Arbeid aangenomen om hier dit jaar nog extra werk van te maken. De resultaten van deze aanpak zullen zich echter natuurlijk niet direct laten uitbetalen in hogere vaccinatiegraden. Dit betreft een langduriger proces.

Mevrouw Tielen vroeg mij specifiek of alle besmettingen worden gemeld. In de richting van mevrouw Tielen zou ik willen zeggen dat het een meldingsplichtige ziekte is. Het vereist wel dat mensen bij de zorgverlener komen. Ik zei "zorgverlener".

De voorzitter:

Wilt u niet door de zaal roepen, mevrouw Paulusma? Maar als de staatssecretaris slecht te verstaan is, mag dat best een keertje.

Staatssecretaris Maeijer:

Excuus als dat zo was, voorzitter.

Wat wordt er daarnaast gedaan om de huidige uitbraken te controleren? Het RIVM voert de landelijke coördinatie over de infectieziektebestrijding, en bespreekt wekelijks de infectieziektesignalen en schaalt die zo nodig ook op. De GGD van de regio waarin een uitbraak van mazelen speelt, voert dan bron- en contactonderzoek uit en biedt vaccinaties aan voor volwassenen en kinderen die onvoldoende gevaccineerd zijn. GGD'en in het hele land besteden extra aandacht aan vaccinatie tegen mazelen. Mensen met klachten die lijken op mazelen worden geadviseerd om direct met de huisarts te bellen om te overleggen. Het RIVM heeft artsen in Nederland gevraagd om alert te zijn op mazelen bij patiënten die onlangs zijn teruggekeerd uit een gebied waarin mazelen heerst. De algemene adviezen voor infectieziekten gelden ook hierbij. Als je ziek bent, blijf je thuis. Voorkom in ieder geval contact met kwetsbare mensen, zwangere vrouwen en kinderen die te jong zijn om gevaccineerd te worden.

Mevrouw Tielen (VVD):

Over dat laatste heb ik wel wat vragen, want kinderen jonger dan veertien maanden kunnen nog helemaal niet worden ingeënt. Daarnaar refereerde de staatssecretaris al. Dat kan gewoon nog niet. Dat heeft met allerlei medische en fysiologische dingen te maken. De VVD heeft samen met D66 een wetsvoorstel voorbereid om bij een lage vaccinatiegraad alleen kinderen toe te laten op bijvoorbeeld de kinderopvang als zij deelnemen aan het Rijksvaccinatieprogramma. De ondergrens daarbij is 92%. Ik heb de staatssecretaris nog geen percentages horen noemen. Maar mijn vraag is dus: hoe hoog is nu de vaccinatiegraad in Nederland? Zijn we al door die ondergrens gezakt? Ik vraag met name hoe het nu zit in de regio's waarin het aantal meldingen van mazelenbesmettingen op dit moment piekt. Ik noemde al Amsterdam, Gelderland en Brabant. In hoeverre moeten ouders van een baby of dreumes jonger dan veertien maanden zich nu zorgen maken? Of hoeven ze dat niet? Is bekend hoeveel ouders die zich zorgen maken hun kind nu thuishouden van plekken waar andere kinderen zijn om het zo veilig mogelijk te houden wat betreft mazelen? Ik kan me ook voorstellen dat ik de staatssecretaris hiermee overvraag.

Staatssecretaris Maeijer:

U overvraagt mij inderdaad ietwat, mevrouw Tielen. Ik ga mijn best doen een aantal van uw vragen te beantwoorden, maar ze zijn heel specifiek. U vroeg mij bijvoorbeeld wat de uitbraak doet voor kinderen die omwille van hun leeftijd nog niet gevaccineerd kunnen worden. De GGD van de regio waarin een uitbraak van mazelen speelt, voert het bron- en contactonderzoek uit en biedt vaccinaties aan voor volwassenen en kinderen die onvoldoende of nog niet gevaccineerd zijn. GGD'en in het hele land besteden extra aandacht aan de vaccinatie tegen mazelen. Informatie is dan ook beschikbaar in meerdere talen. Het is in bijzondere situaties ook mogelijk om de bmr-prik eerder te halen, bijvoorbeeld vanwege een reis naar een land waarin mazelen veel voorkomt.

Dan komt er nog een briefje aan. Dat is op zich wel ideaal als je twee uur van tevoren hoort dat je een collega vervangt.

Voorzitter. De huidige vaccinatiegraad is voor mazelen 88%. Dus we zijn inderdaad door de ondergrens waarover mevrouw Tielen het had, heen gezakt. Maar dit is alleen het geregistreerde percentage. Niet iedereen geeft toestemming voor het delen van de gegevens.

Mevrouw Tielen (VVD):

Toch baart het natuurlijk wel zorgen. Die 92% is er niet voor niks. Die is er zodat kinderen ook elkaar beschermen door gevaccineerd te zijn. De staatssecretaris zei eerder: we zijn bezig met die fijnmazige aanpak, die wijkgerichte aanpak, maar daar hebben we niet meteen resultaat van. Ergens snap ik dat en ergens ook niet. Ik zou namelijk verwachten dat als er door zorgverleners van bijvoorbeeld jeugdgezondheidszorg effectief gesproken wordt met ouders die twijfelen, daar dan toch op zichzelf redelijk snel resultaat van te zien kan zijn. Is de staatssecretaris bereid om daar nog wat nadere informatie over te geven en ook het verband te bekijken met de verschillende vaccinatiegraden in de verschillende regio's waar het aantal besmettingen hoger is — ik noemde die al — om zo te bekijken of er misschien met nog wat meer actie voor kan worden gezorgd dat kinderen daar veilig zijn tegen het mazelenvirus?

Staatssecretaris Maeijer:

Ja. Er komt voor het voorjaarsreces een brief naar uw Kamer toe; dat zal dus volgende week moeten zijn. Het lijkt me goed als daar deze specifieke vragen in worden meegenomen.

Mevrouw Tielen vroeg ook nog specifiek naar de stand van zaken met betrekking tot de wijkgerichte aanpak. Ik zei in mijn inleidende betoog dat de resultaten van de algehele aanpak een langdurig proces zijn, maar we kunnen al wel zien dat de wijkgerichte aanpak, bijvoorbeeld in Amsterdam, zijn vruchten afwerpt. De opkomst voor vaccinaties voor schoolgaande kinderen en jongeren is daar namelijk in 2024 gestegen. Dat gebeurde het sterkst in de gebieden waar extra op deze aanpak is ingezet. Dus ja, het is een langdurig proces, maar we zien aan de andere kant ook de goede voorbeelden.

Mevrouw Tielen (VVD):

Dank, ik kijk uit naar de brief volgende week. Dank u wel.

De voorzitter:

Heel goed.

Mevrouw Paulusma (D66):

Dank aan collega Tielen voor de vraag, want het is een heel belangrijk onderwerp. Ik schrik ook van het percentage dat de staatssecretaris nu met ons deelt. 88% is echt ver onder de veilige norm. Collega Tielen sloot af met, en dat is even mijn vrije vertaling: we moeten alles op alles zetten om kinderen veilig op te laten groeien, zeker de kinderen die nog niet gevaccineerd kunnen worden. Ik hoorde de staatssecretaris zelf een aantal keren verwijzen naar de succesvolle aanpak in onder andere Amsterdam. We weten daar de resultaten al van. Ik snap dat de staatssecretaris een collega vervangt, maar deelt zij in deze tijden, waarin zulke besmettelijke, dodelijke ziektes oppoppen buiten de Randstad — want de aanpak waarover de staatssecretaris het heeft, is natuurlijk wel een beetje gericht op de Randstad, terwijl deze ziekte zich op meer plekken voordoet — met mij de mening dat het succes van de wijkgerichte aanpak zo snel mogelijk doorgezet moet worden naar de rest van Nederland om ...

De voorzitter:

Ja, ja, ja, ja, helder, helder.

Mevrouw Paulusma (D66):

... deze ondergrens niet nog lager uit te laten komen?

Staatssecretaris Maeijer:

Ja, want we zien de goede resultaten in Amsterdam. We weten ook dat hier in deze Kamer een amendement is aangenomen over intensivering van die wijkgerichte aanpak. Onder voorbehoud van het aannemen van de VWS-begroting door de Eerste Kamer zal bijvoorbeeld samen met de G4-gemeenten een pilot worden opgezet voor het versterken van de wijkgerichte aanpak en het landelijk verspreiden van de geleerde lessen.

Mevrouw Slagt-Tichelman (GroenLinks-PvdA):

Wij maken ons ook ernstige zorgen. We willen ook graag even kijken naar de reisadviezen. Voor Marokko is er bijvoorbeeld een heel duidelijk reisadvies wat betreft verplichte vaccinaties voor bmr, maar voor Roemenië is dat persoonsgebonden. Wil de staatssecretaris met het RIVM overleggen of de buitenlandse reisadviezen zo nodig aangepast moeten worden?

Staatssecretaris Maeijer:

Ik kijk even naar de bankjes achter mij. Kan ik dat toezeggen namens mijn collega? Zo te zien wel. Het lijkt mij goed dat hij daar volgende week in zijn brief op terugkomt.

De voorzitter:

Dank aan de staatssecretaris voor de manier waarop zij haar collega heeft vervangen, op niet één maar op twee onderwerpen. Dat wordt hogelijk gewaardeerd. Ik schors tot 15.00 uur. Dan gaan we stemmen.

De vergadering wordt van 14.53 uur tot 15.03 uur geschorst.

Naar boven