Handeling
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 17, item 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 17, item 3 |
Gevangeniswezen en tbs
Aan de orde is het tweeminutendebat Gevangeniswezen en tbs (CD d.d. 02/10).
De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Gevangeniswezen en tbs, met als eerste spreker de heer Van Nispen, die ik alvast uitnodig. We hebben een negental sprekers en kort de tijd, dus ik wil afspreken dat we het bij één verduidelijkende vraag houden, zowel aan de leden als aan het kabinet. Het woord is aan de heer Van Nispen namens de SP.
De heer Van Nispen (SP):
Dank u wel, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de regering overweegt en onderzoekt of een overeenkomst met Estland mogelijk is waarbij tegen betaling cellen gehuurd worden voor gedetineerden die in Nederland wegens het cellentekort niet opgesloten kunnen worden;
van mening dat een zichzelf respecterende rechtsstaat zelf moet voorzien in voldoende celcapaciteit en dat daar alle inspanningen op gericht moeten zijn;
verzoekt de regering te stoppen met het verkennen van deze optie en niet over te gaan tot het huren van celcapaciteit in een ander land,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering voornemens is om de nullijn toe te passen vanaf 2026 en dit ook zal gelden voor de medewerkers van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI);
overwegende dat er nu al sprake is van nijpende capaciteitstekorten in de DJI en dat personeel ook vertrekt omdat op andere plekken in de beveiliging de salarissen beter zijn en de werkdruk lager;
verzoekt de regering af te zien van de nullijn voor in ieder geval de DJI;
verzoekt de regering voorts met spoed werk te maken van de herwaardering van de functie van uitvoerend gevangenispersoneel,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het aantal meerpersoonscellen verder geïntensiveerd zal worden;
overwegende dat het gevangenispersoneel nu al veel moeite heeft met de omgang met meerpersoonscellen en dat deze de complexiteit en de onveiligheid van het werk verhogen;
verzoekt de regering af te zien van het plan om te gaan intensiveren op het gebruik van meerpersoonscellen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Van Nispen (SP):
En mijn laatste, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering van plan is Veldzicht opnieuw in gebruik te nemen voor tbs'ers, maar dat dit ten koste gaat van de plaatsen die op dit moment nog hard nodig zijn voor ongedocumenteerden en COA-bewoners met ernstige psychische problemen;
overwegende dat als er geen vervangend onderkomen geregeld is voor deze mensen, zij op straat komen en dat dit gevaar op zal leveren voor de samenleving;
verzoekt de regering ten aanzien van de huidige groep in Veldzicht geen onomkeerbare stappen te zetten en eerst met voorstellen te komen om te voorkomen dat ongedocumenteerden en COA-bewoners met psychische problemen op straat komen te staan,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Van Nispen (SP):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik hierbij het woord aan de heer Eerdmans van de fractie van JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat ons gevangeniswezen kampt met flinke personeelstekorten;
constaterende dat de staatssecretaris als maatregel hiertegen oppert om de criteria voor capaciteitsverlof met een enkelband te gaan verruimen;
constaterende dat dit ertoe zal leiden dat gedetineerden eerder vrijkomen;
overwegende dat dit zal leiden tot grote verontwaardiging bij slachtoffers, indruist tegen het rechtsgevoel en bovendien gevaar kan opleveren voor de samenleving;
verzoekt het kabinet het idee van detentievakantie snel te laten varen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat afgelopen maand in Engeland en Wales ruim 1.700 gevangenen vroegtijdig zijn vrijgelaten vanwege overvolle gevangenissen;
overwegende dat deze staatssecretaris heeft aangegeven geen maatregel uit te sluiten;
verzoekt het kabinet te garanderen dat het Britse voorbeeld niet gevolgd zal worden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Eerdmans (JA21):
En de laatste, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat veel slachtoffers en nabestaanden van zware gewelds- en zedenmisdrijven geen inzage krijgen in de rapporten van het Pieter Baan Centrum vanwege de privacy van gedetineerden;
overwegende dat inzage van groot belang is voor de traumaverwerking door slachtoffers en nabestaanden;
verzoekt het kabinet te bezien welke mogelijkheden er zijn om slachtoffers en nabestaanden van zware gewelds- en zedenmisdrijven inzage te geven in de PBC-rapporten over hun zaak,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Eerdmans (JA21):
Dank je wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan mevrouw Helder van de BBB-fractie.
Mevrouw Helder (BBB):
Dank u wel, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er vanwege capaciteitsproblemen binnen de Dienst Justitiële Inrichtingen gedetineerden vervroegd worden vrijgelaten in combinatie met elektronisch toezicht (enkelband);
van mening dat onherroepelijke vonnissen volledig ten uitvoer moeten worden gelegd en dat de veroordeelde de opgelegde straf geheel dient te ondergaan;
constaterende dat deze maatregel daarnaast ook beperkt effect heeft op de capaciteit en daarvoor dus ook geen oplossing is;
verzoekt de regering om te stoppen met vervroegde vrijlatingen in combinatie met elektronisch toezicht (enkelband),
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Helder (BBB):
En dan nog een, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat elektronisch toezicht door middel van een enkelband op dit moment gebruikt wordt als controlemiddel en niet als (zelfstandige) (hoofd)straf;
constaterende dat er gesproken wordt over de mogelijkheid om elektronische detentie als (zelfstandige) (hoofd)straf mogelijk te maken;
van mening dat elektronische detentie geen (zelfstandige) (hoofd)straf mag worden omwille van vergelding, afschrikking en bescherming van de samenleving;
van mening dat elektronisch toezicht door middel van een enkelband niet meer ingezet kan worden als controlemiddel als dit een (zelfstandige) (hoofd)straf wordt;
spreekt uit dat elektronische detentie een controlemiddel blijft en niet zal dienen als een (zelfstandige) (hoofd)straf,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Helder (BBB):
Ik wil nog opmerken dat ik het bewust tussen haakjes heb gezet. Je kunt bij bijvoorbeeld de tweede constatering dus ook lezen: elektronische detentie als straf mogelijk maken. Een collega van mij lacht al, maar mede daarom staan die haakjes er dus.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we naar de heer Krul van de fractie van het CDA.
De heer Krul (CDA):
Voorzitter. Ik vervang mijn collega Boswijk bij dit debat. Ik dien één motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de capaciteitstekorten in het gevangeniswezen ook doorwerken op jeugdgevangenissen, waardoor een noodmaatregel is ingevoerd om jongeren op reguliere afdelingen te plaatsen;
constaterende dat door verschillende inspecties met klem is benadrukt dat deze tijdelijke plekken absoluut geen geschikte plekken zijn voor jongeren en niet in lijn zijn met de uitgangspunten van het jeugdstrafrecht;
overwegende dat jeugdige criminelen potentieel de daders van morgen zijn bij een falende aanpak van nu en dus extra aandacht behoeven;
overwegende dat de tijdelijke maatregelen geen oplossingen zijn voor de structurele capaciteitstekorten in de jeugdgevangenissen;
verzoekt de regering om in het belang van de jongeren die nu op een reguliere gevangenisafdeling zitten het regime zo veel mogelijk te laten lijken op het regime in de jeugdgevangenissen;
verzoekt de regering om met DJI en jji's in gesprek te gaan om te komen tot structurele oplossingen voor de tekorten in de jeugdgevangenissen, en de Kamer hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan mevrouw Bruyning van Nieuw Sociaal Contract.
Mevrouw Bruyning (NSC):
Dank, voorzitter. Namens de fractie van Nieuw Sociaal Contract heb ik één motie. Deze motie lijkt op de motie die zojuist door mijn collega-Kamerlid Helder is ingediend. De motie van Nieuw Sociaal Contract verschilt erin dat deze motie specifiek ziet op het capaciteitsverlof, terwijl de motie van mijn collega-Kamerlid het onderwerp elektronisch toezicht breder pakt. De fractie van Nieuw Sociaal Contract vindt het van belang om het tijdens dit tweeminutendebat over het capaciteitsverlof te hebben en wil het elektronisch toezicht op een later moment bespreken.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat momenteel het capaciteitsverlof met elektronisch toezicht wordt ingezet als een van de maatregelen om het capaciteitsprobleem in het gevangeniswezen op te lossen;
constaterende dat vanaf 1 juni tot en met begin september in totaal 44 gedetineerden met deze vorm van verlof naar buiten zijn gegaan en dat deze maatregel tot nu toe slechts zes plaatsen op jaarbasis oplevert;
constaterende dat deze aantallen fors lager uitvallen dan eerder verwacht werd en zoals werd aangegeven in de brief van 15 maart 2024, namelijk maximaal 250 plaatsen per december 2024;
van mening dat het capaciteitsverlof een ineffectieve maatregel is, die afbreuk doet aan het gezag van de rechter en het vertrouwen in de overheid aantast;
verzoekt de regering om het capaciteitsverlof te beëindigen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Bruyning (NSC):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. U heeft een interruptie van de heer Van Nispen, dus wilt u nog even achter het spreekgestoelte gaan staan? Het is niet zo erg. Ik ken de heer Van Nispen, dus dat komt helemaal goed. Het woord is aan de heer Van Nispen.
De heer Van Nispen (SP):
Ik begrijp deze motie. Ik ben zelf ook geen groot voorstander van capaciteitsverlof, want een straf van de rechter moet in principe uitgezeten worden. Maar er zijn ook alternatieven, bijvoorbeeld een toename van meerpersoonscelgebruik of minder personeel op de groep of verdere versoberingen, wat ook weer leidt tot meer onveiligheid voor het personeel. Het is uiteindelijk dus ook een soort keuze uit verschillende kwaden. Is dit dan de keuze die Nieuw Sociaal Contract maakt ten opzichte van bijvoorbeeld verdere versoberingen of een toename van meerpersoonscelgebruik et cetera? Uiteindelijk zal de staatssecretaris namelijk toch zeggen: als u dit niet wil, dan ga ik andere dingen doen om te zorgen dat mensen in de cel kunnen zitten.
Mevrouw Bruyning (NSC):
Dank u wel voor de vraag, collega. Ik hoor wat mijn collega zegt als het gaat om het kiezen tussen kwaden. Tegelijkertijd denk ik dat dit niet de juiste manier is. Wij zijn natuurlijk de partij van de rechtsstatelijkheid. Op het moment dat een rechter een vonnis uitspreekt, moet dat gewoon worden opgevolgd. Er zijn alternatieven. Ik wacht de appreciatie van de staatssecretaris even af, maar anders moet er uiteraard gekeken worden welk alternatief het beste is.
De voorzitter:
Een hele korte verduidelijkende vraag, meneer Van Nispen.
De heer Van Nispen (SP):
Meer een oproep. Kijk, rechtsstatelijkheid is ook dat je staat voor het gevangenispersoneel, voor de mensen die dag in, dag uit staan voor de veiligheid. Als dit tot meer druk leidt voor het gevangenispersoneel, moeten we daar ook oog voor hebben. Dat is natuurlijk ook rechtsstatelijkheid.
De voorzitter:
Helder. Ik zie de heer Sneller naar de interruptiemicrofoon lopen.
De heer Sneller (D66):
De enige motie die nu komt van NSC is: doe dit niet. Daarmee laat je alle alternatieven open en stuur je de staatssecretaris eigenlijk juist die kant op. De vraag die ik ook in het commissiedebat had, wordt hiermee nog steeds niet beantwoord: wat dan wel? Er zijn zojuist ook moties ingediend door collega Van Nispen. Het blijft een vreemde vorm, vind ik, om te zeggen dat bij deze maatregel de rechtsstatelijkheid in het geding is, terwijl er ook bij de alternatieven vragen te stellen zijn, die vervolgens niet beantwoord worden door Nieuw Sociaal Contract.
Mevrouw Bruyning (NSC):
Dank voor de vraag, collega. Hij heeft dat in het commissiedebat inderdaad ook aan mij gevraagd. Het gaat erom dat we deze maatregel niet willen in verband met de rechtsstatelijkheid. Alle alternatieven moeten uiteraard goed bekeken worden. De voor- en nadelen moeten worden afgewogen en dan moet er een gedegen keuze gemaakt worden tussen de alternatieven die er zijn. Maar deze maatregel zou NSC in ieder geval niet willen.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan mevrouw Lahlah van GroenLinks-Partij van de Arbeid.
Mevrouw Lahlah (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb geen moties, behalve de moties die ik samen met de heer Van Nispen heb ingediend. Ik wil dit moment graag gebruiken om stil te staan bij het debat, waarin ik het in mijn bijdrage met name heb gehad over de actualiteiten rondom de ebi, de extra beveiligde inrichting, en het plan van de staatssecretaris om gedetineerden naar Estland te sturen. Het idee om gedetineerden naar Estland te sturen raakt een fundamenteel punt. Nederland moet namelijk zelf in zijn eigen detentiecapaciteit voorzien. Het uitbesteden van onze verantwoordelijkheid ondermijnt de kernwaarden van onze rechtsstaat, maar ook de rechten van gedetineerden. Dus laten we alles op alles zetten om de capaciteit in eigen land zo snel mogelijk uit te breiden. Daarom mijn steun voor de moties van de heer Van Nispen.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan de heer Ellian van de fractie van de VVD.
De heer Ellian (VVD):
Dank, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in 2024 tot september 98 telefoons in de penitentiaire inrichtingen gevonden zijn;
constaterende dat in de PI Heerhugowaard Zuyder Bos (19), PI Dordrecht (10), PI Rotterdam De Schie (12), PI Veenhuizen Norgerhaven (18), PI Zuid-Oost Roermond (11) op maandelijkse basis telefoons worden gevonden;
constaterende dat in enkele van deze penitentiaire inrichtingen grote criminelen en/of criminele kopstukken gedetineerd zitten;
van mening dat telefoons in penitentiaire inrichtingen ontoelaatbaar zijn en ontoelaatbare veiligheidsrisico's met zich meebrengen omdat zij worden gebruikt voor criminele doeleinden;
verzoekt de regering om:
-verscherpte controles in te stellen bij de penitentiaire inrichtingen waar de meeste telefoons worden gevonden;
-aanvullende maatregelen te nemen teneinde het binnenbrengen van telefoons in penitentiaire inrichtingen tegen te gaan;
-de Kamer over deze verscherpte controles en aanvullende maatregelen uiterlijk in het eerste kwartaal van 2025 te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in enkele penitentiaire inrichtingen tablets worden uitgedeeld aan gedetineerden omdat ze te lang op cel zouden zitten;
constaterende dat deze tablets gebruikmaken van een mobiele dataverbinding en dus verbinding hebben met internet;
van mening dat er geen enkele noodzaak bestaat om tablets uit te delen aan gedetineerden en dat een internetverbinding ontoelaatbare veiligheidsrisico's met zich meebrengt;
verzoekt de regering om per direct te stoppen met het verschaffen en beschikbaar stellen van tablets aan gedetineerden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Ellian (VVD):
Dan heb ik nog een vraag aan de staatssecretaris. Collega Van Nispen heeft zojuist een motie ingediend over de meerpersoonscellen. Ik was ook onaangenaam verrast door dit voornemen. Ik zou dus graag willen weten aan welke penitentiaire inrichtingen wordt gedacht om meerpersoonscellen te creëren. Zijn dat inrichtingen waar nu alleen eenpersoonscellen zijn? Wat is de verwachting van de opbrengst en wat vindt het personeel hiervan? De antwoorden op die vragen heb ik wel nodig om tot een standpunt te kunnen komen.
Dank, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Tot slot gaan we naar de heer Emiel van Dijk van de fractie van de PVV.
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Dank u wel, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat gedetineerden in Nederlandse gevangenissen het recht hebben op het dragen van eigen kleding op grond van de Penitentiaire beginselenwet;
constaterende dat het recht op eigen kleding niet gestoeld is op internationale of Europese verplichtingen;
constaterende dat gedetineerden in verschillende Europese landen een gevangenisuniform dragen;
overwegende dat het recht op eigen kleding voor hiërarchische verhoudingen zorgt, statusverschillen versterkt en diefstal in de hand werkt, wat zorgt voor conflicten en toenemende onveiligheid van gevangenispersoneel;
van mening dat wij in Nederland zuinig moeten zijn op ons gevangenispersoneel, dat hun veiligheid te allen tijde gewaarborgd moet zijn en dat dus alle potentieel gevaarlijke en onveilige situaties voorkomen moeten worden;
verzoekt de regering te onderzoeken hoe gevangenisuniformen kunnen worden geïntroduceerd en daarmee een einde gemaakt kan worden aan het dragen van eigen kleding in detentie,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het huidige systeem voor de inzet van speurhonden in gevangenissen werkt op oproepbasis op landelijk niveau;
constaterende dat het aantal honden ontoereikend is om op structurele basis controles uit te voeren met speurhonden;
constaterende dat door de genoemde beperkingen van het huidige systeem het volle potentieel van speurhonden niet benut wordt;
constaterende dat dit in andere landen, waaronder Engeland, wel het geval is en dat dit effectief is;
overwegende dat de effectieve aanpak van contrabande bijdraagt aan de bestrijding van voortgezet crimineel handelen en dit de veiligheid in gevangenissen flink zou kunnen vergroten, wat ten goede zou komen aan de werkdruk en -sfeer bij cipiers en ander gevangenispersoneel;
verzoekt de regering te inventariseren hoe naar een stelsel kan worden toegewerkt waarbij gevangenissen beschikking hebben over meerdere (eigen) speurhonden en daarmee op structurele en regelmatige basis kunnen controleren op contrabande,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. Dat waren uw moties?
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Ja, dat waren mijn moties, voorzitter.
De voorzitter:
Daar is een interruptie over van de heer Ellian van de VVD-fractie.
De heer Ellian (VVD):
Interessante motie, de laatste, maar ik vind die lastig. Ik ben zelf echt voorstander van controle van buiten. De speurhonden zijn nu veelal onderdeel van LBB, de Landelijke Bijzondere Bijstandseenheid. Begrijp ik de indiener goed dat de speurhonden dan dus eigendom van de betreffende penitentiaire inrichting zouden zijn — een beetje lullig om dat over dieren te zeggen — en dat de inrichting dan dus zelf kan bepalen wanneer die hond ingezet wordt? Gaan ze dan dus zelf de controle doen, in plaats van dat de Landelijke Bijzondere Bijstandseenheid dat doet?
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Ik heb gekeken naar de speurhonden die momenteel bij de DV&O zitten. Ik wil graag een uitwerking of in elk geval een idee van het kabinet horen hoe dit het beste vormgegeven zou kunnen worden. Ik ga er niet prat op dat er per se een hondenkennel met verzorger en alle benodigde ondersteuning permanent bij een gevangenis moet zijn. Als dat gepoold kan worden, zou dat perfect zijn, maar er moet veel meer dan nu gecontroleerd kunnen worden op bijvoorbeeld mobiele telefoons en andere contrabande.
De voorzitter:
Helder, dank u. Er is nog een interruptie van meneer Sneller van D66.
De heer Sneller (D66):
Een korte vraag over de kledingmotie. Tijdens het debat was het niet belangrijk genoeg om er één woord aan te wijden, maar nu wordt er wel een motie over dit onderwerp ingediend. Kan de heer Van Dijk mij vertellen wat er tussen het debat en nu gebeurd is dat dit opeens tot iets zodanig belangrijks heeft gemaakt dat het een motie moest worden, wat hij niet wist voor het commissiedebat?
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Naar aanleiding van het debat hebben wij zitten nadenken over hoe we het gevangenisregime kunnen versoberen. Een van de opties daarbij is de kleding.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Van Nispen nog op dit onderwerp?
De heer Van Nispen (SP):
Het hele debat ging over de grote capaciteitstekorten en de megaproblemen in de gevangenissen. Er wordt nu zelfs aan Estland gedacht en het meerpersoonscelgebruik wordt geïntensiveerd. De grote problemen betreffen ook de onveiligheid van het gevangenispersoneel en de werkdruk. Heeft de heer Van Dijk in al zijn gesprekken met en werkbezoeken aan gevangenispersoneel gehoord dat dit nou de hoogste prioriteit moet hebben om de grote problemen, de onveiligheid en de werkdruk op te lossen? Is dit dan het antwoord van de PVV daarop?
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Ik weet niet of het de hoogste prioriteit heeft bij het gevangenispersoneel, maar wij hebben wel gehoord dat er, op het moment dat mensen in hun eigen huis-tuin-en-keukenkloffie door een justitiële inrichting banjeren, geen onderscheid gemaakt kan worden tussen personeel en gedetineerden. Dat kan zorgen voor onveilige situaties. Denk aan calamiteiten. Als er iets gebeurt, moet er direct gehandeld worden. Als mensen een oranje, roze, of voor mijn part geel pak dragen — dat maakt allemaal niet uit — dan kan direct gezien worden wie een gedetineerde is en wie onderdeel uitmaakt van het personeel of van ondersteunende diensten. Het kan dus helpen.
De voorzitter:
Ik kijk even naar de heer Van Nispen. Dit onderwerp is natuurlijk niet besproken tijdens het debat.
De heer Van Nispen (SP):
Nee, daarom is het zo belangrijk om het hierover te hebben.
De voorzitter:
Vandaar dat ik u nog één interruptie wil toestaan. Gaat uw gang.
De heer Van Nispen (SP):
Dank, voorzitter. Dat onderscheid met personeel is natuurlijk wél te maken. Personeel draagt uniformen. Het is voor iedereen dus volstrekt helder wie tot het personeel behoort en wie niet. Natuurlijk mag de heer Van Dijk vinden dat mensen in een roze of oranje pak moeten lopen. Ik ben weleens in Rwanda geweest; daar lopen ze ook in een roze pak. Hij mag dat vinden en hij mag dat voorstellen, maar het is raar om dat niet in het commissiedebat te doen. Het is ook raar om het argument te gebruiken dat je anders niet kan zien wie gevangene of medewerker is. Ik vind het heel raar om niet met gevangenispersoneel te overleggen en hier niet met voorstellen te komen die iets doen aan het salaris, aan de werkdruk, aan het ziekteverzuim en aan die onveiligheid. Al die dingen had de heer Van Dijk hier kunnen doen en dan komt hij hiermee. Ik vind dat veel zeggen.
De voorzitter:
Een korte reactie van de heer Van Dijk.
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Ik vind deze conclusie te kort door de bocht, maar die laat ik voor rekening van de heer Van Nispen.
De heer Sneller (D66):
Ik was gaan zitten omdat we één interruptie hadden. Het antwoord van de heer Van Dijk op mijn vraag was versobering. Versobering zoals mevrouw Bruyning noemt, levert capaciteit op. Ik snap dat in relatie tot de problematiek. Maar dit heeft natuurlijk helemaal niks te maken met de voorliggende problematiek en doet daar ook niks aan. De heer Van Nispen legde dat duidelijk bloot. Het antwoord van de heer Van Dijk op mijn vraag snap ik dus inderdaad nog steeds niet. Ik geef hem graag de gelegenheid om het nog een keer uit te leggen. Volgens mij komt het namelijk gewoon uit de lucht vallen en doet het op geen enkele manier recht aan de problematiek die er voorligt.
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Ik zie dat niet zo. Ik denk dat als gevangenen niet met merkkleding kunnen etaleren wat voor rijkdommen zij hebben, als ze niet met persoonlijke kleding uitdrukking kunnen geven aan status, je daarmee werkt aan een versobering van het gevangenisregime. Het is niet leuk om in een oranje overal te moeten rondlopen, terwijl je bij wijze van spreken ook gewoon in je pyjama achter de PlayStation kan zitten. Dat laatste moet gewoon maar eens afgelopen zijn.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan ga ik tien minuten schorsen, dus tot 10.50 uur, zodat de staatssecretaris de tijd heeft om de zestien moties die zijn ingediend te appreciëren en enkele vragen te beantwoorden.
De vergadering wordt van 10.37 uur tot 10.49 uur geschorst.
De voorzitter:
Aan de orde is de termijn van de zijde van het kabinet. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid gaat zestien moties kort en bondig appreciëren. Het woord is aan de staatssecretaris.
Staatssecretaris Coenradie:
Dank, voorzitter. Dank voor de moties. Ik begin met de motie van het lid Van Nispen over stoppen met de verkenning naar het plaatsen van gedetineerden in Estland. Ik ontraad deze motie vanwege het gegeven dat het capaciteitstekort bij DJI hardnekkig is en wij gezamenlijk geconstateerd hebben dat het onacceptabel is als straffen niet snel worden uitgevoerd en criminelen langer wachten op hun straf. Ik heb daarom ook niet de luxe om maatregelen van tevoren uit te sluiten. Daarbij wil ik gezegd hebben dat ook als straffen in Estland ten uitvoer worden gelegd, aan Nederlands recht moet worden voldaan. Het doel van de verkenning is om te bepalen of dat mogelijk is. Ik vraag u daarom ook om mij de kans te geven de verkenning voort te zetten, zodat ik daarna een gegrond besluit kan nemen of het wenselijk om de onderhandelingsfase te beginnen.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 978 is ontraden.
Staatssecretaris Coenradie:
Daar wil ik nog even aan toevoegen dat ik uw Kamer via de voortgangsrapportages capaciteit informeer over de voortgang van de verkenning.
De tweede motie, ook van het lid Van Nispen, gaat over de nullijn en de herwaardering van de functie van uitvoerend gevangenispersoneel. Ontraden. Zoals gemeld in de brief van gisteren aan uw Kamer gaat DJI de functie van piw'er opnieuw laten beschrijven en eventueel herwaarderen. Dat deel van de motie kan ik dus oordeel Kamer geven. Ik vind het belangrijk om daarbij aan te geven dat, als gevolg van dit proces, het niet vanzelfsprekend is dat daar ook een hogere salarisindeling in het functiegebouw uit gaat komen. Ik wil uw Kamer maar bovenal de piw'ers van DJI dan ook geen loze beloftes doen. Tenslotte is in het hoofdlijnenakkoord de nullijn afgesproken. Ik ben hierbij gebonden aan de cao Rijk. Daartoe heb ik mij te verhouden. Als dat deel in de motie blijft staan, moet ik de motie ontraden. Als de motie wordt aangepast, dus enkel herwaardering, geef ik deze motie oordeel Kamer.
De voorzitter:
Ik kijk even naar de indiener, de heer Van Nispen.
De heer Van Nispen (SP):
De herwaardering staat al in de brief van gisteren. Ik kan mijn motie wel aanpassen, maar dan schrijf ik hetzelfde op als wat in de brief staat. Dat heeft voor mij niet zo veel zin. Ik incasseer dus dat de motie ontraden is. Ik doe nog wel één keer een klemmend beroep — ik houd het kort, voorzitter — op deze staatssecretaris. Er worden van allerlei dingen verkend en uitgezocht, maar er is echt één topprioriteit die deze staatssecretaris volgens mij zou moeten hebben, namelijk het vak aantrekkelijk maken. Het grootste probleem is het tekort aan gevangenispersoneel en ik hoop echt dat de staatssecretaris alles op alles zet om daar werk van te maken. Dan hoeven we het niet meer te hebben over vakantieverlof, over Estland, over meerpersoonscellen en al die dingen die volgens mij bijna niemand wil. Dit is echt de topprioriteit van de staatssecretaris. Zet 'm op!
De voorzitter:
Uw punt is duidelijk, maar de motie op stuk nr. 979 is ontraden. We gaan naar de volgende motie.
Staatssecretaris Coenradie:
Een heldere oproep; dank daarvoor.
De volgende motie, ook van de heer Van Nispen, gaat over stoppen met meerpersoonscellen. Ook deze motie moet ik ontraden. Meerpersoonscellen zijn een volwaardige vorm van detentie waarmee flexibel kan worden ingespeeld op wisselende capaciteitsbehoeften. Wederom, gelet op het capaciteitstekort bij DJI heb ik gewoon niet de luxe om op dit moment maatregelen uit te sluiten.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 980 is ontraden.
Staatssecretaris Coenradie:
Ja. Daarover zijn ook vragen gesteld door de heer Ellian van de VVD. Hij zegt dat het eerder onverantwoord en onmogelijk werd geacht om gedetineerden op een meerpersoonscel te plaatsen en dat we nu toch tot deze maatregel overgaan. Hoe kan ik dat uitleggen, is de vraag. Hij wil ook weten in welke inrichting dit gebeurt en of dit met het personeel is besproken. Vanwege de huidige situatie heb ik DJI gevraagd alles op alles te zetten om meerpersoonscellen in te zetten daar waar dat mogelijk is en verantwoord kan. Het kader en de criteria voor plaatsing worden uiteraard niet gewijzigd. Door het aanpassen van een aantal leefafdelingen kunnen, met minimale fysieke wijzigingen, nog een aantal meerpersoonscellen worden toegevoegd. In aantallen heb je het over enkele tientallen. We zijn nog nader aan het bekijken waar we dit exact kunnen doen. Uiteraard nemen we het personeel hierin mee. Maar dit is onze verwachting.
De voorzitter:
Dank. Meneer Ellian, één korte vraag.
De heer Ellian (VVD):
Zeker. Een verhelderende vraag, omdat de staatssecretaris het heeft over leefafdelingen. Mag ik er dan van uitgaan dat het dus gaat om inrichtingen en afdelingen waar nu eenpersoonscellen zijn? Die worden dus aangepast om er meerpersoonscellen van te maken.
Staatssecretaris Coenradie:
Het kan door gedetineerden die een contra-indicatie hebben, te verplaatsen naar een epc-afdeling waardoor de mpc-cel ook als een mpc-cel kan worden ingezet. Een mpc-cel is een meerpersoonscel.
De voorzitter:
Dank u. We gaan naar de volgende motie.
Staatssecretaris Coenradie:
Ja. De motie op stuk nr. 981 is ook van de heer Van Nispen en gaat over Veldzicht. Die motie krijgt oordeel Kamer. De motie is in lijn met de brief die ik op 8 oktober samen met de minister van Asiel en Migratie aan uw Kamer zond. In het licht van de capaciteitsdruk bij tbs bekijken we de mogelijkheid om in Veldzicht bedden beschikbaar te maken die momenteel bezet worden door de COA-doelgroep. Wij onderzoeken ook welke alternatieven er zijn voor de COA-doelgroep. Wanneer er geen sprake is van een strafrechtelijke titel, is de minister van Asiel en Migratie verantwoordelijk voor deze doelgroep. De minister zet zit ervoor in dat aan vreemdelingen die ernstige psychiatrische problematiek kennen, passende zorg en waar nodig beveiliging geboden kan blijven worden. Zij worden niet zomaar op straat gezet. Als er mensen zijn die qua beveiligingsbehoefte nu passen op het beveiligingsniveau van Veldzicht, dan gaat de minister geen stappen zetten zonder alternatief. Daarom geef ik de motie oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 981 krijgt oordeel Kamer.
Staatssecretaris Coenradie:
Dan de motie op stuk nr. 982, van de heer Eerdmans. Die motie gaat over het capaciteitsverlof niet verruimen. Ik zou graag willen dat die motie wordt aangehouden. Ik snap de weerstand tegen deze maatregel. Ik voel die in zekere zin ook, maar de situatie in het gevangeniswezen is echt hardnekkig. Om het tij te keren en veroordeelden hun straf snel en zeker te laten ondergaan, moet ik waar mogelijk extra celcapaciteit creëren. Ik heb hiervoor alle getroffen maatregelen heel hard nodig. Dat geldt dus ook voor het capaciteitsverlof. Ook wil ik niet op voorhand uitsluiten dat ik de criteria hiervoor verruim. Nu hoor ik uw Kamer al zeggen: maar capaciteitsverlof levert veel minder celcapaciteit op dan verwacht. Dat zie ik inderdaad ook. Maar iedere plek die ik hier nu mee kan vrijmaken, is er één. Daar haal ik mijn neus zeker niet voor op. Dat is dus ook een stap in de goede richting.
De voorzitter:
Ik zie geen beweging aan de kant van de heer Eerdmans. Dan ga ik er dus van uit dat deze motie ontraden wordt.
Staatssecretaris Coenradie:
Ja. Er is het verzoek om de motie aan te houden.
De voorzitter:
Dat verzoek wordt niet gehonoreerd. Dan is de motie bij dezen ontraden.
Staatssecretaris Coenradie:
Dan de motie op stuk nr. 983, ook van de heer Eerdmans, over het Britse voorbeeld. Eveneens is het mijn voorkeur dat die motie wordt aangehouden. Ik onderzoek in de breedte alle mogelijke opties. Ik heb gewoon niet de luxe om maatregelen uit te sluiten. Ik verzoek de Kamer daarom om vooral mee te denken over oplossingen en om deze motie, hoe onwenselijk ook, aan te houden. Laat ik vooropstellen dat de situatie in Engeland natuurlijk ook mijn schrikbeeld is. Ik kom hier in de volgende voortgangsrapportage, voor het einde van het jaar, op terug.
De voorzitter:
Ook hier geldt, zolang ik geen beweging zie, dat deze motie wordt ontraden.
Staatssecretaris Coenradie:
Dan de motie op stuk nr. 984, ook van de heer Eerdmans, over het PBC-rapport. Deze motie ontraad ik ook. In de praktijk maakt de officier van justitie in de betreffende strafzaak van geval tot geval een afweging of het slachtoffer inzicht krijgt in het rapport van het Pieter Baan Centrum. De officier weegt het slachtofferbelang hierin zorgvuldig mee, naast het medisch beroepsgeheim. Er zijn dus al mogelijkheden om slachtoffers en nabestaanden inzicht te geven in de rapporten. Het onderzoek waar de motie naar vraagt, heeft dan ook geen toegevoegde waarde.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 984 wordt ontraden.
Staatssecretaris Coenradie:
Dan de motie op stuk nr. 985 van mevrouw Helder over stoppen met het capaciteitsverlof. Ook hiervoor geldt: aanhouden. Ik heb eerder gezegd dat ik de weerstand tegen deze maatregel snap. Ik voel die in zekere zin ook, maar de situatie in het gevangeniswezen is echt te hardnekkig.
De voorzitter:
Ik concludeer dat deze motie voorlopig niet wordt aangehouden en dat die daarmee ontraden is door de kant van het kabinet.
Staatssecretaris Coenradie:
Dan wederom een motie van mevrouw Helder. Dat is de motie op stuk nr. 986.
De voorzitter:
Ja.
Staatssecretaris Coenradie:
Die motie gaat over geen invoering van elektronische detentie ...
De voorzitter:
Een klein momentje. De motie op stuk nr. 986 is een spreekt-uitmotie. Die behoeft geen appreciatie van de zijde van het kabinet. U mag er wel kort wat woorden aan wijden, maar de motie behoeft geen appreciatie.
Staatssecretaris Coenradie:
Tijdens het commissiedebat van 2 oktober heb ik ook toegezegd dat ik schriftelijk zal ingaan op het onderwerp elektronische detentie. Dat zal ik mede namens de staatssecretaris Rechtsbescherming doen. De vraag of elektronische detentie als een hoofdstraf moet worden ingevoerd, ligt echt primair binnen zijn portefeuille. Dat wil ik hier voor alle volledigheid nog even aan toegevoegd hebben.
De voorzitter:
Dank u wel.
Staatssecretaris Coenradie:
Dan de motie op stuk nr. 987 van de heer Krul van het CDA over structurele oplossingen voor de tekorten in de jeugdgevangenissen. U doet twee verzoeken. Ik ga daar in omgekeerde volgorde op in. Wat het tweede verzoek betreft wordt er hard gewerkt aan een structurele oplossing voor het capaciteitstekort in jeugdgevangenissen. In dat kader zijn er ook op 1 oktober twee groepen geopend. In de loop van 2025 komt daar nog capaciteit bij verspreid over drie jeugdgevangenissen. Het totaalplaatje zal ik u schetsen in de Kamerbrief die u op zeer korte termijn van mij ontvangt, uiterlijk de tweede week na het herfstreces. Als ik het eerste verzoek zo mag lezen dat u daarmee het huidige regime op de afdelingen voor jongvolwassenen in Zeist en Almelo onderschrijft, dan kan ik de motie oordeel Kamer geven. Als de motie breder is dan deze afdelingen en ook de jongvolwassenen betreft die elders in het gevangeniswezen worden geplaatst, dan moet ik de motie ontraden. DJI kan elders in het gevangeniswezen vanwege beperkingen op het gebied van personeel en verbouwingen namelijk geen extra elementen toevoegen aan het huis-van-bewaringregime zoals in Zeist en Almelo.
De voorzitter:
Ik zie instemmend geknik van de heer Krul, dus dan krijgt de motie op stuk nr. 987 oordeel Kamer.
Staatssecretaris Coenradie:
Dan de motie op stuk nr. 988 van NSC, van mevrouw Bruyning. Die gaat over stoppen met het capaciteitsverlof. Ik zou het echt heel fijn vinden als deze aangehouden zou kunnen worden, want nogmaals, ik snap de weerstand en het geen concessies doen aan de straf die de rechter heeft opgelegd. Tegelijkertijd heb ik gewoon echt niet de luxe om te zeggen dat we met maatregelen stoppen op het moment dat er nog geen andere oplossingen liggen.
Mevrouw Bruyning (NSC):
Ik wil de motie wel aanhouden, maar dan wil ik ook graag vragen aan de staatssecretaris wanneer we dan eventueel geïnformeerd kunnen worden over alternatieven voor het capaciteitsverlof.
Staatssecretaris Coenradie:
Dat is een terechte vraag. In de voortgangsbrief die in december komt, zal ik dat meenemen.
De voorzitter:
Helder.
Op verzoek van mevrouw Bruyning stel ik voor haar motie (24587, nr. 988) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Staatssecretaris Coenradie:
De motie op stuk nr. 989 van de heer Ellian over telefoons in de p.i.'s krijgt oordeel Kamer. Ik heb wel een paar opmerkingen daarover. Telefoons in p.i.'s zijn een serieus probleem vanwege het risico op voortgezet crimineel handelen vanuit detentie. Daarom is in het regeerprogramma ook opgenomen dat we daar werk van gaan maken. De motie sluit daar inhoudelijk goed op aan. In de constateringen worden vijf p.i.'s eruit gepikt. Dat die p.i.'s hoog scoren is een momentopname en niet per definitie een patroon. Wel geldt dat er risicogestuurd wordt gecontroleerd op contrabande. Maar ik vind dat er DJI-breed een betere aanpak moet komen. Dat is ook in lijn met het regeerprogramma. Als ik de motie zo mag interpreteren dat ik met DJI in gesprek ga over korte- en langetermijnmaatregelen om telefoons in p.i.'s tegen te gaan, dan kan ik deze oordeel Kamer geven. Ik zal de Kamer informeren tegelijk met de uitwerking van de passage uit het regeerprogramma over de aanpak van voortgezet crimineel handelen vanuit detentie. Dat is vanwege de nauwe samenhang zuiver.
De voorzitter:
Ik kijk even naar de indiener om te zien of deze interpretatie wordt gedeeld. Dat is voor de appreciatie wel belangrijk.
De heer Ellian (VVD):
Ik ben abuis; dat gebeurt ook mij weleens. De motie vraagt om zo snel mogelijk verscherpte controles. Het tweede gedachtestreepje gaat over structurele maatregelen. Wat wordt er nu aan mij gevraagd? De staatssecretaris zegt iets over die vijf p.i.'s. Oké, dat staat in de overwegingen, maar wat is nu de vraag?
De voorzitter:
Kan de staatssecretaris hier nog heel kort op ingaan?
Staatssecretaris Coenradie:
Het is niet meer dan een constatering en het gaat hier om een momentopname. We moeten er dus voor waken om te zeggen dat het een structureel probleem is bij de betreffende vijf p.i.'s waar een verhoogde vondst was. Ik geef de motie oordeel Kamer, omdat ik ook zie dat we voor heel veel zaken korte- en langetermijnmaatregelen moeten nemen, dus het is een prima motie wat mij betreft, als ik zo vrij mag zijn.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 989 krijgt oordeel Kamer.
Staatssecretaris Coenradie:
Dan de motie op stuk nr. 990, ook van de heer Ellian van de VVD, over stoppen met de pilot tablets op cel. Die zou ik graag willen laten aanhouden. Dat heeft met het volgende te maken. "Tablets on demand" is een pilot om op plaatsen waar personele krapte bestaat, compensatie te bieden voor het wegvallen van delen van het dagprogramma. Die tablets zijn vooraf uitgebreid getest op veiligheidsissues. Hier zijn geen risico's geconstateerd. De verbinding met 4G is volledig beveiligd. Ik waardeer het dan ook dat DJI naar innovatieve manieren kijkt om de capaciteitsproblemen het hoofd te bieden met behoud van orde en veiligheid. De pilot wordt momenteel geëvalueerd. Ik vind het positief dat er wordt bekeken hoe er anders kan worden ingezet, met minder personeelsinzet. Voor de zomer van 2025 zou ik graag in de tweede voortgangsbrief hierover een terugkoppeling willen geven.
De voorzitter:
Wat is uw appreciatie van de motie?
Staatssecretaris Coenradie:
Aanhouden tot na de evaluatie.
De voorzitter:
Ik zie dat daar niet mee wordt ingestemd. Dan is de motie op stuk nr. 990 ontraden. Meneer Van Nispen, een korte verduidelijkende vraag.
De heer Van Nispen (SP):
Zegt de staatssecretaris nou dat er geen veiligheidsrisico's zijn omdat dit getest en gescreend is? Is dat wat de staatssecretaris zegt?
Staatssecretaris Coenradie:
Dat is wat ik zeg.
De voorzitter:
Dan is dat duidelijk. We gaan door naar de volgende motie.
Staatssecretaris Coenradie:
De motie op stuk nr. 991 van de PVV gaat over het dragen van een uniform door gedetineerden. Ik ontraad deze motie. Een gedetineerde heeft op grond van de Penitentiaire beginselenwet recht op het dragen van eigen kleding en schoenen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt bovendien dat het behouden van de individuele identiteit bijdraagt aan het verminderen van crimineel gedrag en daarmee uiteindelijk ook aan het terugdringen van recidive. Het behouden van de individuele identiteit vermindert groepsvorming en groepsidentiteit. Het draagt eraan bij dat er geen groepsstatus wordt gecreëerd in detentie en blijft weg van stigmatisering. Tegelijkertijd werk ik eraan om merkkleding en dure schoenen of kleding in de p.i. te verbieden, om daarmee bij te dragen aan de handhaving van de orde en veiligheid in de inrichting. Middels dure merkkleding kan een gedetineerde aanzien en macht verkrijgen. In het daarnaast ook verplichten tot het dragen van een uniform zie ik geen meerwaarde.
De voorzitter:
Helder. De motie op stuk nr. 991 is ontraden.
Staatssecretaris Coenradie:
De motie op stuk nr. 992, die eveneens van de PVV is, gaat over de speurhonden. U had het over zestien moties, voorzitter, maar ik heb er vijftien.
De voorzitter:
Excuus, het zijn er inderdaad vijftien.
Staatssecretaris Coenradie:
Deze motie geef ik oordeel Kamer. De speurhonden worden nu al flexibel ingezet en het aantal honden is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Ik ben bereid met DJI wederom te kijken hoe we de honden zo goed mogelijk kunnen inzetten. Dit als onderdeel van de versterking van de aanpak van contrabande, die ook in het regeerprogramma staat. Ik ben bereid om deze suggestie daarin mee te nemen.
De voorzitter:
Dank. De motie op stuk nr. 992 krijgt oordeel Kamer. Tot slot de heer Ellian. Een korte verduidelijkende vraag.
De heer Ellian (VVD):
Dank, voorzitter. Fijn dat u ons die mogelijkheid geeft. Voor mij is echt essentieel, ook in het licht van de motie over telefoons en alle ellende die de p.i.'s nu binnenkomt, om te weten of het de bedoeling is dat de gevangenissen zelf over die honden kunnen beschikken. De indiener zegt immers "mij maakt het niet uit", maar de staatssecretaris geeft oordeel Kamer op een motie waarin staat dat "gevangenissen beschikking hebben over meerdere (eigen) speurhonden". Welke richting wil de staatssecretaris op? Dat is voor mij essentieel, want ik vind dat toezicht extern moet zijn.
Staatssecretaris Coenradie:
Het toezicht moet wat mij betreft extern blijven, dus dat is wat ik hierbij kan opmerken. Ik hoop dat ik daarmee uw vraag beantwoord heb.
De voorzitter:
Echt een hele korte verduidelijkende vraag, want dit was een vrij duidelijk antwoord.
Mevrouw Helder (BBB):
Dit heeft niks met extern toezicht te maken. Je hebt verschillende soorten speurhonden. Je moet een drugshond hebben én een telefoonhond.
Staatssecretaris Coenradie:
Wat is precies uw vraag?
Mevrouw Helder (BBB):
Er staat dat men beschikking moet hebben over eigen honden. Als je de motie zo leest, moet een gevangenis zelf verschillende soorten speurhonden hebben.
De voorzitter:
De staatssecretaris heeft de motie van een oordeel voorzien. In de motie staat het zoals het staat. Daar wil ik het graag bij laten. Ik dank de staatssecretaris voor haar beantwoording en ik dank de leden.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
We gaan op dinsdag 5 november stemmen over deze moties. Ik schors voor een heel kort ogenblik en daarna gaan we door met het tweeminutendebat Zeden en (on)veiligheid van vrouwen.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20242025-17-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.