25 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Aan de orde is de regeling van werkzaamheden.

Ik deel aan de Kamer mee dat voor de volgende debatten de termijn voor toekenning is verlengd:

  • -het debat over de hoge inflatie in Nederland;

  • -het debat over volumenormen in de ziekenhuiszorg;

  • -het dertigledendebat over het bericht dat steeds meer bedrijven stoppen met factchecking en contentmoderatie aan banden leggen;

  • -het dertigledendebat over hospices die in de problemen komen door een lagere vergoeding van zorgverzekeraars;

  • -het dertigledendebat over de onderwijsbezuinigingen.

Op verzoek van de fractie van de VVD benoem ik:

  • -in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid De Beer tot lid in de bestaande vacature, de heer Van der Burg tot lid in plaats van het lid De Kort, het lid De Kort tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature en mevrouw Martens-America tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • -in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken het lid Hartsuiker tot lid in plaats van het lid Meulenkamp en het lid Michon-Derkzen tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • -in de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat het lid Buijsse tot lid in plaats van het lid Erkens;

  • -in de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp het lid Van Campen tot lid in plaats van het lid Erkens;

  • -in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Rajkowski tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • -in de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur het lid Dral tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • -in de vaste commissie voor Financiën het lid Dral tot lid in de bestaande vacature.

Op verzoek van de fractie van de PVV benoem ik in de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid het lid Crijns tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van den Born.

Op verzoek van de fractie van D66 benoem ik in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Paternotte tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Sneller.

Ik stel voor de volgende wetsvoorstellen toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de introductie van een tweestatusstelsel en het aanscherpen van de vereisten bij nareis (Wet invoering tweestatusstelsel) (36703);

  • -Wijziging van de begrotingsstaten van het Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (36725-IV).

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda:

  • -het tweeminutendebat Natuur (CD d.d. 19/06), met als eerste spreker het lid Kostić van de Partij voor de Dieren;

  • -het tweeminutendebat Personeel (CD d.d. 19/06), met als eerste spreker het lid Boswijk van het CDA.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan geef ik bij de regeling van werkzaamheden graag het woord aan de heer Dassen van de fractie van Volt. Het woord is aan hem.

De heer Dassen (Volt):

Dank, voorzitter. Steeds meer mensen, vooral ook jongeren, halen hun nieuws bij de grote techbedrijven. Die grote techbedrijven bepalen in steeds grotere mate wat we te zien krijgen, vanwege het algoritme. Daar wordt voor gewaarschuwd en dat is een probleem aan het worden, juist omdat het dan niet gaat om het nieuws dat er te zien is maar om ervoor te zorgen dat mensen zo lang mogelijk online blijven. Daar is voor gewaarschuwd en daar willen wij graag een debat over met de minister van OCW en de minister van Binnenlandse Zaken.

De voorzitter:

We gaan even kijken of daar een meerderheid voor is.

Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):

Hoge urgentie. En zoals ik al eerder heb aangegeven in de Kamer: nee, er is geen ander moment om hier nog over te spreken, maar we moeten dit echt doen. Het is superbelangrijk, dus van harte steun.

De heer Vijlbrief (D66):

Voorzitter, steun.

De heer Van Kent (SP):

Van harte steun.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Steun.

De heer Van der Hoeff (PVV):

Geen steun.

De heer Oostenbrink (BBB):

Geen steun.

Mevrouw Postma (NSC):

Geen steun.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Mede namens het CDA: steun.

Mevrouw Rajkowski (VVD):

Voorzitter. Dit is zeker een belangrijk onderwerp. Wat de VVD betreft mogen jongeren best wel hun nieuws via sociale media halen, maar je wil voorkomen dat er bagger die niet klopt tussen zit. Daar hebben we de DSA-act voor, dus wat ons betreft geen steun.

De heer Ergin (DENK):

Steun.

De voorzitter:

U heeft geen meerderheid, meneer Dassen.

De heer Dassen (Volt):

Wel 30 leden, voorzitter, dus ik zou 'm graag op de lijst willen zetten.

De voorzitter:

We zetten u op de lijst.

Dan de heer Van Baarle.

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter, dank. Ik zal mijn verzoeken die te maken hebben met de situatie in Gaza, samenvoegen.

Voorzitter. Gisteren werden ruim 80 mensen in Gaza vermoord, waarvan 50 bij het ophalen van voedsel. In totaal werden minstens 400 mensen in Gaza vermoord toen ze wachtten op voedsel. En wat zagen we? Dat de Europese Unie heeft besloten om geen enkele stap te zetten in de richting van de Israëlische regering, terwijl duidelijk is dat de Israëlische regering zich schuldig maakt aan genocide, aan misdaden. Ik wil zo snel mogelijk, nog voor het reces, hierover een debat met de minister-president en met de minister van Buitenlandse Zaken om de misdaden van Israël te stoppen.

De heer Dassen (Volt):

Voorzitter. Van harte steun. Het internationaal recht wordt op deze manier bij het grofvuil gezet. Het is belangrijk dat we daar nog voor het reces een debat in de plenaire zaal over voeren.

Mevrouw Dobbe (SP):

Zoals iedere week van harte steun, om precies de redenen die de heer Van Baarle net aangaf. Het is echt nodig dat we het hierover hebben. Wij kunnen hier niet langer naar gaan zitten kijken en niets doen.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Steun.

De heer Oostenbrink (BBB):

Geen steun.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Voorzitter. Er vindt genocide plaats, dus heel graag een debat, voor het zomerreces.

De heer Vijlbrief (D66):

Voorzitter. Steun, maar ik zie meerdere dingen van de heer Van Baarle over Israël. Ik hoop dat die samen worden gevoegd tot één aanvraag.

De heer Van Baarle (DENK):

Ja.

De heer Vijlbrief (D66):

Dan steun.

De heer Van Campen (VVD):

Voorzitter. Het snelste moment om hier het debat over te voeren, is volgende week bij het commissiedebat over de Raad Buitenlandse Zaken dat gepland staat. Dus geen steun. Ik zou dit debat daarbij willen betrekken.

De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):

Ja, er is een commissiedebat. Ik denk dat dat echt de snelste manier is. Dat kunnen we dan ook nog plenair afronden in de laatste Kamerweek.

De voorzitter:

Dat is dus: geen steun.

Mevrouw Postma (NSC):

Het is echt veel slimmer om dit onderwerp in het commissiedebat te behandelen, dus geen steun.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Geen steun.

De voorzitter:

U heeft geen meerderheid, meneer Van Baarle.

Uw andere verzoek?

De heer Van Baarle (DENK):

We doen het verzoek volgende week weer, voorzitter.

Dan mijn tweede verzoek. Volgende week dinsdag, 1 juli, vindt de 23ste editie van de nationale herdenking van het Nederlandse slavernijverleden plaats. Het slavernijverleden, het koloniale verleden van ons land, is iets wat ook tot op de dag van vandaag diepe sporen achterlaat en een doorwerking heeft. Mensen willen op die dag graag herdenken en stilstaan bij Ketikoti. Die dag zijn er ook stemmingen voorzien. Het lijkt mij zeer redelijk dat wij met elkaar kijken naar mogelijkheden om de stemmingen uit te stellen, om ervoor te zorgen dat in ieder geval iedereen in deze Tweede Kamer aanwezig kan zijn bij de herdenking van het Nederlandse slavernijverleden, zodat daar aandacht aan gegeven kan worden.

Ik zou dat verzoek via deze weg graag willen neerleggen bij het Presidium, zodat het Presidium het besluit kan nemen over de wijze waarop we rekening kunnen houden met de mogelijkheid voor iedereen om aanwezig te zijn.

De voorzitter:

Het Presidium gaat daar niet over. De Kamer gaat daar gewoon over.

De heer Van Baarle (DENK):

Dan leg ik het voor aan de Kamer.

De voorzitter:

Dat zou ik zeker doen.

De heer Van Baarle (DENK):

Ik zou een uitspraak van de Kamer willen.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Geen steun.

De heer Van Campen (VVD):

Voorzitter. Ik vind het ongemakkelijk. Ik begrijp het verzoek van de heer Van Baarle heel goed, omdat dit voor heel veel mensen een belangrijke dag is. Tegelijkertijd is het voor ons de laatste dag voor het zomerreces waarop er stemmingen plaatsvinden, die niet alleen gaan over moties, maar ook over wetgeving. Daarbij weten we dat er bij sommige wetten separaat gestemd moet worden, over verschillende dagen verspreid. Ik vind het dus ingewikkeld.

Ik denk dat we praktisch moeten kijken naar wat de mogelijkheden zijn. Daar komt nu dat ongemak vandaan. Ik begrijp de intentie en de bedoeling van de heer Van Baarle heel goed, maar ik vraag me af hoe je dit praktisch rondkrijgt in die toch al hele complexe laatste Kamerweek voor het reces. Volgens mij is dat nu even de vraag.

De voorzitter:

Ik sluit me daar wel bij aan. Dan krijgen we grote problemen, omdat we bij een aantal zaken waarover we moeten stemmen, splitsingen aanbrengen tussen moties, amendementen en wetten. Als we dat allemaal in twee dagen gaan doen, dan krijgen we een probleem. Volgende week is namelijk echt de laatste week. Ik wijs daar even op.

De heer Van Baarle (DENK):

Zou het, voorzitter, sorry ...

De voorzitter:

Wacht even, ik maak eerst even het rondje af.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Voorzitter. Ik vind het gewoon grote onzin, want we gaan bijvoorbeeld ook niet op 15 augustus of op andere dagen iets wel of niet inplannen. 15 augustus is weliswaar in het reces, maar het is gewoon grote onzin. Stemmingen zijn onze corebusiness. Dit is waarvoor wij gekozen zijn.

De heer Van Baarle (DENK):

Dit is respectloos.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Als fractie kun je gewoon kijken wie wel of niet daarnaartoe gaat. Dat is helemaal niet respectloos. We zijn hier gekozen om te stemmen. Dat is het belangrijkste werk dat wij hier doen, los van de debatten. Uit de debatten volgen stemmingen. Dat is wat wij hier doen, dus geen steun voor dit voorstel.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter. Nationale herdenkingen achten wij hoog. Daarom steun voor dit verzoek. Praktisch denk ik dat we een paar uur kunnen opschuiven op dinsdag en dat we de initiatiefwet die 's avonds op de agenda staat wat eerder kunnen behandelen.

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):

Steun voor het verzoek.

De heer Krul (CDA):

Voorzitter. We zagen net dat de nationale herdenking tot ongeveer 15.30 uur loopt. Volgens mij kunnen we daar dus best pragmatisch mee omgaan en in ieder geval tijdens de nationale herdenking de ruimte geven om daarbij stil te staan. Volgens mij moet daar een mouw aan te passen zijn.

De heer Dassen (Volt):

Daar sluit ik me bij aan.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Hier komen we wel uit, dus van harte steun.

Mevrouw Postma (NSC):

Voorzitter. Ketikoti is een belangrijke dag, dus het lijkt me goed dat we daarbij stilstaan. Wellicht kunnen we in deze plenaire zaal ook even stilstaan bij dit moment. Dat lijkt me juist een ontzettende meerwaarde hebben. Voor ons is het wel belangrijk dat de stemmingen doorgaan. Volgens mij zouden we dat ook kunnen doen. Dus geen steun voor het verzoek om de stemmingen te verplaatsen, maar mijn fractie zou wel graag zien dat we er op die dag bij stilstaan.

De voorzitter:

Dat is dus geen steun.

De heer Eerdmans (JA21):

Tegen.

De heer Vijlbrief (D66):

Steun, op de pragmatische manier van de heer Krul.

De heer Van Kent (SP):

Steun. Het moet wel praktisch in te vullen zijn, want we moeten wel stemmen die dag.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid, meneer Van Baarle.

De heer Van Baarle (DENK):

Heb ik hier in de plenaire zaal echt geen meerderheid gehoord? Ik heb gehoord dat mensen aangaven: probeer te zoeken naar een praktische oplossing. Ik heb ook suggesties gehoord om de stemmingen op dinsdag te laten plaatsvinden, maar dan iets later.

De voorzitter:

Maar er is geen meerderheid voor uw voorstel.

De heer Dassen (Volt):

Heel kort. De VVD gaf volgens mij aan dat als het mogelijk was om het in te passen, ze het voorstel zouden steunen. Wellicht kan de heer Van Campen dat verduidelijken. Dat las ik in ieder geval uit de bewoording. Volgens mij kunnen we daar met elkaar een mouw aan passen.

De heer Van Campen (VVD):

Als we het redden door de stemmingen een uurtje te verschuiven, dan heb ik er geen bezwaar tegen. Maar ik vraag me af of het praktisch te doen is.

De heer Van Baarle (DENK):

Mag ik dan een nieuw voorstel doen?

De heer Van Campen (VVD):

En als dat niet het geval is, dan kunnen we er, hoe lastig ook, gelet op de week die voor ons ligt, geen steun aan geven.

De heer Van Baarle (DENK):

Met uw permissie, voorzitter, zou ik graag het volgende voorstel willen doen aan de collega's. Ik stel voor dat als het logistiek mogelijk is om de stemmingen op dinsdag iets te verlaten, zodat alle Kamerleden die dat wensen de mogelijkheid hebben om bij de herdenking van het slavernijverleden aanwezig te zijn, we dat doen.

De voorzitter:

Hoe definieert u "iets"?

De heer Van Baarle (DENK):

Ik zeg niet dat we de stemmingen om elf uur in de avond moeten doen, maar het lijkt mij een heel redelijk voorstel om het bijvoorbeeld een of twee uur later te doen, zodat iedereen naar de herdenking kan gaan. Iedereen die aanwezig wil zijn, kan dan aanwezig zijn. Na de herdenking kunnen we dan met elkaar gaan stemmen. Als dat mogelijk is, zou ik de collega's graag willen vragen om de redelijkheid om daarin mee te denken. Die herdenking is ontzettend van belang, niet alleen voor de leden in deze Kamer, maar ook voor de mensen in het land.

De voorzitter:

En hoe laat zou dat zijn, volgens u?

De heer Van Baarle (DENK):

Wat hoor ik? 17.00 uur.

De voorzitter:

17.00 uur. Oké. Nou, dan breng ik uw tweede voorstel even in stemming, namelijk om de stemmingen naar 17.00 uur te verplaatsen.

De heer Krul (CDA):

Steun.

De heer Dassen (Volt):

Steun.

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):

Steun.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Steun.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Steun.

De heer Vijlbrief (D66):

Steun.

Mevrouw Postma (NSC):

Steun.

De heer Van Kent (SP):

Steun.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Voorzitter. Gaat dit dan betekenen dat debatten … Er is bijvoorbeeld een procedurevergadering van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Moet die dan ook worden uitgesteld? Dat kunnen mensen dan ook niet …

De voorzitter:

Ja, dat moet zeker.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Maar dít is ons werk. Kiezers kiezen ons om hier debatten te voeren, om hier procedurevergaderingen te hebben, om hier te stemmen. Zeker, heel veel dingen zijn heel belangrijk en worden op Kamerdagen georganiseerd. Ik meld mij daar altijd keurig voor af, want de regel is dat er hier op dinsdag, woensdag en donderdag debatten en stemmingen zijn. Wij horen hier dan te zijn. Dat is waar de kiezer ons voor gekozen heeft.

Als iemand naar een evenement of een herdenking wil, is dat prima. Dat moet je vooral doen als je dat belangrijk vindt. Vooral doen. Maar dit is ons werk. Hiervoor worden wij gekozen. Ik verzet me er dus nog een keer tegen, want het betekent dat allerlei andere Kamerverplichtingen ook allemaal uitgesteld moeten worden. Als je naar een herdenking wil, dan moet je vooral gaan. Regel binnen je eigen fractie wie er wel of niet gaat. Meld je desnoods af voor stemmingen. Ik zou dat zelf niet doen. Nogmaals, dit is waar we voor gekozen zijn. Maar ik heb hier wel problemen mee. Dit is gewoon een evenement dat zich buiten de Kamer afspeelt, dus ik verzet me daartegen.

De heer Van Campen (VVD):

Ik probeer vooral praktisch mee te denken wat betreft de agenda van volgende week. Mijn voorstel zou zijn: kunnen we kijken wat de impact is als we om 17.00 uur zouden stemmen? Op basis daarvan kunnen we desnoods een e-mailprocedure starten, zo van: 17.00 uur betekent dit en dit, heeft consequenties voor deze en deze debatten. En dan: steun of geen steun.

De voorzitter:

Neeneenee. Dit vind ik een slecht voorstel, want plenaire e-mailprocedures kennen we niet.

De heer Van Campen (VVD):

Prima, voorzitter. Maar ik weet dan niet wat ik daartegenover … Wij geven hier dan geen steun aan.

De voorzitter:

Geen steun. Dan stel ik vast dat er geen meerderheid is. Het blijft steken op 73 en heeft geen meerderheid.

De heer Van Baarle (DENK):

Uiteindelijk is het dit parlement geweest — ook de voorgangers van dit parlement — dat op de manier is omgegaan met de slavernij zoals daar in de geschiedenis mee is omgegaan. Dat dit parlement nu besluit om mensen te beletten om naar de herdenking te gaan, terwijl ook dit parlement een verantwoordelijkheid heeft in dat verleden … Ik wil naar die herdenking en dat wordt mij nu onmogelijk gemaakt, omdat wij op 1 juli, ook hoofdelijk, moeten stemmen hier. Dit parlement heeft daar een verantwoordelijkheid in, ook in hoe het daar in het verleden mee is omgegaan. Ik vind het stuitend dat hier niet in wordt meegedacht. De collega's die het wel wilden, dank ik daarvoor. Ik vind het stuitend dat er niet in wordt meegedacht.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik vind de Armeense genocide heel erg belangrijk. Daar is ook een herdenking voor. Gaan we daar dan ook een voorstel voor indienen? Nee, dat doen we niet. Dat doen we niet. Dit is ons werk. Dit is waar we voor zijn aangenomen. Alle evenementen en dingen die daarbuiten horen, die moeten mensen gewoon zelf plannen. Nogmaals, ik ben al duidelijk genoeg geweest, maar ik zeg het nog maar.

De voorzitter:

Helder. Meneer Van Baarle, u had nog een verzoek.

De heer Van Baarle (DENK):

Ik had geen verzoek meer, voorzitter.

De voorzitter:

O! Nou, daar moet ik even aan wennen. Daar schrik ik even van. Dank u wel.

Dan de heer Soepboer, NSC. Die wordt, zo te zien, vervangen door mevrouw Postma.

Mevrouw Postma (NSC):

Dank, voorzitter. Even kijken. Ik wil graag een vooraankondiging doen van een tweeminutendebat over het jaarverslag en de Staat van het Onderwijs, te houden in de laatste week voor het zomerreces.

De voorzitter:

Prima, daar gaan we rekening mee houden, gezien het feit dat er uiterlijk 3 juli over gestemd moet worden.

Dan het lid Wijen-Nass, BBB.

Mevrouw Wijen-Nass (BBB):

Dank u wel, meneer de voorzitter. Uit recent onderzoek van de Universiteit van Amsterdam blijkt dat de acceptatie van homoseksualiteit onder jongeren in onze hoofdstad ernstig onder druk staat. Slechts 43% van de Amsterdamse jongeren geeft aan homoseksualiteit te accepteren. In sommige wijken, zoals Nieuw-West, daalt het zelfs tot een schokkende 9% op bepaalde scholen. BBB vindt dat heel zorgwekkend, zeker in een stad die bekendstaat als symbool van vrijheid en diversiteit. Terwijl de landelijke acceptatie toeneemt, zien we in Amsterdam een ongekend zorgelijke ontwikkeling.

Voorzitter. Dit kunnen we niet aan ons voorbij laten gaan. Vrijheid is pas vrijheid als die geldt voor iedereen. Daarom wil ik een plenair debat met de minister van Justitie en Veiligheid over deze ontwikkeling, om te kijken wat er nodig is om dit tij te keren.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Steun.

De voorzitter:

Ik mag aannemen dat mevrouw Wijen-Nass namens haar fractie spreekt.

De heer Van Campen (VVD):

Voorzitter. Dit is een heel belangrijk onderwerp, maar hier hebben we vorige week ook al met het kabinet over gewisseld in het commissiedebat Emancipatie. Het zou dus mooi zijn als bij dit type debatten dan ook alle partijen aanwezig zijn, zodat we dit belangrijke onderwerp hoog op de agenda kunnen zetten. Ik zou me zo'n debat best wel kunnen voorstellen, maar laten we dat dan na het reces voeren met staatssecretaris Paul, die daarover gaat.

De voorzitter:

Maar is dat steun of geen steun? Dat is geen steun.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Voorzitter. Het is inderdaad heel belangrijk om het over homoacceptatie te hebben, ook over de acceptatie van trans mensen, die ook hier in deze Kamer niet goed gaat, maar niet alleen maar in Amsterdam, maar ook op het platteland, dus geen steun voor dit specifieke verzoek.

De heer Vijlbrief (D66):

Steun, voorzitter.

Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):

Ook geen steun, met de uitleg van de VVD. Volgens mij is het een belangrijk debat, maar moet het breder gevoerd worden en in dit geval het liefst met de staatssecretaris Emancipatie.

Mevrouw Postma (NSC):

Van NSC wel steun.

De voorzitter:

U heeft geen meerderheid, mevrouw Wijen-Nass.

Mevrouw Wijen-Nass (BBB):

Wel 30 leden, denk ik. Dan zet ik het graag op de dertigledenlijst.

De voorzitter:

Dat klopt. We zetten het op die lijst.

Dan de heer El Abassi van DENK.

De heer El Abassi (DENK):

Voorzitter. Pegida-voorman Edwin Wagensveld kondigde opnieuw haatdemonstraties aan in het hele land. Afgelopen zondag zegde hij één minuut voor tijd af. Honderden politiemensen, helikopters en camera's stonden paraat, allemaal voor niets. Deze haatzaaier, die de Koran niet eens heeft gelezen, misbruikt onze rechtsstaat om moslims telkens weer te discrimineren en te provoceren. En wat doen wij? We leggen de rode loper uit. Ik wil graag in debat met de minister van Justitie en Veiligheid.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):

Voorzitter. We hebben na de zomer een debat staan over het demonstratierecht. Daar kan dit bij betrokken worden. Geen steun.

Mevrouw Wijen-Nass (BBB):

Geen steun.

Mevrouw Postma (NSC):

Geen steun.

De voorzitter:

U heeft geen meerderheid, meneer El Abassi.

Uw volgende verzoek.

De heer El Abassi (DENK):

Voorzitter. Zestien jaar lang werd een jongen door zijn eigen ouders misbruikt, sinds hij 4 was, meer dan 400 keer, in hun huis, in hun bed. Een vader die zegt dat hij dacht dat zijn zoon ervan genoot, een moeder die meedeed en een jongen die uiteindelijk pas durfde te spreken toen hij meerdere zelfmoordpogingen had overleefd. Wij moeten dit stoppen. Ik wil dan ook een debat aanvragen met de minister van Justitie en Veiligheid.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):

De casus waar de heer El Abassi over spreekt is afschuwelijk, vreselijk. We hebben reguliere debatten met de minister over zeden. Daar kan dit bij betrokken worden. Geen steun dus.

Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):

Ook geen steun, omdat we volgende week over slachtoffers en slachtofferrechten gaan praten. Dit afschuwelijke incident lijkt me bij uitstek een onderwerp dat we daar heel snel aan de orde kunnen stellen.

Mevrouw Wijen-Nass (BBB):

Vreselijk verhaal, maar ik zou zeggen: bespreek het volgende week. Dan kan het heel erg snel in het commissiedebat.

Mevrouw Postma (NSC):

Ik sluit me aan bij de vorige sprekers. Geen steun, maar volgende week aan de orde stellen.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Steun.

Mevrouw Dobbe (SP):

We kunnen dit niet los zien van het debat Jeugdbeleid en jeugdbescherming, dat eerst is samengevoegd en toen tot nader order is uitgesteld. Dat zou deze week plaatsvinden. Volgens mij moeten we dat zo snel als mogelijk inplannen, omdat ik denk dat het heel belangrijk is om het over dit soort dingen wel te hebben, maar wel in de bredere zin van jeugdbescherming en de vraag hoe we omgaan met onze jeugd.

De voorzitter:

U heeft geen meerderheid, meneer El Abassi. U had nog een verzoek.

De heer El Abassi (DENK):

Bij de politie worden mensen met een migratieachtergrond vaker geregistreerd of verdacht. Bij het Openbaar Ministerie worden ze vaker aangeklaagd. Bij de rechter krijgen ze vaker een celstraf en in de gevangenis zijn ze zwaarder vertegenwoordigd dan je op basis van arrestaties zou verwachten. Stap voor stap zie je hoe afkomst bepaalt hoe hard iemand wordt gestraft. Als dat de praktijk is, dan faalt onze rechtsstaat. Ik wil daarom in debat met de minister van Justitie en Veiligheid.

De voorzitter:

U wilt een debat aanvragen met de staatssecretaris, maar daar maken we minister van.

De heer El Abassi (DENK):

En de staatssecretaris. Het raakt allebei.

Mevrouw Van Eijk (VVD):

Een belangrijk punt. Er moet nog een kabinetsreactie komen. Anders kan het ook betrokken worden bij het WGO Justitie en Veiligheid volgende week.

Mevrouw Wijen-Nass (BBB):

Ik sluit me aan bij de woorden van mevrouw Van Eijk van de VVD. Geen steun.

Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):

Wat mij betreft steun. Hier moet een debat over komen.

De heer Sneller (D66):

Steun voor het verzoek en ook voor die brief.

De heer Van Kent (SP):

Steun voor het verzoek en de brief.

Mevrouw Postma (NSC):

Geen steun. Dit kan ook volgende week.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Steun.

De voorzitter:

U heeft geen meerderheid, meneer El Abassi.

De heer El Abassi (DENK):

Ik tel wel meer dan 30 leden, dus ik zou het graag op de lijst willen hebben van dertigledendebatten.

De voorzitter:

Ja, we zetten het erop.

Mevrouw Slagt-Tichelman, GroenLinks-Partij van de Arbeid. Het wordt mevrouw Haage, zo te zien. Het woord is aan haar.

Mevrouw Haage (GroenLinks-PvdA):

Namens mijn collega Slagt-Tichelman een verzoek. Op donderdag is door het RIVM bekendgemaakt dat de vaccinatiegraden onder kinderen en jongeren nog altijd onder de veilige WHO-normen van 90 tot 95% liggen. In sommige wijken en gemeenschappen is die zelfs zo fors lager dat bijvoorbeeld mazelen zich supersnel kunnen verspreiden. We maken ons ernstig zorgen over de gezondheidsrisico's die dit met zich meebrengt. Meer dan 100, voornamelijk ongevaccineerde, kinderen zijn dit jaar al met mazelen opgenomen in het ziekenhuis, terwijl deze ziekte goed te voorkomen is.

We willen op hoofdlijnen met constructieve maatwerksuggesties aan het kabinet het debat voeren over dit urgente probleem. We doen dus een voorstel voor een debat met demissionair staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport over de clusters van mazelenuitbraken.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik vind het verschrikkelijk dat ouders die hun kinderen niet laten vaccineren tegen bijvoorbeeld mazelen andere kinderen blootstellen aan gevaar en hun eigen kinderen ook. Maar ik denk dat het handiger en sneller is om dit bijvoorbeeld in het commissiedebat Publieke gezondheidszorg van 10 september te doen. Dan kunnen we er sneller over spreken dan wanneer we een debat gaan inplannen, want dat gaat maanden duren. Snelheid is nodig. Daarom doen we het liever in het commissiedebat en steunen we het verzoek voor dit debat niet.

De heer Sneller (D66):

Steun.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Steun.

De heer El Abassi (DENK):

Steun.

Mevrouw Dobbe (SP):

Ik ben een beetje in de war, want in de geschreven debataanvraag staat dat het specifiek gaat over mensen met een Marokkaanse en een Turkse achtergrond. Ik zou een algemener debat over de teruglopende vaccinatiegraad wel steunen. Het gaat om een heleboel groepen. Als het dus een algemeen vaccinatiegraaddebat wordt, dan wel steun.

Mevrouw Richardson (VVD):

Geen steun. Het kan bij het commissiedebat.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid.

Het woord is aan de heer Vijlbrief van D66.

De heer Vijlbrief (D66):

Voorzitter. Het maakt tegenwoordig niet alleen uit waar je wieg staat, maar ook welke toets je maakt. Scholen die overstappen op een andere doorstroomtoets scoren flink beter. Dat is slecht voor de kansengelijkheid. De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verzekerde ons vorige zomer dat er een grondig onderzoek zou komen. Het College voor Toetsen en Examens zou er bovenop zitten. Dat onderzoek blijkt niet te bestaan en dat college blijkt er niet bovenop te zitten. Daarom willen wij graag een debat met de staatssecretaris van OCW.

Mevrouw Haage (GroenLinks-PvdA):

Steun.

Mevrouw Postma (NSC):

Steun voor het verzoek, maar graag na het reces. Ik denk dat het anders niet meer past.

De heer Van der Hoeff (PVV):

Steun.

De heer Van Kent (SP):

Van harte steun.

De heer Buijsse (VVD):

Geen steun.

De heer Van Baarle (DENK):

Steun.

De heer Oostenbrink (BBB):

Geen steun.

De heer Krul (CDA):

Mede namens de ChristenUnie en de SGP: steun.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Steun.

De voorzitter:

U heeft een meerderheid. We boeken het in.

Het woord is aan mevrouw Podt van D66.

De heer Vijlbrief (D66):

Dat ben ik ook vandaag. Wij vragen om morgen de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aanwezig te laten zijn bij de behandeling van de asielwetten. Dat is voor ons gevoel echt van belang. Hij is volgens de uiteindelijke verdeling verantwoordelijk voor onder andere de implementatie van het Migratiepact, het EVRM en het belang van het kind. Dat is allemaal zeer relevant voor de wetsbehandelingen.

De voorzitter:

Heel goed. U kent de mantra dat het kabinet over zijn eigen vertegenwoordiging gaat. Desondanks wil ik graag horen of uw verzoek breed ondersteund wordt.

De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):

Steun.

De heer Van Kent (SP):

Een terecht verzoek. Steun.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Mede namens het CDA: steun.

Mevrouw Postma (NSC):

Volgens mij gaat het kabinet over zijn eigen afvaardiging. Geen steun.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Steun.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Steun.

Mevrouw Rajkowski (VVD):

Het kabinet gaat over zijn eigen afvaardiging. Geen steun. Ik denk dat we met deze twee ministers ook een heel eind moeten komen. Die hebben ook beide wetten in hun portefeuille.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik sluit me aan bij de woorden van mevrouw Rajkowski. Als de heer Van Hijum vindt dat het belangrijk is dat hij erbij zit, kan hij zelf besluiten om erbij te zitten. Geen steun voor dit verzoek.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Steun.

De heer Van Baarle (DENK):

Wij steunen de heer Vijlbrief in zijn verzoek.

De voorzitter:

Uw verzoek kent een meerderheid. Ik zal het verzoek als zodanig overbrengen naar het kabinet.

De heer Vijlbrief (D66):

Dank u wel.

De voorzitter:

Bent u ook nog de heer Paternotte? U bent heel veel mensen vandaag. Maar de fractie spreekt wel met één mond. Het woord is aan de heer Vijlbrief.

De heer Vijlbrief (D66):

Ik heb vandaag vier persoonlijkheden. Namens de heer Paternotte een vooraankondiging over het tweeminutendebat EU-actieplannen Israël en Palestijnse gebieden: deze week, inclusief stemmingen.

De voorzitter:

Ja, dat hoor ik. Echter, mijn vraag is wel: waarom? Het kan gewoon allemaal dinsdag, stemmen et cetera. Het is geen Europese Raad. Ik zie dus de urgentie niet helemaal.

De heer Vijlbrief (D66):

Deze persoonlijkheid heeft hier ook een redenering bij. Deze week is namelijk bekend geworden dat de Europese Commissie erkent dat Israël het associatieakkoord schendt, maar er worden geen maatregelen genomen. Dat kan geen dag langer wachten. Daarom zouden we direct na het CD een tweeminutendebat moeten hebben.

De voorzitter:

Ook deze persoonlijkheid overtuigt mij niet erg, maar met alle soorten van plezier kijk ik of er een meerderheid voor het verzoek is.

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter. Er vindt een genocide plaats. Dan is er geen tijd te verliezen, dus zo snel mogelijk voorstellen doen en zo snel mogelijk stemmen om de genocide te stoppen.

De heer Krul (CDA):

Voorzitter, geen steun om deze week te stemmen.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Ja, er vindt een genocide plaats: steun.

De heer Van Campen (VVD):

Voorzitter. Volgende week is er de Raad Buitenlandse Zaken, met een deadline, dus voor nu geen steun.

De heer Oostenbrink (BBB):

Geen steun.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter. Een tweeminutendebat is prima, maar ik ga niet mee in de stemmingmakerij om deze week te moeten stemmen.

Mevrouw Dobbe (SP):

Ik zou het geen "stemmingmakerij" noemen, maar geef wel steun.

Mevrouw Postma (NSC):

Wel steun voor het tweeminutendebat, niet voor de stemming deze week.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Geen steun.

De voorzitter:

Er is voor beide geen meerderheid.

Bent u nog steeds de heer Paternotte?

De heer Vijlbrief (D66):

Zeker. Ik wil graag een vooraankondiging doen voor het tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken op 15 juli 2025.

De voorzitter:

Daar gaan we rekening mee houden.

Dan de heer Ceder van de ChristenUnie.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Voorzitter. In Nigeria worden christenen al jarenlang vervolgd vanwege hun geloof in Christus. Ze worden door moslimextremisten gemarteld, verkracht en op gruwelijke en barbaarse wijze vermoord. Ook afgelopen week bereikte ons het bericht dan honderden christenen, onder wie vrouwen en kinderen, opnieuw slachtoffer zijn geworden van de terreur van lokale militanten. Velen zijn ook op de vlucht geslagen. In totaal zijn er tussen 2020 en 2024, in vijf jaar tijd, zo'n 25.000 christenen vermoord. Dat is volgens de database van Global Christian Relief.

De voorzitter:

Ja. En dus?

De heer Ceder (ChristenUnie):

Daarom zou ik graag een debat willen met de minister van Buitenlandse Zaken, niet alleen over een Nederlandse inzet maar ook over een Europese inzet. Dit moet namelijk stoppen.

Dank u wel.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Steun.

De heer Van Campen (VVD):

Steun.

De heer Oostenbrink (BBB):

Steun, en dan ook het verzoek om het breder te trekken als het gaat om christenvervolging.

De voorzitter:

Maar dit is dus gewoon steun.

Mevrouw Postma (NSC):

Steun.

De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):

Boko Haram is al jaren actief. Ik vind het een beetje inconsequent om dit nu plenair te doen als dat niet kan over Gaza. Dat kan allebei in een commissiedebat en allebei volgende week. Dus geen steun.

De heer Diederik van Dijk (SGP):

Steun.

De heer Krul (CDA):

Steun.

Mevrouw Dobbe (SP):

Het ongemak dat de heer Van der Lee hier uit, voel ik ook. Ik denk dat het belangrijk is om het erover te hebben. Maar op het moment dat hier debatten worden geblokkeerd die gaan over allerlei andere bloederige slachtingen die op dit moment plaatsvinden, zoals die in Gaza, denk ik dat we het beter in één debat kunnen doen. Dan kunnen we het allemaal bespreken, omdat het allemaal belangrijk is.

De voorzitter:

Maar is dat steun of is dat geen steun?

Mevrouw Dobbe (SP):

Dat is geen steun voor alleen dit debat, maar wel steun voor een breder debat.

De voorzitter:

Maar dat voorstel ligt er niet.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Ik sluit me aan bij de woorden van GroenLinks-PvdA en de SP.

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter. Het moge duidelijk zijn dat ik het ook verschrikkelijk vind dat deze Tweede Kamer de debataanvragen over Gaza, die ik ook persoonlijk elke keer doe, niet steunt. Daarentegen — daarin ik kies wel andere bewoordingen dan de heer Ceder — brengt dat mij er niet toe dat ik niet zou willen dat er een debat plaatsvindt over christenvervolging. Ik vind christenvervolging ook verschrikkelijk; daar wil ik best een debat over voeren.

De voorzitter:

Dan heeft u een meerderheid. We boeken het in.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Dit verzoek was overigens mede namens de SGP.

De voorzitter:

Het werd ook ondersteund door de SGP, dus men is verbluffend consequent.

Dan de heer Mooiman.

De heer Mooiman (PVV):

Dank u wel, voorzitter. We zouden het tweeminutendebat Bouwregelgeving graag nog voor de zomer willen inplannen, als het kan volgende week. Dit is in verband met de actualiteit en de voornemens van de minister omtrent dit onderwerp.

De voorzitter:

Als het kan: volgende week? Ja, voor het zomerreces is volgende week. Mijn vraag is wel: waarom? We zitten mudjevol volgende week, we moeten elke minuut goed inplannen en ik zie de urgentie niet.

De heer Mooiman (PVV):

Voorzitter. Zoals ik net heb uitgelegd, gelet op de actualiteit en ook het conceptrapport STOER over de tegenstrijdige regels, dat is uitgekomen, waar de minister ook een aantal beleidsvoornemens op heeft, willen we graag voor de zomer nog het een en ander meegeven aan de minister.

De voorzitter:

Ja, ik kijk even of u veel steun gaat krijgen, want u heeft mij niet overtuigd. De heer Vijlbrief.

De heer Vijlbrief (D66):

Mij wel. Ik steun dit.

Mevrouw Postma (NSC):

Mij ook. Steun.

De heer Buijsse (VVD):

Wij steunen het ook van harte.

Mevrouw Wijen-Nass (BBB):

Steun.

De voorzitter:

Dan is er een meerderheid. Ik boek het in.

Dan de heer Sneller, D66.

De heer Sneller (D66):

Voorzitter. Ik ga u niet proberen te overtuigen, maar ik zou wel graag een tweeminutendebat op de agenda willen hebben over het jaarverslag van BZK, waar we volgende week over stemmen.

De voorzitter:

Ja, en mijn vraag is: waarom? Ik zet het er gewoon op. U heeft mij toch overtuigd.

De heer Sneller (D66):

Dan is het toch een keer gelukt.

De voorzitter:

U heeft mij toch overtuigd. Dat is een wijze les voor de toekomst.

Lid Kostić.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Voorzitter. De bio-industrie is niet alleen slecht voor de natuur en de dieren, maar zorgt er ook voor dat er minder huizen kunnen worden gebouwd en dat schoon drinkwater steeds schaarser en duurder wordt. Uit nieuw onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving blijkt dat de veehouderij ook nog eens 8,5 miljard euro aan schade veroorzaakt in Nederland, 8,5 miljard euro, elk jaar weer. Voor dat geld zouden we het ov voor iedereen gratis kunnen maken, de btw op groente en fruit kunnen afschaffen en de schulden van alle Nederlanders kunnen kwijtschelden. Dan nog houden we per jaar 1 miljard euro over. De geldverspilling van de bio-industrie is dus echt niet meer verantwoord. Daarom vraag ik graag een debat aan met de demissionair minister van Financiën en de minister van Landbouw.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Ik ben blijkbaar een dief van mijn eigen portemonnee. Geen steun.

De heer Sneller (D66):

Steun.

Mevrouw Dobbe (SP):

Steun.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Voorzitter. Er zijn echt zo ongelooflijk veel landbouwdebatten in het huis. Het kan echt in elk commissiedebat aan de orde worden gesteld door het lid Kostić of haar partij. Geen steun.

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Nee.

Mevrouw Postma (NSC):

Geen steun, voorzitter.

Mevrouw Haage (GroenLinks-PvdA):

Steun.

De heer Van Baarle (DENK):

Wij steunen het verzoek.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Ik zou graag een dertigledendebat willen aanvragen en ik zou graag een reactie van de minister van Financiën en de minister van Landbouw willen op dit onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving en de hoge kosten waarmee de veehouderij onze belastingbetalers opzadelt.

De voorzitter:

Dat gaan we doen.

De heer Diederik van Dijk van de SGP.

De heer Diederik van Dijk (SGP):

Dank u wel, voorzitter. Ik wil graag een interpellatiedebat aanvragen, in te plannen volgende week met de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de niet uitgevoerde motie op stuk nr. 106 (33836). Dat gaat over de intrekking van de zogenoemde Transgenderwet. Daaraan voorafgaand zou ik graag uiterlijk deze week een brief van de staatssecretaris willen ontvangen over de uitvoering van deze motie.

De voorzitter:

Voor een interpellatiedebat heeft u 30 leden nodig. Maar om het volgende week in te plannen, is er een meerderheid nodig. Ik stel nogmaals vast dat we volgende week behoorlijk vol zitten.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Wij vinden het toch belangrijk. Steun.

De heer Krul (CDA):

Voorzitter, steun. Daar komt bij dat wij vinden dat als er een interpellatiedebat wordt aangevraagd, het gezien het middel en het instrument, gewoon belangrijk is dat het ook snel gebeurt, want anders …

De voorzitter:

Dat is een logica die niet voortvloeit uit het Reglement van Orde.

De heer Krul (CDA):

Dat begrijpen wij, maar het is wel degelijk een zwaar instrument. Wij steunen het, ook om het volgende week te houden.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter, steun. Ook steun om het volgende week te doen. Hopelijk is het niet nodig en voert de minister de motie voor die tijd uit.

De heer Sneller (D66):

Geen steun, voorzitter.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):

Geen steun. Zeker niet om het volgende week te doen, terwijl er zo veel op de agenda staat.

Mevrouw Wijen-Nass (BBB):

Wel steun voor de brief: snel. Maar nu geen steun voor het debat volgende week.

De voorzitter:

En überhaupt voor het aanvragen van een interpellatie?

Mevrouw Wijen-Nass (BBB):

Geen steun.

Mevrouw Postma (NSC):

De motie moet gewoon worden uitgevoerd, punt. Geen steun voor een interpellatiedebat of een debat volgende week.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Van harte steun, ook voor volgende week

Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):

Geen steun.

De heer Van Kent (SP):

Geen steun.

De voorzitter:

U heeft wel 30 leden, maar geen meerderheid om het volgende week in te boeken.

De heer Diederik van Dijk (SGP):

Is het dan, gelet op de aard van de interpellatie, niet zo dat je daar geen dikke twee maanden mee gaat wachten? Dat heeft toch een bepaalde spoed?

De voorzitter:

Nee. Het is nog erger: het is nog langer dan twee maanden, want dan tillen we het dus over de zomervakantie heen. Een interpellatie op zichzelf heeft geen urgentie.

De heer Diederik van Dijk (SGP):

Helder. Het verzoek om de brief voor het eind van deze week te ontvangen is wel gehonoreerd?

De voorzitter:

Absoluut. Dank u wel.

Dan mevrouw Westerveld van GroenLinks-Partij van de Arbeid, die zo te zien wordt vervangen door mevrouw Haage.

Mevrouw Haage (GroenLinks-PvdA):

Ja. Ik heb drie karakters vandaag, dus net iets minder dan de heer Vijlbrief.

Namens collega Westerveld een aanvraag van een tweeminutendebat over passend onderwijs. Het gaat niet goed met het leerlingenvervoer. Dat is punt één. Punt twee: het aantal kinderen dat thuiszit zonder onderwijs stijgt en daar willen we het graag snel over hebben.

De voorzitter:

Ik begrijp dat u gewoon een keer een debat in wilt plannen.

Mevrouw Haage (GroenLinks-PvdA):

Een tweeminutendebat.

De voorzitter:

Een tweeminutendebat. Op de aanvraag staat "nog voor de zomer in te plannen", maar dat hoor ik u niet zeggen.

Mevrouw Haage (GroenLinks-PvdA):

Ja, graag voor de zomer.

De voorzitter:

Dat is wel het verzoek? Oké. Dan is mijn verzoek: is dat echt nodig?

Mevrouw Haage (GroenLinks-PvdA):

Ja, want daar heb ik net twee argumenten voor gegeven.

De voorzitter:

Ik vond ze niet heel sterk, moet ik eerlijk zeggen.

Mevrouw Haage (GroenLinks-PvdA):

Ik wel.

De voorzitter:

Ik probeer de agenda een beetje in stand te houden.

Mevrouw Haage (GroenLinks-PvdA):

Het is aan de Kamer.

De voorzitter:

Het is zeker aan de Kamer.

De heer Van Campen (VVD):

Wel inplannen, maar niet voor de zomer.

De heer Van Kent (SP):

Steun voor het verzoek.

De heer El Abassi (DENK):

Steun.

De heer Van der Hoeff (PVV):

Steun.

De heer Oostenbrink (BBB):

Steun.

De heer Sneller (D66):

Steun.

Mevrouw Postma (NSC):

Wel inplannen, maar het hoeft niet voor de zomer.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Steun.

De voorzitter:

U heeft een meerderheid voor vóór de zomer. Maar niet als het laat wordt, hè?

Dan het lid Krul met een aankondiging. Mijn tegenvraag gaat luiden: is het echt nodig, meneer Krul?

De heer Krul (CDA):

Ja, voorzitter, het is echt nodig. Een vooraankondiging van een tweeminutendebat Hulp- en geneesmiddelenbeleid. De argumentatie is als volgt. Daags na ingang van het reces wordt er een besluit genomen over het nieuwe basispakket. Er is voor de Kamer geen kans meer om op een ander moment hierover nog uitspraken of verzoeken te doen richting het kabinet. Daar is simpelweg geen mogelijkheid toe, omdat dat besluit nu eenmaal in juli wordt genomen. Daarom het liefst nog volgende week een tweeminutendebat.

De voorzitter:

U heeft gevochten als een leeuw. We gaan even kijken of u de Kamer heeft overtuigd, bij meerderheid.

De heer Sneller (D66):

Volgens mij was u zelfs overtuigd.

De heer Van Kent (SP):

Deze argumenten waren niet te weerleggen, dus steun voor het verzoek.

De heer El Abassi (DENK):

Steun.

Mevrouw Haage (GroenLinks-PvdA):

Steun.

De heer Van Campen (VVD):

Geen steun voor vóór de zomer.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Mede namens de SGP: steun.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Steun.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Steun.

Mevrouw Postma (NSC):

Steun.

De voorzitter:

Er is een meerderheid. We boeken het in.

Tot zover de regeling van werkzaamheden. Ik schors enkele minuten. In het ledenrestaurant kunt u de zojuist beëdigde collega's, de heer De Beer en de heer Hartsuiker, nog even feliciteren.

De vergadering wordt van 15.40 uur tot 15.43 uur geschorst.

Naar boven