Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | nr. 41, item 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | nr. 41, item 3 |
Vragenuur
Vragen Tjeerd de Groot
Vragen van het lid Tjeerd de Groot aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht "Drinkwatercrisis dreigt: 7 op de 10 waterbedrijven hebben niet genoeg reserve".
De heer Bosma (PVV)
De voorzitter:
Ik geef graag het woord aan de heer Tjeerd de Groot van de fractie van D66, die een vraag stelt aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat. Het woord is aan de heer De Groot.
De heer Groot de (D66)
De heer Tjeerd de Groot (D66):
Dank u, voorzitter. We hebben in Nederland een groot probleem met ons drinkwater. Zeven van de tien drinkwaterbedrijven hebben niet genoeg reserves. Ze hebben dus niet genoeg water achter de hand voor hele droge periodes. Nu willen we een miljoen huizen gaan bouwen. Een derde van die huizen ligt op een plek waar drinkwaterbedrijven nu al op hun reserves moeten gaan interen. Wat gaat de minister daaraan doen?
De heer Bosma (PVV)
De voorzitter:
De minister.
Minister Harbers
Minister Harbers:
Voorzitter, dank u wel. Dank aan de heer De Groot voor zijn vragen. Het klopt. Op dit moment hebben we 1,3 miljard kuub drinkwater per jaar nodig. Naar verwachting zal er in 2030 ruim 100 miljoen kuub drinkwater per jaar extra nodig zijn. Dat probleem is een urgent probleem. Daar zijn we volop mee bezig. Dat betekent twee dingen.
We werken met de drinkwaterbedrijven en de provincies aan het Actieprogramma Beschikbaarheid Drinkwaterbronnen tot 2030. Afgelopen najaar heeft ook de ILT gezegd dat dit nog meer bestuurlijke prioriteit moet krijgen, met name bij de provincies. Dat is voor mij reden geweest om in het Bestuurlijk Overleg Water in december de provincies aan te sporen om de behoeften per provincie goed in kaart te brengen. Waar zijn extra bronnen nodig? Waar zijn die? Waar lopen ze tegen aan? We hebben afgesproken dat de provincies in april in het volgende bestuurlijk overleg hun beelden opleveren. We weten dat daar hulp en bijstand bij nodig is, bijvoorbeeld in de juridische ondersteuning bij het op tijd tot de juiste vergunningen komen. Dat hebben we als Rijk aangeboden. Dat is één ding, over de drinkwaterbronnen dus.
Het tweede is drinkwaterbesparing, want wat je niet gebruikt, hoef je ook niet op te pompen. Daarmee zijn we bezig in het actieplan drinkwaterbesparing. Dat zal naar zijn aard een langere termijn hebben. In de brief water en bodem sturend hebben we gezegd dat we in 2035 20% minder drinkwater willen gebruiken. Er zijn natuurlijk een aantal zaken die we al eerder kunnen doen, bijvoorbeeld gedragsverandering. We zijn in intensief overleg met het bedrijfsleven om te kijken wat daar kan gebeuren. Maar voordat we bij alle bijna 18 miljoen inwoners het gedrag fundamenteel veranderd hebben en alternatieven hebben geboden, zijn we nog wel even onderweg. Ook dat plan bespreken we in het bestuurlijk overleg in april. Kort daarna kan ik daar meer over aan de Kamer doen toekomen.
De heer Groot de (D66)
De heer Tjeerd de Groot (D66):
Het zal nog wel even duren, zegt de minister. Dan heb ik een paar suggesties. Tata Steel gebruikt net zo veel water als 700.000 huishoudens. Dat is evenveel als alle mensen in de provincie Utrecht bij elkaar. Als we die 300.000 nieuwbouwwoningen willen voorzien van een aansluiting op het waternet, dan is dat toch heel simpel? Dan ligt de oplossing toch bij Tata Steel?
Minister Harbers
Minister Harbers:
Het klopt dat ook grootverbruikers van drinkwater een taak hebben hierin. 74% van ons drinkwater gaat naar huishoudens. 26% gaat naar groot-zakelijke gebruikers. Daar zitten overigens ook bedrijven tussen die echt schoon drinkwater nodig hebben. Denk aan ziekenhuizen en de voedingsindustrie. Ook voor de industrie geldt dat we uiteindelijk tot 20% minder drinkwatergebruik willen komen. We maken daar ook afspraken over met bedrijven. Ik ben blij dat VNO-NCW die handschoen ook heeft opgepakt om te bekijken wat het bedrijfsleven zelfstandig al kan doen. Maar naar de toekomst toe zullen we wellicht ook nog meer mogelijkheden achter de hand houden. Vandaar dat we ook bezig zijn met een onderzoek naar wat bijvoorbeeld beprijzing uitmaakt. We weten dat drinkwater relatief goedkoop is. Zelfs als je het voor groot-zakelijke gebruikers fors duurder maakt, zal het waarschijnlijk niet het verschil maken in hun kosten. Daarom ben ik ook zo blij dat VNO-NCW, en daarachter het bedrijfsleven zelf, ook ziet dat ze hier een taak te vervullen hebben en ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben om het juiste water op de juiste plek te gebruiken. Dan gaat het dus om schoon water van drinkwaterkwaliteit voor een aantal productieprocessen, maar ze moeten ook op zoek naar de productieprocessen die helemaal geen water van drinkwaterkwaliteit nodig hebben.
De heer Groot de (D66)
De heer Tjeerd de Groot (D66):
De minister beantwoordt niet mijn concrete suggestie over Tata Steel, maar weet hij dan wel hoeveel belasting Tata Steel betaalt over het water dat ze gebruiken?
Minister Harbers
Minister Harbers:
Ja, dat zal niet heel veel zijn, omdat drinkwater een heffingsplafond heeft waardoor grootverbruikers maximaal €126 per jaar betalen. Dat is mede de reden dat wij dat in het vizier hebben en daar onderzoek naar doen, los van alle overwegingen, waarbij we toch ook wel het vermoeden hebben dat prijzen niet de allesbepalende factor zijn. Dit staat op ons netvlies en wordt meegenomen in het lopende onderzoek naar het beprijzen van water. Het is overigens een milieubelasting die valt onder het ministerie van Financiën.
De heer Groot de (D66)
De heer Tjeerd de Groot (D66):
Het is inderdaad zo'n €100 samen. Dat zou evenveel zijn als de voorzitter en ik samen zouden betalen, tenzij we zouden samenwonen, maar daar krijg ik geen toestemming voor thuis. Maar dan heb ik toch een vraag: waarom maakt de minister geen einde aan deze feitelijke verspilsubsidie?
Minister Harbers
Minister Harbers:
Wij zijn daar al mee begonnen, door onderzoek te doen naar wat het dan wél zou moeten zijn. Dat onderzoek heb ik eerder toegelicht in de Kamer en dit geschiedt onder leiding van de staatssecretaris van Financiën, die milieubelastingen periodiek doorlicht.
De heer Groot de (D66)
De heer Tjeerd de Groot (D66):
We hebben het hier al jaren over, maar de minister doet onderzoek. Een ander punt: waarom kan het in Groningen wel? Daar koelen ze fabrieken met behandeld zeewater. Tata ligt ook aan zee.
Minister Harbers
Minister Harbers:
Los van de casus Tata, ik dien hier de geldende wet- en regelgeving na te volgen. Zoals aangegeven zijn we bezig met een heel traject om dat te gaan veranderen. Ik stel het zeer op prijs dat bedrijven waar mogelijk zelf al kijken waar water van minder goede kwaliteit ook prima zou volstaan voor het productieproces. Dat is ook precies het gesprek dat we voeren met het bedrijfsleven. Ik ben heel blij dat heel veel bedrijven nu ook zelf in beweging komen, door benchmarks te doen per branche om te kijken naar eigen verbruik. De vereniging van groot watergebruikers, de VEMW, is zelf ook al bezig om op zoek te gaan naar bedrijven die kunnen volstaan met een lagere kwaliteit. Dit is mogelijk vooruitlopend op nieuwe regelgeving, maar dat zal aan een volgend missionair kabinet zijn.
De heer Groot de (D66)
De heer Tjeerd de Groot (D66):
Dit speelde al bij het vorige kabinet dus dat schiet niet echt op. Kan de minister aangeven voor hoeveel procent van het water dat in Nederland wordt gebruikt echt drinkwaterkwaliteit nodig is?
Minister Harbers
Minister Harbers:
Precies dat proberen we in kaart te brengen. Ik meldde zojuist al dat 26% van het drinkwater niet door huishoudens wordt gebruikt, maar daarachter zit een veelheid aan bedrijven waarbij het soms evident is dat ze echt drinkwaterkwaliteit moeten hebben. Ik noemde al de voedingsmiddelenindustrie, ziekenhuizen, de zorg et cetera. Daarnaast zijn er bedrijven die evident geen drinkwaterkwaliteit nodig hebben. Er is echter ook een grijs gebied. We willen dat allemaal goed in kaart hebben om zodoende de juiste maatregelen te kunnen nemen voor de toekomst.
De heer Groot de (D66)
De heer Tjeerd de Groot (D66):
Daar heeft de Kamer al de nodige suggesties voor gedaan. Al in 2022 is er een motie van D66 samen met de ChristenUnie aangenomen om het laagwaardig gebruik van drinkwater te voorkomen. U meldt daar een jaar later over dat u daar in het bestuurlijk overleg van 13 december over gaat praten. Wat is er eigenlijk uit dat bestuurlijk overleg gekomen?
Minister Harbers
Minister Harbers:
Precies wat ik u zojuist aangaf, namelijk dat wij daar gesproken hebben over zowel het actieprogramma drinkwaterbesparing als het Actieprogramma Beschikbaarheid Drinkwaterbronnen. Daarbij zien we ook dat waarschijnlijk provincies hierbij nog wat meer ondersteuning nodig hebben. Er zijn provincies die ontzettend goed op weg zijn, maar er zijn er ook voor wie het best echt wel een ingewikkelde klus is. Daar hebben we afspraken over gemaakt om dat beeld in april compleet te maken. De eerdergenoemde motie en ook de motie van mevrouw Van der Plas zijn we aan het uitvoeren, precies ook vanwege de urgentie. Wij zien namelijk ook dat het in de toekomst steeds meer knel gaat lopen met de benodigde hoeveelheid drinkwater en de drinkwaterbronnen die we beschikbaar hebben.
De heer Groot de (D66)
De heer Tjeerd de Groot (D66):
Dat duurt allemaal best lang. Vindt de minister het niet vreemd dat bedrijven miljarden liters gebruiken, maar mensen ondertussen worden opgeroepen om vooral korter te douchen? Staat dat wel een beetje in verhouding tot elkaar?
Minister Harbers
Minister Harbers:
Dat zou op termijn niet in verhouding staan, maar — overigens bij droogte, zoals droge zomers, geldt de oproep om zuinig met drinkwater te zijn voor iedereen, dus ook voor bedrijven — precies daarom zijn we bezig om dit beleid te veranderen. Drinkwater is essentieel, niet alleen voor huishoudens maar ook voor bedrijven die er op dit moment over kunnen beschikken. We leven in een rechtsstaat, dus je kunt niet met een pennenstreek zeggen: jij wel, jij niet. Dat zullen we heel goed met elkaar moeten inregelen en dat kun je niet doen als je niet over alle informatie beschikt over wat de gevolgen zijn. We werken er volop aan om dat complete beeld te hebben en daarmee straks deugdelijke beslissingen te kunnen nemen.
De heer Groot de (D66)
De heer Tjeerd de Groot (D66):
De minister is al een paar jaar aan het onderzoeken. D66 heeft het ook niet over een pennenstreek, maar het moet wel gebeuren, want anders staan straks tot 300.000 woningen gewoon droog. Daarom de volgende suggestie. Het zijn allemaal Kamermoties geweest, maar de Belgen kunnen het wel. Zij spoelen hun wc gewoon door meer regenwater. Als je gaat verbouwen of nieuw gaat bouwen, dan moet je daar gewoon een put in je tuin hebben en ervoor zorgen dat je doortrekt met regenwater. Dat is hartstikke logisch. De Belgen doen het al. En wat doet de minister? Die onderzoekt. Waarom kunnen wij dat niet?
Minister Harbers
Minister Harbers:
Daar is een heel praktische reden voor. De heer De Groot weet dat minister De Jonge en ik het afgelopen jaar dat onderzoek naar de Kamer hebben gestuurd. En ja, ik denk dat grijswatergebruik, dus regenwatergebruik in de toekomst voor bepaalde voorzieningen, zoals het sproeien van de tuin of het doorspoelen van de wc, heel waardevol is. Overigens is het gebruik van regenwater voor het doorspoelen van de wc nu al toegestaan. We zijn alleen nog niet zover dat we het nu al opnemen als een verplichting in het Bouwbesluit. We kijken er wel serieus naar om daar te komen, maar voordat we dat verplicht willen stellen, moeten we meer weten over de risico's voor de volksgezondheid. Waar iedereen nu gewend is dat je uit iedere kraan kunt drinken en kinderen dat misschien ook doen uit een kraantje dat tegen het schuurtje in de tuin zit, zal je met elkaar precies moeten weten wat je wel en niet verplicht stelt in het Bouwbesluit, ook om gezondheidsrisico's te voorkomen doordat mensen onbedoeld het grijze water gaan drinken. Daar is het laatste onderzoek op gericht. Zodra we daar alle ins en outs van weten, zijn we klaar om te kijken wat we in het Bouwbesluit kunnen verplichten.
De heer Groot de (D66)
De heer Tjeerd de Groot (D66):
Dat klinkt toch echt wel een beetje als weer een onderzoek. Ik bedoel: je moet niet uit de wc drinken. Dat is het eigenlijk. En als het in België kan, waarom gaat u dan niet naar België en neemt u dat gewoon over?
Minister Harbers
Minister Harbers:
We gaan ook naar België en we betrekken alle resultaten daarbij. De heer De Groot begint ongeveer iedere vraag met "de minister doet alleen onderzoek". Ik wijs erop dat het hierbij echt gaat over hele belangrijke dingen. Schoon drinkwater van de kwaliteit die we in Nederland hebben, is wereldwijd uniek. Dat vind je niet in heel veel landen. Juist daarom zijn we met z'n allen gewend aan het beschikbaar hebben van dat schone drinkwater en kun je echt niet over één nacht ijs gaan door rigoureuze veranderingen in dat systeem aan te brengen. Dat is de reden dat we het voortvarend maar wel zorgvuldig doen.
De heer Groot de (D66)
De heer Tjeerd de Groot (D66):
Daar zit nou juist het probleem. Ik doe dit dossier al zeven jaar. Een ander onderwerp gaat over het waterverbruik in de landbouw. We hebben gezien dat het aantal putten dat door de landbouwers is geslagen de laatste decennia is verhonderdvoudigd. Daar hebben we het ook al jaren over. Wanneer komt er nu eindelijk een vergunningplicht voor deze putten?
Minister Harbers
Minister Harbers:
Ook daarover heb ik de Kamer eerder toegezegd dat ik het voornemen heb om dat niet bij monitoring te laten, wat we een jaar geleden nog hadden. Ook hiervan hebben we de uitwerking inmiddels liggen. Dat lijkt me iets wat door een komend missionair kabinet gelijk opgepakt kan worden.
De heer Groot de (D66)
De heer Tjeerd de Groot (D66):
Gelet op het tempo zou het jammer zijn om dat vooruit te schuiven, want het is belangrijk genoeg. We willen allemaal wonen in Nederland. We gaan 1 miljoen huizen bouwen. Op dit moment dreigt de situatie dat tot 300.000 woningen niet kunnen worden aangesloten. Als ik kijk hoeveel voorstellen de Kamer heeft gedaan voor de landbouw, de industrie en besparing bij huishoudens, dan zie ik toch te veel processen, te veel onderzoek en te weinig daadkracht.
Misschien toch een laatste vraag. De minister zit hopelijk aan het eind van zijn periode. Althans, hij verwijst al naar een volgend kabinet. Wat zou hij met de kennis van nu anders hebben gedaan?
Minister Harbers
Minister Harbers:
Met de kennis van nu? We hebben dit hele onderwerp zo voortvarend opgepakt dat we klaar zijn om een aantal van die besluiten te nemen, met inbegrip van het feit dat je niet zomaar kunt zeggen: jij wel water, jij geen water. We hebben daar ordentelijke wet- en regelgeving voor in dit land. En ja, we zien dat het knelt. We zien die extra opgave van 100 miljoen kuub in 2030. We kennen de drinkwaterbedrijven waar men op zoek is. We zijn met de provincies in overleg. De ILT en ik sporen de provincies aan om snel met hun hele beeld van de drinkwatervoorziening te komen. Tegelijkertijd is het zó essentieel dat je niet met één pennenstreek kunt zeggen: jij wel, jij niet. We hebben overigens nog wel de tijd om dat fatsoenlijk in te regelen. Datzelfde geldt voor het thema waar de heer De Groot aan raakt, namelijk de hele landbouw. In de programma's voor het landelijk gebied wordt die hele puzzel gelegd. Dat zul je echter wel moeten doen met inbegrip van hoe het hele gebied eruitziet. Je kunt niet met één pennenstreek zomaar ergens een streep door halen.
De heer Heutink (PVV)
De heer Heutink (PVV):
Het is natuurlijk ongelofelijk triest dat wij het in een land als Nederland moeten hebben over een drinkwatertekort. Hoe bestaat het? Dit probleem staat niet op zichzelf. We hebben de afgelopen jaren te maken met een enorme bevolkingsgroei. Daarom hebben wij de volgende vraag aan de minister. Zou het heel misschien, heel misschien, kunnen dat doordat er de afgelopen acht jaar maar liefst 1 miljoen mensen in Nederland bij zijn gekomen, we een tekort hebben aan drinkwater?
Minister Harbers
Minister Harbers:
Iedereen in Nederland heeft drinkwater nodig, dus ook de mensen die erbij zijn gekomen. Tegelijkertijd zijn wij ervan overtuigd dat op termijn iedereen in Nederland met minder drinkwater toekan. Dat kan door verstandige keuzes te maken en goed te kijken waar je drinkwater van drinkwaterkwaliteit nodig hebt en waar je met andere kwaliteit kunt volstaan. Precies dat is wat we aan het voorbereiden zijn, zodat straks iedereen in Nederland met 20% minder drinkwater toekan.
De heer Dijk van (NSC)
De heer Olger van Dijk (NSC):
De heer De Groot vroeg in het begin van zijn betoog terecht aandacht voor de beschikbaarheid van drinkwaterbronnen. We zien dat dat inderdaad problematisch wordt. Nou is er belangrijk langetermijnbeleid in ontwikkeling bij collega De Jonge, namelijk de Nota Ruimte. Kan de minister toezeggen dat het niet alleen expliciet wordt meegenomen in de conceptversie van de Nota Ruimte, maar dat er ook al een fase verder wordt gekeken naar onderliggende besluitvorming, zoals het Bkl en dergelijke, zodat we ook voor de toekomst de drinkwaterbronnen kunnen gaan beschermen?
Minister Harbers
Minister Harbers:
Ja, dat kan ik de heer Van Dijk toezeggen. Dit is namelijk precies de essentie van wat we hebben afgesproken in het beleid dat water en bodem sturend moeten worden voor de ruimtelijke ordening. Precies daar maken deze voorstellen ook onderdeel van uit, dus dat komt in de Nota Ruimte terug.
De heer Houwelingen van (FVD)
De heer Van Houwelingen (FVD):
Daar wil ik precies op doorgaan: op dat punt van water en bodem sturend. We hebben natuurlijk voldoende drinkwater in Nederland. We hebben gesproken met drinkwaterbedrijven. We zijn op werkbezoek geweest. Ze zeggen allemaal dat er een probleem is met de vergunningen. Dat kan stikstof zijn, dat kunnen natuurregels zijn. Daardoor hebben we niet voldoende capaciteit. Nou is mijn vraag aan de minister de volgende. Is zijn "water en bodem sturend"-beleid al een keer ingezet om die regels, die stikstofregels of die natuurregels, te overrulen en ervoor te zorgen dat in ieder geval drinkwaterbedrijven kunnen uitbreiden?
Minister Harbers
Minister Harbers:
Er is noodzaak voor drinkwaterbedrijven om uit te breiden. Dat kan ook binnen de bestaande regels. Het is heel vaak een kwestie van heel goed met elkaar bekijken wat er allemaal in de ruimte van een bepaald gebied mogelijk gemaakt moet worden. Daarbij heeft de noodzaak om voldoende drinkwaterinnamepunten te hebben in het verleden misschien weleens niet hoog genoeg op de agenda gestaan. Gegeven de urgentie van vandaag de dag vragen wij er aandacht voor. Dat is precies de reden waarom we in dat beleid van water en bodem sturend hier ook een aantal acties op hebben gezet. Die kunnen straks bijvoorbeeld leiden tot een aanpassing van het Bouwbesluit, van het Bkl en van allerlei andere wet- en regelgeving. Dat doen we om ervoor te zorgen dat we de drinkwatervoorziening altijd veiligstellen in Nederland.
De heer Houwelingen van (FVD)
De heer Van Houwelingen (FVD):
Dank. Ik begrijp uit de beantwoording van de minister dat dat "water en bodem sturend"-beleid nog niet is ingezet. Dat is ons ook verteld door waterleidingbedrijven, bijvoorbeeld door Dunea. Ze zeggen dat ze vastzitten door de milieuregels.
Ik heb nog een tweede vraag. Ik begrijp dat er een Actieplan Leveringszekerheid drinkwater is om ervoor te zorgen dat er 100 miljoen liter extra drinkwater kan komen. Hoe staat het met dat actieplan? Welke vorderingen zijn er al gemaakt? Kan de minister wellicht een korte brief daarover naar de Kamer sturen?
Minister Harbers
Minister Harbers:
Dat is de vraag die de heer De Groot net ook stelde. In het Bestuurlijk Overleg Water in april maken we de afspraken met de provincies over dat actieplan. Daarna is het klaar. Dan zitten we in het tweede kwartaal. Dan komt het nog voor de zomer naar de Kamer.
De heer El Abassi (DENK)
De heer El Abassi (DENK):
Ik kon het betoog van de heer De Groot heel goed volgen. Ik wil de minister graag de volgende vraag stellen. Vindt hij niet dat de vergelijking van ziekenhuizen en scholen met een bedrijf als Tata Steel hier niet op hoort gaan?
Minister Harbers
Minister Harbers:
Dat ben ik met de heer El Abassi eens, want die hebben echt water van drinkwaterkwaliteit nodig. In de huidige wet- en regelgeving kennen wij alleen huishoudens en zakelijke gebruikers. Daar vallen bijvoorbeeld dan ook ziekenhuizen en scholen onder. Precies omdat ik denk dat we in de toekomst onderscheid moeten maken, zijn we bezig om te kijken hoe dat in de toekomst goed zou kunnen gebeuren. Dan krijg je ook nog wel wat discussie tussen bedrijven. Een bepaald bedrijf zegt dan dat het per se schoon drinkwater nodig heeft, terwijl andere bedrijven zeggen: nou, dat valt wel mee, want je zou bijvoorbeeld voor het koelen van processen ook met minder schoon water toekunnen. Voordat je ergens de grens trekt, moet je dus wel weten waar je het over hebt. Maar ik ben het eens met de heer El Abassi dat scholen, ziekenhuizen, verzorgingshuizen en de voedingsmiddelenindustrie waarschijnlijk op alle plekken schoon drinkwater nodig hebben. Maar tot nu toe kent de wet- en regelgeving dat niet. Vandaar dat we dat onderscheid moeten gaan maken.
De heer El Abassi (DENK)
De heer El Abassi (DENK):
Dan ten slotte. Ik ben blij dat we op basis van goede argumenten die uit een onderzoek zouden kunnen komen, in ieder geval wel gaan naar een mogelijk "jij wel en jij niet"-beleid. Ik mis inderdaad een klein beetje dat wij als Kamer echt een harde toezegging krijgen, dat we te horen krijgen: joh, dan zijn we eruit. We hebben immers niet meer alle tijd. Het drinkwater raakt op. De reserves raken op en we hebben geen tijd meer om onderzoeken af te wachten. Hoe denkt de minister daarover?
Minister Harbers
Minister Harbers:
We hebben twee weken geleden het wetgevingsoverleg Water gehad, waarin veel van deze thema's ook langskwamen. Ik heb toen ook de nodige toezeggingen gedaan — ik zal die niet allemaal herhalen — en aangegeven wanneer we de volgende stappen gaan zetten. Dit zit ook allemaal in het actieprogramma water en bodem sturend. Daar is het ook allemaal nog in de tijd uiteengezet. Dat kan dus worden nagelezen.
Kamerlid Kostić (PvdD)
Kamerlid Kostić (PvdD):
70% van onze waterbedrijven zegt dat ze onvoldoende reserves hebben. Dat is schrikbarend. Ze zeggen dit niet alleen nu, maar ze roepen al jaren dat er een watercrisis aan komt. Wat ik nu van de minister hoor, is: we hebben nog een plan, we gaan nog gesprekken voeren, we gaan ernaar kijken en er loopt nog een onderzoek. Wij hebben een plan voor waterbesparing. De Partij voor de Dieren heeft de minister al een of twee weken geleden ertoe opgeroepen om nu dwingende maatregelen te nemen. De minister zei daarvan: we hebben een plan om in 2035 aan 20% waterbesparing te doen. Mijn vraag aan de minister luidt: vindt hij dat, gezien deze crisis, nog steeds genoeg? Wat gaat hij dit jaar nog aan dwingende maatregelen instellen om ervoor te zorgen dat we straks voldoende water hebben?
Minister Harbers
Minister Harbers:
De zoektocht naar voldoende drinkwaterbronnen loopt in ieder geval tot 2030. Wij weten, ook als je kijkt naar de ontwikkeling van de bevolking, dat de vraag naar drinkwater op dit moment nog stijgt. We hebben in samenspraak, onder andere met de provincies, maar ook met de drinkwaterbedrijven, dat doel van 20% in 2035 vastgesteld. Ik heb geen signalen dat dat onvoldoende zou zijn. Tegelijkertijd werken we voortvarend met alle betrokken bestuurslagen aan dat plan, dat zowel drinkwaterbesparing als drinkwaterbeschikbaarheid betreft.
Daarbij wil ik ook het belangrijkste punt noemen. Hoeveel maatregelen er ook worden gesuggereerd … Natuurlijk kunnen we via campagnes eerder inzetten op gedragsveranderingen dan echt met fysieke maatregelen komen. Maar ze hebben effect als ze door iedereen nagevolgd kunnen worden en wanneer mensen het gevoel hebben dat ze ermee uit de voeten kunnen of dat er alternatieven zijn. Grijswater is in bijna geen huis beschikbaar voor de wc of de tuin. Hier is dus uiteindelijk de crux dat we maatregelen afspreken die we met een land van bijna 18 miljoen inwoners en met alle bedrijven ook daadwerkelijk kunnen navolgen. Dan hebben we er wat aan.
De heer Bosma (PVV)
De voorzitter:
Gaat uw gang.
Kamerlid Kostić (PvdD)
Kamerlid Kostić (PvdD):
Ik hoor de minister inderdaad vooral zeggen dat we gewoon nog afwachten en dat hij geen signalen hoort, terwijl hij deze gewoon in de krant kan lezen. Er zijn dwingende maatregelen nodig, ook volgens experts. Mijn tweede vraag gaat over iets anders. Er is geen water zonder natuur. Mijn vraag is de volgende. Als er nieuwe waterbronnen moeten worden aangeboord, hoe gaat de minister dan borgen dat de natuur niet verder wordt aangetast?
Minister Harbers
Minister Harbers:
Ook voor drinkwaterbedrijven geldt — dat is deel van hun zoektocht — dat ze bijvoorbeeld de Wet natuurbescherming moeten naleven, maar dat is een van de redenen dat die zoektocht in veel provincies een stuk ingewikkelder is geworden dan tien, twintig jaar geleden. Dat betekent soms ook echte keuzes maken: waar geef je voorrang aan drinkwater ten opzichte van andere functies wanneer het op sommige plekken vanwege de natuur niet langer mogelijk is?
De heer Gabriëls (GroenLinks-PvdA)
De heer Gabriëls (GroenLinks-PvdA):
Ik hoor de minister telkens zeggen: we hebben plannen en we zijn met de provincies in gesprek. De Kamer heeft een brief van de minister ontvangen waarin staat dat hij zijn aanwijzingsbevoegdheid niet wil gebruiken voor de provincies. Het is heel vrijblijvend, vrijblijvend, vrijblijvend. Er is in mijn ogen niets zo vrij als schoon en voldoende drinkwater uit de kraan. In het totaal van wat iedereen hem nu gevraagd heeft, denkt de minister dan dat dit acute probleem, dat hier door alle fracties benoemd is, alleen oplosbaar is met vrijblijvende en vrijwillige maatregelen of moeten we daar een iets dwingender instrumentarium kunnen inzetten?
Minister Harbers
Minister Harbers:
Dwingender instrumentarium is altijd beschikbaar in de Omgevingswet. Zoals ik in het wetgevingsoverleg al aangaf, sluit ik dat ten principale nooit uit. Alleen is het in de Nederlandse verhoudingen wel een heel ingrijpende maatregel, die ook iets betekent voor de verhouding tussen landelijke en lokale bestuurslagen. Daarom denk ik dat we er goed aan doen om er onderling uit te komen. Dat hebben het IPO, de drinkwaterbedrijven en het Rijk ook tegen elkaar gezegd en alles is erop gericht om in het volgende bestuurlijk overleg verder tot de goede maatregelen te komen. Ten principale sluit ik het nooit uit, maar ik vrees dat het dan ook weer een jarenlang juridisch traject kan worden. Daar hebben we niets aan. We hebben er iets aan dat iedereen zijn taken serieus neemt. Ik neem waar dat iedereen ook echt wel ziet dat dat moet gebeuren.
De heer Groot de (D66)
De heer Tjeerd de Groot (D66):
Waar het eigenlijk over gaat, is dat je een gezonde economie wil. Bij de netcongestie hebben we gezien dat bedrijven aarzelen om zich in Nederland te vestigen. Nu krijgen we met water een soortgelijk probleem. Ziet de minister dat dit negatief kan uitpakken voor het vestigingsklimaat?
Minister Harbers
Minister Harbers:
Ja, en daarom wil ik dat voorkomen. Daarom zijn wij bij het werken aan drinkwaterbesparing ook in gesprek met het bedrijfsleven, vooral ook met de grootzakelijke gebruikers. We zijn in overleg met de betrokken brancheorganisaties ook op zoek naar plekken waar je niet dat hele schone drinkwater nodig hebt, juist ook om daarmee de voorwaarden voor dit soort bedrijven te waarborgen om zich duurzaam in Nederland te vestigen, dan wel ze in Nederland gevestigd te houden.
De heer Bosma (PVV)
De voorzitter:
Dank u wel. Tot zover dit onderwerp. De minister kan ons nog niet verlaten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20232024-41-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.