10 Begroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2024

Begroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2024

Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:

  • -het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2024 (36410-XVI).

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

We gaan door met de begrotingsbehandeling VWS.

De algemene beraadslaging wordt hervat.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Helder

Minister Helder:

Dank u wel, voorzitter. Ik maak eerst even gebruik van de gelegenheid om een antwoord dat ik aan de heer Van Houwelingen heb gegeven over de financieel medewerker te corrigeren. Het leek alsof ik zei dat alle financieel medewerkers een functioneringsgesprek met de directie Financieel-Economische Zaken gaan doen. Dat moet ik echt nuanceren. Het zijn alleen de medewerkers die de directeuren-generaal adviseren die onder FEZ gaan vallen. De overige financieel medewerkers vallen onder hun eigen directie, maar zij kunnen wel escaleren naar de FEZ. Dat is wel geregeld.

De heer Houwelingen van (FVD)

De heer Van Houwelingen (FVD):

Dank voor deze aanvulling. Dat is toch enigszins teleurstellend, omdat de problemen met het financieel beheer van VWS zich juist voordoen op het niveau van de directies — dat weten we — en niet op dat hoge niveau. Bij de directies moet het gebeuren. Die medewerkers moeten zo onafhankelijk mogelijk zijn. Ja, wat zal ik zeggen? Ik hoor het nu helemaal aan het einde van het debat en de minister kan er misschien nu ook niet meer op antwoorden, maar laat ik dit zeggen. Het is heel jammer dat het niet is gebeurd juist op het niveau waarop het moet gebeuren, waar die controles moeten plaatsvinden. Het is heel jammer dat juist daar de medewerkers hun functioneringsgesprek hebben met degene die ze moeten controleren. Het is jammer dat het advies van ons als rapporteurs niet is meegenomen.

Minister Helder

Minister Helder:

Excuus dat ik het zo laat laat weten, zeg ik via de voorzitter, maar dit is hoe het geregeld is. De medewerkers kunnen wel escaleren naar FEZ.

Dan was ik nog een antwoord verschuldigd aan mevrouw Bikker. Ik had haar vraag niet beantwoord, dus excuus. Ik zei dat ik er in tweede termijn op terug zou komen of ik de stijging van euthanasie over de afgelopen twintig jaar zorgwekkend vind. De stijging van het aantal meldingen in 2022 ten opzichte van eerdere jaren is niet afwijkend en daarmee ook niet zorgwekkend. Uit eerder onderzoek van Nivel, in 2019, bleek een samenspel van diverse factoren mogelijk van invloed te zijn geweest op de stijging van het aantal euthanasieverzoeken en -meldingen, waaronder de toegenomen vergrijzing, de toename van het aantal sterfgevallen door kanker, het toegenomen draagvlak voor euthanasie onder de Nederlandse bevolking en de behoefte aan eigen regie over het levenseinde. Voor mij staat de zorgvuldigheid van de euthanasiepraktijk voorop. Die is in Nederland zeer groot, zoals wederom blijkt uit de vierde evaluatie van de Wet tot levenseinde ... Ik heb hier alleen de afkorting staan: de Wtl. Ik heb het niet uitgeschreven. Nederland kent een zeer zorgvuldige euthanasiepraktijk. Artsen zijn te allen tijde gehouden aan de wettelijke zorgvuldigheidseisen. Iedere euthanasiemelding wordt getoetst door de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie)

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Dat ben ik echt niet met de minister eens. Ik heb recent onderzoek gezien waaruit blijkt dat er in de ene gemeente 25 keer zoveel euthanasiegevallen voorkomen als in de andere gemeente. Als je zou kijken naar bijvoorbeeld knieën of ouderdomskwalen, zou je natuurlijk gemeentes zien waarin het meer voorkomt, omdat die gemeentes vergrijsd zijn, maar als onderzoekers daarvoor verdisconteren, zelfs voor kerkelijke achtergrond of wat dan ook, heb je gemeentes waar zeven keer zoveel euthanasie voorkomt als in andere gemeentes. Het moet ons iets zeggen als we elk jaar een stijging van het aantal euthanasiegevallen zien. Die stijging gaat door, en bedraagt inmiddels bijna 5% van het aantal sterfgevallen. Dan snap ik niet dat de minister zegt: alles is een going concern; ik maak me hier geen zorgen over. Ik hecht dus zeer aan dit nadere onderzoek. Misschien maakt het wel uit hoe huisartsen het gesprek voeren en wat er gezegd wordt over palliatieve zorg; ik weet het niet. Ik zou het graag onderzocht hebben, temeer omdat er onverklaarbare verschillen tussen gemeenten zijn.

Minister Helder

Minister Helder:

Waarvan akte, voorzitter. Ik neem de opmerking van mevrouw Bikker daar uiteraard in mee.

Dan ben ik nog een antwoord verschuldigd aan de heer Dijk op de vraag wanneer de brief over Valys komt. Sorry, dat was een vraag van mevrouw Agema. Die komt aan het einde van dit kwartaal, kwartaal 1. De brief over de private equity, zeg ik via de voorzitter tegen de heer Dijk, komt ook aan het einde van kwartaal 1. Mocht er wetgeving nodig zijn, dan duurt het uiteraard langer, maar ik probeer u aan het einde van kwartaal 1 van een antwoord te voorzien.

We hebben het net gehad over de brief over de tbs, met name over de informatievoorziening. Ook daarover zal ik de Kamer in kwartaal 1 informeren.

Voorzitter. Dan de appreciatie van de moties. Dat ga ik snel doen.

De motie op stuk nr. 45 krijgt oordeel Kamer, want we doen dit al.

De motie op stuk nr. 47 krijgt oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 48 krijgt oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 51 is ontraden, want daar hebben we geen geld voor.

De motie op stuk nr. 52 wordt ook ontraden, vanwege de dekking. Het is een te groot bedrag; dat hebben we afgesproken.

De motie op stuk nr. 53 wordt onder verwijzing naar het debat ook ontraden.

De motie op stuk nr. 54 kan ik oordeel Kamer geven, want dat zit al in het IZA.

Dan de motie op stuk nr. 56 van mevrouw Westerveld. Ik leg de protocollen niet vast. Dat doet het Zorginstituut. Ik kan het Zorginstituut daar ook geen opdracht voor geven. Ik kan wel in gesprek gaan met het Zorginstituut en het oproepen om de protocollen aan te passen. Als ik de motie zo mag lezen, kan ik deze oordeel Kamer geven.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks-PvdA)

Mevrouw Westerveld (GroenLinks-PvdA):

Ik heb hier inderdaad een pagina van het Zorginstituut bij me. Daarin staat dat een computer of een tablet een algemeen gebruikelijke voorziening is en daarom niet in aanmerking komt voor vergoeding. Als we dat nu eens vergelijken met een rolstoel? Dan zeggen we ook niet: we vergoeden alleen de wielen, want de stoel hebt u al. Dat is de vergelijking die ik wil maken. Ik zou het heel prettig vinden als de minister ervoor wil zorgen dat hardware én software vergoed worden, omdat ze gewoon bij elkaar horen.

Minister Helder

Minister Helder:

Ik ga erover in gesprek met het Zorginstituut. Als ik de motie zo mag lezen, kan ik die oordeel Kamer geven.

De motie op stuk nr. 59 krijgt oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 60 wordt ontraden onder verwijzing naar het debat.

Dan de motie op stuk nr. 61. Ik ga ervan uit dat iedere organisatie die wij vanuit VWS subsidie geven, volledig voldoet aan wet- en regelgeving en dus ook de grondrechten respecteert. Ik zie geen reden om het onderzoek waar in de motie om gevraagd wordt, niet te doen, dus daarom geef ik de motie oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 64 wordt ontraden.

De motie op stuk nr. 65 vraagt even om wat toelichting aan mevrouw Van der Plas. Die motie ga ik ontraden, omdat ik hiermee bezig ben. Ik heb een pauzeknop ingedrukt en ik ben het juridisch aan het regelen. Daarin zit de overweging hoe we met de verantwoording en met het interne toezicht omgaan. Ik kan daar niet op vooruitlopen en daarom kan ik de motie geen oordeel Kamer geven.

De motie op stuk nr. 66 vraagt ook even om een kleine toelichting. Het is deels een spreek-uitmotie, terwijl ik me er niet over uitspreek. In het andere deel van de motie staat: "verzoekt de regering de Kamer te informeren over de reeds genomen besluiten". Laat ik nog één keer duidelijk zeggen dat er geen besluiten genomen zijn. Verder is het vanzelfsprekend dat we de Kamer informeren over de voortgang. De rolverdeling van het kabinet en het parlement is bij internationale verdragen als volgt: het kabinet gaat over het besluit om het verdrag te ondertekenen. Dat doen we in de jaarvergadering van de WHO, the Assembly. Het parlement gaat vervolgens over de ratificatie van het verdrag, dus het besluit om al dan niet toe te treden. Zonder die toetreding is Nederland niet gebonden aan het verdrag. Omdat hier ook wat vragen over waren, stel ik voor om de Kamer een technische briefing aan te bieden.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Zal ik dat voorstel bij dezen accepteren namens u allen? Wat is de appreciatie van de motie precies?

Minister Helder

Minister Helder:

De appreciatie van het deel van de motie "verzoekt de regering de Kamer te informeren over de reeds genomen besluiten" is oordeel Kamer, want dat doen we al. Er zijn echter nog geen besluiten genomen. Met die opmerking erbij krijgt de motie oordeel Kamer.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Zij is dus "oordeel Kamer". Prima.

Minister Helder

Minister Helder:

De motie op stuk nr. 70 wordt ontraden.

De motie op stuk nr. 71 wordt ontraden.

De motie op stuk nr. 72 wordt ontraden.

De motie op stuk nr. 73 wordt ontraden.

De motie op stuk nr. 74 wordt ontraden.

De motie op stuk nr. 75 wordt ontraden. We zijn bezig met een onderzoek. Hier staat dat binnen de gehele zorg het eigenaarschap van private-equitypartijen tot het verleden moet behoren.

De motie op stuk nr. 76 wordt ontraden.

De motie op stuk nr. 77 gaat over een onderwerp dat de Kamer zelf controversieel heeft verklaard. Ik denk dat het daarbij past dat ik de motie ga ontraden.

De motie op stuk nr. 78 wordt ontraden.

De motie op stuk nr. 79 wordt ontraden.

De motie op stuk nr. 80 wordt ontraden.

De motie op stuk nr. 81 wordt ontraden.

De motie op stuk nr. 82 wordt ontraden.

De motie op stuk nr. 83 wordt ontraden, waarbij ik wil opmerken dat ik die administratielast zeker behoorlijk naar beneden wil brengen. Dat heb ik uitgebreid in het debat verteld. Maar ga me niet vastleggen op deze 22%. Ontraden.

Dan de motie op stuk nr. 84 over het zorgbuurthuis. Morgen komt de programmadirecteur Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen bij u op bezoek. Hij zal hier met belangstelling kennis van nemen en meedenken. De motie zoals die hier geformuleerd is, ga ik ontraden. We volgen de ontwikkelingen uiteraard met heel veel belangstelling.

De motie op stuk nr. 86 ga ik ontraden.

De motie op stuk nr. 88 ga ik ontraden. Het is echt aan wetenschappers om te bezien of en zo ja welk onderzoek kan helpen om hier meer inzicht in te krijgen. Daarom wil ik niet nu al besluiten tot onderzoek. Dat moet eerst goed beoordeeld worden. Ten overvloede: ik omarm het advies van Lareb, maar ik wil eerst goed bezien, met de wetenschap, welk vervolg hier passend is. Ik ontraad dus deze motie. Bovendien gaan we het voorjaarsreces zeker niet halen.

Dan de motie op stuk nr. 89. Die ga ik ontraden. Waarom? Ik ga er niet over. De Federatie Medisch Specialisten (FMS) evalueert de kwaliteitsstandaard. Als daar aanleiding toe is, zullen ze die ook bijstellen. Advies vragen aan de Gezondheidsraad heeft geen meerwaarde. In opdracht van mij wordt in ieder geval de kwaliteitsstandaard transgenderzorg somatisch geëvalueerd door het Kennisinstituut van de FMS. Daarbij wordt ook getoetst aan de laatste stand van de wetenschap. De resultaten verwacht ik in het eerste kwartaal met u te kunnen delen. Daarna wordt de standaard aangepast door het veld.

Dan heb ik de motie op stuk nr. 90. Ontraden.

Dan de motie op stuk nr. 92. Ik heb reeds een brief toegezegd, zeg ik tegen de heer Eerdmans. Dat heeft hij misschien even gemist, maar ik heb die brief toegezegd. Wat mij betreft kan ik deze motie oordeel Kamer geven, naar aanleiding van de vragen.

Dat waren mijn moties, voorzitter.

De heer Krul (CDA)

De heer Krul (CDA):

Ik heb de appreciatie bij de motie op stuk nr. 64 gemist. Dat kan aan mij liggen. Die ging over de nationale strategie en werkagenda voor mensen met een beperking.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Die is ontraden.

Minister Helder

Minister Helder:

Ontraden.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Dank aan de minister. Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Ooijen van

Staatssecretaris Van Ooijen:

Dank u wel, voorzitter. Allereerst de openstaande vraag van mevrouw Westerveld. Ik heb dat hier nu niet paraat. Wat we natuurlijk al weten, is dat de 511 miljoen in ieder geval voor rekening en risico van het Rijk is. Ik ga proberen om voor het WGO van aanstaande maandag een brief te sturen om meer informatie te geven over de stand van zaken. Dat over de vraag.

Dan de moties. De motie op stuk nr. 46 krijgt oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 49: oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 50: oordeel Kamer.

Ik ben nu bij de motie op stuk nr. 55. Die vergt enige uitleg. Als ik de motie zo mag lezen dat het mogelijk is om bij de uitwerking van het transformatieplan projecten te betrekken die op indirecte wijze bijdragen aan het voorkomen van dakloosheid, bijvoorbeeld door het investeren in mentale gezondheid, het sociale domein, het medisch domein, et cetera, dan wil ik de motie zeer ondersteunen en kan ik haar oordeel Kamer geven.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Mevrouw Westerveld knikt ja. Dat is bij dezen bevestigd.

Staatssecretaris Ooijen van

Staatssecretaris Van Ooijen:

De motie op stuk nr. 58 kan ik oordeel Kamer geven, maar zonder de tijdsaanduiding. Dat gaat mij helaas niet lukken. Als ik haar zo mag lezen: oordeel Kamer.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Ik kijk even naar mevrouw Synhaeve. U moet even knikken.

Staatssecretaris Ooijen van

Staatssecretaris Van Ooijen:

Een duimpje mag ook.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Een duimpje, of de wave inzetten. Dit is de motie op stuk nr. 58, van mevrouw Synhaeve. De staatssecretaris wil die overnemen exclusief de tijdsbepaling.

Staatssecretaris Ooijen van

Staatssecretaris Van Ooijen:

Dat is toch niet genoeg.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Er wordt nog onderhandeld.

Mevrouw Synhaeve (D66)

Mevrouw Synhaeve (D66):

Wanneer dan wel? Of hoe worden wij …

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Met sint-juttemis.

Staatssecretaris Ooijen van

Staatssecretaris Van Ooijen:

Ik kan hier geen andere tijdsaanduiding aan geven. Maar ik weet wel dat eind 2024 echt te veel van het goede is.

Mevrouw Synhaeve (D66)

Mevrouw Synhaeve (D66):

Ik snap dat er nog geen nieuw moment kan komen, maar is er een moment waarop dat wel gezegd kan worden?

Staatssecretaris Ooijen van

Staatssecretaris Van Ooijen:

Ik kan eind 2024 een stand van zaken geven. Zullen we dat doen? Dan geef ik u meer informatie over waar we dan staan.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Dan is het bevestigd door mevrouw Synhaeve en heeft de motie oordeel Kamer.

Staatssecretaris Ooijen van

Staatssecretaris Van Ooijen:

Dan de motie op stuk nr. 62: oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 63: oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 67 ontraden, onder verwijzing naar het debat.

De motie op stuk nr. 68: ontraden, onder verwijzing naar het debat.

De motie op stuk nr. 69: oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 85: ontraden. Daar hebben we het allemaal over gehad, dus dat is geen nieuws volgens mij.

De motie op stuk nr. 87: ontraden.

De motie op stuk nr. 91 is een hele mooie motie. Alleen is dit ingewikkeld omdat dit een van de goede vormen is van een woonvoorziening en niet de enige. Daarom moet ik deze motie ontraden.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Dat was de motie op stuk nr. 91. Wacht even, want onze administratie is niet op orde. Wij missen de motie op stuk nr. 57.

Staatssecretaris Ooijen van

Staatssecretaris Van Ooijen:

De motie op stuk nr. 57? O, dan is die toch bij mij beland. Uit mijn hoofd gezegd, kan ik die motie oordeel Kamer geven. Dat is de motie van mevrouw Synhaeve over …

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Huiselijk geweld en over vrouwen die geheim geplaatst zijn.

Staatssecretaris Ooijen van

Staatssecretaris Van Ooijen:

Exact. Die kan ik oordeel Kamer geven.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

En de motie op stuk nr. 91 moet ook nog.

Staatssecretaris Ooijen van

Staatssecretaris Van Ooijen:

Die heb ik zojuist aan de heer Eerdmans toegelicht. Die heb ik ontraden.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Die is ontraden.

Staatssecretaris Ooijen van

Staatssecretaris Van Ooijen:

Omdat het een mooie vorm is maar niet de enige vorm.

Mevrouw Plas van der (BBB)

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik heb de motie op stuk nr. 68 gemist.

Staatssecretaris Ooijen van

Staatssecretaris Van Ooijen:

Ontraden.

Mevrouw Plas van der (BBB)

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Over de motie op stuk nr. 67 zegt de staatssecretaris dat hij deze onder verwijzing naar het debat ontraadt. Mij is ontgaan wat de dwingende reden is om er niet voor te zorgen dat ziekenhuizen dierlijke eiwitten niet van het menu laten verdwijnen en dit aanbod zichtbaar aanwezig blijft op de menu's en mensen er niet apart naar hoeven te vragen. Kan ik daar nog een keer de uitleg van krijgen?

Staatssecretaris Ooijen van

Staatssecretaris Van Ooijen:

We hebben een richtlijn Gezonde Voeding. We baseren ons op het Voedingscentrum. Verder staan er heel veel dingen in waar twijfels over zijn. Ik zie bijvoorbeeld niet dat er ziekenhuizen zijn die willen staken met het aanbieden van vlees. Ik ken geen ziekenhuizen die dat willen doen. We richten ons dus op de richtlijn van het Voedingscentrum. Dat is de kern van de zaak. Aan alles wat daarbovenop komt, hebben we geen behoefte. Daarom ontraad ik deze motie.

Mevrouw Plas van der (BBB)

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Nou, het is wel degelijk zo. 700 mensen in het medische veld, artsen, hebben iets ondertekend waarin staat dat ze daar uiteindelijk wel naartoe willen.

Staatssecretaris Ooijen van

Staatssecretaris Van Ooijen:

Dat zou kunnen.

Mevrouw Plas van der (BBB)

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Caring Doctors ook.

Staatssecretaris Ooijen van

Staatssecretaris Van Ooijen:

Maar dat betekent niet dat een ziekenhuis dat wil. Dat een dokter dat zou willen en dat zijn ziekenhuis dat niet wil, is iets anders. Ik ken geen ziekenhuizen die dat willen.

Mevrouw Plas van der (BBB)

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Nee, maar daar wordt wel duidelijk in gesteld dat op termijn het aanbod van dierlijke eiwitten naar beneden moet. Uiteindelijk wordt de wens door de oprichter van Caring Doctors uitgesproken dat er helemaal geen dierlijke eiwitten worden aangeboden in een ziekenhuis. Daar ligt gewoon een ideologische, activistische agenda onder. Dat is mijn grote zorg. Wij krijgen ook signalen van diëtisten en voedingsdeskundigen die zeggen dat deze tendens problematisch wordt. Vanuit die activistische, ideologische agenda worden biodiversiteit, klimaat en allerlei andere redenen opgevoerd om plantaardig te eten. Dat mag van mij allemaal en dat moet iedereen ook zelf weten, maar mijn punt is dat dat in ziekenhuizen wordt overgenomen, niet morgen maar op termijn.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Helder. De heer Eerdmans.

De heer Eerdmans (JA21)

De heer Eerdmans (JA21):

Ik wil nog één poging doen om de staatssecretaris te verleiden. Dat gaat over de motie op stuk nr. 47. Natuurlijk heeft de staatssecretaris gelijk dat het gaat over meer woonvormen dan alleen Skaeve Huse. Maar het wordt gesteund door de praktijk. In de forensische zorg zie je dat er grote behoefte is aan plekken. Gewoon simpelweg slaapplekken om mensen op te vangen die met psychiatrische klachten kampen. Het helpt dus enorm. Het helpt de praktijk, het helpt de capaciteit en er hoeven geen mensen meer in andere moeilijke omstandigheden te worden vastgezet, enzovoorts. Kortom, kunt u daar toch niet een positief oordeel over geven? De suggestie wordt gedaan dat het de enige woonvorm is, maar dat bedoelen de indieners niet.

Staatssecretaris Ooijen van

Staatssecretaris Van Ooijen:

Nee, het is een mooie vorm, maar niet de enige vorm. Daarom is het bijzonder om dan voor een van deze bijzondere, mooie vormen een landelijk programma op te richten. Ik ken, gelukkig maar, heel veel goede, bijzondere en belangrijke woonvormen, juist voor deze groep of voor een andere bijzondere groep. Daarvoor gaan we niet allemaal een landelijk programma oprichten. Ik vind het een heel sympathiek idee, want ik ben ook een groot fan van Skaeve Huse. Ik ben zelfs nog bezig geweest er een paar te openen in de stad waar ik wethouder was. Ik vind een landelijk programma alleen niet zo logisch.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Afrondend.

De heer Eerdmans (JA21)

De heer Eerdmans (JA21):

Ik heb er ook een nacht in geslapen.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Kijk eens aan.

Staatssecretaris Ooijen van

Staatssecretaris Van Ooijen:

Dat heb ik niet gedaan.

De heer Eerdmans (JA21)

De heer Eerdmans (JA21):

Dat is de overtreffende trap, maar dat moet u ook eens proberen. Dat is heel interessant. Maar ik zie dit toch als een verkapte omarmende beweging van de staatssecretaris. Dan kunnen we hier als Tweede Kamer toch met een gerust hart voor gaan stemmen, als ik het zo vrij mag vertalen.

Staatssecretaris Ooijen van

Staatssecretaris Van Ooijen:

U mag altijd uw eigen woorden kiezen.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Dank aan de minister en dank aan de staatssecretaris voor deze lange zit en hun vele voorbereidingen. Tot zover dit debat.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Dinsdag stemmen wij over al deze moties. Over de amendementen stemmen we op de vergaderdag voor het krokusreces.

Naar boven