3 Verkiezingen

Verkiezingen

Aan de orde is het tweeminutendebat Verkiezingen (CD d.d. 28/09).

Mevrouw Tielen (VVD)

De voorzitter:

Ik heet de leden welkom, evenals de minister van Binnenlandse Zaken, meneer De Jonge. Welkom vandaag. We beginnen met een tweeminutendebat met de titel Verkiezingen. Het commissiedebat dat over dit onderwerp is gevoerd, had plaats op 28 september 2023, dus niet alleen vorig jaar, maar ook met de vorige Kamer. De aanvrager van dit debat, mevrouw Van der Plas, gaf toen al aan dat het voor haar geen superhaast had, als het maar voor de Europese verkiezingen was. Vandaar dat we dat debat vandaag voeren. De eerste spreker van de zijde van de Kamer is dan ook mevrouw Van der Plas van de BoerBurgerBeweging.

Mevrouw Plas van der (BBB)

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Voorzitter, dank u wel. Fijn dat ik even terug kan zijn in deze prachtige zaal. Ik heb jullie allemaal ontzettend gemist, en dit tafeltje ook. Eerder deed ik heel veel debatten. Nu hebben we zeven zetels en heb ik ook andere mensen. Dat is hartstikke fijn, maar ik heb dit wel gemist, dus ik ben heel blij dat ik hier ben.

O, mag de tijd even worden stopgezet? Ik heb mijn bril namelijk niet bij me en dan kan ik het niet lezen. Ja, ik heb mijn bril wel, maar die ligt nog op mijn bankje.

Mevrouw Tielen (VVD)

De voorzitter:

Meneer Erkens is zo vriendelijk, hoffelijk en charmant om u uw bril te brengen. Ik heb de tijd niet stopgezet, maar het komt vast goed.

Mevrouw Plas van der (BBB)

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Excuses. Ik heb een paar moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het aantal stembureaus bij de afgelopen verkiezingen is afgenomen ten opzichte van de verkiezingen in 2019;

constaterende dat de grootste afname heeft plaatsgevonden in landelijke gebieden;

verzoekt de regering te onderzoeken welke impact deze daling heeft op de bereikbaarheid van stembureaus in landelijke gebieden en welke gevolgen dit heeft voor de opkomst in deze regio's,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Plas en Chakor.

Zij krijgt nr. 69 (35165).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de vergoeding voor het vrijwilligerswerk op de stembureaus op de ingevulde belastingaangifte wordt aangemerkt als "overig inkomen" en niet als "inkomen uit vrijwilligerswerk";

constaterende dat dit het vrijwilligerswerk minder aantrekkelijk maakt en bijvoorbeeld mensen met een aanvullende inkomensvoorziening voor ouderen in aanraking kan brengen met boetes;

verzoekt de regering ervoor te zorgen dat de financiële vergoeding voor vrijwilligerswerk op een stembureau niet wordt aangemerkt als overig inkomen, maar als inkomen uit vrijwilligerswerk,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Plas en Chakor.

Zij krijgt nr. 70 (35165).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat ondersteuningsverklaringen ingediend moeten worden bij een balie van de gemeente, die doorgaans rond 17.00 uur sluit;

constaterende dat dit het moeilijker maakt voor werkende mensen om deel te nemen aan dit onderdeel van het democratische proces;

verzoekt de regering in overleg te treden met gemeenten om te onderzoeken of er gedurende de hele periode van ondersteuningsverklaringen een avondopenstelling van de betreffende balies op gemeentehuizen kan plaatsvinden, in ieder geval voor het inleveren van de ondersteuningsverklaringen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.

Zij krijgt nr. 71 (35165).

Mevrouw Plas van der (BBB)

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel.

Mevrouw Tielen (VVD)

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van der Plas. Dan geef ik het woord aan mevrouw Chakor van de GroenLinks-PvdA-fractie voor haar bijdrage.

Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA)

Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):

Dank, voorzitter. Onze democratie is heel waardevol. Die moeten we echt koesteren. Het is belangrijk dat elke burger die wil en mag stemmen, ook kan stemmen. Niet iedereen kan dit zelfstandig. Denk aan mensen met een verstandelijke beperking of dementie, laaggeletterden en mensen met een lichamelijke beperking. Zij krijgen gelukkig al ondersteuning via bijstand in het stemhokje.

Voorzitter. Hoe mooi zou het zijn als iedereen die ondersteuning nodig heeft bij het stemmen, deze ook krijgt door begeleiding in het stemhokje, in heel Nederland én in Caribisch Nederland, en niet alleen in de experimenteergemeenten? Hierover wilde ik een motie indienen, maar de minister was mij voor. Gisteren kregen we namelijk een brief waarin staat dat er een landelijke uitrol komt van bijstand in het stemhokje. Dit juichen wij vanuit GroenLinks-PvdA enorm toe. Kan de minister aangeven wanneer de Kamer dit wetsvoorstel kan verwachten?

Voorzitter. Mijn laatste punt. Mijn partij maakt zich al lang zorgen over de toegankelijkheid van stembureaus voor mensen met een lichamelijke beperking. Uit recent onderzoek van Open State Foundation blijkt dat 400 stembureaus niet toegankelijk zijn voor mensen met een lichamelijke beperking. We weten dat gemeenten hun best doen en geweldig werk leveren, keer op keer, ook dankzij alle vrijwilligers, maar mijn fractie vraagt zich af wat gemeenten nodig hebben om dit te fiksen. Mogelijk is de minister hierover al in gesprek met de gemeenten. Als dat niet het geval is, kan de minister dan in gesprek gaan met de gemeenten om helder te krijgen wat er nodig is om te zorgen dat meer stembureaus toegankelijk zijn voor mensen met een lichamelijke beperking?

Mevrouw Tielen (VVD)

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Chakor. Dan is de heer Sneller aan de beurt namens de D66-fractie.

De heer Sneller (D66)

De heer Sneller (D66):

Dank, voorzitter. Het feit dat dit tweeminutendebat na de verkiezingen plaatsvindt, geeft ons ook de gelegenheid om kort terug te blikken op het verloop van die verkiezingen. Het lijkt erop dat het een stuk soepeler is gegaan, mede dankzij de instructies die vanuit het ministerie zijn gegeven over de omgang met de nieuwe wet.

Het enige knelpunt wat eigenlijk nog resteert, betreft de stembiljetten. Gelukkig gaan we later dit jaar experimenteren met een nieuw stembiljet. Ik zal zelf ook een kiezerspas aanvragen, om te kijken of ik daaraan kan deelnemen. Vooral is het belangrijk, zoals de minister ook heeft aangegeven in het debat, om daarna snel op te schalen. Mijn vraag aan de minister is of de voorbereidingen om dat te doen al worden getroffen. Wij weten immers nooit wanneer die volgende verkiezingen kunnen zijn.

Het blijft lastig dat gemeenten zeggen dat ze meer geld nodig hebben voor de uitvoering van dit soort tussentijdse verkiezingen, en ook vragen om nog eens te kijken naar de raming die onder het organiseren van verkiezingen ligt. Artikel 2 van de Financiële-verhoudingswet zegt immers dat wij moeten zorgen voor voldoende financiering voor de gemeenten. Mijn vraag aan de minister is of het overleg met de gemeenten over de vorige verkiezingen goed is verlopen. Ook vraag ik hem hoe het gaat het met het actualiseren van die raming.

Voorzitter. Ten slotte de verkiezingsagenda 2030. Dat tijdpad lijkt inmiddels wat achterhaald. Mijn vraag is: werkt deze minister nog aan een actualisering daarvan, en kunnen wij die krijgen? Of zegt hij dat hij die aan zijn opvolger laat? In dat geval hoop ik dat hij bij zijn opvolger het verzoek wil neerleggen om daar een update van te krijgen.

Dank u wel.

Mevrouw Tielen (VVD)

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Sneller. We zijn aan het eind gekomen van de termijn van de Kamer. Er zijn drie moties ingediend en een paar vragen gesteld. Het lijkt me dat dit niet veel meer vergt dan een schorsing van vijf minuten. Ik schors tot 10.45 uur.

De vergadering wordt van 10.39 uur tot 10.47 uur geschorst.

Mevrouw Tielen (VVD)

De voorzitter:

Aan het woord is minister De Jonge.

De heer Jonge de

Minister De Jonge:

Voorzitter, dank u wel. Er zijn een drietal moties en een aantal vragen. Ik begin met de moties.

Allereerst is er de motie op stuk nr. 69, van mevrouw Van der Plas, over de bereikbaarheid van stembureaus. We hebben een aantal keren eerder de relatie onderzocht tussen de bereikbaarheid van stembureaus, het aantal stembureaus en de toegankelijkheid ervan. Daar is toen eigenlijk geen verband in aangetoond. Tegelijkertijd heeft uw Kamer in het laatste debat dat we hebben gehad, gezegd: het zou wel fantastisch zijn als er veel stembureaus zijn, zo veel mogelijk, en als gemeenten ook echt in staat zijn om meer stembureaus te organiseren. Ik heb dat zelf ook gezegd. Bij de laatste verkiezingen is dat inderdaad het geval geweest. Er waren fors meer stembureaus. Het waren er 9.500. Ik denk dat dat een enorm compliment waard is aan de gemeenten. Tegelijkertijd wil je eigenlijk iedere evaluatie opnieuw bekijken of het aantal stembureaus en de vestiging van stembureaus de toegankelijkheid nou helpen en of die zorgen voor laagdrempeligheid. Dus als ik de motie en het dictum zo mag lezen dat we dit meenemen bij de evaluatie, dan laat ik graag het oordeel aan de Kamer. Ik doe dan dus geen apart onderzoek, maar we nemen het dan gewoon mee bij de evaluatie.

Mevrouw Tielen (VVD)

De voorzitter:

Ik zie mevrouw Van der Plas bevestigend knikken.

De heer Jonge de

Minister De Jonge:

Dan de motie op stuk nr. 70. Die verzoekt de regering ervoor te zorgen dat de financiële vergoeding voor vrijwilligerswerk in een stembureau niet wordt aangemerkt als overig inkomen, maar als inkomen uit vrijwilligerswerk. Die discussie loopt al wat langer. Het ingewikkelde daaraan is dat er een uitspraak is geweest van de rechtbank Amsterdam in 2015. Die heeft geoordeeld dat het aanmerken van deze vergoeding als inkomen uit vrijwilligerswerk niet mogelijk is, omdat het bedrag van de vergoeding te hoog is om in aanmerking te komen voor een vrijwilligersvergoeding. Vanaf dat moment wordt er gezegd dat het een marktconforme beloning is. Ik begrijp de achtergrond van de vraag van mevrouw Van der Plas wel heel goed. Je wil bijvoorbeeld niet dat mensen met een uitkering daarop gekort worden als ze op het stembureau zitten en daarvoor een vergoeding krijgen. Dat wil je niet. Je wil ook niet dat mensen op een andere manier niet gewoon de vergoeding krijgen die er door de gemeente tegenover wordt gesteld. Kortom, ik ben wel aan het kijken of er een andere manier is om te borgen dat die vergoeding gewoon de vergoeding is. Ik denk namelijk dat we heel dankbaar mogen zijn voor al die vrijwilligers die er op een verkiezingsdag voor zorgen dat de verkiezing goed gaat. Ik zou dus eigenlijk aan mevrouw Van der Plas willen vragen of ze bereid is om de motie aan te houden. Ik kom dan in het eerste kwartaal met een brief over hoe er dan wel mee om te gaan, want ik snap de achtergrond van uw vraag en ik ben het daar eigenlijk ook gewoon mee eens.

Mevrouw Tielen (VVD)

De voorzitter:

Ik zie mevrouw Van der Plas wederom bevestigend knikken.

Op verzoek van mevrouw Van der Plas stel ik voor haar motie (35165, nr. 70) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De heer Jonge de

Minister De Jonge:

Dank. Dan de motie op stuk nr. 71 over de avondopenstelling. Ik laat het oordeel daarover aan de Kamer. Sterker nog, ik denk eerlijk gezegd dat er nog meer nodig is voor het versoepelen van die kandidaatstelling. We hebben daarvoor advies gevraagd aan de Kiesraad. De Kiesraad heeft ons advies gegeven. Ik wil in reactie op het advies van de Kiesraad ook met een wat bredere aanpak komen voor modernisering van de hele kandidaatstelling. Onderdeel daarvan is zeker die avondopenstelling, waar mevrouw Van der Plas in deze motie om vraagt. Maar verdergaand is digitalisering van dat proces, denk ik. Dat vergt wel een wetswijziging, maar ik denk wel dat we daarnaartoe moeten, want we hebben dat nu wel een beetje ouderwets georganiseerd. Dat kan echt moderner.

Mevrouw Tielen (VVD)

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 71 krijgt oordeel Kamer. Dan lag er nog een aantal vragen.

De heer Jonge de

Minister De Jonge:

Yes. Er was een vraag van mevrouw Chakor. Die gaat allereerst over dat wetsvoorstel Bijstand in het stemhokje. Ik denk dat we het er al wat langer over eens waren dat dat nodig is. Alleen, de route die was ingezet, was een experiment, dus eigenlijk een experiment onder de experimentenwet. De Raad van State heeft daar onlangs over geadviseerd. Toen we dat terugkregen van de Raad van State, gingen we eens even uitrekenen hoelang het duurt voordat we dat dan daadwerkelijk hebben geregeld. Het betekent dat je eerst de experimentenwet moet behandelen. Daarna moet je de uitvoering van de experimentenwet voorbereiden. Bij de eerstvolgende verkiezingen kun je een eerste experiment doen. Dat moet je evalueren. Bij een verkiezing daarna, in 2027, ga je een tweede experiment doen. Als het positief wordt geëvalueerd, leidt het tot een wetswijziging die je dan bij de eerstvolgende verkiezing zou kunnen gebruiken. Dan kom je uit in 2029. Dat is gewoon niet uit te leggen. Toen hebben we dus gezegd dat we dat eigenlijk anders moeten gaan doen en er geen experiment van moeten maken. We vinden het namelijk gewoon nodig. We gaan dus een beter wetsvoorstel opstellen, dat niet uitgaat van een experiment maar van het gewoon regelen, het gewoon gaan doen. We praten er nu namelijk al een hele tijd over. Nou, dat willen we in het eerste kwartaal van dit jaar opstellen. Dan gaat het naar de Raad van State. In het tweede kwartaal verwerken we dan het advies van de Raad van State. In het derde en vierde kwartaal zouden we dan de behandeling in de Tweede Kamer kunnen doen. Begin 2025 doen we dan de behandeling in de Eerste Kamer. Dan komt eruit dat je het daadwerkelijk kan gebruiken bij de eerstvolgende verkiezingen — althans, de eerstvolgende verkiezingen waar we nu van weten — in 2026. Dat zou de snelste weg zijn naar het resultaat dat we allemaal voor ogen hebben, denk ik.

Dan de toegankelijkheid. Wat mevrouw Chakor zegt, is waar: de gemeenten werken ongelofelijk hard om het allemaal zo goed mogelijk te regelen. Toch weten we ook — daar hebben we het de vorige keer in het commissiedebat ook over gehad — dat er nog steeds veel valt af te dingen op toegankelijkheid. Het zijn vaak kleinere dingen, maar als je afhankelijk bent van een rolstoel zijn het wel kleinere dingen die daadwerkelijk een drempel zouden kunnen vormen, letterlijk en figuurlijk. Bij de voorbereiding van deze verkiezingen hebben we daar heel veel aan gedaan met instructies, informatiebijeenkomsten et cetera. Maar we moesten ook best van ver komen. Er was echt wel een wereld te winnen. Nu nemen we dat weer mee in de evaluatie. Ik ga ervan uit dat het heus wel beter is dan het was, maar ik denk ook dat het nog niet is wat het eigenlijk zou moeten zijn. Alle stemhokjes moeten namelijk gewoon toegankelijk zijn. Daarom bereiden we nu alvast webinars en workshops met gemeenten voor — die zijn al gepland in maart en april — om ervoor te zorgen dat een volgende verkiezing nog toegankelijker is. De organisatie Ongehinderd blijft ons telkens scherp houden. Die blijft de onderzoeken dus telkens doen. Ik denk dat dat heel erg goed is, want er is echt nog wel werk aan de winkel op dit punt.

Dan de heer Sneller. Hij zegt dat een experiment met kleinere formulieren de eerstvolgende stap zou moeten zijn. Ik ben het daar helemaal mee eens. Ik denk, eerlijk gezegd, dat de gemeenten een fantastische job hebben gedaan bij de laatste verkiezingen. Heel veel vrijwilligers hebben natuurlijk de verkiezingen mogelijk gemaakt. Maar hoezeer men het ook als veel rustiger en veel beter heeft ervaren dan de keer daarvoor, je hoort eigenlijk uit alle geluiden terug dat dat kleine stembiljet echt is wat we nodig hebben. Dat moeten we eerst in een experiment doen, en daarna voor het echie. Er was eerst een klein experiment gepland, en daarna een ietsjes groter experiment. Dat had nogal een mañana mañana-karakter voordat je het echt hebt geregeld. Mijn hoop is nu dus: in één keer een heel goed experiment. Daarom heb ik ook een 100.000+-gemeente toegevoegd aan de aanvankelijke vier gemeenten die men in gedachten had, zodat je ook voor een grotere gemeente alvast kunt toetsen hoe dat werkt. Dat doen we heel gecontroleerd. We instrueren kiezers vooraf over wat ze kunnen verwachten in het stemhokje en evalueren achteraf of het duidelijk was, of ze hun stem goed konden uitbrengen en of ze begrepen wat er verwacht werd. Je wil namelijk echt uitsluiten dat dit tot een andere uitkomst leidt of op enig moment van invloed is op de uitkomst. Dat moeten we dus heel gecontroleerd doen. Dat experiment gaan we dus doen. Als er een positieve evaluatie volgt — dat hoop ik wel — willen we zo snel mogelijk daarna daadwerkelijk de wet aanpassen voor een volgende verkiezing. Wij gaan ervan uit dat dat de gemeenteraadsverkiezingen in 2026 zijn.

Dan de actualisatie van de verkiezingsagenda. Dat gaan we gewoon in de komende periode doen met de Kiesraad, de VNG en de NVVB. Ik zal bij de evaluatie van de Tweede Kamerverkiezingen ook gelijk de update van de agenda doen. Ik probeer die evaluatie voor 1 april aan uw Kamer te doen toekomen. Een zin als "ik laat dat aan mijn opvolger" zult u niet sowieso niet zo snel uit mijn mond horen, denk ik. Ik ben meer geneigd om alles af te maken waar we aan begonnen waren. Maar of er een nieuw kabinet is, ligt weer in de handen van anderen. Ik zie mevrouw Van der Plas vanmorgen wel ontzettend uitstralen dat ze helemaal in control is. Het zou dus zomaar snel kunnen gaan. Dat weet je niet. Maar dat is in ieder geval niet aan mij. Dat kan ik niet beïnvloeden.

Dan het geld. Daar hoor je natuurlijk veel gemeenten over. "Het kost inmiddels echt meer dan we ervoor krijgen." Ik heb tegen gemeenten gezegd: ik ga niet zomaar toezeggen dat er meer geld komt, want het is gewoon een taak van de gemeenten en we hebben het Gemeentefonds. We kunnen niet voor iedere taak die ingewikkelder, moeilijker of intensiever blijkt opeens meer geld uitrekken. Zo werkt het niet. Maar ik heb gemeenten wel toegezegd om dit even na te gaan. Dat lijkt me verstandig. Gelet op wat we nu verwachten van gemeenten op het terrein van verkiezingen — we hebben er soms ook zelf aan bijgedragen dat er wel wat meer verkiezingen waren dan we normaal hebben — is het goed om te kijken of het allemaal nog wel klopt met de vergoeding zoals die ooit in het Gemeentefonds is geland. Dat ben ik met gemeenten aan het uitzoeken. Ook dat zal ik bij de evaluatie aan uw Kamer doen toekomen, zodat u daar zelf ook een oordeel over kunt geven.

Voorzitter. Dat was het.

Mevrouw Tielen (VVD)

De voorzitter:

Dank u wel, minister De Jonge.

De beraadslaging wordt gesloten.

Mevrouw Tielen (VVD)

De voorzitter:

Over de ingediende moties zal aanstaande dinsdag worden gestemd. Ik schors kort, waarna de vergadering hervat kan worden met de behandeling van de begroting van VWS voor het jaar 2024. Dank u wel.

De vergadering wordt van 10.58 uur tot 11.04 uur geschorst.

Naar boven