2 Vragenuur: Vragen Hagen

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 12.3 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Hagen aan de minister voor Klimaat en Energie, bij afwezigheid van de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, over het bericht "Kabinet woest: Heineken en Grolsch gaan nog weken door met blikjes zonder statiegeld".

De voorzitter:

Aan de orde is het mondelinge vragenuur. Ik heet de minister voor Klimaat en Energie van harte welkom, bij afwezigheid van de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. Ik heet de woordvoerders, de mensen op de publieke tribune en de mensen die op een andere manier het mondelinge vragenuur volgen van harte welkom.

Ik geef het woord aan mevrouw Hagen van D66. Zij heeft een mondelinge vraag aan de minister over het bericht "Kabinet woest: Heineken en Grolsch gaan nog weken door met blikjes zonder statiegeld". Het woord is aan mevrouw Hagen van D66.

Mevrouw Hagen (D66):

Dank, voorzitter. Per jaar belanden er in Nederland tientallen miljoenen blikjes op straat. Die blikjes zwerven vervolgens minimaal 50 jaar lang in ons milieu. De oplossing is begin deze eeuw al bedacht: statiegeld. Door statiegeld gebruiken we materialen heel veel langer. Kijk bijvoorbeeld naar glas. Een glasbakflesje gaat slechts acht keer mee en een ingezameld statiegeldflesje gaat wel twintig keer mee. Statiegeld werkt. Na twintig jaar voorbereidingstijd van heel veel verschillende partijen was 1 januari de startdatum van het statiegeld op blik. Maar nee, zelfs die datum, na twintig jaar, gaf wederom gemor en uitstelgedrag bij de producenten van de blikjes en de dranken en bij de supermarkten. Producten gingen zelfs naar de rechter om nog een keer uitstel te krijgen. Boven op twintig jaar voorsorteren kwam nog eens drie maanden respijt. 1 januari werd afgelopen 1 april. Vanaf afgelopen zaterdag kunnen alle Nederlanders hun blikjes inleveren. Maar vlak voor invoering weigeren Heineken en Grolsch zich te houden aan statiegeld op blik per 1 april. Ze blijven blikjes vullen zonder statiegeldlogo, waardoor consumenten ze niet kunnen inleveren. Het is ongehoord dat dit soort bedrijven, die zouden moeten weten wat er speelt in de samenleving en een grote verantwoordelijkheid dragen voor een duurzame toekomst, hun verantwoordelijkheid ontlopen. Als vurig pleitbezorger van een circulaire economie waarin we producten zo lang mogelijk gebruiken en afval tegengaan, ben ik dit uitstelgedrag echt helemaal zat. Keer op keer lopen we bij het beschermen van ons milieu aan tegen de gevestigde orde die zo lang mogelijk door wil gaan op de oude weg. Juist dit soort grote bedrijven hebben een voorbeeldfunctie op weg naar een groene en duurzame, circulaire economie.

Daarom heb ik de volgende vragen. Is de minister het met ons eens dat Grolsch en Heineken hun verantwoordelijkheid ontlopen? Kan de minister aangeven hoe er is opgetreden tegen Heineken en Grolsch? En is de minister met ons van mening dat er hard opgetreden moet worden tegen deze fabrikanten?

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de minister.

Minister Jetten:

Dank u wel, voorzitter. Ik vervang inderdaad de staatssecretaris van IenW. Zij is op dit moment met de koning op de locatie in Voorschoten waar afgelopen nacht een verschrikkelijk treinongeluk is gebeurd. Mede namens de staatssecretaris wil ik allereerst mijn medeleven uiten richting de nabestaanden, alle slachtoffers en ook alle betrokken spoormedewerkers.

Dan ga ik nu naar de vraag van mevrouw Hagen. Zij stelt terecht dat we de afgelopen jaren hebben gezien dat ontzettend veel blikjes in de natuur en ons milieu belanden, met enorme milieuschade tot gevolg. Dat is niet alleen slecht voor het milieu en de natuur; het is ook een grote ergernis voor veel Nederlanders die willen dat we met elkaar het probleem van zwerfafval oplossen. Statiegeld is daarbij een uitstekend middel. Het zorgt er niet alleen voor dat we minder zwerfafval hebben; het zorgt er ook voor dat we een echte stap kunnen zetten naar de meer circulaire economie, waarbij we grondstoffen op een slimme manier en ook vaker gebruiken.

Vanaf afgelopen zaterdag 1 april was het dan eindelijk zover: ook statiegeld op blikjes. Dat heeft even geduurd, maar ik ben blij dat de sector er nu in is geslaagd een werkend systeem van inzameling in te richten. Tot mijn grote teleurstelling lijken twee grote bierbrouwers hier nu niet voluit aan mee te werken. De Inspectie Leefomgeving en Transport heeft dan ook aan de staatssecretaris bevestigd: wij hebben signalen ontvangen dat partijen ook na 1 april nog steeds blikjes zonder statiegeldlogo in handel willen brengen. Dat is nadrukkelijk niet de bedoeling. Marktpartijen mogen hun bestaande voorraden nog in de handel brengen, want het zou zonde zijn als allerlei bestaande voorraad zou moeten worden vernietigd. Dat is ook niet de circulaire gedachte. Maar het is niet de bedoeling om nieuwe blikjes in de handel te brengen waar geen statiegeldlogo op zit.

We hebben in plaats van 31 december jongstleden 1 april als datum waarop dit is ingevoerd. De partijen in de sector hebben in totaal 25 maanden voorbereidingstijd hiervoor gehad. Naast de twee genoemde fabrikanten zijn veel andere bedrijven wel gewoon klaar om vanaf 1 april jongstleden aan dit nieuwe systeem te voldoen. Ik ben dan ook blij dat de ILT scherp zal toezien op handhaving van de invoering van het systeem met statiegeld. De ILT overweegt ook om strak te handhaven op deze overtredingen en zal daarover snel meer informatie verstrekken. Ik ben het eens met mevrouw Hagen dat deze partijen niet hun verantwoordelijkheid kunnen ontlopen. Doen ze dat wel, dan zal de inspectie daartegen optreden.

Mevrouw Hagen (D66):

Aangezien we hier nu de coördinerend minister voor Klimaat aantreffen, kan ik me zo voorstellen dat hij ook daadwerkelijk orde op zaken gaat stellen. Kan de minister voor Klimaat dan ook reflecteren op de houding van dit soort grote bedrijven, die de omslag naar de duurzame toekomst traineren en vertragen? Bent u bereid om in gesprek te gaan? En als u met hen om tafel gaat, wilt u dan ook vriendelijk en zeer dringend erop aandringen om al hun flesjes te voorzien van statiegeld? Als we nu de gemiddelde supermarkt inlopen, vol glazen bierflesjes, dan zijn er nog steeds heel veel flesjes met draaidoppen die niet voorzien zijn van statiegeld, en dat is toch waar we naartoe willen.

Minister Jetten:

We werken met dit kabinet aan zeer ambitieus klimaatbeleid en daarbij willen we ook echt voor elkaar krijgen dat we toegaan naar die nieuwe groene economie in Nederland, waar circulariteit en klimaatneutraliteit centraal staan. Dat levert ook hele nieuwe verdienmodellen op voor Nederlandse bedrijven en internationale bedrijven die in Nederland actief zijn.

Ik ben het zeer met mevrouw Hagen eens dat juist ook grote bedrijven een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben, om ook echt voorop te lopen in deze klimaat- en energietransitie. Ik ben dan ook altijd bereid om met bedrijven om tafel te gaan, om te kijken wat we meer kunnen doen om die circulaire economie sneller voor elkaar te boksen, of er nog belemmeringen zijn waar bedrijven tegenaanlopen, waarbij we als overheid kunnen helpen om die omslag naar circulariteit voor elkaar te krijgen.

Maar ik wil wel één punt heel helder onderstrepen, specifiek op het punt van statiegeld op blikjes. Daar geldt nu gewoon de wet en de wet zegt: u moet meewerken aan een inzamelsysteem met statiegeld. Als bedrijven zich daar niet aan houden, ben ik dus niet bereid om op dat specifieke punt het gesprek aan te gaan. Dan moet de ILT daar gewoon op handhaven. De wet geldt ook voor deze twee bedrijven. Voor al het andere richting de circulaire economie werk ik graag met hen samen om dat een stap dichterbij te krijgen.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Hagen. Dan geef ik het woord aan mevrouw Mulder van het CDA, want zij was net een fractie eerder. En dan mevrouw Van Esch.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Fijn dat u aangeeft waarom de staatssecretaris hier vandaag niet staat. Ook onze gedachten gaan uit naar slachtoffers en nabestaanden van deze vreselijke treinramp.

Mijn vraag aan de minister ziet erop dat heel veel mkb-bedrijven zich wel hebben voorbereid op statiegeld op blik. Deze twee grote bedrijven hebben dat niet gedaan. Kennelijk kan het dus financieel uit om daarvoor te kiezen. Kan de minister ervoor zorgen dat de boetes dusdanig hoog zijn dat het niet uit kan? Misschien kan dat niet, maar daar moet stevig op gestuurd worden, want iedere dag dat ze niet leveren wat ze gewoon volgens de wet moeten doen, mag daar ook een bedrag tegenover staan, vind ik, want ze zadelen de maatschappij wel op met blikjes, zoals we dat niet hadden afgesproken.

Minister Jetten:

Laat ik daar twee dingen over zeggen. Allereerst ben ik het zeer met mevrouw Agnes Mulder eens dat heel veel bedrijven, grote en kleine, zich de afgelopen 25 maanden flink in het zweet hebben gewerkt om klaar te zijn voor invoering van dit nieuwe systeem. Dank aan alle bedrijven die dat hebben gedaan en die dus ook vanaf 1 april jongstleden met dit statiegeldsysteem werken.

De vraag is ook hoe die handhaving effectief gaat zijn. Ik ga ervan uit dat de Inspectie voor Leefomgeving en Transport, die volledig onafhankelijk is, vast en zeker ook meeluistert naar dit vragenuur, en dat hun handhaving de komende dagen zo vorm wordt gegeven om Heineken en Grolsch ertoe te bewegen zo snel mogelijk over te stappen op het nieuwe systeem. Het moet echt handhaving zijn die ook pijn doet, om even in uw woorden te blijven, zodat deze bedrijven zich zo snel mogelijk wel aan de wet gaan houden.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Inderdaad, daar gaat mijn vraag ook over. Tot nu toe is de ILT weleens bereid om eerst een gesprek aan te gaan en dan dwangsommen op te leggen die voor dit soort bedrijven gewoon peanuts zijn. Dat wil ik nog een keer benadrukken. Ik ben benieuwd of dat ook aan de ILT kan worden doorgegeven, want dwangsommen opleggen van €10.000 is leuk, maar dat is voor dit soort bedrijven een lachertje. Ik vind dat we daar wel echt rekening mee moeten houden. Deze bedrijven hebben er bewust voor gekozen om 1 april niet als ingangsdatum te hebben. Ik ben dus wel benieuwd of wij als regering en als ILT nog harder kunnen optreden, want dit is een bewuste keuze van deze bedrijven geweest.

Minister Jetten:

Ik heb vanuit mijn rol als minister voor Klimaat en Energie vaak met een andere toezichthouder te maken, maar ik herken de vraag ook wel vanuit een aantal andere dossiers. Ik hecht eraan dat in Nederland dit soort toezichthouders volledig onafhankelijk opereren en dat zij dus ook geen instructies van ministers of staatssecretarissen kunnen ontvangen. Maar ik ben het in algemene zin met mevrouw Van Esch eens dat de handhaving op zo'n manier moet worden vormgegeven dat je bedrijven ertoe kunt bewegen om zich aan de wet te houden. Dat betekent dat je als toezichthouder ook bepaald maatwerk moet kunnen toepassen, want bij de kleine mkb'er, waar mevrouw Agnes Mulder het net over had, zul je een andere vorm van handhaving moeten toepassen dan bij een grote multinational. De handhaving van ILT moet dus wel echt passend zijn bij de maat van deze twee bedrijven, zodat ook zij maximaal worden geprikkeld om zich aan de wet te houden en statiegeld op blikjes in te voeren.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Daarop voortbordurend: deze bedrijven creëren nu eigenlijk een oneerlijk level playing field, omdat mensen die nu in de supermarkt een blikje Heineken of Grolsch kopen, daar geen €0,15 statiegeld over hoeven te betalen, terwijl dat bij andere blikjes wel moet. Uiteraard kunnen mensen dat terugkrijgen, maar toch zal er voor veel mensen wel degelijk een concurrentievoordeel zijn om een blikje van deze twee bedrijven te hebben. Ik ben nog wel benieuwd naar de uitspraak van deze minister. Hoe kan het nou zo zijn dat bedrijven op deze manier het level playing field, de markt, kunnen verstoren en dus de wet kunnen overtreden? Ik ben nog wel benieuwd naar de reactie.

Minister Jetten:

Daar is een heel helder en zeer duidelijk antwoord op te geven richting deze twee bedrijven. De hoogte van de dwangsom moet erop gericht zijn het economische voordeel van deze bedrijven weg te nemen. Dat betekent in dit geval een behoorlijke dwangsom, denk ik, want anders zullen bedrijven met zo'n omzet niet in beweging komen. Daarin ligt een belangrijke taak voor de ILT.

De heer Haverkort (VVD):

Bij ons in de Achterhoek hebben we dit probleem niet, want daar drinken wij gewoon Grolsch uit een beugel, en die is van glas, waar al heel lang statiegeld op zit. Dat lost zichzelf dan op. Ik hoor veel geluiden over handhaven, aan de wet houden en aanspreken. Wij als VVD staan daar ook heel vaak heel erg zo in. Het is goed om dat te doen. Tegelijkertijd moet we ons realiseren dat de Staat, de overheid, in dit dossier al een keer door de Raad van State rechterlijk op zijn vingers is getikt, omdat we de markt blijkbaar onvoldoende tijd hebben gegund om zich voor te bereiden op statiegeld op blik. Ik wil de minister vragen om naast de strakke lijn van handhaving, je houden aan de wet en ervoor zorgen dat we in de systeemwereld doen wat we moeten doen, ook oog te hebben voor de leefkant van de samenleving. Daar is wellicht ruimte om in overleg nog een aantal weken — ik heb begrepen dat het om een aantal weken gaat — een overgangssituatie te accepteren.

Minister Jetten:

Meer in algemene zin is het inderdaad verstandig om bij nieuw beleid, en zeker ook bij beleid dat gericht is op de klimaattransitie, goed te kijken naar de uitvoerbaarheid, zodat de samenleving en het bedrijfsleven daar ook goed in mee kunnen komen. Ik vind zelf dat de staatssecretaris van IenW dat op dit dossier ook gewoon goed heeft geregeld, want vanaf de dag dat is aangekondigd dat dit statiegeld zou worden ingevoerd tot afgelopen 1 april zijn er 25 maanden aan voorbereidingstijd voorbijgegaan. Dat andere fabrikanten, grote en kleine, van zowel frisdrank als bier, wel in staat zijn gebleken om zich hier op tijd op voor te bereiden, is voor mij een teken dat deze twee bedrijven gewoon onwelwillend zijn op dit vlak. Ook hiervoor geldt dat de ILT als onafhankelijke toezichthouder maatwerk mag toepassen. Zij kan in de gesprekken ook kijken wat een passende handhaving is en of er sprake is van enige redelijkheid. Dat is echt aan de ILT de komende dagen, maar als er echt sprake is van willens en wetens niet invoeren van het statiegeldsysteem, moet de hoogte van de dwangsom gericht zijn op het wegnemen van het economische voordeel.

Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):

Wat mij echt ontzettend stoort aan deze casus, is de houding van deze grote bedrijven. We kunnen het hebben over dwangsommen, wetten, et cetera, maar we vragen van de burger om ten behoeve van het klimaat en het milieu afval te scheiden en om braaf het statiegeldsysteem in acht te nemen. Ondertussen zijn er bedrijven die zich gewoon schaamteloos niet aan de wet houden. Ik hoor de minister zeggen dat we ze moeten prikkelen om zich aan de wet te houden, maar ik vind dat eerlijk gezegd een beetje zwak, want iedereen moet zich aan de wet houden. Ik las ook in de krant dat het kabinet woest is. Volgens mij is dat ontzettend terecht. Daarom mijn vraag aan deze minister, die verantwoordelijk is voor de hele transitie: wat kunnen we doen om deze houding van de niet-meewerkende grote bedrijven te veranderen? We moeten verder gaan dan prikkelen, wat ons betreft. Dus ik ben benieuwd hoe de minister dat ziet. We moeten voorkomen dat de transitie gedragen wordt door degenen die wel willen, en dat de rest daarvan profiteert.

Minister Jetten:

Het is en-en-en. Er zijn heel veel bedrijven, ook in Nederland, die echt staan te trappelen om de klimaattransitie mee te maken en de circulaire economie van de grond te krijgen, en die daar vaak wat hulp van de overheid bij nodig hebben, bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat afvalstoffen niet meer als afvalstoffen maar als grondstoffen worden gezien. Dan zijn er heel veel bedrijven die wel in beweging willen komen, maar soms iets meer aanmoediging nodig hebben. Dat kan in de vorm van normering en beprijzing. Daar zijn we ook volop mee bezig, bijvoorbeeld met een betere prijs op CO2.

Maar, tot slot, het is ook heel duidelijk dat de vrijblijvendheid voorbij is. We hebben nog maar een paar jaar om de wettelijke klimaatdoelen van 2030 te halen. Daar zal ook het bedrijfsleven een grote bijdrage aan moeten leveren. Als we in dit huis wetten maken met elkaar, bijvoorbeeld voor de invoering van statiegeld, moeten die bedrijven zich ook aan die wet houden. Als het woord "prikkelen" voor u net als een te licht woord klonk, laat ik dan nogmaals heel duidelijk zijn: de ILT moet nu gewoon handhaven op de wet, omdat de wet ook voor deze bedrijven geldt.

De voorzitter:

Ik wil de minister voor Klimaat en Energie van harte bedanken voor zijn aanwezigheid en de beantwoording.

Naar boven