5 Beëdiging van de heer F.W. Futselaar (SP)

Aan de orde is de beëdiging van de heer F.W. Futselaar (SP).

De voorzitter:

Aan de orde is de beëdiging van een nieuwe collega. Ik deel de Kamer mee dat de heer Jasper van Dijk met ingang van 30 maart 2023 tot en met 19 juli 2023 tijdelijk verlof is verleend.

Ik geef het woord aan mevrouw Leijten tot het uitbrengen van verslag namens de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven.

Mevrouw Leijten:

Voorzitter. Een installatie is altijd een heugelijke gebeurtenis, maar ik wil toch van de gelegenheid gebruikmaken om Jasper, onze Jasper, Jasper van Dijk van harte beterschap te wensen, want de reden van vervanging is wat minder heugelijk. Niettemin is het natuurlijk heel fijn om ook Frank Futselaar weer terug te hebben. Want ik zal u maar verklappen, voorzitter, dat ondanks onze zware weging de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven toch de stukken heeft onderzocht die betrekking hebben op de heer F.W. Futselaar te Zwolle. De commissie is tot de conclusie gekomen dat de heer F.W. Futselaar te Zwolle terecht benoemd is verklaard tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De commissie stelt u daarom voor hem toe te laten als lid van de Kamer. Daartoe dient hij nog wel eerst de verklaringen en beloften, zoals die zijn voorgeschreven bij de Wet beëdiging ministers en leden der Staten-Generaal van 27 februari 1992, Staatsblad 120, af te leggen.

Wij stellen u tot slot voor om het volledige rapport in de Handelingen op te nemen.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Leijten. En ik sluit mij helemaal aan bij uw woorden gericht aan de heer Jasper van Dijk. Beterschap, Jasper, zeg ik ook namens de collega's hier.

Ik dank de commissie voor haar verslag en stel voor dienovereenkomstig te besluiten.

Daartoe wordt besloten.

(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)

De voorzitter:

Ik verzoek de leden en de overige aanwezigen in de zaal en op de publieke tribune, voor zover dat mogelijk is, te gaan staan.

De heer Futselaar is in het gebouw der Kamer aanwezig om de voorgeschreven verklaringen en beloften af te leggen.

Ik verzoek de Griffier hem binnen te leiden.

(De heer Futselaar wordt binnengeleid door de Griffier.)

De voorzitter:

De door u af te leggen verklaringen en beloften luiden als volgt:

"Ik verklaar en beloof dat ik, om tot lid van de Staten-Generaal te worden benoemd, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.

Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.

Ik beloof trouw aan de Koning, aan het Statuut voor het Koninkrijk en aan de Grondwet.

Ik verklaar en beloof dat ik de plichten die mijn ambt mij oplegt getrouw zal vervullen."

De heer Futselaar (SP):

Dat verklaar en beloof ik.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan wil ik u feliciteren met uw tijdelijke lidmaatschap van deze Tweede Kamer. Ik wens u heel veel succes.

Ik schors de vergadering voor een enkel moment, zodat u de felicitaties in ontvangst kan nemen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven