11 Ontwikkelingen rondom het coronavirus

Ontwikkelingen rondom het coronavirus

Aan de orde is het tweeminutendebat Ontwikkelingen rondom het coronavirus (CD d.d. 15/12).

De voorzitter:

Ik stel voor dat we meteen van start gaan met het volgende tweeminutendebat, over de ontwikkelingen rondom het coronavirus. Ik nodig de heer Van Haga van de Groep Van Haga uit om zijn bijdrage te leveren.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering een dataoverzicht met C2000-oproepen met prioriteit A1, A2, B1 en B2, per datum, tijd en gemeente van 1 januari 2018 tot en met 1 december 2022 op te vragen en zo snel mogelijk aan de Tweede Kamer te doen toekomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Haga.

Zij krijgt nr. 2025 (25295).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om het RIVM te vragen om in dezelfde resolutie en met terugwerkende kracht een Vaxus Landelijk voor covidvaccinatie te publiceren en daarnaast in het algemeen tot een standaardrapportagevorm te komen waarmee grootschalige epidemiologische surveillances en interventies conform wettelijke Europese transparantierichtlijnen kunnen worden bijgehouden en realtime aan het publiek ter beschikking kunnen worden gesteld,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Haga.

Zij krijgt nr. 2026 (25295).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er een discrepantie is tussen de Kamerbrief van de minister van 6 maart jongstleden en de al lange tijd vastgestelde wetenschappelijke conclusies met betrekking tot de biodistributie en mogelijke langetermijnrisico's van coronavaccinatie op het immuunsysteem;

constaterende dat het kabinet weigert om cruciale epidemiologische data vrij te geven, blijkens langdurige Woo-procedures, achterhaalde verwijzingen naar privacygevoeligheid en andere excuses;

constaterende dat Nederland nog steeds niet de Europese transparantierichtlijnen heeft geïmplementeerd en daarvoor zelfs bij het Hof van Justitie van de Europese Unie is gedagvaard;

constaterende dat er in Nederland geen specifiek en onafhankelijk onderzoek wordt gedaan met transparante data naar de eventuele ernstige bijwerkingen als gevolg van coronavaccinatie;

constaterende dat er onduidelijkheid en onrust ontstaan door incidentele uitspraken van experts en politici over risico's van coronavaccinatie, zoals recent die van de Duitse gezondheidsminister Karl Lauterbach;

verzoekt de regering deze Europese transparantierichtlijnen, nu de coronacrisis voorbij is, versneld te implementeren en alle relevante cruciale epidemiologische data waarmee onafhankelijk onderzoek kan worden gedaan naar de risico's van coronavaccinatie, ter beschikking te stellen in het publieke domein,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Haga.

Zij krijgt nr. 2027 (25295).

Dank u wel. Er is een vraag van mevrouw Tielen.

Mevrouw Tielen (VVD):

Die vraag gaat over de eerste motie. De laatste motie van meneer Van Haga viel helemaal buiten zijn spreektijd, maar dat terzijde. Wat beoogt meneer Van Haga met zijn eerste motie over alle C2000-oproepen, ik geloof voor een periode van vier jaar? Wat wil meneer Van Haga daarmee doen? Wat is zijn doel?

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Gewoon openheid van data, zodat daarnaar gekeken kan worden. Dan kan bijvoorbeeld worden bezien of dat correleert met vaccinatiecampagnes.

De voorzitter:

Mevrouw Tielen, tot slot.

Mevrouw Tielen (VVD):

Is meneer Van Haga niet onderdeel van de Tijdelijke commissie Corona, die alle analyses en weet ik wat allemaal kan uitvoeren? Waarom moet dit dan weer via zo'n motie, die uiteindelijk tot iets leidt waar ook meneer Van Haga waarschijnlijk heel weinig mee kan?

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

We hebben net een gesprek gehad over data met betrekking tot de oversterfte. Daarbij komen precies dezelfde vragen aan de orde. Het is belangrijk dat de overheid open is. Dat beoogt deze motie. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. U was inderdaad buiten de tijd, maar meestal doet u dat heel netjes. U moet de moties binnen de tijd indienen. Dat doen we altijd hier. Dan geef ik het woord aan de heer Hijink van de SP.

De heer Hijink (SP):

Dank, voorzitter. We voeren inmiddels bijna twee jaar de discussie over de vraag hoe we gaan opkomen voor de zorgverleners die in de eerste anderhalf jaar van de coronapandemie ziek zijn geworden en long covid hebben opgelopen. Zij wachten nog altijd op compensatie vanuit het kabinet. Nu heeft de rechter daarover een uitspraak gedaan en gezegd: deze mensen hebben recht op duidelijkheid, en wel snel. Ik wil van de minister dus weten wanneer die duidelijkheid er komt en wat hij gaat doen om deze groep tegemoet te komen. Is hij bereid om de groep waarover wij het hebben niet vooraf in te perken?

We hebben daar eerder al een motie over ingediend. Die motie hebben we aangehouden. Ik zal die in stemming brengen als het nodig is, maar liever doe ik dat niet en hoor ik vandaag van de minister dat hij niet bij voorbaat al gaat zeggen dat de groep zorgverleners die straks recht zou hebben op die compensatie, beperkt wordt tot de groep zorgverleners die ziek zijn geworden tot de zomer van 2020. Er zijn immers ook daarna nog veel mensen ziek geworden. Ook toen waren er nog geen vaccinaties om jezelf te kunnen beschermen tegen het virus. Ook toen waren er nog heel veel discussies over de inzet van beschermingsmiddelen. De SP vindt dus dat het niet terecht en niet eerlijk is om deze groep zorgverleners niet de compensatie te geven die de anderen wel zouden krijgen. Ik hoor dus graag van de minister of hij dat met de SP eens is en dat we het aantal mensen en de afbakening van de groep mensen die recht hebben op de compensatie open moeten houden. Ik hoop op een duidelijk antwoord, dan hoeven wij die motie niet alsnog in stemming te brengen.

Dank.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Hijink. Dan geef ik het woord aan mevrouw Tielen, VVD.

Mevrouw Tielen (VVD):

Voorzitter. Het commissiedebat dat wij hadden over de ontwikkelingen rond het coronavirus was eind vorig jaar. Toen wisten we nog niet wat er allemaal zou gebeuren. Er is best wel veel gebeurd. Ik heb vier vragen over de afgelopen tijd. In eerste instantie vraag ik me af wanneer de minister met een voorstel kan komen om het coronavirus van zijn A-status te ontdoen, gezien de adviezen die wij hebben ontvangen.

De tweede vraag gaat over vaccinatie en de vaccinatiecampagne. Daarover hebben we het tijdens het commissiedebat best wel uitgebreid gehad. Nu we eigenlijk in een andere fase komen, zou ik graag van de minister willen weten wat hij met de vaccinatiecampagnes wil doen en of hij die conform een griepvaccinatieprogramma of anderszins wil inregelen. Als hij dat nu nog niet precies kan beantwoorden, wanneer kunnen wij daarvoor dan een voorstel krijgen? Er zijn nog genoeg kwetsbare mensen die zich willen beschermen tegen het virus.

Het derde punt betreft de inhaalzorg. De minister heeft in het debat toegezegd om voor de zomer te komen met een follow-up van het onderzoek naar de zorgplicht van zorgverzekeraars. Ik hoop dat hij dat ook hier nog een keer toezegt, want ik zie toch nog steeds te hoge aantallen mensen die wachten op behandelingen, zoals operaties.

Als vierde punt noem ik de pandemische paraatheid. Ik vermoed dat we daar binnenkort in een commissiedebat weer over zullen spreken. De minister heeft een innovatieagenda toegezegd. Ik vroeg mij af wanneer wij die zouden kunnen krijgen.

Dat was het.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan mevrouw Van den Berg van het CDA.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Tijdens het commissiedebat hebben we het onder andere gehad over het verbeteren van de zelfvoorzienendheid van Nederland en Europa. Voldoende capaciteit aan medische laboratoria hoort daar wat het CDA betreft uiteraard ook bij. Daarom hebben we bij het schriftelijk overleg over pandemische paraatheid vragen gesteld over het risico dat het toetreden van grote internationaal opererende laboratoria de regionale samenhang in de infectiezorgketen kan verbreken. Nu lazen we afgelopen week op Skipr dat de Autoriteit Consument & Markt constateert dat er sprake is van een sterke concentratie van laboratoria, met het risico op grotere afhankelijkheid van slechts enkele aanbieders. Enkele overnames zouden zijn gedaan door internationaal opererende laboratoria die in handen zijn van investeringsmaatschappijen. Die zitten hier volgens het CDA niet omdat ze zich bekommeren over onze volksgezondheid, maar alleen voor de platte winst. Hoe denkt de minister over deze ontwikkeling? Wat zijn volgens hem de oorzaken en de risico's? Wanneer komt het advies van het RIVM over wat er nodig is voor toekomstbestendige microbiologische diagnostiek? Hoe borgt de minister dat de regionale samenwerking in de gehele keten behouden blijft? Hoe verhouden commerciële supranationale eerstelijnslabs zich tot de benodigde samenhang van de infectiezorgketen, van de nulde tot de derde lijn?

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van den Berg. Ik geef het woord aan de heer Baudet, Forum voor Democratie.

De heer Baudet (FVD):

Dank u wel. Mijn moties zien op de mogelijke averechtse effecten van de coronavaccins. Ik denk dat het heel belangrijk is dat die worden onderzocht. Daarom drie moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat tienduizenden mensen in Nederland zijn gediagnosticeerd met long covid;

verzoekt de regering om (geanonimiseerde) statistische data te publiceren met percentages van het aantal longcovidpatiënten dat een coronavaccin heeft gehad en het aantal longcovidpatiënten dat geen coronavaccin heeft gehad,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Baudet.

Zij krijgt nr. 2028 (25295).

Mevrouw Agema (PVV):

Is meneer Baudet ermee bekend dat de meeste longcovidpatiënten ziek werden voordat de vaccins bestonden?

De heer Baudet (FVD):

Nou, het leuke van het concept long covid is dat het lang duurt. Het is dus heel goed mogelijk dat long covid als ziekte pas optreedt zes maanden nadat je ziek bent geweest. Ja, dat is wél zo. Ik heb talloze mensen gesproken. Die hebben bijvoorbeeld corona gehad in september 2020 en zijn in april 2021 gevaccineerd. In juni 2021 gaan ze met langdurige moeheidsklachten naar de dokter, die dan zegt: je hebt long covid. Ik heb dat soort mensen vaak gesproken. Dit kan allemaal uit een onderzoek komen. Daarom is het zo prettig om statistische data te vragen. Het zou heel goed kunnen dat long covid een bijwerking van de coronavaccins is, omdat het mRNA-spul inwerkt op je immuunsysteem. Het kan heel goed zijn dat juist als je al natuurlijke antistoffen hebt ontwikkeld, die nanopartikels en dat spike-eiwit in het mRNA-vaccin een averechts effect heeft.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Baudet (FVD):

Dat is heel goed mogelijk.

De voorzitter:

We gaan verder.

De heer Baudet (FVD):

Nee, maar ik vind het ongepast en typerend voor de tunnelvisie in de Kamer dat hier zo lacherig over gedaan wordt.

De voorzitter:

Tweede termijn.

De heer Baudet (FVD):

Maar ik ben niet lacherig of flauw aan het doen. Zij doet van "hahaha". In Amerika en in allerlei landen in de wereld wordt er ontzettend serieus … In Japan ook. In Japan zijn ze zelfs bezig om vaccins uit de markt te halen. Het is een nieuwe technologie. Het is heel goed mogelijk dat dit een averechts effect heeft. Waarom onderzoeken we het niet gewoon? Geef ons die data.

De tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de cijfers sinds mei 2021 een significante oversterfte laten zien;

overwegende dat omstreeks dezelfde tijd een grootschalige COVID-19-vaccinatiecampagne begon;

verzoekt de regering een grootschalig onderzoek op te zetten naar de mogelijke correlatie tussen deze oversterfte en de coronavaccins,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Baudet.

Zij krijgt nr. 2029 (25295).

Er is weer een vraag van mevrouw Agema, PVV.

Mevrouw Agema (PVV):

Is meneer Baudet ermee bekend dat er dertien onderzoeken zijn uitgezet door ZonMw? Is hij bekend met die onderzoeken?

De heer Baudet (FVD):

Door?

De voorzitter:

ZonMw.

De heer Baudet (FVD):

Nee, daar ben ik niet mee bekend.

De voorzitter:

Misschien kan de minister daar straks dan nog even op reageren.

De heer Baudet (FVD):

Dertien? Waarom dertien? Het gaat om één onderzoek, toch? Waarom zou je dertien onderzoeken doen?

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Omdat oversterfte ook gebeurd kan zijn door bijvoorbeeld de 460.000 gezonde levensjaren die verloren zijn gegaan door het afschalen van reguliere zorg in ziekenhuizen.

De heer Baudet (FVD):

Daar heb je toch niet dertien onderzoeken voor nodig? Maar het is goed dat het onderzocht wordt. Dat er specifiek hiernaar dertien onderzoeken lopen, is mij niet bekend. Het verbaast mij hogelijk. Ik hoor daar graag meer over van de minister, want dat is nieuwe informatie.

Tot slot.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het Paul-Ehrlich-Institut in Duitsland onlangs een rapport heeft gepubliceerd waarin de bijwerkingen van de coronavaccins in kaart werden gebracht;

verzoekt de regering ook in Nederland overeenkomstig de werkwijze van het Paul-Ehrlich-Institut een overzichtelijke analyse te maken van de bijwerkingen van de diverse vaccinatierondes en dit rapport zo spoedig mogelijk te delen met de Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Baudet.

Zij krijgt nr. 2030 (25295).

Dank u wel, meneer Baudet. Er is nog een vraag van mevrouw Tielen, VVD.

Mevrouw Tielen (VVD):

Meneer Baudet doet altijd alsof hij heel veel weet, maar hij leest niet eens de Kamerbrieven. Ik ben eigenlijk benieuwd waarom meneer Baudet om informatie vanuit het kabinet vraagt als hij er toch geen kennis van neemt.

De heer Baudet (FVD):

Ik begrijp deze interruptie niet. Deze interruptie is niet specifiek genoeg om er iets over te zeggen. "Hij leest niet eens dé Kamerbrieven"? Ik geloof dat er 2.000 Kamerbrieven per week worden rondgemaild. Ik lees specifieke Kamerbrieven als het gaat over een onderwerp waarover ik iets te zeggen heb.

Mevrouw Tielen (VVD):

Inderdaad.

De heer Baudet (FVD):

U heeft kennelijk een vraag over iets.

De voorzitter:

Misschien kunt u het wat meer concretiseren?

Mevrouw Tielen (VVD):

We hebben nu een tweeminutendebat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus. Daarover hebben we in december met elkaar van gedachten gewisseld. Daaromheen is een aantal Kamerbrieven verstuurd die, heel handig, allemaal dezelfde code hebben en onder andere gaan over de longcovidonderzoeken waar mevrouw Agema ook naar vroeg. Meneer Baudet was daarmee niet bekend, hij vindt het ook gek en hij vraagt zich af waarom. Dat stond allemaal in een Kamerbrief. Maar dat was mijn vraag niet. Mijn vraag was waarom meneer Baudet om Kamerbrieven vraagt als hij ze toch niet leest.

De heer Baudet (FVD):

Ik vraag niet om Kamerbrieven. Ik vraag om het doen van onderzoek, specifiek naar de bijwerkingen van vaccinaties. U kunt dan met Kamerbrieven en zo komen, maar dit is iets wat nu niet gebeurt. Die cijfers zijn niet bekend. U zegt dat ik een onderzoek wil naar long covid. Het is een gegeven dat de vaccinatiepercentages van mensen die claimen long covid te hebben niet bekend zijn. We kunnen dat nergens zien. De vaccinatiecijfers van de oversterfte zijn nergens bekend. Het gaat om een overzichtelijk overzicht van die bijwerkingen. Als je naar de website van Lareb gaat, dan krijg je lijsten met data, gesystematiseerd uitgesplitst, geordend. Maar dat is er niet.

De voorzitter:

Dank u wel, dan heeft u dat gezegd.

De heer Baudet (FVD):

Ja.

De voorzitter:

We gaan weer verder. Dank u wel, meneer Baudet. Dan geef ik tot slot het woord aan mevrouw Agema van de PVV.

Mevrouw Agema (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Vijf jaar voor de start van de coronacrisis hadden we 914 intensivecareverpleegkundigen meer dan aan de start van de coronacrisis. Die kaalslag had natuurlijk plaats vanwege marktwerking. Bij de start van de crisis had Nederland de helft minder intensivecarebedden dan het gemiddelde in Europa en dat aantal is nog verder teruggelopen. Het LNAZ meldt dat we op dit moment 999 operationele ic-bedden hebben. Mijn indruk is dat dat voor een land met bijna 18 miljoen inwoners onvoldoende is en daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

spreekt uit dat een operationele ic-capaciteit van 999 bedden (LNAZ) te weinig is voor een land met bijna 18 miljoen inwoners,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Agema.

Zij krijgt nr. 2031 (25295).

Dank u wel, mevrouw Agema. De minister heeft aangegeven ongeveer tien minuten nodig te hebben om zich voor te bereiden.

De vergadering wordt van 19.54 uur tot 20.05 uur geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Kuipers:

Dank u wel, voorzitter. Ik beantwoord eerst een aantal vragen. Ik begin bij de vraag van de heer Hijink over duidelijkheid over de compensatie van zorgverleners met postcovid. Zoals u weet, is dat in de portefeuille van mijn collega, minister Helder. Zij komt komende maand met een brief hierover en geeft dan ook informatie over de vormgeving van de regeling.

Mevrouw Tielen vroeg: wanneer komt de minister met een voorstel over de A-status van covid? Zoals in de laatste Kamerbrief aangegeven, volg ik op dit moment het advies van de WHO. In mei komt de WHO met een update over de A-status. Ik zal dan ook de Kamer informeren.

Mevrouw Tielen vroeg ook: wat wil de minister met de covidvaccinatiecampagne? Er komt geen voorjaarsvaccinatiecampagne in brede zin. Zoals ik onlangs heb aangegeven, is het echter voor mensen met een kwetsbare gezondheid, in overleg met hun professional, wel mogelijk om zo nodig een herhaalprik te halen. Het OMT-V heeft aangegeven dat er geen duidelijk te identificeren brede groep is waarop dit van toepassing is. Er komt dus geen voorjaarsvaccinatiecampagne. Het OMT-V zal voor de zomer adviseren over vervolgcampagnes en uiteraard blijft staan: voor diegenen die nog nooit een vaccinatie hebben gehad, blijft de basisvaccinatie mogelijk.

Mevrouw Tielen (VVD):

Nog even over dat eerste punt. De minister suggereert nu een beetje dat wat wij hier nationaal bepalen over de status van het coronavirus, afhankelijk is van wat de WHO daarover zegt. Ik hoop dat dat niet het geval is.

Minister Kuipers:

Nee, wij hebben daarin zeker ons eigen handelingsperspectief, alleen vinden wij het voor nu, ook gezien de internationale connecties, verstandig om hierin de WHO te volgen. Ik kom hier binnen afzienbare tijd opnieuw op terug.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik interrumpeerde de heer Baudet net over die dertien ZonMw-onderzoeken naar oversterfte, maar als ik kijk naar de elf gehonoreerde onderzoeken bij ZonMw, dan zie ik dat daar inderdaad geen onderzoek tussen zit naar de correlatie tussen vaccinatie en oversterfte. Dat lijkt mij toch heel eenvoudig. We hebben allemaal dat vaccin gekregen op basis van ons bsn. Dan is toch heel gemakkelijk in de tijd te bekijken welke groep wel of niet gevaccineerd is? De zorg die er leeft bij veel mensen dat daar een correlatie tussen zou bestaan, is dus heel eenvoudig op te helderen, maar dat zit niet bij die elf onderzoeken van ZonMw. Ik heb dat net nog even bekeken. Ik zou de minister willen vragen of hij dat op een andere manier zou kunnen ophelderen. Daar leven namelijk veel vragen over. Mensen zijn er bezorgd over en het lijkt mij een heel eenvoudig onderzoek om te doen.

Minister Kuipers:

Om te beginnen klopt het dat er veel onderzoek wordt gedaan naar oversterfte. Ik heb eerder met uw Kamer gediscussieerd over de eventueel uit te breiden periode. De focus ligt eerst op de eerste twee jaar. Tot nu toe blijft het daar ook bij. We hebben dat in drie verschillende tranches gedaan. De laatste was lastig. Ondertussen zijn er belangrijke stappen gezet om data over vaccinatie en sterfte aan elkaar te koppelen. Dat betekent dat die mogelijkheid er wel degelijk in zit.

Mevrouw Agema (PVV):

Betekent dat dan dat er nog meer onderzoeksvragen die ingediend zijn bij ZonMw, gehonoreerd gaan worden? Of kan de minister op een andere manier bewerkstelligen dat het onderzoek naar de correlatie tussen vaccins en oversterfte gaat plaatsvinden? De vaccins zijn namelijk geregistreerd op basis van het bsn.

Minister Kuipers:

Het antwoord is dat vaccinatie en vaccinatiegegevens meegenomen worden in dit perspectief.

De heer Baudet (FVD):

Wat betekent dat? Ik snap het antwoord niet, sorry. Wat betekent "het wordt meegenomen in dit perspectief"? Welk perspectief?

Minister Kuipers:

In het onderzoek naar oversterfte.

De voorzitter:

Kan de minister aangeven welk onderzoek dat dan is?

Minister Kuipers:

Van die elf onderzoeken kan ik dat niet, voorzitter. Daar moet ik echt het overzicht …

De heer Baudet (FVD):

Die elf onderzoeken zien daar niet op. Het enige onderzoek dat daar wel op zag, is afgewezen door ZonMw.

De voorzitter:

Kan de minister daar even duidelijkheid over bieden?

Minister Kuipers:

Ik verwijs naar de discussie die uitgebreid aan de orde is geweest in de technische briefing. De langdurige vraag was: kunnen wij én sterftegegevens én vaccinatiegegevens én GGD-testgegevens aan elkaar koppelen? Dat heeft een hele tijd geduurd, vanwege allerlei privacydingen. Dat is gelukt. Dat betekent dat deze gegevens ondertussen voor de bestaande onderzoeken aan elkaar gekoppeld kunnen worden. Zij kunnen dus ook aan elkaar gecorreleerd worden.

De heer Baudet (FVD):

Dat betekent dus dat wij, de mensen in Nederland, binnenkort een onderzoek tegemoet kunnen zien, met daarin een analyse van het eventuele causale verband tussen oversterfte en vaccinaties?

Minister Kuipers:

Dat betekent dat wij, burgers van Nederland, resultaten krijgen over de oorzaken van oversterfte in de jaren 2020 en 2021, de eerste twee jaar van covid.

De heer Baudet (FVD):

Oké. Dat is dus precies níét waar mijn motie over gaat. Dit is gewoon een vaag antwoord.

Minister Kuipers:

Sorry. Ik denk dat het een klip-en-klaar antwoord is. In het verleden is daar in de debatten in de Kamer uitgebreid over gesproken. Daar is ook een technische briefing over geweest. Ik heb daar talloze schriftelijke vragen over gehad. Die heb ik eerder beantwoord. Ik heb daar niets aan toe te voegen.

De voorzitter:

Dan gaan we naar de appreciatie van de moties.

Minister Kuipers:

Nee, ik heb nog een paar vragen te beantwoorden. Dit ging over de vaccinatiecampagne.

Mevrouw Tielen vraagt naar de NZa. Zij zegt: de minister heeft toegezegd dat er een follow-up komt van het onderzoek naar de zorgplicht van de verzekeraars. De NZa is op dit moment volop bezig met de voorbereiding van het follow-uponderzoek, zowel op de inhoud als op de timing. Zoals ik tijdens het commissiedebat Ontwikkelingen rondom het coronavirus op 15 december heb aangegeven, heb ik met de NZa besproken of dit onderzoek voor de zomer kan worden uitgevoerd. De NZa kan nu nog geen datum noemen, omdat op dit moment wordt bekeken wat het juiste momentum is om de meeste informatie te kunnen vergaren.

Mevrouw Tielen vraagt ook wanneer we de innovatieagenda behorende bij de pandemische paraatheid kunnen verwachten. Afhankelijk van de budgettaire besluitvorming hierover willen we dit voorjaar starten met de uitwerking van die agenda. We doen dat met stakeholders in het veld. Ik streef ernaar om u uiterlijk voor het eind van dit jaar daarover te informeren.

Mevrouw Van den Berg vraagt naar de ontwikkeling dat er sprake is van een concentratie van laboratoria. Ze heeft het ook over buitenlandse partners. Zoals ik uw Kamer eerder al heb geïnformeerd, heb ik het RIVM gevraagd om een advies hierover. Het RIVM inventariseert op dit moment de inrichting van de microbiologische diagnostiek ten behoeve van de publieke gezondheid in Nederland. Daarbij wordt ook gekeken naar het huidige stelsel en de eventuele herijking. Het uiteindelijke doel is om te komen tot een duurzame inrichting van de microbiologische diagnostiek ten behoeve van de actuele publieke gezondheid in Nederland, ook voor de toekomstige pandemische paraatheid. Voor de zomer wil ik uw Kamer informeren over de uitkomsten van dit advies.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Dank dat we voor de zomer dit rapport van het RIVM krijgen. Neemt het RIVM daarin mee hoe we de regionale samenwerking in die hele keten kunnen borgen?

Minister Kuipers:

Het antwoord daarop is: ja.

Dat brengt me bij de moties. Allereerst: de motie op stuk nr. 2025 over C2000 is ontraden. Ik heb in de Kamer, op verzoek van het lid Van Houwelingen, in februari al een overzicht gestuurd van alle ingangsklachten op de meldkamer ambulancezorg van de afgelopen jaren. Daar heb ik niets aan toe te voegen. Ten aanzien van de politie verzoek ik u om de vraag te stellen aan mijn collega, de minister van JenV.

De motie op stuk nr. 2026 over oversterfte — dat kwam zojuist al even ter sprake — wordt ontraden. Ik heb al genoemd dat er de afgelopen periode hard is gewerkt aan het beschikbaar stellen van de data voor het oversterfteonderzoek. De motie wordt dus ontraden.

De motie op stuk nr. 2027 over Europese transparantierichtlijnen wordt eveneens ontraden. EPI-data worden reeds openbaar gepubliceerd, zowel door het RIVM, als op het coronadashboard op rijksoverheid.nl. Ook voor het oversterfteonderzoek zijn data beschikbaar gemaakt voor wetenschappelijk onderzoek, uiteraard rekening houdend met de privacywetgeving. Ik benoemde dat zojuist al.

De motie op stuk nr. 2028 over langdurige klachten na covid wordt eveneens ontraden, om een aantal redenen, waar ik eerder ook al bij heb stilgestaan. Wij hebben geen registratie van patiënten met postcovid. Er is ook geen eenduidige definitie. De statistische data geven is dan ingewikkeld.

De heer Baudet (FVD):

Ik snap dat. Statistiek is altijd ingewikkeld. Daar moet je een beetje op letten, maar ...

Minister Kuipers:

Dat valt heel erg mee.

De heer Baudet (FVD):

Maar het is een gegeven dat er mensen worden gediagnosticeerd met long covid. Er zijn zelfs longcovidbehandelplekken in Nederland. Er wordt over geschreven. Er worden mensen geïnterviewd die daarover vertellen. Er wordt meer informatie vergaard. Het wordt dus wel degelijk als ziektebeeld erkend. Het bestaat op somatisch niveau, in ieder geval de klachten. Je kunt toch vrij eenvoudig een survey doen en iedereen die nu in het systeem staat als longcovidpatiënt vragen of diegene een vaccin heeft genomen? Dat kun je toch vrij makkelijk doen? Dat is toch helemaal niet moeilijk?

Minister Kuipers:

Ik verwijs ook naar een aantal eerdere debatten, maar om te beginnen is er niet zoiets als hét systeem waar mensen met postcovid in geregistreerd staan. Zo'n systeem bestaat niet. Er is ook geen landelijke database voor mensen met postcovid. Ik heb eerder bij debatten in de Kamer aangegeven dat ik niet van plan ben om dat te doen, omdat het vrij onmogelijk is om dat op te zetten. Dat heeft een aantal redenen, maar daar zal ik nu niet uitgebreid op ingaan. Tot slot. Als je de data zou hebben, zou de statistiek heel eenvoudig zijn. Maar het verkrijgen van de data en ze ook kunnen interpreteren — die data moet nog steeds kloppen als je ze hebt — gaat niet werken, alleen al in de tijdigheid van de diagnose. We hebben de data dus niet en we kunnen ook de berekening niet doen, maar de statistiek op zich is het probleem niet.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Baudet.

De heer Baudet (FVD):

Dit is natuurlijk een kwestie van "wil niet, maar kan wel". Het is niet heel erg moeilijk om belletjes te doen naar ziekenhuizen, om een bericht uit te laten gaan naar de Landelijke Huisartsen Vereniging, om informatie te verzamelen, om een aantal steekproeven te nemen en om mensen te interviewen. Dat kan natuurlijk best uitgezocht worden. De reden dat het belangrijk is, is omdat er wereldwijd steeds meer informatie bekend wordt over dat die vaccinaties misschien wel heel erg slecht zijn voor de volksgezondheid. Het systematisch door de regering tegenhouden van het onderzoeken daarvan is buitengewoon onverantwoord. De houding zou omgekeerd moeten zijn. De houding zou moeten zijn: "Verrek, …

De voorzitter:

Wilt u afronden?

De heer Baudet (FVD):

… wat een goed idee! Hier gaan we achteraan. We gaan kijken hoeveel informatie we kunnen vinden. Dit pakken we op, hier gaan we naar speuren." Maar nee, de houding is: "Nee, kan niet. Die data hebben we niet." Ik durf te wedden dat ik een vergelijkbare reactie krijg op mijn andere twee moties. Het is steeds hetzelfde liedje. Het …

De voorzitter:

Ja, maar we zijn nu de motie …

De heer Baudet (FVD):

… is onverantwoord.

De voorzitter:

Minister, heeft u nog een aanvulling op uw reactie?

Minister Kuipers:

Ik denk dat het, gezien deze uiteenzetting, verstandig is om hier nog een keer op te reageren. Er is niet zoiets als "een paar telefoontjes" om het aantal diagnoses van postcovid te achterhalen. De definitie varieert sterk en het beeld varieert in de tijd. Er bestaat geen landelijke database en die is ook niet eenvoudig op te zetten. Ik ben ook niet van plan om dat te doen. Daarmee is de vraag niet te beantwoorden op de manier die de heer Baudet graag wil. Mijn appreciatie van de motie is dan ook: ontraden.

De voorzitter:

Het is een tweeminutendebat en geen uitgebreid debat.

De heer Baudet (FVD):

De voorzitter:

We gaan nu naar uw volgende motie. Nee, nee, nee, ik heb u voldoende tijd gegeven om te reageren. We gaan naar de motie op stuk nr. 2029.

Minister Kuipers:

De heer Baudet liep daar al op vooruit. Die motie gaat over oversterfte. Ontraden. Er loopt al geruime tijd een grootschalig onderzoek naar oversterfte, waarbij nadrukkelijk ook wordt gekeken naar vaccinatie en vaccinatiestatus.

Dan was de motie op stuk nr. …

De voorzitter:

Voordat u verdergaat, geef ik het woord aan de heer Baudet.

De heer Baudet (FVD):

Er wordt gekeken naar vaccinatie en vaccinatiestatus, maar wordt er ook gekeken naar de mogelijke oorzakelijke relatie tussen vaccinatie en oversterfte? Kan de minister deze vraag bevestigend of ontkennend beantwoorden?

Minister Kuipers:

Ik begrijp heel goed waar de heer Baudet heen wil, maar ik blijf daar nadrukkelijk bij weg. Er wordt gekeken naar vaccinatiestatus en oversterfte, punt.

De heer Baudet (FVD):

Dus er wordt niet gekeken naar de mogelijke oorzakelijkheid in die oversterfte van de vaccinatie. U kunt toch zeggen of dat wel of niet onderzocht wordt?

Minister Kuipers:

Wij kijken naar alle mogelijke oorzaken. Mevrouw Agema gaf zojuist ook al een mogelijkheid: het kan ook voor een deel liggen aan bijvoorbeeld uitgestelde zorg. Er kunnen allerlei verschillende oorzaken zijn. Daar is al dat onderzoek op gericht.

De heer Baudet (FVD):

Er wordt dus ook gekeken naar vaccinatie als mogelijke oorzaak van oversterfte.

Minister Kuipers:

Ik weet precies wat de heer Baudet wil. Ik ga er niet op in. Ik zeg dat wij …

De voorzitter:

Wacht. Kunt u gewoon de vraag beantwoorden of dat onderdeel is van het onderzoek of niet?

De heer Baudet (FVD):

De voorzitter:

Nee, wacht, wacht, wacht, wacht. We gaan niet allemaal discussiëren. De heer Baudet stelt een vraag en ik vraag de minister om daar gewoon op te reageren. Dat doen we altijd hier.

Minister Kuipers:

Vaccinatiestatus en vaccinatiegegevens in correlatie met sterftecijfers zijn nu gekoppeld beschikbaar. Dat maakt het mogelijk om ook te kijken naar de effecten van én vaccinatie én covid én andere oorzaken van sterfte.

De voorzitter:

Het antwoord is dus ja. Is het dat of niet?

Minister Kuipers:

Ja.

De heer Baudet (FVD):

Waarom dit spelletje? Het is een soort retorisch … Ik stel toch gewoon een hele normale vraag? Wordt onderzocht, ja of nee — en als het niet zo is, dan is het oké; dan weten we dat — of de oversterfte mogelijk een gevolg is van de vaccinaties, de vaccins? Ja of nee?

De voorzitter:

Tot slot de minister.

Minister Kuipers:

Ik zeg: alle mogelijkheden worden onderzocht.

De voorzitter:

Dus deze wordt …

Minister Kuipers:

Zijn de gegevens beschikbaar? Ja.

De heer Baudet (FVD):

Zeg dan ja!

De voorzitter:

De minister zegt volgens mij — hij moet mij dan maar corrigeren als het anders is — dat wat de heer Baudet aangeeft, ook onderdeel kan zijn van het onderzoek. Er wordt ook naar die mogelijkheid gekeken.

Minister Kuipers:

Zeker. Dat is wat ik aangeef.

De heer Baudet (FVD):

De voorzitter:

De minister geeft aan mij aan: ja. Volgens mij is dat een ja in antwoord op uw vraag. Anders moet de minister mij corrigeren.

Mevrouw Paulusma (D66):

Het is bijna een beschamende vertoning. Het spelletje wordt aan díé kant van de Kamer gespeeld. Ik ben benieuwd of de minister weet dat de partijgenoot van de heer Baudet gewoon in de werkgroep zit die zich bezighoudt met oversterfte en alle onderzoeken die plaatsvinden. Daar is vanmiddag een technische briefing over geweest. Daar kon de commissie zelf wensen en verzoeken over indienen. Er is alle gelegenheid geweest voor de partijgenoot van de heer Baudet om daar een vraag over te stellen. Ik ben benieuwd of de minister daarvan op de hoogte is.

De voorzitter:

Dit is niet een vraag aan de minister.

Minister Kuipers:

Het antwoord is ja.

De voorzitter:

De heer Van Houwelingen zit in de werkgroep.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Heel kort een persoonlijk feit. Ik zit in de werkgroep.

De voorzitter:

Meneer Van Houwelingen, het is een debat met de heer Baudet en de minister.

Mevrouw Paulusma (D66):

En ik stelde een vraag aan de minister.

De voorzitter:

Minister, wilt u …

Minister Kuipers:

Ik heb die vraag al beantwoord.

De voorzitter:

Volgens mij is dit … Laat maar. We gaan nu naar uw volgende motie, die op stuk nr. 2030. Ik begrijp echter dat u een persoonlijk feit wil maken, meneer Baudet. Dat kan.

De heer Baudet (FVD):

Je ziet de hele tijd dat hier een soort spelletje gespeeld wordt van "o, maar weet u dan niet dat dit al gebeurt".

De voorzitter:

Maakt u een persoonlijk feit.

De heer Baudet (FVD):

Er wordt hier gezegd dat Pepijn van Houwelingen, onze fractiegenoot die inderdaad in deze werkgroep zit, dit zou hebben besproken. Maar nadrukkelijk is daar dus níét over oversterfte en vaccinaties gesproken. Dat is juist het hele punt: dit wordt eruit gehouden.

De voorzitter:

Helder.

De heer Baudet (FVD):

Dat is juist het punt!

De voorzitter:

U heeft uw punt gemaakt. Dan gaan we naar de motie op stuk nr. 2030. Gaat uw gang, minister.

Minister Kuipers:

De motie op stuk nr. 2030, voorzitter. Deze motie heeft betrekking op bijwerkingen van vaccinaties in Duitsland. Deze ontraad ik eveneens. Ik heb eerder al op vergelijkbare vragen van het lid Van Haga schriftelijk geantwoord.

De motie op stuk nr. 2031 is een spreekt-uitmotie.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze beraadslaging.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We gaan volgende week dinsdag stemmen over de ingediende moties. Ik dank natuurlijk de minister voor zijn beantwoording in dit tweeminutendebat.

Naar boven