22 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Aan de orde is een regeling van werkzaamheden.

Ik stel voor toestemming te verlenen aan de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid voor het houden van een notaoverleg met stenografisch verslag op maandag 13 februari 2023 van 13.30 uur tot 16.30 uur over de initiatiefnota van het lid Podt "Meedoen vanaf dag 1" (36139).

Ik deel aan de Kamer mee dat het lid Gündoğan bij de stemmingen op dinsdag 29 november jongstleden over de motie-Grinwis c.s. (36200-XIII, nr. 83) geacht wenst te worden vóór deze motie te hebben gestemd.

Aangezien alle ingeschreven sprekers zich hebben teruggetrokken, wordt het tweeminutendebat Voorhang ontwerpbesluit beperking emissies van kooldioxide door werkgebonden personenmobiliteit van de agenda afgevoerd.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 21501-32-1017; 35925-XIV-62; 35925-VIII-58; 35925-I-9; 35925-I-8; 35570-VIII-270; 35570-VI-69; 35309-8; 35309-7; 35000-VII-30; 34346-3; 34298-9; 31532-244; 31532-243; 31532-240; 31289-487; 31289-486; 28286-1178; 28286-1144; 21501-32-1445; 21501-32-1394; 36200-III-10; 35925-XVI-66; 35925-XVI-65; 35242-10; 32852-196; 32852-195; 32852-179; 32852-161; 32813-706; 31409-288; 30175-406; 30175-405; 30175-382; 28089-194; 27529-246; 25295-1119; 25295-987; 22343-319; 36200-XVI-80; 35929-13.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda het tweeminutendebat Jeugdbescherming (CD d.d. 01/12), met als eerste spreker het lid Van Haga van de Groep Van Haga.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Markuszower van de PVV. Hij heeft drie verzoeken.

De heer Markuszower (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Ik stond hier vorige week ook. Vorige week had een tbs'er een vrouw vermoord. Deze week heeft een tbs'er een andere vrouw op straat neergestoken. Het is dus eigenlijk elke week raak en ik zou daarom die twee verzoeken willen samenbundelen en één groot tbs-debat willen houden, want het is levensgevaarlijk op deze manier.

De heer Ellian (VVD):

Dat laatste zag ik even niet aankomen. Wat mij betreft doen we het zo. Steun. Vóór de zomer is een aanvraag voor een debat van mijzelf ook gesteund. Dat gaat ook over tbs. Laten we na het reces één groot tbs-debat inplannen.

De voorzitter:

Ik kijk even naar de collega's om te zien of iedereen het ermee eens is dat we een groot tbs-debat voeren na het reces.

De heer Sneller (D66):

Ik weet niet wat "een groot tbs-debat" precies betekent.

De voorzitter:

Dat we een aantal debatten samenvoegen.

De heer Sneller (D66):

De heer Markuszower poneert allerlei stellingen waar ik helemaal niet achter kan staan. Ik geloof niet dat er opeens behoefte is aan een "groot tbs-debat". Er staat een tbs-debat gepland. We hebben het in commissiedebatten regelmatig over tbs. Hij blaast het heel erg op, maar ik weet niet of dit nou een terechte conclusie is.

De voorzitter:

Het is eigenlijk het voorstel van de heer Ellian om zijn debat in combinatie met een aantal andere onderwerpen samen te voegen tot een tbs-debat.

De heer Ellian (VVD):

Om het precies te zeggen, voorzitter: het is een voorstel om mijn toegewezen debataanvraag te combineren met dit verzoek.

De voorzitter:

Ja. Ik kijk even naar de heer Markuszower. Was dat ook uw bedoeling?

De heer Markuszower (PVV):

Dat is niet mijn bedoeling, maar ik denk dat we wel snel moeten spreken over de gevaren van het huidige beleid. Als dat niet eerder kan dan tijdens het debat van de heer Ellian, doen we dat zo.

De voorzitter:

Ja, zullen we dat dan zo doen?

Dan uw tweede verzoek.

De heer Markuszower (PVV):

Het tweede verzoek is eigenlijk een vooraankondiging. Ik weet niet of ik dat verder moet toelichten. Ik zou graag deze week een tweeminutendebat willen houden zodat we kunnen stemmen over een motie waarmee we er nog voor kunnen zorgen dat Bulgarije, Roemenië en Kroatië niet tot het Schengengebied worden toegelaten.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk even of daar bezwaar tegen is. Dat is niet het geval. Dat betekent dat we deze week een tweeminutendebat hebben en ook nog inclusief stemmingen. Dan gaan we dat plannen. Dank u wel.

Uw derde verzoek.

De heer Markuszower (PVV):

Het derde verzoek is een debat. Nederland heeft eigenlijk ingestemd met het toelaten van Kroatië en Roemenië tot het Schengengebied. Dat gaat tot grote problemen leiden. Dat gaat leiden tot veel corruptie hier in Nederland, meer mensensmokkel en meer migratiestromen. Dat moeten we tegenhouden. Graag een debat daarover.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk even of hier steun voor is.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Van harte steun.

Mevrouw Podt (D66):

Nou, voorzitter, volgens mij heeft de heer Markuszower net een tweeminutendebat gehonoreerd gekregen dat precies hierover ging. Laten we het dus daar gewoon bij houden.

De heer Brekelmans (VVD):

En als dat nog niet genoeg is, is er donderdag nog een debat en is er volgende week donderdag nog een debat om dit in op te brengen, dus geen steun.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ja, ik vind het wel knap dat de heer Markuszower een glazen bol heeft, want hij weet al precies wat er gaat gebeuren. Maar ik denk wel dat het een belangrijk onderwerp is, dus ik steun het debat.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Ik denk dat we het debat pas gaan inplannen nadat het gebeurd is, dus het lijkt mij handig om dat ofwel in het AO RAZ te doen, ofwel in het debat over Europese top dat volgende week of de week daarop gepland staat.

De voorzitter:

Dus geen steun in ieder geval voor een apart debat.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Nee.

De heer Amhaouch (CDA):

Voorzitter. We hebben een tweeminutendebat, we hebben een RAZ en we hebben volgende week een Europese top, dus er zijn heel veel momenten om hierover te praten.

De heer Van Baarle (DENK):

Ja, voorzitter, dit kan snel op andere momenten aan de orde komen, dus geen steun voor een apart debat.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Zo is dat. Geen steun.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Ja, normaal wel, maar nu even geen steun om dezelfde reden.

De heer Dassen (Volt):

Het kan bij andere debatten, voorzitter. Dus geen steun.

De voorzitter:

Er is geen steun voor uw verzoek. Dan geef ik het woord aan uw collega, de heer Kops, ook van de PVV.

De heer Kops (PVV):

Voorzitter, dwang en drang, en opleggen en verplichten. Dat is zo'n beetje de kern van het klimaatbeleid. In Utrecht worden bewoners nu gedwongen om van het gas af te gaan. Dat is fout. Dus graag hierover een debat met de minister voor Volkshuisvesting.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Ik vroeg me af waarom met de minister voor Volkshuisvesting alleen. Maar in principe steun, tenzij het eerder kan bij een debat Klimaatakkoord gebouwde omgeving, zoals dat heet.

De heer Peter de Groot (VVD):

Het is belangrijk om erover te spreken. Geen steun voor een plenair debat, maar ik nodig de heer Kops uit om donderdag in de pv een voorstel te doen voor een commissiedebat. Dan zal de VVD daar ruimschoots steun voor geven.

De heer Boucke (D66):

Geen steun voor een plenair debat, maar wel steun voor het voorstel van de VVD. Dank u wel.

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter, wat DENK betreft hoeft er geen apart plenair debat voor ingepland te worden.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Steun voor het debatverzoek.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Steun, ook voor het volgende verzoek van de heer Kops.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Geen steun.

De voorzitter:

Er is geen steun voor uw verzoek, maar u heeft nog een tweede kans, een tweede verzoek.

De heer Kops (PVV):

Ja, voorzitter. Terwijl het kabinet huishoudens adviseert om de kachel niet hoger te zetten dan 19 graden, zetten de mensen thuis in werkelijkheid de kachel helemaal niet meer aan uit angst voor de enorme kosten. Tijdens het vragenuur kwam de minister met zijn bekende riedeltje over energiebesparing en verduurzaming, maar kon hij niet zeggen wat hij nu voor al die huishoudens gaat doen die letterlijk in de kou zitten. Dat kan niet. Dus graag hierover een debat met de minister voor Klimaat en Energie.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. We hebben afgesproken dat we de tiende incidentele suppletoire begroting van EZK, wat eigenlijk het prijsplafond is — het is wetstechnisch echt een probleem dat dat met een soort kasschuif in de begroting wordt gefietst, terwijl het eigenlijk de wet op het prijsplafond is — volgende week behandelen. Ik zeg tegen de heer Kops, want ik steun enorm dat we het hierover moeten hebben: dat lijkt mij de snelste route. Dan kijk ik ook naar de Voorzitter voor het mogelijk maken dat dat niet meer in de nachtelijke uurtjes plaatsvindt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ik sluit mij aan bij mevrouw Leijten. Dat vraagt ook enige clementie van de Voorzitter dat het dus niet alleen over het prijsplafond mag gaan, maar ook ietsjes uitgebreid mag worden naar deze kant. Dat is wel de logische manier.

De voorzitter:

Even naar aanleiding van de opmerking van mevrouw Leijten: we doen natuurlijk ons best om te voorkomen dat het een nachtelijk debat wordt, maar de agenda zit gewoon heel erg vol. Ik moet zeggen: ten opzichte van andere momenten proberen we echt nachtelijke vergaderingen te voorkomen en dat lukt ook best goed omdat de stemmingen voorspelbaar zijn en omdat er vooraankondigingen zijn. Dus we doen ons best om dat te voorkomen, maar we kunnen het niet altijd uitsluiten.

Mevrouw Leijten (SP):

Nee, voorzitter, ik weet wat voor een hels karwei het is om te plannen. Maar de vorige keer dat we het hadden over een incidentele suppletoire begroting — die had ook te maken met de energierekening — was het wel twee keer tot midden in de nacht gepland. Ik weet dat dat soms niet anders kan, maar ik vraag dus om clementie als het gaat over de "wet op het prijsplafond". Die heet helaas niet zo. Maar het gaat qua controlerende taak van de Kamer echt een draak van een wetsvoorstel en een wetsbehandeling worden.

De voorzitter:

Ik snap u helemaal. We doen ons uiterste best om dat te voorkomen.

De heer Erkens (VVD):

Voorzitter. Het is een belangrijk onderwerp, maar volgens mij is de snelste route het plenaire debat over het prijsplafond, dus geen steun voor een apart debat. Laten we het daarbij betrekken.

De heer Boucke (D66):

Voorzitter. De minister voor Klimaat en Energie heeft vanochtend nog uitgebreid uit de doeken gedaan wat het kabinet allemaal doet aan koopkrachtversterking, namelijk twee keer €190 en een vrij uitgebreid prijsplafondpakket. Het is goed om dit volgende week bij het debat over de tiende suppletoire begroting te doen. Geen steun.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Om het kort te houden: ik sluit me aan bij de voorgaande sprekers.

De voorzitter:

Kijk, dat is best fijn.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

We moeten in dat spoor verder. Geen steun.

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter. Het kan sneller, door het te betrekken bij de al ingeplande debatten, dus geen steun voor een apart debat.

De heer Bontenbal (CDA):

Idem.

De voorzitter:

Er is geen steun voor een apart debat, maar wel om het te betrekken bij de tiende incidentele suppletoire begroting. We doen ons best om dat volgende week op een goed tijdstip te plannen. Dat snap ik namelijk helemaal.

Dan gaan we naar de heer Kuzu. Nee, we gaan naar de heer Van Baarle. Hij spreekt namens de heer Kuzu.

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter, dank u wel. Ik neem deze debataanvraag inderdaad even waar voor mijn collega Kuzu. Al meerdere malen heeft de fractie van DENK verzocht om een debat over de excuses die het kabinet gaat aanbieden voor het slavernijverleden. Daar is nu een brief over gekomen. Over die brief en over de dingen die wij lezen, willen wij graag zo snel mogelijk een debat houden — dat willen wij het liefst natuurlijk voor 19 december — met de minister-president. Er staat ook al een debat van ons op de rol over hetzelfde onderwerp. Het lijkt mij dus, denk ik, procedureel goed om dat debat dan om te zetten in een meerderheidsdebat.

De voorzitter:

Dus uw verzoek is om uw dertigledendebat om te zetten in een meerderheidsdebat?

De heer Van Baarle (DENK):

Ja.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik heb het vorige week ook al gezegd. Toen was het standpunt van de coalitie: we wachten de reactie op de Dialooggroep en de uitleg over de excuses op 19 december af. Die hebben we nu gekregen, in een briefje waarin staat: op 19 december krijgt u meer uitleg. Op deze manier is de rol van de Kamer dus volledig weggespeeld. Je lekt naar de pers dat je excuses gaat aanbieden op meerdere plekken over de wereld, maar de Kamer heeft daar niets over te zeggen. Dat is echt problematisch. Dus het lijkt mij heel erg goed …

De voorzitter:

U steunt.

Mevrouw Leijten (SP):

… dat we hier een debat over voeren. Als we dat hier niet redden, dan moeten we echt bij Binnenlandse Zaken gaan proberen om dat op een andere manier te agenderen. Op deze manier laten wij het kabinet namelijk wel heel erg wegkomen met het zelf bepalen van de agenda over iets waar juist de Kamer om heeft gevraagd.

De heer Van Strien (VVD):

Dit is inderdaad een herhaling van zetten. Geen steun. We wachten op het besluit van het kabinet. Dan kunnen we kijken of een debat op z'n plek is.

Mevrouw Akerboom (PvdD):

Steun voor het verzoek.

De heer Bushoff (PvdA):

Voorzitter. Dit is een heel belangrijk onderwerp, dus ook steun namens de PvdA en namens GroenLinks.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter. We wachten op de nadere kabinetsreactie en het rapport. Daarna zullen we het bezien. Dus nu geen steun.

Mevrouw Van der Laan (D66):

Geen steun.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Ik sta een beetje versteld. Ik volg echt even de lijn van mevrouw Leijten. Natuurlijk, het kabinet moet het doen. We kunnen ook u weer naar het kabinet sturen en zeggen: er is hier gelekt. Het is echt een zeer serieuze aangelegenheid hoe we met het slavernijverleden omgaan. Hier zeggen de regeringspartijen eigenlijk: "We gaan het op een vrijdag aankondigen. Dan gaan we op een zaterdag de excuses aanbieden. Daarna gaan we als mosterd na de maaltijd hier een debat erover voeren." Ik vind dat niet kunnen. Dus ik verzoek de Voorzitter om, naar aanleiding van de brieven die geschreven zijn, bij de minister-president navraag te doen over wanneer hij de Kamer denkt te informeren en hoe hij denkt dat we het hier zouden kunnen hebben over de voorgenomen excuses of niet, en daar de Kamer deze week over te informeren. Anders heeft het namelijk niet zo veel zin.

De heer Bontenbal (CDA):

Ik volg de lijn van de ChristenUnie.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid. Er is wel een verzoek om meer duidelijkheid, dus ik zal dat doorgeleiden richting het kabinet.

De heer Van Baarle (DENK):

Dat verzoek om duidelijkheid zou ik heel graag namens mijn fractie in uw richting willen onderschrijven.

De voorzitter:

Ja, dat gaan wij doen.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter, dit is niet om door te geleiden. Het is helaas een verzoek aan u, omdat er vaker gevraagd is om duidelijkheid. Ik doe dat niet eenvoudig. Het is echt een belangrijk onderwerp.

De voorzitter:

Dat heet "doorgeleiden" in dit geval.

Ik geef het woord aan mevrouw Piri van de PvdA.

Mevrouw Piri (PvdA):

Voorzitter. Het verzoek is om een debat te houden met de minister van Buitenlandse Zaken over het bericht: "Hoe ambassades in Nederland de rechter negeren en ex-werknemers daar de dupe van zijn". Uitspraken van de Nederlandse rechter over werknemers van ambassades die gevestigd zijn in Den Haag worden namelijk niet nageleefd.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. Het is gewoon schokkend en schandalig hoe ambassades, zoals die van Saudi-Arabië, Nederlands personeel uitbuiten en misbruiken. Als de rechter vervolgens een schadevergoeding oplegt, weigeren ze gewoon om die te betalen. Het is goed dat mevrouw Piri dat aan de orde stelt, maar ik wil eigenlijk eerst een brief zien waarin we van de minister te horen krijgen wat er volgens hem allemaal is gebeurd, wat hij eraan heeft gedaan, wat hij denkt eraan te gaan doen en hoe hij meer in algemene zin ervoor kan zorgen dat dit soort toestanden zich niet meer zullen voordoen. Ik wil die brief graag voor het kerstreces hebben, zodat we er in januari al over kunnen debatteren met de minister. Dit moet namelijk niet op de lange baan komen.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. Wat mij betreft is het een belangrijk punt, maar we zouden het ook kunnen betrekken bij de Raad Buitenlandse Zaken. Het CDA zou ook graag die brief zien. We kunnen de minister vragen om die nog voor aankomende donderdag te sturen.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Van harte steun. Ik vind het prima om informatie te vragen, maar deze kwestie is niet nieuw; die speelt al heel lang. Ik vind het belangrijk om er een keer apart en lang over te spreken om te zorgen dat het een keer wordt opgelost.

De heer Van Baarle (DENK):

Steun voor het verzoek.

De heer Brekelmans (VVD):

Geen steun. Het kan mee in een van de commissiedebatten.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Volgens mij is dit een belangrijk punt, maar we moeten het ook snel behandelen. Liever in een commissiedebat dus. Dat is, denk ik, sneller dan wanneer het op de plenaire agenda kan staan.

De heer Van Nispen (SP):

Ik steun de debataanvraag. Maar als het sneller in een commissiedebat kan, kan de aanvraag voor een plenair debat vervallen.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Ik sluit me aan bij D66: geen steun.

Mevrouw Akerboom (PvdD):

Steun voor dit verzoek.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor het verzoek, wel voor het informatieverzoek. Dat zullen we vragen bij het kabinet.

Mevrouw Piri (PvdA):

Volgens mij hadden we wel 30 leden en kan het dus toch op die lijst gezet worden.

De voorzitter:

Prima, dat gaan we doen.

Ik geef het woord aan mevrouw Van der Plas van BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Voorzitter. Ik wil graag een tweeminutendebat aanvragen over de Landbouw- en Visserijraad. Het verzoek is om dat nog deze week te houden, inclusief stemmingen.

De voorzitter:

Ik kijk even of daar bezwaar tegen is. Dat is niet het geval. Dank u wel voor de vooraankondiging. Dan gaan we dat zo plannen.

U heeft nog een ander verzoek. Gaat uw gang.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dat klopt. Wij willen de minister voor Natuur en Stikstof verzoeken om de hoofdlijnennotitie van het NPLG, het Nationaal Programma Landelijk Gebied, de versie van 27 september, uiterlijk bij de start van de begrotingsbehandeling van LNV, vandaag dus, beschikbaar te stellen aan de Kamer. Er is weliswaar een officieel ontwikkeldocument naar de Kamer gegaan, maar er is ook een ambtelijke voorstudie, waarin allerlei dingen zijn gezegd en geschreven die de minister niet in het ontwikkeldocument heeft gezet. Dat document willen wij graag hebben, met de volledige informatie.

De voorzitter:

Dank u wel. We zullen dit doorgeleiden naar het kabinet. Er stond een tijdstip bij, namelijk 16.30 uur, maar dat wordt: bij aanvang van het debat. Dat betekent dat we het tegen 17.00 uur verwachten.

Ik geef het woord aan de heer Van Baarle van DENK.

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter, dank u wel. Minister Wiersma wil, tegen de adviezen en waarschuwingen van zijn ambtenaren in, een zeer serieus toezichtsysteem instellen in het informeel onderwijs. We zien dat deze minister onlangs een aangifte aan zijn broek heeft gekregen, en brieven van talloze belangenorganisaties, waarmee hij het al broze vertrouwen dat hij heeft van heel veel Nederlanders, heeft kapotgemaakt. Dit is een onverstandige weg en daarom wil de fractie van DENK hierover zo snel mogelijk een debat met minister Wiersma en een brief met een reactie van de minister op het feit dat hij met zijn voorstel zo veel onrust heeft veroorzaakt bij groepen mensen in de samenleving.

De heer Peters (CDA):

Voorzitter. Naar aanleiding van dit onderwerp komt er al direct na de kerst een brief met daarin een uitwerking van de begrippen en de visie. Als die brief er is, is het heel belangrijk dat we erover praten. Ik vind het goed om dit erbij te betrekken, maar ik wil het niet los van elkaar behandelen en ook niet voor de kerst. Ik wil eerst die brief met een uitwerking van de begrippen en de visie. Naar aanleiding daarvan kunnen we een debat hebben.

De voorzitter:

Dus wel steun voor een debat, maar na ommekomst van de brief.

Mevrouw Paul (VVD):

Ik sluit me aan bij de woorden van het CDA.

De heer Bisschop (SGP):

De route die collega Peters schetst, lijkt mij uitstekend.

De heer Beertema (PVV):

Geen steun, voorzitter.

Mevrouw Van der Laan (D66):

Ik sluit me aan bij het CDA.

De heer Van Nispen (SP):

Hier moet zeker over gedebatteerd worden, maar volgens mij kan dat volgende week al, in het commissiedebat dat gepland staat over de onderwijsinspectie.

De voorzitter:

Dus geen steun voor een apart debat?

De heer Van Nispen (SP):

Nee.

Mevrouw Akerboom (PvdD):

Steun.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Van harte steun.

De voorzitter:

Er is een meerderheid voor uw verzoek, meneer Van Baarle, maar wel na ommekomst van meer informatie en de brief. Dat betekent dat het na het reces wordt.

De heer Van Baarle (DENK):

Bij die brief die nog komt wordt dus ook mijn informatieverzoek om een reactie op de onrust betrokken, neem ik aan.

De voorzitter:

Ja. Dat gaan we ook doorgeleiden. Dat is in aanvulling op wat de heer Peters aangaf. Dat gaan we doen.

Mevrouw Leijten van de SP.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Afgelopen donderdag werd er een motie aangenomen waarin de regering de opdracht kreeg om de Raadsconclusies over de Europese digitale identificatie niet te onderschrijven en aan te geven dat het Nederlandse parlement een andere positie heeft dan de regering. Vrijdagavond ontvingen we daarover een briefje. Daarin stond dat de staatssecretaris die motie niet wenste uit te voeren. Vanochtend heeft Nederland ingestemd. Dit is op vele vlakken ernstig. Het heeft te maken met de positie van ons parlement en aangenomen moties, maar zeker ook met de positie van het parlement in Europese besluitvorming. Daarover zou ik graag een interpellatie willen aanvragen met de staatssecretaris voor Digitale Zaken.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk of daar steun voor is.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Even afgezien van de inhoud, hoe je daar ook over denkt, of je daar risico's in ziet of niet: hier is wel een heel fundamenteel staatsrechtelijk principe aan de orde. Van harte steun voor de interpellatie die aangevraagd wordt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Van harte steun voor de interpellatie. Die dient ook op korte termijn plaats te vinden. Die moet niet op de lijst van dertigledendebatten komen, waar ze normaal op staat, want als een regering een motie niet wenst uit te voeren — dat kan zij doen, zeg ik er maar bij — dan moet ze dat wel even tegen de Kamer zeggen. Dan moet ze dat niet in het weekend doen en er dan dinsdagmorgen mee instemmen. Dat is precies tegen de Kamer zeggen: het maakt niet uit wat u doet. Ik vind het zeer, zeer ernstig hoe dat verlopen is.

Mevrouw Kathmann (PvdA):

Het is goed dat mevrouw Leijten deze aanvraag doet. Van harte steun, ook namens de fractie van GroenLinks.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Steun, mede namens de collega's van de PVV.

Mevrouw Akerboom (PvdD):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik vind het goed om verder door te spreken over deze brief, maar dat kan in een later commissiedebat. Geen steun voor de interpellatie.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Dit is inderdaad zeer ernstig. Het is er weer een mooi voorbeeld van dat de politiek niet draait om wat wij hier in de Tweede Kamer willen, maar om wat ze daar in Brussel willen. Dus van harte steun.

De heer Markuszower (PVV):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ja, zeker steun.

De heer Van Baarle (DENK):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Rajkowski (VVD):

Geen steun voor het verzoek.

Mevrouw Van der Laan (D66):

Geen steun.

De heer Bontenbal (CDA):

Geen steun.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Wat hier gebeurt, daar valt mijn mond van open. De fundamentele rechten van de Kamer worden aangetast. De Kamer doet een eenduidige uitspraak, breed gesteund — relatief breed; laat ik het zo zeggen. Die wordt niet uitgevoerd. Dan wordt er terecht een interpellatie aangevraagd. Complimenten voor mevrouw Leijten dat ze daar de vinger bij legt. En dan is er een coalitie die zich de tanden laat uittrekken, die de Kamer de tanden laat uittrekken, en zegt: nee, geen steun. Mensen, dit kan toch niet waar zijn? Alsjeblieft.

De voorzitter:

Nog even de heer Omtzigt, en dan ga ik concluderen.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ik sluit mij volledig aan bij de heer Bisschop. Als je tandeloos wilt worden en als je als 77 coalitieslaven wilt opereren, dan moet je dit doen. Ja, ik ga 'm hier maar gewoon een keer noemen. Als u hier een motie aanneemt van de regeringspartijen, wordt die uitgevoerd. Is die van de oppositiepartijen en wordt ze niet uitgevoerd, dan mag er niet over gesproken worden. Dat is ernstig in de staatsordening.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

En als er dan ook geen enkel woord van de coalitiepartijen is over wat ze vinden dat hiermee moet gebeuren, dan is de stemming van de afgelopen anderhalf uur natuurlijk ook gewoon waardeloos geweest.

De voorzitter:

Tot slot de heer Van Houwelingen. Dan ga ik concluderen, en dan geef ik het woord aan u, mevrouw Leijten.

De heer Van Houwelingen (FVD):

We sluiten ons hier helemaal bij aan. Sommige partijen vragen zich misschien af waarom dit parlement soms door partijen een "nepparlement" wordt genoemd of "de slaapkamer". Nou, dit is de reden.

De voorzitter:

Nou, nou, het is niet nodig om dat te zeggen. Ik ga concluderen. Mevrouw Leijten, u heeft voldoende steun voor een interpellatiedebat. Er is ook gevraagd om het interpellatiedebat snel in te plannen, maar dan wil ik u wel adviseren — er staan heel veel dertigledendebatten op de lijst — om met de collega's te kijken of er voorkeur is om dat sneller te doen. Dat betekent wel dat u dat dan zal moeten regelen met uw collega's.

Mevrouw Leijten (SP):

Nou, voorzitter, ik wil nog wel één ding zeggen, want die interpellatie heb ik niet lichtzinnig aangevraagd.

De voorzitter:

Zeker.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik ben voor de Kamer, namens de Kamer, rapporteur geweest op dit onderwerp. Wij hebben van het begin af aan gezegd dat de Kamer kritisch is en de lijn van de regering niet steunt. De vorige keer zijn moties hierop van de coalitie aangenomen; afgelopen donderdag overigens ook, maar ook deze motie is aangenomen. Als het onwelgevallig is om deze aangenomen oppositiemotie uit te voeren en een interpellatie daarover niet gesteund wordt, dan is dat inderdaad wel zorgelijk. Ik zou u willen vragen, voorzitter, om deze interpellatie in de eerste of tweede week van het nieuwe jaar in te plannen, zodat we ervoor kunnen zorgen dat we het debat dan ook goed kunnen voeren, want wat ons betreft gaat dit ook zeker over het parlement en de controle van het parlement op de Brusselse besluitvorming. Zo kunnen we ervoor zorgen dat onze Nederlandse vertegenwoordiging daar en onze regering niet zomaar kunnen wegkomen met een andere koers dan de Kamer van het begin af aan op dit dossier wenst.

De voorzitter:

Ik snap de urgentie. We kijken wat we kunnen doen, maar ik wil wel aangeven dat er 34 dertigledendebatten op de lijst staan. Ik ben zelf natuurlijk bereid om het naar boven te halen, maar dat betekent wel dat u afstemming moet hebben met de collega's, die ook de andere dertigledendebatten belangrijk vinden. Ik kan u dus toezeggen dat we met elkaar gaan kijken, maar dat betekent ook dat er van uw kant wat werk verricht moet worden om te kijken of we dit debat wat eerder kunnen doen. Daar wil ik het echt graag bij laten, anders gaan we daar verder over in discussie. Nee, dat is wat ik erover wil zeggen.

Dan geef ik het woord aan de heer Van Nispen van de SP.

De heer Van Nispen (SP):

Deze week is een schriftelijk overleg over het cassatieberoep procedure adoptie Sri Lanka afgerond. Ik zou daarover graag een tweeminutendebat willen aanvragen. Dat heeft enige haast. Het gaat over twee mensen die eigenlijk in nood zitten en gesprekken die men deze week zou willen voeren. Ik denk dat het tweeminutendebat maar korte tijd in beslag zal nemen. De minister voor Rechtsbescherming is hier morgenochtend toch al aanwezig. De woordvoerders zijn op de hoogte. Ik zou dat, als dat kan, dus graag toevoegen aan de agenda van deze week, maar er hoeft niet deze week over gestemd te worden; dat kan dinsdag.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk of daar bezwaar tegen is. Ik denk dat we vier extra tweeminutendebatten op de agenda hebben, dus dat betekent ook dat de andere debatten wat uitlopen. Volgende week hebben we in ieder geval stemmingen.

Dan kijk ik naar de heer Van der Lee, die collega Maatoug even vervangt, volgens mij.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Het is een informatieverzoek met het oog op het debat over de Najaarsnota. Dat gaat volgende week woensdag plenair plaatsvinden. Wij willen heel graag een brief van het kabinet hebben, van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, over het bericht dat ouders in 2023 niet gecompenseerd gaan worden voor de extra gestegen kosten van de kinderopvang. Daar is verwarring over gezaaid. Er moet duidelijkheid over komen of die compensatie er gaat komen voor 2023. Die brief willen we ontvangen voor het debat over de Najaarsnota.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk of daar bezwaar tegen is. Dat lijkt mij niet. Uw informatieverzoek gaan we doorgeleiden.

Dan geef ik het woord aan de heer Omtzigt. Hij had nog een verzoek voor een debat. Daarna gaan we weer verder met de agenda zoals die genoteerd staat.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Het Nederlandse consulaat-generaal in Istanbul kondigt trots aan dat daar zes hogescholen of universiteiten naartoe komen voor een beurs om zo veel mogelijk buitenlandse studenten te werven. Dat gebeurt niet alleen in Istanbul. Dat gebeurt in Ankara, Madrid, Valencia, Riga, Vilnius, Tallinn, Soerabaja … Ik heb het overal gevonden. Dat is in tegenspraak met de deal die de minister van OCW met de universiteiten heeft gemaakt om daar terughoudend in te zijn. Meer dan 40% van de eerstejaarsstudenten aan universiteiten komt uit het buitenland. Dat geeft op dit moment problemen; daar is de Kamer ook duidelijk in geweest. Ik ben zelf geen tegenstander van alle buitenlandse studenten, maar wel van deze manier van werven. Ik wil een brief. Ten eerste wil ik weten of de universiteiten zich houden aan de afspraken met de minister. Twee: waarom werken staatsinstellingen zoals consulaten-generaal mee aan dit soort beurzen? Want als er een afspraak met de regering is om dat niet te doen, wil ik weten of ze daar niet onmiddellijk mee kunnen stoppen. Daarna wil ik hier graag een debat over, in februari of zo; dat hoeft niet voor de kerst, want ik ken uw problemen ook.

De voorzitter:

Fijn, dank.

De heer Beertema (PVV):

Van harte steun, voorzitter.

De heer Bisschop (SGP):

Van harte mee eens, ook met de informatievraag die vooraf gesteld wordt. Die informatie ontvangen we graag.

Mevrouw Van der Laan (D66):

Geen steun.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Steun.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Van harte steun.

Mevrouw Van der Woude (VVD):

Voorzitter. Ik ben al jaren aan het debatteren met de minister over alle aspecten van internationalisering. Een aantal jaren daarvoor deed mijn partij dat ook al. Ik moet zeggen dat ik er zo onderhand behoefte aan heb dat er een wet komt, met een gedegen wetsbehandeling. Ik heb dat vorige week aan de minister gevraagd. Hij zou deze vrijdag een brief sturen met hoe hij dit voor ons gaat regelen. Ik wil dat dus heel graag afwachten om te weten wat er gebeurt, zodat we alles kunnen wegen.

De heer Van der Molen (CDA):

Voorzitter. Tot mijn vreugde is vorige week een motie van mijzelf en de heer Kwint van de SP aangenomen om de werving van internationale studenten te beëindigen, in ieder geval totdat er nieuwe plannen zijn. Vrijdag krijgen we antwoord van de minister over hoe hij dat uitvoert. Ik zou de heer Omtzigt in overweging willen geven om te kijken of er na ommekomst van die brief nog steeds noodzaak is voor een debat. Daar zou ik hem dan graag in steunen.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

De zorg is gedeeld. Dit is vorige week veel aan de orde gesteld, ook door mijn fractie. Maar laten we nu wel eerst die brief afwachten, dus op dit moment geen steun.

De heer Van Baarle (DENK):

Wij sluiten ons daarbij aan. Dit is uitgebreid gewisseld tijdens de begroting OCW. Daar zijn moties over aangenomen, dus nu geen steun voor een apart debat. We wachten de uitwerking af.

De heer Van Nispen (SP):

Er zijn inderdaad diverse moties aangenomen. We wachten die uitwerking af, maar ik denk wel dat er dan over gedebatteerd moet worden. Ik zou het om die reden dus juist wel willen steunen.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dat was exact mijn gedachte. Ik wil dit wel steunen en sluit me aan bij de woorden van de heer Van Nispen.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek, meneer Omtzigt. We zullen wel uw informatieverzoek doorgeleiden aan het kabinet.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Maar er is wel steun voor een dertigledendebat, dus laten we het op de lijst zetten.

De voorzitter:

Dan hebben we er 35. Dank u wel. Even kijken. Dan geef ik het woord aan mevrouw Maeijer. O, ik hoor net: 39. Kijk, de teller staat nu op 39.

De heer Markuszower, PVV.

De heer Markuszower (PVV):

Graag doe ik een vooraankondiging van een tweeminutendebat over de Europese Raad, met stemmingen.

De voorzitter:

Ja, inclusief stemmingen. Dank u wel, meneer Markuszower. Ik ga kijken of daar bezwaar tegen is. Dat is niet het geval. Dan gaan we dat inplannen.

Ik geef het woord aan mevrouw Kröger van GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. Gisteren was er een uitspraak van de rechter, die eigenlijk geen spaan heel heeft gelaten van het voorstel, het plan, in de asieldeal van de coalitie om de gezinshereniging in te perken. Dat is strijdig met de Vreemdelingenwet en ook strijdig met de EU-regels. Dat is een heel duidelijke uitspraak. Wij willen zo snel mogelijk een debat daarover met de staatssecretaris. Daarvoor willen wij een brief, waarin hij aangeeft hoe hij dit vonnis van de rechter uit gaat voeren.

De heer Van Nispen (SP):

Dat willen wij ook heel graag. Steun voor de brief en steun voor het debat.

De heer Markuszower (PVV):

Er is dus een nepasieldeal gesloten. Dat betekent meer instroom, meer migratie, meer asiel en dat allemaal dankzij de VVD. Om andere redenen dan mevrouw Kröger verlenen wij wel steun aan het verzoek.

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter, wij steunen dit verzoek van harte. Met weinig respect voor de regels en de wetten worden er hier deals doorheen gedrukt. Daar moeten we snel over spreken.

Mevrouw Akerboom (PvdD):

Ook van harte steun voor het verzoek.

De heer Brekelmans (VVD):

Geen steun. Er is volgende week een commissiedebat en dat is het snelste moment om hierover te spreken.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ook ik steun het verzoek.

De heer Bisschop (SGP):

Steun voor de brief. Steun ook voor het verzoek om een debat.

De voorzitter:

De heer Van Weyenberg, D66. O, nee, mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ja, sorry, mijn steun was ook namens de Groep Van Haga.

De voorzitter:

Ah, dank u wel.

De heer Van Weyenberg (D66):

Geen steun. Dit kan sneller, namelijk volgende week bij het commissiedebat. Het lijkt me wel goed als we daarvoor dan een brief krijgen van het kabinet, want de rechter heeft gesproken. Dus wat betekent deze uitspraak?

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Steun voor het briefgedeelte, maar niet voor het plenaire debat. Het kan in het commissiedebat volgende week.

De heer Peters (CDA):

Ik ben het daarmee eens, dus geen steun.

De voorzitter:

Er is geen steun, maar er is wel aangegeven dat er volgende week een commissiedebat is.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ja, dit zal zeker terugkomen bij het commissiedebat. Ik verwacht de brief van het kabinet daarvoor.

De voorzitter:

Dat gaan we op die manier doorgeleiden.

Er is nog een tweede verzoek van GroenLinks, dat de heer Van der Lee voor zijn rekening zal nemen.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik doe dit even namens de heer Klaver, want die moest dringend weg. Wij zouden graag een debat willen aanvragen met de bewindslieden van Sociale Zaken en Financiën naar aanleiding van de CPB-cijfers. Het CPB heeft de energieprijskostenscenario's in kaart gebracht. We kunnen daar volgende week bij de Najaarsnota over spreken. Dat gaan we zeker ook doen. We vinden het heel belangrijk om al begin 2023 hier wederom over te kunnen spreken, omdat we de impact van de winter dan hebben gezien en nog tijdig kunnen praten over de vraag of er nog extra correcties nodig zijn in 2023. Daarom doen we dit debatverzoek, dus niet nog voor dit jaar, maar wel voor begin 2023.

De heer Van Nispen (SP):

Van harte steun.

De voorzitter:

De heer Markuszower, PVV. Nee, eerst de heer Van Weyenberg, D66.

De heer Van Weyenberg (D66):

Hij heeft nog een momentje voor zichzelf.

Voorzitter. Dit is een beetje een ander verzoek dan op de agenda voor de regeling stond. Ik zou eigenlijk gewoon eerst het debat over de Najaarsnota willen voeren. Daarna praten we weer bij de Voorjaarsnota. Dat is een lange tijd in de politiek, zeker als er een oorlog is, dus voor nu steun ik het verzoek niet. Ik stel voor dat we na het debat over de Najaarsnota met elkaar kijken hoe we kunnen zorgen voor een ordentelijk debat richting 2024. Dat ben ik echt met de heer Van der Lee eens.

De heer Markuszower (PVV):

We willen niet alleen extra maatregelen voor 2023, maar natuurlijk ook voor 2022. Maar steun voor het verzoek.

De heer Van Baarle (DENK):

Steun voor het verzoek.

De heer Heinen (VVD):

Geen steun. Ik ben het eens met de heer Van Weyenberg dat we eerst het debat over de Najaarsnota moeten voeren.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter. Eerst de Najaarsnota. Geen steun op dit moment.

De heer Peters (CDA):

Daar sluit ik me bij aan.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Van harte steun.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dit speelt elke dag bij mensen in hun huiskamers, dus we kunnen hier elke dag een debat over voeren. Ik steun het verzoek dan ook van harte.

De voorzitter:

Meneer Van der Lee, er is geen meerderheid voor uw verzoek. Er is wel door collega's aangegeven dat er na het debat over de Najaarsnota opnieuw naar gekeken kan worden.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik zou willen voorstellen om het op de lijst van dertigledendebatten te zetten. Daarvoor hebben genoeg leden steun uitgesproken.

De voorzitter:

Ja, dat gaan we doen. Dat wordt nummertje 40. Even kijken. Dan gaan we naar de heer Bushoff, van de PvdA.

De heer Bushoff (PvdA):

Voorzitter. Het sluiten van de kinderhartcentra zonder de consequenties te overzien was een slecht besluit. Sterker nog, het brengt de acute zorg in gevaar. De schrik sloeg mij echt wel eventjes om het hart, als Groninger, toen ik vanochtend las dat dat een van de conclusies van de Nederlandse Zorgautoriteit was. Dat vraagt wat mij betreft om een debat, dus dat vraag ik bij dezen aan, mede namens GroenLinks.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Het lijkt me heel erg goed als we dat gaan doen. We hebben daar vorig jaar ook al een paar keer over gedebatteerd. Toen werd er gezegd: er is geen lobby van het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Daar hebben we stukken van opgevraagd en er bleek gewoon een lobby te zijn.

De voorzitter:

Dus u steunt het debat.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Van harte. Wat mij betreft doen we dat zo snel mogelijk.

Mevrouw Paulusma (D66):

Voorzitter. Er ligt een brief. Er ligt een procesvoorstel. Er zal met alle partijen uit het veld gesproken worden, juist over deze zorg. Het lijkt mij zeer onverstandig om daarvóór een debat te voeren, terwijl we allerlei informatie nog niet hebben. Het lijkt me dat dat dit dossier ook geen goed doet. Dus geen steun.

Mevrouw Akerboom (PvdD):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik herinner me nog goed dat de Kamer een uitgebreid debat heeft gehad op dit punt, voordat het NZa-onderzoek kwam. Dat heb ik van harte gesteund. Nu ligt er een uitgebreid onderzoek en hecht ik eraan dat we het proces verder ook ordentelijk vervolgen. Ik vind het belangrijk dat de minister eerst de gesprekken voert. Daarna krijgen wij de reactie terug en dan kunnen we als Kamer spreken. Voor nu geen steun.

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter. De fractie van DENK steunt het verzoek wel.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Op zich wel steun voor het verzoek. Het is goed om daarover te spreken, maar daar dient wel een ordentelijk traject aan vooraf gegaan te zijn. Daar zijn afspraken over gemaakt. Die moeten we gewoon volgen. Dat mondt dan uit in een debat. Het lijkt mij dus moeilijk om op korte termijn een debat te houden. Laten we het inplannen op een moment dat het traject doorlopen is.

De voorzitter:

U steunt dus wel een debat, maar na ommekomst van de verschillende stappen.

De heer Bisschop (SGP):

Wat een prachtig woord: na ommekomst van.

Mevrouw Tielen (VVD):

Ik vond dat mevrouw Bikker heel goed uiteenzette waarom ook ik geen steun geef aan het verzoek van de heer Bisschop om nu een debat te houden.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Het is absurd dat één en wellicht twee van deze kinderhartchirurgiecentra gesloten gaan worden, terwijl ze goed functioneren. Het is ook een acuut probleem, omdat de verhoudingen binnen die ziekenhuizen nu verslechteren. Dus van harte steun voor het verzoek.

De heer Peters (CDA):

Er is een proces afgesproken. Laten we dat volgen. Geen steun.

De heer Van Nispen (SP):

Er ligt inderdaad een vernietigende analyse van de Nederlandse Zorgautoriteit. Daar moet natuurlijk een kabinetsreactie op komen, en daarna zeker een debat.

De heer Markuszower (PVV):

Als ik het goed heb begrepen, is er in januari een commissiedebat. Laten we het er dan in ieder geval over hebben. Daarna moeten we het er dan maar plenair over hebben.

De voorzitter:

Dus wel steun voor een debat, eerst in de commissie en dan plenair? Ja, het kan hier allemaal.

De heer Markuszower (PVV):

Wat het eerst kan, en dat is volgens mij in januari.

De voorzitter:

Oké, duidelijk.

De heer Dassen (Volt):

Steun.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek, meneer Bushoff.

De heer Bushoff (PvdA):

Ik hoorde de leden voor mij het dan op een lijst van dertigledendebatten plaatsen. Volgens mij is dat dan de weg om te bewandelen, dus bij dezen.

De voorzitter:

Dan gaan we het op de lijst zetten.

Dan geef ik het woord aan de heer Sjoerdsma, van D66.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Mede namens collega Werner, van het CDA, sta ik hier regelmatig om een debat aan te vragen met de minister van Justitie en Veiligheid en de staatssecretaris voor Media over persveiligheid en persvrijheid. Het verzoek voor dit debat heeft al drie keer eerder een meerderheid gekregen bij de regeling van werkzaamheden in deze Kamer. Ik hoop dat het nu opnieuw kan en dat deze derde keer wellicht een teken is voor de Griffie — ik kijk voorzichtig naar rechts — om het ook daadwerkelijk in te plannen, bij voorkeur aan het begin van volgend jaar. Dank u wel.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Natuurlijk van harte steun. Maar we kunnen hier zo veel debatten aanvragen over persveiligheid als we willen, maar als hier Kamerleden zijn die op social media de pers — in dit geval ging het om Wierd Duk van de Telegraaf — een nationale schandvlek noemen, zorgen wij zelf ook voor onveiligheid van de pers.

De voorzitter:

Dus u steunt het debat?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik steun het debat, maar ik wil eraan toevoegen dat wij als Kamerleden ook een verantwoordelijkheid hebben voor journalisten die ons misschien onwelgevallig zijn. Ook die moeten veilig zijn.

De voorzitter:

Maar dat kan onderdeel van het debat zijn.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ja, zeker, maar ik vind het belangrijk om dat toe te voegen.

De heer Van Strien (VVD):

Alle journalisten moeten veilig en vrij zijn, dus van harte steun voor het verzoek. Ik hoop ook op snelle inplanning.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter, steun. Maar ik ben het wel eens met de heer Sjoerdsma dat snelle inplanning begin volgend jaar is en niet voor het kerstreces.

De heer Bisschop (SGP):

Steun, voorzitter.

De heer Dassen (Volt):

Steun.

De heer Wassenberg (PvdD):

Steun. En snel in 2023.

De heer Markuszower (PVV):

Steun.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Namens de Partij van de Arbeid en GroenLinks: steun.

De heer Van Baarle (DENK):

Wij steunen het verzoek, voorzitter.

De voorzitter:

Er is een meerderheid voor het verzoek, en ook om dat snel in te gaan plannen, dus we gaan ons best doen om dat na het kerstreces te doen, in combinatie met alle andere verzoeken die haast hebben. We gaan dus een heel mooie planning maken.

De heer Sjoerdsma (D66):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Sjoerdsma. Ik geef tot slot het woord aan de heer Brekelmans van de VVD.

De heer Brekelmans (VVD):

Aankomende maandag is de Raad Buitenlandse Zaken. Daar hebben we donderdag een commissiedebat over. Ik zou willen vragen om diezelfde dag een tweeminutendebat en stemmingen in te plannen.

De voorzitter:

Is daar bezwaar tegen? Dat is niet het geval. Dan gaan we dit inplannen. Dat betekent dat we vijf extra tweeminutendebatten hebben deze week, dus dat betekent ook iets voor de agenda. Maar uw wil is mijn lat, zeggen we hier weleens.

Ik schors de vergadering voor een enkel moment en dan gaan we over naar het debat over de Landbouwbegroting.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven