9 Raad Buitenlandse Zaken Handel en Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking

Aan de orde is het tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken Handel en Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking (CD d.d. 23/11).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken Handel en Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking. Ik heet de minister van harte welkom, alsook de woordvoerders. Ik geef als eerste het woord aan mevrouw Teunissen van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. We hebben een goed debat gevoerd vanmiddag. Helaas is de uitkomst wat mij betreft teleurstellend, omdat de minister heeft aangegeven dat het kabinet kennelijk van standpunt is gewisseld. In 2018 zei een uitspraak van de Raad nog dat Mercosur een gemengd verdrag is. Nu zegt de minister dat er nog geen standpunt is ingenomen. Daarom heb ik de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet de verwachting heeft uitgesproken dat het EU-Mercosur-verdrag het nationale ratificatieproces gaat doorlopen;

constaterende dat vijftien EU-lidstaten, waaronder Nederland, de Europese Commissie hebben verzocht vaart te maken met de implementatie van EU-Mercosur;

overwegende dat de Europese Commissie naar verluidt onderhandelt met de Mercosur-landen over het splitsen van het verdrag in een handelsdeel en een politiek deel, waardoor nationale parlementen het verdrag niet langer hoeven goed te keuren en inwerkingtreding bespoedigd wordt;

overwegende dat het Mercosur-verdrag ook effect heeft op de Nederlandse economie en specifiek op het toekomstperspectief van Nederlandse boeren;

verzoekt het kabinet zich helder uit te spreken tegen splitsing van het EU-Mercosur-verdrag, voor deze positie actief brede steun te zoeken bij andere lidstaten en hierover binnen een maand een terugkoppeling aan de Kamer te geven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Teunissen.

Zij krijgt nr. 2547 (21501-02).

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Teunissen. Dan geef ik het woord aan de heer Hammelburg van D66.

De heer Hammelburg (D66):

Dank u wel, voorzitter. Ik beloof het kort te houden. We hebben net een debat gehad en het was niet mild, niet mals. Dat komt doordat we er toch achter zijn gekomen dat de voor deze winter aan Oekraïne beloofde hulp deels gewoon niet op tijd in Oekraïne aankomt. Dat vind ik een hele kwalijke zaak. Ik blijf ook in dit huis herhalen dat we vanaf het voorjaar hebben aangedrongen op tijdige hulp voor Oekraïners voordat de kou zou intreden. Het sneeuwt en vriest er nu. Een deel van de hulp is niet op tijd in Oekraïne aangekomen, zoals de minister vandaag ook in het debat heeft aangegeven. Ik vind dat een hele kwalijke zaak. Ik verwacht snel uitleg via de brief van de minister. Ik dien daarom nu geen motie in, maar ik hoop dat die brief er snel komt en dat die goede tekst en uitleg geeft en een goed tijdpad voor wanneer die hulp zo snel mogelijk alsnog concreet in Oekraïne aankomt, want dat is keihard nodig. Dat weet de minister ook.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Hammelburg. We wachten nog even een minuut, want volgens mij is een ander lid onderweg. De minister kan zich dus alvast voorbereiden.

Dan geef ik het woord aan de heer Van der Lee van GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Sorry, voorzitter. Er was even een misverstand over het aanvangstijdstip. De moties worden geprint, maar ik ga ze toch even voorlezen vanaf mijn telefoon. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister heeft aangegeven een eigen afweging te maken over de vraag of het wel of niet leveren van chipmachines aan China nog verantwoord is;

verzoekt de uitkomst van deze afweging uiterlijk 1 februari aan de Kamer mee te delen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Lee.

Zij krijgt nr. 2548 (21501-02).

De heer Van der Lee (GroenLinks):

De andere motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het nieuwe subsidiekader Sectorale Samenwerking IMVO in werking is gesteld zonder dat de Kamer vooraf inzage heeft gekregen in de beleidskeuzes;

overwegende dat het belangrijk is instrumenten op dit terrein te verbinden aan aankomende nationale imvo-wetgeving;

verzoekt de regering om binnen één maand aan te geven hoe zij nadere invulling aan dit instrument wil geven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Lee en Thijssen.

Zij krijgt nr. 2549 (21501-02).

Dank u wel, meneer Van der Lee. Ik stel voor dat we voor ongeveer vijf minuten schorsen. Dan heeft de minister ook de moties. Ik schors de vergadering tot 19.45 uur.

De vergadering wordt van 19.39 uur tot 19.41 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de minister.

Minister Schreinemacher:

Dank u wel, voorzitter, en ook dank aan de leden voor het goede debat dat we vanmiddag hebben gevoerd. Laat ik meteen overgaan tot de moties.

De eerste motie, op stuk nr. 2547, is van mevrouw Teunissen. Die gaat over de splitsing van het Mercosur-verdrag. We hebben hier natuurlijk al verschillende keren over gesproken. In de motie zoals die nu voorligt, staan vooral bij de constateringen en de overwegingen een aantal dingen die niet kloppen. Er wordt niet onderhandeld met de Mercosur-landen over een splitsing, noch hebben mijn voorgangers of ik ons daarvoor of daartegen uitgesproken. Het kabinet gaat zich pas uitspreken wanneer er daadwerkelijk iets te besluiten valt. Wat mij betreft is de kern dus: inhoud eerst. We willen dat de Commissie goede afspraken maakt over duurzaamheid met de Mercosur-landen, en pas dan gaan we ons een oordeel vormen over dit verdrag. Op dit moment wordt er niet gesproken over splitsing; dat heb ik ook al verschillende keren aan mevrouw Teunissen bevestigd. Het kabinet wil daar dus ook niet op vooruitlopen. Ik ontraad deze motie omdat die eigenlijk voorbijgaat aan waar de EU nu staat ten aanzien van dit verdrag. Ik ontraad deze motie ook omdat we toe willen naar een slagvaardiger Europese Unie, waarbij handelsakkoorden een belangrijk instrument zijn en de afweging per akkoord op de inhoud gemaakt moet worden.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Ik ben eigenlijk wel blij met die laatste toevoeging van de minister, want dat betekent dat zij de motie niet alleen ontraadt vanwege de derde overweging, maar ook vanwege andere overwegingen. Want ook los van de geluiden zou Nederland natuurlijk wel proactief stelling kunnen nemen tegen de splitsing van het verdrag. Is zij dat in ieder geval met mij eens?

Minister Schreinemacher:

Maar dat gaat het kabinet niet doen, want wij gaan niet vooruitlopen op de splitsing. Ontraden.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan de tweede motie.

Minister Schreinemacher:

De tweede motie, op stuk nr. 2548, van de heer Van der Lee, gaat over de uitkomst van de beraadslagingen in het kabinet. Die wil hij uiterlijk 1 februari hebben. We hebben ook hier vanmiddag uitgebreid over gesproken. De urgentie zoals die in de Kamer wordt gevoeld, voelen wij in het kabinet ook. De kwestie staat ook echt hoog op de agenda. Voor nadere informatie voordat we echt tot een standpunt komen, verwijs ik u naar de vertrouwelijke brief die ik vanmiddag heb toegezegd en die binnenkort naar de Kamer komt, naar de vertrouwelijke briefing die op 8 december met de ambtenaren wordt gehouden en naar de brief die uw Kamer op 18 december 2020 heeft ontvangen. Ik wil toch ook wel benadrukken dat dit echt een complex vraagstuk is, op een speelveld dat nog bewegende is. Het kabinet handelt daarom echt heel zorgvuldig en ik vind het belangrijk om daar de tijd voor te kunnen nemen. Ik kan dus niet op voorhand een datum noemen. Daarom ontraad ik deze motie.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan de heer Hammelburg. Over de motie van de heer Van der Lee?

De heer Hammelburg (D66):

Ja, graag, want over die datum denk ik: wat helpt zo'n datum? Ik krijg het zelfs liever sneller als het kan. We hebben vanmiddag een debat gehad en ik hoor de minister een net iets andere interpretatie geven van de vertrouwelijke brief. We hebben gezegd: vertrouwelijk waar dat moet en openbaar waar dat kan. Daarom staat in de toezegging de term "vertrouwelijk" ook tussen haakjes. Ik vind het belangrijk om dat hier te markeren, omdat het in dit huis echt gebruik is om wat niet vertrouwelijk hoeft, in de openbaarheid met de Kamer en met Nederland te delen.

Minister Schreinemacher:

Vanzelfsprekend. Ja, gaan we doen!

Dan kom ik op de motie op stuk nr. 2549 van de heer Van der Lee over de sectorale samenwerking. Ik informeer de Kamer graag. Er is al verschillende keren gesproken over sectorale samenwerking, ook met mijn voorganger. We hebben bij de begrotingsonderhandeling afgesproken dat ik u zal informeren. Wat mij betreft krijgt deze motie oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 2549 krijgt oordeel Kamer.

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat. Ik dank de minister, de woordvoerders en de mensen die dit debatje gevolgd hebben.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We gaan volgende week dinsdag stemmen ... Ik kijk heel even. We gaan donderdag aanstaande stemmen over deze moties.

Minister Schreinemacher:

Morgen?

De voorzitter:

Ja, morgen al! Ja, zeker!

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat. Ik schors de vergadering tot 20.35 uur en dan gaan we verder met het debat over de begroting Economische Zaken en Klimaat.

De vergadering wordt van 19.46 uur tot 20.38 uur geschorst.

Naar boven