5 Raad Algemene Zaken van 18 november 2022

Aan de orde is het tweeminutendebat Raad Algemene Zaken van 18 november 2022.

De voorzitter:

Een hartelijk woord van welkom aan de minister van Buitenlandse Zaken. Fijn dat u weer uit de schuilkelder bent en in ons nederige stulpje bent nedergedaald. Aan de orde is het tweeminutendebat Raad Algemene Zaken. We hebben vier sprekers van de zijde van de Kamer. De eerste is mevrouw Maeijer van de fractie van de PVV en zij heeft, zoals iedereen, twee minuten spreektijd. Het woord is aan haar.

Mevrouw Maeijer (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Steeds meer mensen in Nederland hebben moeite om rond te komen, om hun rekeningen te betalen, om hun zorgpremie te betalen en om hun boodschappen te betalen. Maar in de parallelle wereld die "Brussel" heet, klotst het geld tegen de plinten. Duizenden ambtenaren en ook politici krijgen er dit jaar nog 7% bij. Eurocommissaris Timmermans kan zelfs, als we berekeningen uit de krant mogen geloven, rekenen op €1.800 extra per maand. Het Europees Parlement wil er meer medewerkers bij, meer topfuncties met bijbehorende salarissen. Er gaan geluiden op voor de aankoop van een nieuw kantoorpand in Straatsburg. En in iedere lidstaat moet een zogenaamde "Europa Experience", een EU-attractie, worden geopend. En dat allemaal van ons belastinggeld. Over de begroting voor 2023, waar dit onderdeel van is, is nu een akkoord gesloten. Maar de formele goedkeuring moet nog volgen. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het onacceptabel is dat er in Nederland steeds meer mensen moeite hebben om rond te komen, terwijl er in Brussel bergen belastinggeld worden verspild aan onder andere een exorbitante loonsverhoging van 7% voor EU-ambtenaren en politici, meer topfuncties en EU-attracties;

verzoekt de regering om niet in te stemmen met de EU-begroting voor 2023,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Maeijer en Wilders.

Zij krijgt nr. 2542 (21501-02).

Mevrouw Maeijer (PVV):

Dank u wel.

De voorzitter:

Heel goed. Dank u wel. Dan de heer Sjoerdsma van D66.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Dit is een tijd van harde keuzes. Wij wapenen ons tegen de pogingen van Moskou en Peking om onze wereld, gebaseerd op regels, op recht en op samenwerking, omver te trekken. Op zulke kantelmomenten leer je je vrienden kennen. Dat Hongarije op dit moment 18 miljard aan financiële steun aan Oekraïne blokkeert, is onacceptabel. Orbán zal moeten kiezen: wil hij horen bij Poetin of wil hij onderdeel zijn van onze Europese waardegemeenschap? Want zoals het nu gaat in Hongarije — de afbraak van democratie en de afbraak van de rechtsstaat — kan er geen cent Nederlands belastinggeld naartoe. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Europese Commissie voornemens lijkt om het herstelplan van Hongarije goed te keuren;

overwegende dat het tegenstrijdig is om het herstelfonds al wel vrij te geven terwijl de conditionaliteitsprocedure tegen Hongarije nog loopt;

overwegende dat Hongarije nog steeds geen lid is van het Europees Openbaar Ministerie, waardoor Hongarije niet vervolgd kan worden op Europees niveau voor fraude met Europees belastinggeld;

overwegend dat de door Orbán voorgestelde maatregelen om fraude tegen te gaan nog te vrijblijvend zijn en binnen een dag teruggedraaid kunnen worden door het Hongaarse parlement;

verzoekt de regering om de hervormingen van Orbán uitvoerig te beoordelen op effectiviteit van implementatie en duurzame impact, en pas akkoord te gaan met het vrijgeven van Europese middelen als Hongarije controleerbare en onomkeerbare stappen heeft gezet in de richting van het verbeteren van de rechtsstaat en het tegengaan van fraude;

verzoekt de regering tevens om Hongarije dringend aan te blijven sporen lid te worden van het Europees Openbaar Ministerie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sjoerdsma, Piri en Van der Lee.

Zij krijgt nr. 2543 (21501-02).

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Mocht het kabinet op een gegeven moment toch willen overgaan tot het goedkeuren van het vrijgeven van deze gelden voor Hongarije, dan verzoek ik deze minister om dat eerst aan de Kamer voor te leggen. Graag een reactie daarop.

Dank u wel.

De voorzitter:

Heel goed. Dan de heer Van der Lee van de fractie van GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Goed dat de minister veilig terug is. Ik wil hem ook feliciteren met de onderscheiding die hij heeft gekregen van Zelensky. Over Hongarije wilde ik veel zeggen, maar dat is op eloquente wijze gedaan door de heer Sjoerdsma. Ik heb de motie ook meegetekend en ik verwacht een positief oordeel van de minister.

Een ander punt dat ik aan wil snijden, is dat van Bosnië en Herzegovina en de verlening van de kandidaatstatus voor de EU. Mijn partij vindt al langer dat dit moet gebeuren. Het kabinet wijst op een beoordeling van de veertien prioriteiten waaraan gewerkt wordt. Er wordt gezegd dat er geen significante stappen zijn gezet. Daarmee wordt wel erkend dat er stappen zijn gezet. Vijf van de veertien zijn ingevoerd. Er zijn drie wetgevingstrajecten in gang gezet om ook andere prioriteiten te realiseren. Bovendien is het verlenen van een kandidaatstatus niet verbonden aan voorwaarden. In het licht van de keuzes die terecht zijn gemaakt in het geval van Oekraïne en Moldavië, wil ik de Nederlandse regering ertoe oproepen om daar ook een positieve keuze in te maken. Er wordt verwachtingsvol gekeken naar Frankrijk en Nederland. Frankrijk en Nederland lijken vooral naar elkaar te kijken. Ik hoop dat de minister bereid is om op de volgende Raad te zorgen voor steun voor het kandidaat-lidmaatschap van Bosnië en Herzegovina.

Dan nog één vraag over de visumliberalisatie voor Kosovo. Die wordt nu gekoppeld aan de introductie van een reisinformatie- en autorisatiesysteem dat in Europa ontwikkeld wordt. Mijn fractie maakt zich daar zorgen over, want dit soort Europese trajecten kunnen weleens heel lang gaan duren. Wat is de tijdsinschatting? En vindt de regering niet dat daar ook een limiet aan moet zitten, dat die liberalisatie van visa voor Kosovaren toch versneld moet worden als dat systeem vertraging oploopt?

Dank u wel.

De voorzitter:

Heel goed. Dan de laatste spreker van de zijde van de Kamer: de heer Van Wijngaarden van de fractie van de VVD.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Voorzitter. Het is inderdaad goed dat de minister weer veilig in ons midden is.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat EU-ambtenaren gevestigd in België al tien jaar automatisch loonsverhoging ontvangen en thans een salarisverhoging van 6,9% tegemoet kunnen zien omdat het EU-loonbeleid op dit aspect zou aansluiten bij de Belgische praktijk van automatische loonindexatie;

constaterende dat de Europese Commissie op andere aspecten van het loonbeleid in het voordeel van EU-ambtenaren juist sterk afwijkt van de Belgische praktijk, zoals op het gebied van loonbelasting, waarvan EU-ambtenaren zijn vrijgesteld en welke volgens de OESO nergens hoger is dan in België, of Belgische ministers, die vrijwillig juist 8% van hun loon hebben ingeleverd;

overwegende dat deze uit de verordening ter vaststelling van het ambtenarenstatuut volgende salarisontwikkeling van EU-ambtenaren aan heroverweging toe is;

overwegende dat het EU-loonbeleid in 2023 herzien en heroverwogen kan worden;

verzoekt het kabinet via de Raad komende tijd en in 2023 samen met andere lidstaten de Commissie aan te sporen de methode voor salarisstijging voor EU-ambtenaren te versoberen, desnoods met een beroep op de procedure van artikel 241 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Wijngaarden.

Zij krijgt nr. 2544 (21501-02).

Heel goed. Dank u wel. Tot zover de termijn van de Kamer. Ik schors een paar minuten en dan gaan we luisteren naar de minister.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef graag het woord aan de minister. Kort en puntig. Het volgende bezoek staat al klaar, zoals u kunt zien.

Minister Hoekstra:

Absoluut. Dat volgende bezoek zit zelfs om mij heen. Ik ga het dus zeer puntig doen.

De motie op stuk nr. 2542 van mevrouw Maeijer en de heer Wilders moet ik ontraden. Die hele discussie is al langer gevoerd. Ja, we zijn kritisch op het proces geweest. Ik zal daar zo meteen ook nog wat over zeggen in de richting van de heer Van Wijngaarden. Maar wij zien niet dat we deze discussie nu opnieuw moeten oprakelen. Dat staat los van dat ik het zeer met haar eens ben dat we schouder aan schouder moeten staan en ook maatregelen moeten nemen, binnenslands, om ervoor te zorgen dat Nederlanders door deze hele moeilijke fase heen komen als het gaat om het winkelmandje en de energierekening. Dat doet het kabinet ook.

Omwille van de snelheid zeg ik: de motie op stuk nr. 2543 van de heer Sjoerdsma c.s. is oordeel Kamer. Ik zou daar nog wel wat bij willen aantekenen. Hij heeft het over "onomkeerbare stappen". Weinig dingen in het leven zijn volstrekt onomkeerbaar. Maar het kabinet zal opereren in de geest van deze motie. Daarnaast vroeg de heer Sjoerdsma nog of we willen terugkomen bij de Kamer op het moment dat het herstelplan er is. Zeker. Dat is ook de normale route. Het is wel een heel krap tijdschema. Het gaat via de Ecofin, dus de minister van Financiën zal de Kamer daarover informeren. Dan zal daar, naar ik meen op 1 december, zo nodig ook het gesprek over gevoerd kunnen worden.

Dan de motie van de heer Van Wijngaarden op stuk nr. 2544. Ja, daar wil het kabinet zich voor inzetten. Het oordeel over die motie kan ik dus aan de Kamer laten.

Dan had ik nog een paar aanmoedigingen van de heer Van der Lee, die ik goed verstaan heb. Hij heeft zich aangesloten bij een van de moties en zei dat hij in ieder geval ook forward-leaning was als het ging om Bosnië en Herzegovina. Dat heb ik goed verstaan. Ik hoop dat het kabinet in de brief duidelijk heeft geschetst op welke twee benen het staat. Aan de ene kant moet je echt constateren dat er te weinig voortgang is geweest bij de criteria. Aan de andere kant moet je ook de geopolitieke dimensie meewegen en uiteraard ook hoe het er breder in het krachtenveld aan toe gaat. Maar daar komen we ongetwijfeld nog over te spreken.

De laatste vraag ging over Kosovo. De heer Van der Lee heeft gelezen dat we daarbij juist een open houding aannemen als het gaat om de visumliberalisatie. Hij vroeg nog naar de specifieke route. Over de snelheid heb ik zonet begrepen dat dit document op dit moment nog in de JBZ-Raad ligt — het zou kunnen dat mijn linker- en mijn rechterbuurman daar meer van weten — en je vervolgens de fase van de triloog krijgt. Dus hoe lang dat precies gaat duren, waag ik hier niet te voorspellen, maar dit is in ieder geval de route die we zullen volgen.

De voorzitter:

Heel goed. Hartelijk dank.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Aan het begin van de middagvergadering gaan wij over de moties stemmen. Ik schors voor een enkel ogenblik. Dank aan de minister.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven