17 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Aan de orde is de regeling van werkzaamheden.

Ik stel voor dinsdag 1 november aanstaande ook te stemmen over het wetsvoorstel Wijziging van de Faillissementswet in verband met de implementatie van de Richtlijn (EU) 2019/1023 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende preventieve herstructureringsstelsels, betreffende kwijtschelding van schuld en beroepsverboden, en betreffende maatregelen ter verhoging van de efficiëntie van procedures inzake herstructurering, insolventie en kwijtschelding van schuld, en tot wijziging van Richtlijn (EU)2017/1132 (Richtlijn betreffende herstructurering en insolventie) (PbEU 2019, L 172) (Implementatiewet richtlijn herstructurering en insolventie) (36040).

Op verzoek van de fractie van Forum voor Democratie benoem ik in de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven het lid Dekker tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature.

Op verzoek van de fractie van de VVD benoem ik in de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat het lid Valstar tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Ellian.

Ik benoem in de commissie voor de Werkwijze het lid Piri tot lid in plaats van het lid Kuiken.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda:

  • -het tweeminutendebat Kernenergie (CD d.d. 13/10), met als eerste spreker het lid Eerdmans van JA21;

  • -het tweeminutendebat Zoönosen en dierziekten (CD d.d. 13/10), met als eerste spreker het lid Tjeerd de Groot van D66.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan mevrouw Agema van de PVV voor twee verzoeken.

Mevrouw Agema (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Helaas hebben wij het eerste onderzoeksrapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over de aanpak van de coronacrisis nog niet besproken, maar het tweede onderzoek is al wel gereed. Dat gaat over onderzoek dat de Onderzoeksraad heeft gedaan naar het vaccinatieprogramma, de mondkapjesplicht, de scholensluiting en de avondklok. Ik zou heel graag willen voorstellen om hier een debat over te voeren. Ik zou per se niet willen voorstellen om die twee debatten samen te voegen. Ik vind dat respectloos richting de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Ik zou dus willen voorstellen om een tweede debat te plannen, en niet lang meer te wachten met de agendering van beide debatten.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk of er steun is. Ik zie dat de heer Mohandis al klaarstaat.

De heer Mohandis (PvdA):

Voorzitter, steun. Ik heb even oprecht geneigd naar het samenvoegen, maar ik begrijp het punt van collega Agema goed. Maar we moeten wel voorkomen dat ze dan weer te ver uit elkaar worden gepland. Dat is dus een beetje het dilemma. Ik leg dat hier even open neer. Maar wel steun.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Steun voor het verzoek.

De heer Hijink (SP):

Ja, steun. En niet samenvoegen.

De heer Stoffer (SGP):

Steun.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Wij steunen het verzoek ook.

Mevrouw Akerboom (PvdD):

Wij steunen het verzoek ook.

Mevrouw Tielen (VVD):

Ik wil er dolgraag over debatteren. Ik vind de term "respectloos" van mevrouw Agema niet helemaal passend. Ik zou het tweede onderzoek juist wel graag bij het debat over het onderzoeksrapport deel 1 van de OVV voegen, omdat dat volgens mij redelijk hoog op de lijst staat. Dan kunnen we er dus op korte termijn over debatteren.

De voorzitter:

De conclusie is dus dat u niet een apart debat steunt. Dan de heer Azarkan van DENK.

De heer Azarkan (DENK):

Steun.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Het is juist heel belangrijk om een apart debat te voeren, dus steun.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Steun.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Steun.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Voorzitter, absoluut steun voor een debat. Ik begrijp de opmerking van mevrouw Agema dat ze het graag gescheiden zou willen doen, maar mevrouw Agema geeft ook aan dat we al heel lang wachten op het behandelen van het eerste rapport. Ik zit dus toch wel in een dilemma. Hoe kunnen we nu zo snel mogelijk beide rapporten bespreken? Ik zou toch willen kijken of we dat dan heel snel bij elkaar of achter elkaar kunnen doen. Anders wordt het nog een keer maanden uitgesteld.

De voorzitter:

U steunt dus niet een apart debat. Of wel?

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Voorzitter, ik snap het, dus ik wil het beginsel graag steunen. Maar ik denk niet dat het ons gaat helpen om snel een debat te krijgen. Dat is mijn probleem.

De voorzitter:

Mag ik dat vertalen als steun? Ik vertaal het als steun, zeg ik maar. Als dat niet zo is, dan hoor ik het graag.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik sluit me aan bij het dilemma dat mevrouw Van den Berg schetst. In dat licht hoop ik vooral dat het debat snel gepland wordt. Wat mij betreft had dat samen gemogen, maar met een breed gevoelen van deze Kamer kan ik er ook mee leven als we het andere later inplannen, alleen wordt het dan weer later besproken. Mijn voorkeur zou dus zijn om het samen te doen.

De voorzitter:

Ja, maar u steunt wel een apart debat.

Mevrouw Paulusma (D66):

Ik sluit me aan bij de woorden van de VVD.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Steun.

Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):

Steun.

De voorzitter:

Er is een meerderheid voor uw verzoek.

Mevrouw Agema (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Dan doe ik aan u het verzoek om het tijdig in te plannen. Ik denk dat dat gevoelen ook wel duidelijk overgekomen is. Het zijn hele grote rapporten van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Het andere ligt er al te lang. Ik hoor nu ook van mijn collega's steun om beide niet op dezelfde dag en niet op hetzelfde moment, maar wel binnen afzienbare tijd in te plannen.

De voorzitter:

We gaan ons best doen.

Uw tweede verzoek, mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Ja, ik heb nog een verzoek, voorzitter. Ik kan mij nog goed herinneren dat toen mijn oma nog leefde, het bij haar thuis altijd 24 graden was binnen. Wij plaagden haar ook altijd met die sauna bij haar thuis. Toen mijn ouders allebei ziek werden, was het bij hen thuis 23 graden, omdat zieke mensen zichzelf moeilijker warm kunnen houden. Nu lees ik het bericht dat ouderenzorginstellingen in de financiële problemen komen vanwege de hoge energiekosten en dat ze om een compensatie vragen. Daarover zou ik graag op korte termijn een debat willen voeren.

De voorzitter:

Dank u wel.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Dat steun ik, mede namens DENK en mevrouw Gündoğan.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ja, ik steun het ook. Ik zou het dan misschien iets breder willen trekken door ook andere instellingen die het niet kunnen doorberekenen aan klanten, erbij te betrekken. Steun voor het debat.

De voorzitter:

Steun dus.

De heer Mohandis (PvdA):

Voorzitter, een zeer terecht punt. Laten we hier snel over debatteren. Dit gaat ook een meerjarige impact hebben.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter, op zich een heel terecht punt. Volgens mij zou het ook vandaag bij de begroting VWS opgepakt kunnen worden. Wat ons betreft doen we het dus eerst daar. Als dat niet lukt, kunnen we nog eens kijken of we dan een debat steunen, maar het snelste is volgens mij gewoon om het vandaag te regelen bij de VWS-begroting.

De heer Hijink (SP):

Steun voor het verzoek, maar ik ben het er wel mee eens dat dit natuurlijk ook prima over een halfuurtje bij de VWS-begroting kan.

De heer Bevers (VVD):

Geen steun, inderdaad bij de begroting betrekken.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter, dit is belangrijk, maar geen steun voor een apart debat. Het kan ook betrokken worden bij het debat in de EZK-commissie over het prijsplafond en alles wat te maken heeft met de hoge energieprijzen. Daar kunnen we het ook bij betrekken.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Voorzitter. Ik steun de opmerking van de SGP en de SP. Als het straks bij de begroting wordt besproken, is dat natuurlijk mooi. Als het niet voldoende aan bod komt of er onduidelijkheid blijft, steunen wij een apart debat.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Voorzitter. Wat ons betreft kan het ook goed bij de begroting. We hebben er ook net nog een uitgebreide brief over gekregen.

Mevrouw Akerboom (PvdD):

Wij steunen het verzoek.

Mevrouw Sahla (D66):

Voorzitter. Wat D66 betreft kan het ook vanavond.

De voorzitter:

U heeft geen meerderheid voor uw verzoek, mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Nee, maar volgens mij wel 30 leden. Ik zou het dan graag op de lijst willen plaatsen als stok achter de deur. Mogelijk kunnen we vandaag en donderdag zakendoen. Mocht dat dan niet ten uitvoer komen, dan kunnen we alsnog een debat inplannen. Dan meld ik me weer, voorzitter.

De voorzitter:

Helemaal goed, doen we.

Dan geef ik het woord aan de heer Omtzigt voor zijn verzoek, of verzoeken, zie ik hier.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter, ik hou het bij één verzoek. Het andere verzoek zal ik via de commissie voor Financiën doen: om informatie te vragen voordat ik een debat aanvraag.

Voorzitter. Het Openbaar Ministerie gaat de NAM vervolgen omdat de NAM zich niet aan de vergunningen heeft gehouden. Dat gebeurt naar aanleiding van een strafrechtelijk onderzoek dat heeft plaatsgevonden. De NAM wordt verdacht van het injecteren van afvalstromen die afkomstig zijn uit de aardgaswinning in de diepe ondergrond. Er zijn wat vragen en die zou ik graag beantwoord hebben door de regering. Aan welke vergunningen heeft de NAM zich de afgelopen jaren niet gehouden? Dat kan in Groningen, dat kan in de Waddenzee, dat kan in Drenthe en dat kan in Twente zijn; daar worden zaken geïnjecteerd. Welk gevolg heeft dit voor de samenwerking met de NAM? Hoe kun je samenwerken met een bedrijf dat vervolgd wordt? Daarna zou ik er natuurlijk graag een debat over houden. Dat is de vraag.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Beckerman, SP.

Mevrouw Beckerman (SP):

Steun.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Voorzitter. Er staat een debat gepland op 30 november. Ik kan me voorstellen dat de vragen die gesteld zijn voor die tijd beantwoord moeten worden. Het gaat op 30 november om een WGO, dus het lijkt mij beter om het daarbij te betrekken.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. Wij hebben in november inderdaad debatten gepland staan over mijnbouw. Daar kan dit prima bij. Dan wil ik ook graag antwoord op al mijn vragen over dit punt, die ik al eerder heb ingediend.

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter, geen steun, omdat het onder de rechter is. Wij vinden het dus wat voorbarig om erover te debatteren. Dat zeg ik mede namens mevrouw Den Haan en mevrouw Gündoğan.

De heer Kops (PVV):

Geen steun.

De heer Boulakjar (D66):

Voorzitter. Het is inderdaad een belangrijk thema, maar het is onder de rechter en er staan volgens mij al twee debatten gepland in november, dus geen steun voor nu.

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter. Het gebeurt niet alle dagen dat een bedrijf waarmee de staatssecretaris, ook over de financiële afhandeling, in onderhandeling is, wordt vervolgd. Dus ik steun dit verzoek van harte, mede namens GroenLinks.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Steun voor het verzoek.

De heer Eerdmans (JA21):

Voorzitter. Volgens mij gaan de vragen van de heer Omtzigt niet over het strafrechtelijk onderzoek, maar zijn het juist andere vragen aan de regering. Wij steunen dit, mede namens BBB. En wij steunen ook het verzoek tot een debat.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter, dit kan betrokken worden bij een commissiedebat over Groningen, dus geen steun voor dit plenaire debat.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek, meneer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Ter verheldering: dit gaat niet over het strafrechtelijk onderzoek, maar dit gaat natuurlijk over de vraag wat dat betekent voor de positie van de Staat ten opzichte van de NAM. Ik zie dat ik geen meerderheid heb, maar zou het wel graag op de dertigledenlijst willen zetten.

De voorzitter:

Ja, en we zullen uw verzoek om informatie ook doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Die informatie zou ik graag binnen ongeveer twee tot tweeënhalve week ontvangen. Ik neem aan dat ze de vragen van mevrouw Mulder en anderen dan ook beantwoord kunnen hebben.

De voorzitter:

Dank u wel.

Dan geef ik het woord aan de heer Hijink van de SP. Gaat uw gang.

De heer Hijink (SP):

Dank, voorzitter. Ik had kort voor de zomer een debat aangevraagd met de minister voor Langdurige Zorg over de woon- en zorgplannen van dit kabinet. Die aanvraag kreeg ook een meerderheid, alleen die is dus vervallen. Ik weet nu dat dat kan, maar dat wist ik de afgelopen weken nog niet. Dus ik ga datzelfde debat over de woon- en zorgplannen van het kabinet opnieuw aanvragen. Ik hoop opnieuw op een meerderheid van de collega's.

Mevrouw Agema (PVV):

Die nieuwe regels zijn heel lastig wat dit betreft. De commissie voor VWS kijkt heel erg uit naar dit debat; dat hoor ik ook van mijn collega's. Ik zou het wel graag plannen tussen het herfst- en het kerstreces. Ik zou dat willen toevoegen aan het verzoek. Ik zie meneer Hijink knikken.

De heer Bevers (VVD):

Ik zal er vanavond bij de begroting wel een paar woorden aan spenderen, maar als er behoefte aan is, dan steun van ons.

Mevrouw Sahla (D66):

We hebben het hier uitgebreid over gehad in de procedurevergadering; steun.

De heer Mohandis (PvdA):

Voorzitter, steun, ook met het verzoek aan de collega's om de minister voor Wonen erbij te betrekken, omdat het ook over wonen gaat.

De voorzitter:

Ik kijk even naar de collega's om te zien of iedereen dit steunt. Volgens mij is er in de procedurevergadering over gesproken.

De heer Mohandis (PvdA):

Ik spreek overigens mede namens GroenLinks.

De voorzitter:

U heeft een meerderheid, meneer Hijink.

De heer Hijink (SP):

Dat is heel prettig. Mevrouw Agema noemt wel een terecht punt, namelijk dat het zaak is om dit voor de kerst in te plannen. Ik hoop dat de Griffie en de Voorzitter daarmee rekening kunnen houden.

De voorzitter:

We gaan een poging doen.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Dat is het enige wat ik ook nog even wilde meegeven, omdat het anders al ingepland zou zijn geweest. We hebben het er in de procedurevergadering uitgebreid over gehad.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van den Berg.

De heer Markuszower zou iets aankondigen, maar hij is er niet. Dan geef ik het woord aan de heer Stoffer van de SGP. Hij wil wel. Mocht de PVV toch nog iets willen, dan kan dat, maar dan hoor ik dat wel.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter. Reikhalzend keken bakkers, slagers, tuinders en andere mkb-bedrijven uit naar de regeling Tegemoetkoming Energiekosten. Afgelopen vrijdag kwam de brief daarover. Het was heel teleurstellend dat we toen moesten constateren dat de regeling te laat komt en te krap is. Daarom is het volgens mij heel goed om daarover een debat te voeren, om te kijken hoe we die bakkers, die slagers enzovoort wel kunnen redden. Gezien de urgentie zou ik dat debat het liefst deze week willen voeren.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter, dit moet bediscussieerd worden. Mijn voorstel zou zijn om het bij het al geplande debat in de commissie EZK over het prijsplafond te betrekken, dat debat uit te breiden en daar minister Adriaansens voor uit te nodigen. Daarvoor kunnen we eventueel nog vragen om een brief met de nadere onderbouwing waarom de variabelen zijn gekozen die zijn gekozen. Dat zou mijn reactie zijn. Dus geen steun voor een plenair debat deze week, maar wel snel dit bedebatteren op deze manier.

De heer Romke de Jong (D66):

Voorzitter. Ik ben het helemaal eens met de heer Stoffer dat dit inderdaad besproken moet worden. Aan de andere kant speelt pas in het volgende jaar dat deze regeling ingaat. Daarom zou ik, net als de heer Grinwis, willen voorstellen om dit te betrekken bij het bestaande commissiedebat en het daar te bespreken, zodat we ook nog meer kunnen ophalen aan informatie die tot ons komt om te kijken hoe deze regeling daadwerkelijk uitwerkt. Dus ook geen steun om het deze week te doen. Geen steun dus, en betrekken bij het commissiedebat in november.

De heer Mohandis (PvdA):

Voorzitter. Mede namens GroenLinks: we moeten snel een debat voeren over deze brief, want hij roept vragen op. De semipublieke en de publieke sector weten niet of zij onder de mkb-regeling vallen. Wat mij betreft snel een debat en snel duidelijkheid over de reikwijdte van deze regeling.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Een heel goed idee, dus volop steun voor dit verzoek.

De heer Erkens (VVD):

Voorzitter, ook wij vinden het een belangrijk onderwerp. Wij kunnen het betrekken bij het debat op 10 november, zoals de heer Grinwis stelde, met de expliciete vraag om een extra brief van het kabinet met een verdere toelichting.

De heer Van Baarle (DENK):

Steun, mede namens mevrouw Den Haan.

De heer Amhaouch (CDA):

Ik begrijp de zorgen van de heer Stoffer, maar we hebben morgen een commissiedebat Bedrijfslevenbeleid, waarin wij om een eerste reactie van de minister kunnen vragen. Wij steunen de ChristenUnie in het voorstel om het 10 november te behandelen bij het energieplafond. Daar kunnen we alles samenpakken.

De heer Eerdmans (JA21):

Wij geven graag steun.

De heer Léon de Jong (PVV):

Voorzitter, absoluut steun voor dit verzoek. Mkb'ers zakken echt door de hoeven. Ze hebben echt keiharde steun nodig. Wat er ligt, is onvoldoende. Er moet zo snel mogelijk een debat komen en daarom steun voor dit verzoek.

De heer Van Kent (SP):

Er moet helderheid komen, daarom steun namens de SP voor het verzoek.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Van harte steun. Het mkb dreigt kopje-onder te gaan, dus van harte steun.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Wat is dit voor merkwaardige regeling? De regering stelt voor 1,6 miljard tot 3,1 miljard euro extra uit te geven. Dat is de kern van ons werk: het budgetrecht van de Kamer. Daartoe dient de regering een aanvullende begroting in te dienen, en een aanvullende begroting kan altijd plenair behandeld worden. Die begroting had al ingediend moeten worden op Prinsjesdag. Nu doen ze het aan de late kant. Maar als er 3 miljard extra uitgegeven wordt, is het toch volstrekt normaal dat dat hier behandeld wordt, of je het er nou mee eens bent of niet? Daar kan geen discussie over ontstaan. Ik doe een verzoek aan u, voorzitter, om de regering te vragen hoe ze die 3 miljard gaat uitgeven en om dat hier in een begrotingswet neer te leggen. Die wordt nu pas in het voorjaar gepland. Dit soort dingen doen we niet in een commissiedebat, voorzitter.

De voorzitter:

We zullen dit verzoek van u doorgeleiden naar het kabinet …

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Nee, dit is de essentie van het begrotingsrecht. Het kabinet kan niet zomaar aankondigen 3 miljard uit te geven. Het kabinet moet toestemming aan de Kamer vragen. Dat moet bij wet gebeuren. Ik vraag u en het Presidium om ervoor te zorgen dat die wet tijdig wordt ingediend, zodat wij kunnen bespreken of de parameters kloppen. Zo'n wet wordt plenair behandeld. Dit is geen verzoek, dit is gewoon het handhaven van de Grondwet.

De voorzitter:

We hebben er trouwens ook vanuit het Presidium al een reactie op gegeven. Er is hartgrondige steun voor het verzoek.

De heer Amhaouch (CDA):

De heer Omtzigt doet net alsof die wet niet naar de Kamer komt. Natuurlijk komt zo'n begrotingswet naar de Kamer. Het gaat erom dat wij er inhoudelijk over kunnen spreken. Dat kan morgen tijdens het commissiedebat Bedrijfslevenbeleid. Op 10 november kunnen wij met de ministers spreken over de inhoud. Natuurlijk komt die wet naar de Kamer toe.

De voorzitter:

Dank u wel. Nee, we gaan er niet verder over discussiëren. Er is geen meerderheid voor uw verzoek.

De heer Stoffer (SGP):

Dat spijt me enorm. Je ziet hier ook precies de scheiding coalitie-oppositie. Wij zullen onze vragen neerleggen in het debat over het bedrijfslevenbeleid. Als daarop niet in tevredenheid wordt gereageerd, dan sta ik hier donderdag weer. De bakkers en de slagers vallen om. De heer Romke de Jong zei dat de regeling pas volgend jaar ingaat. Ja, dat is precies het probleem. Dat is de reden waarom ik een debat wil. Als de regeling pas volgend jaar ingaat, hebben we gewoon geen mkb meer over. Dan zijn ze allemaal gewoon failliet en dat moeten we niet willen. Ik sta hier hoogstwaarschijnlijk donderdag weer, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik denk de heer Omtzigt ook.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ik sta hier weer, maar ik sta hier ook met het verzoek om een fatsoenlijk begrotingsbeleid te voeren. Het is niet op basis van een brief, het is op basis van een begrotingswet dat we hier voorstellen doen.

De voorzitter:

Ik snap uw verzoek, maar dit gaan we niet tijdens de regeling uitdiscussiëren. We hebben een commissie voor de Rijksuitgaven. We hebben ook vanuit het Presidium een brief gestuurd. Die discussie gaan we nu niet meer aan.

Dan geef ik het woord aan de Partij voor de Dieren met een vooraankondiging. Ik denk dat het de heer Wassenberg wordt namens mevrouw Teunissen.

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter. Morgen vindt een commissiedebat plaats in de aanloop naar de informele Raad Buitenlandse Zaken/Handel. Wij zouden daarover graag nog deze week moties over indienen en daarover ook stemmen. Ik verzoek u om waarschijnlijk donderdag een tweeminutendebat in te plannen inclusief stemmingen.

De voorzitter:

Dank u wel voor deze vooraankondiging. Ik zie dat daar geen bezwaar tegen is. Wij gaan het voorbereiden.

De heer Van Meenen.

De heer Van Meenen (D66):

Voorzitter. Er vindt morgen een debat plaats over de grote problemen in het leerlingenvervoer in het voortgezet speciaal onderwijs. Ik zou een vooraankondiging willen doen van een tweeminutendebat inclusief stemmingen nog deze week.

De voorzitter:

Ook dank voor deze vooraankondiging. Ik zie dat er geen bezwaar tegen is. Dan gaan we ons daar ook op voorbereiden.

Dan geef ik het woord aan mevrouw Bikker van de ChristenUnie.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter, dank u wel. Meer slachtoffers van mensenhandel melden zich. Moderne slavernij en uitbuiting bestaan in ons land. In een vijfde van de gevallen zijn de ouders daarvoor verantwoordelijk. Het zijn schokkende berichten van kwetsbare kinderen in uiterst onveilige omstandigheden. Uit de Slachtoffermonitor van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel blijkt vandaag dat de stijging van binnenlandse uitbuiting toeneemt. Dit is al langer bekend en ik wacht echt op een reactie van het kabinet. Het is dringend nodig dat het geld dat beschikbaar is, daadwerkelijk wordt ingezet om dit te bestrijden. Daarom zou ik willen vragen om een brief met een heldere reactie over wat het kabinet gaat doen. Vervolgens wil ik een debat, want dit heeft urgentie nodig.

Mevrouw Helder (PVV):

Hoewel er een commissiedebat is over kindermisbruik in december, wil ik het verzoek voor een plenair debat wel steunen. Ik wil eigenlijk dat die brief er binnen drie weken is.

Mevrouw Kuik (CDA):

Van harte steun.

Mevrouw Podt (D66):

Voorzitter. Volgens mij staan er drie aanbevelingen in dat onderzoek. Het lijkt mij goed als het kabinet op alle drie reageert. Ik zou wel willen zeggen: als we inderdaad urgentie hebben, dan lijkt het mij juist verstandig om te kijken of we dit niet gewoon in dat commissiedebat kunnen doen. Ik steun dus van harte het onderwerp, maar ik vraag mij even af of dit nou de beste weg is.

De voorzitter:

U steunt het onderwerp, maar ook een apart debat?

Mevrouw Podt (D66):

Nee, dan zou ik willen voorstellen om te kijken of we dit onderdeel kunnen maken van dat andere debat, want ik denk dat dat sneller gaat.

De heer Verkuijlen (VVD):

Voorzitter, steun voor de brief. Als dat sneller te realiseren zou zijn, heb ik voorkeur voor een commissiedebat.

De heer Stoffer (SGP):

Steun.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Steun.

De heer Van Kent (SP):

Steun voor de brief. Daarna kunnen we snel in de commissie daarover spreken.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

PvdA en GroenLinks steunen het verzoek.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ook steun namens JA21. Ik was even vergeten dat erbij te zeggen.

De voorzitter:

Bij dezen.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Van harte steun.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Steun.

De heer Wassenberg (PvdD):

De brief hoef ik niet te steunen, maar ik doe het wel. Ook steun voor het debat.

De voorzitter:

U heeft geen meerderheid voor het verzoek, maar wel voor het informatieverzoek. Dat zullen wij doorgeleiden.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter. Het is heel nipt, als ik even snel meereken, maar mijn hoofdrekenen ... Nou ja. Ik zou hem wel graag handhaven als dertigledendebat, juist om die urgentie erop te houden. Als het commissiedebat eerder wordt gepland, dan is dat heel fijn, maar dat moet nog gepland worden. Als ik dat niet op korte termijn gepland kan krijgen in de procedurevergadering van de commissie, dan sta ik hier opnieuw, want dit is zo'n ernstig onderwerp dat u mij daarop blijft tegenkomen.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Bikker.

Dan geef ik het woord aan de heer Ceder van de ChristenUnie.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. De Wtp is reeds aangemeld voor plenaire behandeling. Mijn verzoek is daarom om te starten met de plenaire behandeling in de eerste week na het herfstreces. We hebben de afgelopen weken uitvoerig gedebatteerd in WGO's en schriftelijke overleggen over het wetsvoorstel en het een en ander uitgewisseld. Wat mij betreft is een politieke weging van de wet tijdens een plenair debat aan de orde. Daarom doe ik het verzoek om in de eerste week na het reces de plenaire behandeling en het debat te starten.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Voorzitter. Het gaat hier om heel grote belangen en heel veel geld dat moet worden herverdeeld, namelijk 1.500 miljard. We hebben nog niet alle informatie. Met alle respect, het gaat hier om de belangen van de huidige en de toekomstige generaties gepensioneerden. Dat kun je er niet zomaar even doorheen jassen. Ik vind dit gewoon echt niet kunnen, dus ik ga niet akkoord. Geen steun.

De heer Léon de Jong (PVV):

Voorzitter. Dit kan helemaal niet. Dit kan echt niet. Het gaat om 1.500 miljard euro. Wij weten niet hoe het wordt verdeeld, we weten niet of de waarborgen goed zijn en we weten niet hoe met langdurig hoge inflatie wordt omgegaan. We kregen deze week zelfs een brief die de minister sinds juli in haar tas heeft gelaten. Die heeft zij gewoon achtergehouden. Dat is een brief van de Raad voor de rechtspraak die zegt: met de invoering van deze wet, gaan we een gigantische rechtsgang krijgen. Mensen gaan naar de rechter voor hun pensioen. We zijn knettergek geworden. Hoe kan de heer Ceder überhaupt dit verzoek doen? Dus wij hebben absoluut geen steun en als de heer Ceder hierbij blijft, dan laat hij miljoenen gepensioneerden en werkenden keihard in de steek.

De heer Van Kent (SP):

Voorzitter. Dit is een krankzinnig voorstel. De wet wordt op dit moment nog aangepast. De sommen zijn er nog niet. Er is nog geen duidelijkheid over regelingen voor mensen met zwaar werk. Het is duidelijk dat voor de ChristenUnie de inhoud blijkbaar niet telt. Het is duidelijk dat de ChristenUnie de wet er zo snel mogelijk doorheen wil drammen. Het is een krankzinnig voorstel.

De voorzitter:

Dus geen steun?

De heer Van Kent (SP):

Doe het niet. Geen steun.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. De regering moet nog met een wijzigingsvoorstel komen, omdat mensen de helft van de pensioenrechten kwijt konden raken onder het huidige wetsvoorstel. Dat wilden ze repareren, maar dat hebben ze nog niet gedaan. De Raad voor de rechtspraak heeft in juli de noodklok geluid. De brief kregen we pas gisteren. We moeten nog weten wat de verdeelsleutel is voor de 1.500 miljard. Wie krijgt wat? Dat hangt van parameters af. Die komen pas in november. Morgen moeten we het wetgevingsoverleg nog afronden. Ik zou echt aan de regering willen vragen: doe dit niet.

Voorzitter. Ik vraag om een hoofdelijke stemming hierover. Ik vind het echt niet kunnen om dit hier te behandelen. Ik verzeker u: u gaat niet alleen massale claims en massale uitvoeringschaos krijgen, maar de rechterlijke macht kan ook naar de knoppen gaan. Ik wil dus een hoofdelijke stemming over dit procedurevoorstel, ook omdat het gewoon nog niet afgerond is in het wetgevingsoverleg.

De voorzitter:

Dat gaan we dan ook op een nader moment inplannen, maar dit is nu de regeling van werkzaamheden.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter. Vanuit mijn rol als Kamerlid voor de fractie van DENK wil ik het volgende zeggen. We gaan het wetgevingsoverleg nog afronden. Dat zal morgen gebeuren. Zonder te willen vallen op de inhoud is het gebruikelijk dat we eerst het wetgevingsoverleg afronden en dat we daarna in een procedurevergadering met elkaar bepalen hoe we dat verder gaan doen. Dus geen steun voor het voorstel van de heer Ceder.

De heer Smals (VVD):

Voorzitter. We hebben er al 30 uur over gepraat. Het duurt al zes maanden. Steun voor het verzoek.

Mevrouw Palland (CDA):

Voorzitter. Over de lage regelgeving en de brief van de minister waaraan werd gerefereerd door een aantal collega's hebben we volgende week nog een schriftelijk overleg. Dat is gewoon conform eerdere afspraken, volgens mij. In de behandeldagen die we hebben gehad, werd er vorige week nog gerefereerd aan het feit dat we besloten — we zaten in een commissiezaaltje zonder daglicht — dat het juist goed zou zijn om daar ook plenair de aandacht aan te geven die dit onderwerp verdient. Wat mij betreft kunnen we de behandeling zorgvuldig voortzetten in de plenaire behandeling.

De voorzitter:

Dus u steunt?

Mevrouw Palland (CDA):

Steun.

Mevrouw Van Beukering-Huijbregts (D66):

Voorzitter. Ik volg de woorden van mevrouw Palland hierin. We hebben er echt al heel lang over gesproken. Ik denk dat het heel goed is om het wetsvoorstel nu plenair te gaan behandelen, dus steun voor het verzoek.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Het heeft weinig zin meer, denk ik, want de coalitie stemt hier al voor. Ik vind het echter ook een krankzinnig voorstel. Roekeloos gedrag leidt tot ongelukken. Dat gaat hier ook gebeuren. Dat kan ik u verzekeren.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter. Morgen vindt de afronding van het WGO plaats. Ervan uitgaande dat het dan inderdaad afgerond wordt, kunnen wij dit voorstel steunen.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Deze pensioenwet is de grootste herverdelingsoperatie uit onze geschiedenis. Het gaat om 1.500 miljard euro. Er mankeert van alles aan. Wat ons betreft is het ongehoord om dit zo door te drukken. Geen steun.

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter. U hoort: er is een stevig debat gaande in de Kamer over deze wet. Dat hoort ook zo. Daar zijn we morgen voor de vierde dag mee bezig. Daarna moet het ook een keer plenair worden besproken. Daar is de wet belangrijk genoeg voor. Ik laat het wel aan de voorzitter wanneer dat wordt ingepland. Ik hecht niet per se aan de eerste week na het herfstreces.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik sluit me aan bij de woorden van de heer Nijboer. Ik wil er nog wel één ding aan toevoegen. Er komt nog een nota van wijziging. Het starten met een plenaire behandeling is wat anders dan het afronden. Als er essentiële stukken ontbreken, dan kunnen we geen plenaire afronding van welke wet dan ook hebben, en zeker niet van deze belangrijke wet. Dat wilde ik nog even gezegd hebben.

Mevrouw Akerboom (PvdD):

Geen steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Dank u wel. Er is een meerderheid voor uw verzoek, maar de heer Omtzigt wil er graag nog wel hoofdelijk over stemmen.

De heer Van Kent (SP):

Dat wil ik van harte ondersteunen, voorzitter.

De voorzitter:

Dat kunnen wij donderdag gaan inplannen, na het WGO. Dat lijkt mij dan het meest logische moment. Wat wilde u verder nog zeggen, meneer Van Kent?

De heer Van Kent (SP):

Dat ik graag namens de SP ook die hoofdelijke stemming wil aanvragen. Ik wil het verzoek van de heer Omtzigt dus ondersteunen. Ik wil hier echter toch ook wel een punt maken. We zijn met een heel ingewikkelde wet bezig, die over heel veel miljarden gaat. Er dreigt echt geld uit de pensioenpotjes van mensen te verdwijnen. Er is nog geen duidelijkheid. En dan zo'n haast maken vanuit de regeringspartijen, met steun van nota bene GroenLinks en Partij van de Arbeid …

De voorzitter:

Dat heeft u gezegd.

De heer Van Kent (SP):

Maar dit gaat echt de verkeerde kant op, met een hele grote stelselherziening. Ik wil de heer Ceder daar echt voor waarschuwen.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik wil daar wel het volgende bij zeggen. Er is dus een meerderheid om dit in te plannen. We gaan er nog hoofdelijk over stemmen, maar als dat dezelfde uitkomst heeft, dan moeten we dat gaan inplannen na het reces. De agenda zit erg vol, zeg ik maar alvast. We zullen dus keuzes moeten maken. Dat zou betekenen dat ik een voorstel voor een aangepast weekschema ga doen, om te kijken wat we dan na het reces gaan hebben. Maar we hebben eerst nog een hoofdelijke stemming.

Dan gaan we naar de heer Léon de Jong, die namens de heer Markuszower — ik had hem al doorgestreept — nog een verzoek doet.

De heer Léon de Jong (PVV):

Voorzitter, hartelijk dank. Ik heb een zeer belangrijk verzoek. Terwijl Nederlanders namelijk verarmen, hun energierekening niet meer kunnen betalen, niet meer normaal boodschappen kunnen doen en niet eens een normale, betaalbare woning kunnen vinden, staan de grenzen wagenwijd open. We worden overspoeld met zogenaamde vluchtelingen, terwijl Nederland dat helemaal niet aankan. Ik zou dus ook graag een debat willen hebben met de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, over het bericht dat er 10.000 plekken nodig zouden zijn. Die zouden wij tekort hebben. Die plekken horen natuurlijk naar Nederlanders te gaan. Nederlanders horen in een betaalbare woning te zitten. Ik zou daar graag een debat over willen voeren.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter. De heer Markuszower is een fervent bezoeker van het commissiedebat Vreemdelingen- en asielbeleid. Toevalligerwijs staat dat woensdagochtend om 10.00 uur gepland. Ik kijk ernaar uit om het debat daarover met de heer Markuszower te voeren. Geen steun dus.

Mevrouw Kamminga (VVD):

De week zou bijna niet compleet zijn als de heer Markuszower geen verzoek had gedaan. Nu doet u dat namens hem. Ik sluit mij aan bij de vorige spreker. Volgens mij is er morgenochtend een debat. Hij wordt daarmee op zijn wenken bediend.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Voor mij is het ook altijd het hoogtepunt van de week. Van harte steun.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Meneer De Jong, of zijn collega, kan er morgenochtend over spreken in de commissie. Geen steun dus voor dit plenaire verzoek.

Mevrouw Sahla (D66):

Geen steun.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Geen steun. Het kan in de commissie.

De heer Bontenbal (CDA):

Normaal komt collega Markuszower minstens met drie verzoeken, nu maar met één. Wij geven geen steun.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Geen steun voor dit debat, want morgen is inderdaad het commissiedebat over asielbeleid. Je kunt het daar mooi in kwijt.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek.

De heer Léon de Jong (PVV):

Nee, maar het is wel heel mooi dat alle leden hier zo enthousiast zijn over het commissiedebat van morgen. Het is mooi dat we morgen kunnen afspreken dat we de grenzen gaan sluiten en al die woningen aan onze eigen mensen gaan geven. Hartstikke goed.

De voorzitter:

Nou, meneer Léon de Jong. Dit is weer niet nodig.

Ik geef het woord aan de heer Wassenberg voor een vooraankondiging.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank, voorzitter. U zei net dat de plenaire agenda heel vol is, maar die kan natuurlijk altijd nog voller. Ik doe dit verzoek mede namens collega Van Raan. Over een halfuurtje is er een commissiedebat over de formele Energieraad van 25 oktober. Wij willen daar deze week graag moties over in kunnen dienen en daarover kunnen stemmen. Ik verzoek u dus om deze week een tweeminutendebat in te plannen.

De voorzitter:

Dank u wel voor deze vooraankondiging. Ik zie dat daar geen bezwaar tegen is, dus dan gaan we dat inplannen.

Ik geef het woord aan de heer Kuzu van DENK, die spreekt namens de heer Van Baarle.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter. Studenten werden afgelopen week weer opgeschrikt door een bericht van DUO over dat ze weer rente moeten gaan betalen over hun studieschuld. Bij het tot stand komen van het schuldenstelsel is afgesproken dat de leningen niet zouden meetellen voor een hypotheek. We zetten studenten hiermee op achterstand en dat is niet de bedoeling. Daarom zou ik graag een brief willen van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over dit bericht en zou ik daarover graag een debat willen voeren.

De voorzitter:

Dank u wel. We zullen het informatieverzoek in ieder geval doorgeleiden.

De heer Van Kent (SP):

Dit is een belangrijk onderwerp. Steun.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dit is een zeer ongewenst neveneffect van het leenstelsel, dus wij steunen dit verzoek.

De heer Beertema (PVV):

Steun, voorzitter.

Mevrouw Van der Woude (VVD):

Voorzitter, mede namens het CDA en D66: er komen twee onderwijsdebatten aan, waarbij het wat ons betreft kan worden betrokken. Dus geen steun.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Steun.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Van harte steun.

De heer Mohandis (PvdA):

Steun.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter, geen steun. Het kan betrokken worden bij de al geplande debatten.

De heer Eerdmans (JA21):

Van harte steun, voorzitter, mede namens BBB.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek.

De heer Kuzu (DENK):

Het is inderdaad een oppositie-coalitieverhaal. Ik noteer wel 30 leden, dus ik zet het op de lijst van dertigledendebatten. Dank u.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Kuzu. We zetten het dan op de lijst.

Dan geef ik het woord aan de heer Van der Lee, ook voor een vooraankondiging.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Op verzoek van mijn collega, mevrouw Kröger, zou ik graag een tweeminutendebat willen aanvragen over de Milieuraad en dan inderdaad inclusief stemmingen, omdat die Raad op 24 oktober is.

De voorzitter:

Dank u wel. Bedankt voor deze vooraankondiging. Ik zie dat daar geen bezwaar tegen is. We gaan dat inplannen. Ik dank u zeer.

Hiermee zijn we aan het einde gekomen van deze regeling van werkzaamheden. Ik schors de vergadering voor een enkel moment en dan gaan we over tot het debat over de begroting van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven