3 Beëindigen onderhandelingen over het landbouwakkoord

Beëindigen onderhandelingen over het landbouwakkoord

Aan de orde is het debat over het beëindigen van de onderhandelingen over het landbouwakkoord.

De voorzitter:

Aan de orde is het debat over het beëindigen van de onderhandelingen over het landbouwakkoord. Ik kijk ook even naar de heer Klaver, de heer Van Campen, de heer De Groot en de heer Grinwis: we gaan beginnen. Ik heet de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en de minister voor Natuur en Stikstof van harte welkom. De woordvoerders, de mensen op de publieke tribune: hartelijk welkom bij ons. Ik heet ook de mensen die het debat op een andere manier volgen welkom.

Ondanks het feit dat we deze dag gepland hebben voor dit debat, wil ik wel het aantal interrupties beperken, maar ik beloof u daarbij wel enige flexibiliteit te betrachten. We zijn met velen en we kunnen soms ook met elkaar in samenwerking misschien dezelfde vraag stellen, zeg ik u maar. Dus ik wil voorstellen: zes vragen aan elkaar en acht aan het kabinet, en flexibiliteit daarbij.

Ik zie de heer Klaver gereedstaan, zoals te doen gebruikelijk.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter, liever had ik hier niet gestaan, maar we hebben gisteren een mooi stukje proza van de minister gekregen waarin erop wordt gewezen dat nog niet alle stukken er zijn, maar dat die wel voor het reces komen. De Kamer, in ieder geval een groot deel van deze Kamer, heeft gevraagd om dit debat te voeren nadat we alle stukken hebben. Dus mijn vraag aan de minister is: kunnen die stukken nog vandaag komen? Dan kunnen we wat mij betreft dit debat wat later aanvangen. Als dat niet zo is, zou ik het debat graag willen voeren nadat we al die documenten hebben gehad. Want met enige ervaring hierin, zie ik al gebeuren wat het dan is. Dan hebben we hier een debat. Dan komen de stukken waarin dan waarschijnlijk weer nieuwe informatie zit en dan willen we weer opnieuw een debat. Daar wordt het allemaal niet fraaier van, daar wordt het niet mooier van, daar wordt de werkdruk in dit parlement ook niet beter van en daar zijn boeren niet mee geholpen. Dus laten we één keer het debat goed voeren met alle informatie die er is.

De voorzitter:

Dan wil ik eerst even aan de minister vragen of het klopt dat de informatie niet vandaag beschikbaar is, maar volgende week. Ik heb daar zelf ook iets over gelezen. Misschien is dat goed om te weten. Dan is het een punt van orde en wil ik de collega's daarover horen. Ik wil dus even de minister de gelegenheid geven om de vraag van de heer Klaver te beantwoorden.

Adema:

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Zoals we hebben aangegeven in de brief gaat het secretariaat alle stukken, alles wat er gepasseerd is, het hele dossier, op internet zetten. Ze hebben even tijd nodig om het allemaal zodanig te ordenen dat het ook op een goede manier op het internet kan. Daar hebben we dus nog even tijd voor nodig. Dus dat wordt wel voor het zomerreces, maar dat is op dit moment nog niet voor elkaar. We hebben een aantal zaken naar u gestuurd, zoals u gezien hebt. U hebt ook gevraagd om verslagen. Echte verslagen zijn er niet. Er zijn wel, zoals u hebt gezien, werklijsten, zeg maar. Die zijn er wel. Die hebben we u toegestuurd met nog een aantal andere zaken. Maar het hele pakket moet echt door het secretariaat op orde worden gebracht voordat het gepubliceerd kan worden.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voor de goede orde, daar heb ik geen kritiek op. Ik bedoel: dat komt zo snel als het komt. Ik vind alleen dat we dan als Kamer onze agenda daarop moeten aanpassen. Temeer ook omdat het wel vóór het zomerreces is. Want dat vinden we, denk ik, allemaal heel belangrijk. Dit debat moet voor het zomerreces plaatsvinden, maar wel nadat al die stukken er zijn.

De voorzitter:

Dan is het een punt van orde en wil ik heel graag de collega's daarover horen.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik geef daar steun voor, want we moeten het debat gewoon goed kunnen voeren, en als straks blijkt dat er weer stukken komen die essentieel waren voor dit debat en we daarover niet hebben kunnen debatteren, is dat gewoon heel onhandig.

De voorzitter:

Dus u steunt het verzoek van de heer Klaver om het debat uit te stellen naar volgende week als de informatie beschikbaar is.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ook ik steun het verzoek.

Mevrouw Akerboom (PvdD):

Ook steun voor dit verzoek. Ontzettend zonde als we het nu zonder alle informatie gaan doen.

De heer Van Campen (VVD):

Voorzitter. Wat mij betreft ligt er genoeg om vandaag het debat over te kunnen voeren en moet dat debat ook gewoon vandaag plaatsvinden. Maar als wordt beloofd dat er voor het zomerreces nog stukken naar de Kamer kunnen, heb ik richting het kabinet toch even een inspanningsverzoek om te kijken of er vandaag niet toch al wat gedeeld kan worden met de Kamer. Want als het volgende week wordt gestuurd, ligt het waarschijnlijk toch al wel klaar. Dus even aan slag om te kijken wat we vandaag toch kunnen delen met de Kamer, maar gewoon vandaag een debat.

Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):

Steun voor het verzoek van de heer Klaver.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter. Er liggen meer dan genoeg stukken. Natuurlijk, er kan altijd meer bij, maar dat is geen reden om het debat uit te stellen. We hebben er zin in vandaag.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Het zou mooi zijn als er vandaag nog stukken naar de Kamer kunnen komen. Er ligt nu meer dan voldoende en er kan altijd een nieuw debat worden aangevraagd, dus geen steun voor het verzoek.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Wat ons betreft ligt er genoeg waaruit blijkt dat de boeren de nek wordt omgedraaid. We hebben het Nationaal Programma Landelijk Gebied. We hebben de concept …

De voorzitter:

Het is een punt van orde. U hoeft niet nu al te debatteren.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Nee, maar er ligt genoeg, dus laten we nu gewoon dit debat voeren. En voor de rest vind ik het een beetje een fopdebat.

De heer Boutkan (Volt):

Ik steun het verzoek. Ik zou ook willen vragen of de stukken naar de Kamer kunnen komen. Het lijkt mij wel dat het dan zo snel mogelijk moet worden ingepland, want er is weinig tijd gelet op de rest van de agenda en er is nog meer wetgeving.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Steun.

Mevrouw Vedder (CDA):

Ik denk dat mijn collega Boswijk die ervan baalt dat hij hier vandaag niet bij kan zijn vanwege een begrafenis, het vast wel zou willen uitstellen, maar ik ben wel een beetje bang of het dan überhaupt nog wel gaat lukken om dat debat te voeren voor het zomerreces, en dat zou ik de sector dan ook weer niet aan willen doen. Dus wat mij betreft doen we het toch vandaag met zo veel mogelijk informatie.

De voorzitter:

Dus geen steun voor het verzoek.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Dit verzoek heeft alleszins gronden van redelijkheid. In die zin zou ik het willen steunen. Het zou echt waardeloos zijn als uit die stukken blijkt dat bepaalde elementen onvoldoende tot hun recht gekomen zijn in het debat en dat je dan na het reces nog een keer een debat zou moeten gaan voeren; dat is een lijdensweg die je niet moet willen. Ook gelet op de toelichting van de minister heb ik eerlijk gezegd niet de verwachting dat we de stukken op deze termijn binnen kunnen krijgen …

De voorzitter:

Helder.

De heer Bisschop (SGP):

… zodat we die van onze kant nog kunnen meenemen nadat we ze bestudeerd hebben. Daar geloof ik niet in.

De voorzitter:

Uw verzoek is …

De heer Bisschop (SGP):

Dus ik denk dat het verstandig is om het te verplaatsen naar volgende week.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter. Ik snap eerlijk gezegd ook niet waarom de stukken er niet zijn. Ik snap dat het tijd kost maar we weten al een paar dagen dat dit debat er aankomt. We weten al een paar dagen dat het landbouwakkoord er niet komt. Dus ik snap het ook gewoon op procesniveau niet. Dus zeer veel steun.

De voorzitter:

Dank. Ik concludeer af dat er geen meerderheid is voor het verzoek. Collega's hebben wel aangegeven de minister te willen vragen om te kijken of er vandaag informatie beschikbaar kan komen. Het lijkt mij goed dat we na de lunch even kijken waar we staan met die informatievoorziening. Ja? Dan concludeer ik het zo af.

De heer Klaver (GroenLinks):

Dat is ook het enige wat u kunt doen op basis van wat ik zojuist heb gezien. Alleen, collega Vedder gaf wel iets ruimte. Ik wil dus kijken of we ook tot elkaar kunnen komen. Ik vind echt dat dit debat voor het reces gevoerd moet worden. Als "volgende week" betekent dat het om wat voor reden dan ook niet lukt en die stukken er niet zijn, dan zullen we het alsnog moeten inplannen en dan kan het niet anders. Maar ik wil echt een beroep doen op de collega's uit de coalitie. Wij willen allemaal dat dit debat spoedig plaatsvindt. We wachten op informatie. Die komt eraan, ergens de komende dagen. Om het er dan nu doorheen te rammen, terwijl de hele oppositie vraagt om uitstel … Ik vraag echt om medewerking, ook van de collega's uit de coalitie, om een paar dagen te wachten. Dan hebben we alle informatie.

De voorzitter:

Dank. Ik kijk even of er een nieuw inzicht is. Zo niet, dan wil ik even bij de conclusie blijven, want anders gaan we over en weer. Ik kijk even of de heer Van Campen iets toe te voegen heeft.

De heer Van Campen (VVD):

Ik heb het kabinet een verzoek gedaan om te kijken wat vandaag wél gedeeld kan worden met de Kamer. Wellicht kan daar vanuit vak-K op gereflecteerd worden. Als het klaar ligt voor volgende week, zou het maar zo kunnen dat de pdf'jes gewoon klaarstaan.

De voorzitter:

Ik kijk even naar de minister. Er is een verzoek van een aantal Kamerleden om te kijken of er vandaag toch niet informatie richting de Kamer gestuurd kan worden. Is dat niet het geval, dan concludeer ik af en dan starten we het debat.

Adema:

Dank u wel, voorzitter. Ik begrijp het verzoek. Het is ook een logisch verzoek, zonder meer. We hebben te maken met een extern secretariaat dat de zaak op orde moet brengen. Wat ik wel wil doen, is het volgende. We hebben een reflectietafel van deskundigen gehad. Die heeft meegedacht over datgene wat er aan de hoofdtafel gebeurde en daar een reflectie op gegeven. Ik kan me voorstellen dat die bijzonder behulpzaam kan zijn voor het debat. Ik zal aan het secretariaat vragen om die alvast vooruit te sturen, zodat die vandaag nog bij het debat betrokken kan worden. Wellicht kan het ook behulpzaam zijn als we het werk van de sectortafels om de hoofdtafel heen allemaal naar de Kamer sturen, zodat u weet wat daar precies besproken is, welke keuzes daar zijn gemaakt en wat daarvan geland is in het hoofdakkoord. Ik wil me ervoor inzetten om dat vandaag nog naar de Kamer te sturen. Als ik die opdracht krijg, doe ik dat graag, mevrouw de voorzitter. Maar het hele pakket is op dit moment echt te veel.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk even naar de Kamerleden. Er komt dus informatie. Ik denk dat het goed is om dan even te kijken hoe we verdergaan met het debat en of er een langere leespauze nodig is. Dan gaan we nu starten en kijken daarna hoe of wat. Ik moet zeggen dat ik het wel vervelend vind dat er nu nog informatie komt. De Kamerleden moeten zich natuurlijk wel kunnen voorbereiden. Dat heeft impact op het debat. Ik kijk in dezen even wat strenger naar de minister.

De heer Bisschop (SGP):

Ik waardeer de bereidheid van de minister, maar laten we dit debat alstublieft wél serieus nemen. Als wij van al die sectortafels de dossiers krijgen en kunnen zien wat er in het uiteindelijke concept terecht is gekomen, dan neem ik mijn petje af voor elke collega die dat binnen 24 uur kan.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Bisschop.

De heer Bisschop (SGP):

Sorry, maar dit kun je niet serieus nemen.

De voorzitter:

We gaan nu stoppen. Het was een punt van orde van de heer Klaver. Ik heb afgeconcludeerd. Ik stel voor dat we nu echt starten met het debat. We kijken wanneer de informatie er is en dan kijken we hoe we verdergaan met het debat.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Voorzitter. Ik heb een ander punt van orde …

De voorzitter:

Een ander punt van orde.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

… los van het feit dat ik het raar vind dat we hier gaan debatteren. Ik ben de eerste spreker. Straks komt er informatie en dan heeft nummer veertien andere informatie dan ik. Ik wil u wel meegeven dat je een heel raar debat krijgt.

De voorzitter:

Ja. Uw punt van orde.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Mijn punt van orde is: is alle informatie die beschikbaar was, ook echt naar de Kamer gekomen, zo vraag ik de minister. Zijn er niet nog dingen die ook naar de Kamer gestuurd hadden kunnen worden, maar die wij niet hebben gekregen?

De voorzitter:

Dat is geen punt van orde, mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Nou, dan maak ik gelijk een punt van orde. Ik heb hier een essentieel document. Dat heet "Bouwstenen op weg naar overbrugging". Dat zijn acht essentiële punten die LTO heeft ingebracht aan de hoofdtafel. Dit is op 20 juni, dinsdagochtend, in de onderraad besproken en 's avonds zijn die acht bouwstenen met LTO besproken. De minister/het ministerie heeft daarop gereageerd hoe ze het in het landbouwakkoord wilden hebben.

De voorzitter:

Dank u wel.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

En daardoor, omdat LTO hier niet mee akkoord kon gaan, is het landbouwakkoord geklapt. Ik vind dit essentiële informatie die wij nodig hebben voor het debat, om inzicht te krijgen waarom LTO precies van de tafel is opgestapt. Wij hebben die niet gehad. Ik heb hier een kopie van. Ik zou graag willen dat dit wordt gekopieerd, wordt uitgedeeld aan de Kamerleden en dat we dan wel schorsen. De Kamerleden kunnen dan in ieder geval deze informatie tot zich nemen. Mijn vraag is: waarom hebben we dit niet gehad? Dit is een essentieel document.

De voorzitter:

Mevrouw Van der Plas, ik wil voorstellen dat de minister de gelegenheid krijgt om naar het verzoek te kijken. Laten we voorstellen om te starten met het debat. Het is een belangrijk punt van mevrouw Van der Plas. Het wordt gekopieerd en uitgedeeld, ook aan de bewindspersonen. Ik geef ze straks na het lezen de gelegenheid om daar een reactie op te geven. Ja, we maken er een kopie van, want Kamerleden weten nu niet waar het over gaat.

Ik stel voor dat we nu echt starten. Het verzoek van mevrouw Van der Plas wordt in die zin ingewilligd dat het wordt gekopieerd en onder de aandacht wordt gebracht. De bewindspersonen gaan daar straks ook op reageren.

Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Van der Plas om te starten met het debat. Zij zal spreken namens BBB. De kop is eraf, zeg ik maar. Mevrouw Van der Plas, aan u het woord voor uw eerste termijn.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel.

Voorzitter, boeren, tuinders, telers, vissers en burgers. Nadat in maart Agractie al opstapte uit het landbouwakkoord, stapte ook LTO eruit. Allemaal doelen en verplichtingen opleggen zonder garanties te geven op een verdienmodel of een langjarig ondernemersperspectief, en vee moeten inleveren zonder dat bekend is hoe de boer verder kan: ik vind het besluit van de partijen die van tafel liepen heel logisch. Het is beter om geen akkoord te tekenen, dan om een slecht akkoord te tekenen. Want welke Nederlander neemt een baan waarbij de baas zegt: "Je kunt hier werken, maar je moet ervoor zorgen dat je allemaal spullen aanschaft en je werkplek verduurzaamt. Hoeveel salaris je krijgt, of je überhaupt salaris krijgt en voor hoelang, gaan we nog wel even bekijken. Dat zien we nog wel." Niemand in Nederland zou daarmee akkoord gaan, maar de boer moet dat wel. Nou, schiet mij maar lek.

Het conceptakkoord had ook veel doelen in plaats van middelen. Dat geef ik toe. Maar even later kwam er dan toch weer een norm op tafel voor het aantal koeien per hectare. Mijn vraag aan de minister is: wat is het nut van deze maatregel, anders dan gewoon richting halvering van een veestapel gaan? Hier wordt in mijn ogen gewoon op gestuurd, ondanks dat de minister dit ontkende. De kille reductie wordt alleen met een ander sausje overgoten. 25% krimp door stoppers, verdere krimp door de Lbv en de Lbv+, nog meer krimp door afroming van fosfaatrechten en dierenrechten, nog meer krimp door afwaarderen van landbouwgrond en krimp door verlies van derogatie. Of hierdoor de natuur ook echt herstelt, zien we later wel. Als het niet heeft geholpen, komen er dan weer nieuwe maatregelen? Aan het pluspakket te zien, liggen die al klaar. Dat is dus nog meer onzekerheid. Wat we wel zeker weten, is dat tegen die tijd duizenden boeren en tienduizenden hectaren vruchtbare landbouwgrond zijn verdwenen. Met deze overheid zal er geen boer meer zijn die nog miljoenen wil investeren om een boerderij te beginnen.

Voorzitter. Die boeren en die vruchtbare grond komen nooit meer terug. Wat dit economisch betekent, wat dit betekent voor mensen die gewoon in harmonie met boeren leven op het platteland, wat dit betekent voor de voedselprijzen, wat dit betekent voor het toerisme, de werkgelegenheid en het landschapsbeheer op het platteland, zien we ook wel weer. Een agro-economische toets is er namelijk nu niet gekomen. Mijn vraag aan de minister is: komt die nog?

Voorzitter. Dan die 13 miljard die zogenaamd klaarlag, zoals we lazen. Was dit al afgetikt in de ministerraad? Zo ja, mogen we dan de handtekening zien van de minister van Financiën voor die 13 miljard? Wij begrijpen namelijk dat dit nog helemaal niet in kannen en kruiken was. Bovendien zou er van die 13 miljard maar netto 1,7 miljard voor de blijvers zijn. Iedereen kan wel zeggen "o, wat een zak geld", maar over achttien jaar is dit nog geen €2.000 per boer per jaar.

Dan de gemene spinning over de inzet van LTO. Minister Adema had zo hard moeten knokken binnen het kabinet, het ministerie en aan de overlegtafels. Soms deed hij dit met meer snelheid dan het ministerie en zijn collega-ministers konden volgen. Het ministerie had geen agenda en geen geld, en nu vinden die boeren 13 miljard euro ook nog eens niet genoeg? Vanuit de coalitie werd journalisten ingefluisterd: LTO wilde het sowieso laten klappen, want het persbericht lag al klaar. Wat een domme redenering. Iedere eerstejaarsstudent communicatie weet dat je altijd meerdere persberichten maakt: eentje voor als het fout gaat en eentje voor als het goed gaat. Of denkt u dat BBB op 15 maart midden in de nacht ook nog snel even een persbericht ging maken na de eerste exitpolls?

Voorzitter. Tot slot, maar heel erg belangrijk: de PAS-melders. Zij hebben nog steeds geen vergunning. Een jaar geleden zei het CDA nog de stekker niet uit het kabinet te willen trekken, omdat de PAS-melders daar niet mee geholpen zouden zijn. Nou, nu zijn ze lekker geholpen. Er is nog helemaal niets gebeurd. Intussen kunnen Schiphol en Rijkswaterstaat lekker stikstof inruilen om hun projecten te kunnen realiseren. Ik vind dat een groot schandaal.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van der Plas. Er is een interruptie van de heer Van Haga, Groep Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Buiten het feit dat ik het grotendeels eens ben met mevrouw Van der Plas: we debatteren vandaag over het landbouwakkoord. Dat landbouwakkoord is gesneuveld. Wij vinden dat hele landbouwakkoord niet nodig. Maar er is ook nog iets aan de hand in de provincies met het Nationaal Programma Landelijk Gebied. Dat moet voor 1 juli vastgesteld zijn. Daar staan voor de boeren horrordoelen in. Is het niet zo dat we hier eigenlijk een soort fopdebat aan het voeren zijn, dat dit eigenlijk in de provincies plaatsvindt en dat, als het allemaal doorgaat, de boeren nog steeds de sigaar zijn?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

We hebben gepleit voor uitstel voor de provinciale gebiedsplannen. Dat zou ik nu ook willen, want er ligt helemaal geen landbouwakkoord. Je kunt de plannen nergens op enten. De heer Van Haga heeft het over horrordoelen. Er zitten heel veel dingen in waarvan je denkt: hoe moeten boeren nu verder? Die gaan over het verdienmodel, over hoeveel de provincies nodig hebben en over de vraag of het geld dat er is wel genoeg is. Ik pleit er nog steeds voor, ook nu weer, om dit uit te stellen totdat er duidelijkheid is. Gisteren hebben we vernomen dat het transitiefonds waarschijnlijk ook pas in 2025 beschikbaar komt.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dat begrijp ik wel, maar voorlopig wordt het niet uitgesteld. In de startnotitie over het NPLG stond een stikstofreductie van 40%. In het ontwikkeldocument is dat 50% geworden. Dat neemt dus maar toe en leidt uiteindelijk tot het beëindigen van heel veel boerenbedrijven. Dat wordt geëntameerd door de provincies via het NPLG. Als we geen uitstel krijgen, zijn we hier voor de kat zijn viool bezig. Het gebeurt dan in de provincies en de boerenbedrijven worden daar alsnog — hoe zal ik dat netjes zeggen? — beëindigd.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Het ligt er maar aan wat je aan boeren oplegt. Je kunt dat via allerlei middelenvoorschriften doen, met: je moet dit en je moet dat, je krijgt allerlei resultaatsverplichtingen en het moet gerealiseerd worden, or else … Daarmee schiet het niet zo op. Je kunt de boeren ook de ruimte geven om te ontwikkelen.

Ik stoor me elke keer weer gigantisch aan de uitspraak dat de boer moet verduurzamen. Kijk naar de reducties die al behaald zijn zonder landbouwakkoord: meer dan 60% stikstof en 80% ammoniak in de veehouderij, 40% fijnstof en 70% antibiotica. Ook het fosfaat is gereduceerd en de veehouderij zit al jaren onder het Europese stikstofplafond. Het is alsof boeren een soort gekke henkies zijn die niet weten waarmee ze bezig zijn, zodat ngo's, goededoelenorganisaties, natuurorganisaties, milieuorganisaties en TBO's, terreinbeherende organisaties, gaan bepalen hoe een boer moet boeren en voedsel moet maken. Laat dat aan boeren over. Laat ze dat op hun eigen manier doen.

Voorzitter, tot slot. Je ziet dit ook bij biologische boeren. Wanneer steeg het aantal biologische boeren het hardst? Dat was in een tijd waarin er geen maatregelen waren. Dat was in een tijd waarin boeren de vrijheid hadden om zelf te ondernemen. Dat is wat wij graag zien. Ik weet dat er in provincies best veel ruimte is. Provincies willen ook wel dat boeren die ruimte krijgen. Het gaat niet werken als je ze de duimschroeven aandraait en zegt: je moet dit doen, want anders gebeurt er dat en dat.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dat zijn we natuurlijk helemaal met elkaar eens. De boeren hebben al ontzettend veel gedaan. Eigenlijk is het totaal zinloos. Wat ons betreft zijn de KDW's onzin, is het RES-model onzin en is het hele stikstofprobleem een fabeltje. Kan ik ervan uitgaan dat BBB in de provincies tegen het NPLG stemt?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dat vraagt u aan een Tweede Kamerlid. Ik ga niet over de provinciebestuurders. We hebben natuurlijk wel overleg met hen en we spreken daarover. Het heeft met zo veel andere zaken te maken. Maar de heer Van Haga kan niet van mij vragen dat ik nu zeg wat mijn provincialestatenkandidaten nu moeten doen. U kunt erop rekenen dat wij overleg hebben. We liggen echt wel op dezelfde lijn, maar ik ga hier geen uitspraken over doen of wij ervoor of ertegen stemmen. Ook daar wordt gesproken met boeren. We moeten niet net doen alsof daar niet gesproken wordt met boeren. Ik weet dat in de provincies veel met boeren wordt gesproken, maar het moet — dat geldt overigens voor elk beleid — haalbaar, uitvoerbaar en draagbaar zijn.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Dank voor het betoog van mevrouw Van der Plas. We dragen allebei de boeren een warm hart toe. Mijn vraag is in hoeverre er volgens mevrouw Van der Plas sprake is van een stikstofprobleem. We hebben dit gesprek eerder gehad bij het koffiezetapparaat, maar ik wil het ook hier vragen. In hoeverre zegt u dat er een stikstofprobleem is en dat we echt wat moeten doen? Is er een stikstofprobleem?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ja, dit gesprek hebben we inderdaad vaker gehad. Ik heb al heel vaak tegen de heer Van Houwelingen gezegd — hij wil weer een uitspraak van mij en die kan hij krijgen — dat we een stikstofwetprobleem hebben. Wij hebben onze doelen, daar waar we naartoe moeten, de reductie, zo onuitvoerbaar en onhaalbaar in een wet verankerd dat het gewoon heel moeilijk is om daaraan te kunnen voldoen. Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft ook al eerder gezegd: als je alles uit Nederland weghaalt, scheepvaart, huizen, mensen, vee, dan komen natuurgebieden nog in de rode zone, dan is er nog te veel stikstofdepositie. Dat heeft dan onder andere weer met de kritische depositiewaarde te maken. Maar ik vind in het algemeen dat we met z'n allen in deze wereld wel ietsje duurzamer mogen worden. Als je een reductie van CO2, stikstof of ammoniak kunt bereiken, dan is daar helemaal niets mis mee. Forum probeert het altijd zo te draaien alsof alle boeren vinden dat er geen stikstofprobleem is. Nou, ik kan u vertellen dat het grootste deel van de boeren zich zeer verantwoordelijk voelt voor het milieu. Zij voelen zich heel verantwoordelijk voor de bodem en voor de waterkwaliteit. Zij zijn echt bereid om stappen te nemen. Dat doen ze al decennia.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dat doen ze al decennia. We moeten hier dus niet het frame plaatsen dat de boeren dat ook allemaal niet vinden. Ik denk dat een deel van de achterban van Forum dat wél vindt, maar wij hebben altijd gezegd: we hebben een stikstofwetprobleem, en met verduurzaming an sich is niks mis.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Om daar toch even op door te gaan. U zegt: het is een juridisch probleem. Dat begrijp ik. Maar is het ook een natuurprobleem? Hoe kijkt u daartegen aan? Is het zo dat u zegt: als we niks zouden doen, staat de natuur op omvallen en kunnen we niet meer duurzaam boeren? In hoeverre is het ook een natuurprobleem? Dat is eigenlijk wat ik bedoel met "stikstofprobleem".

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Nou, dan gaan we de discussie weer herhalen; dat wil ik best doen.

De voorzitter:

Heel kort, want het gaat over het klappen van het landbouwakkoord. Het gaat niet over het stikstofprobleem.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Nou …

De voorzitter:

Er zit natuurlijk wel een relatie tussen, maar we gaan er niet een heel natuurtechnische discussie van maken.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Nou ja, een natuurtechnische discussie ... We gaan het nog weer eens opnieuw doen; we kunnen al die films achter elkaar zetten. De Europese Commissie draagt Nederland op om goed voor de natuur te zorgen. Alle lidstaten moeten goed voor de natuur zorgen. Dat is wat we moeten doen. We hebben laatst een technische briefing gekregen waarin de Ecologische Autoriteit, dus niet mevrouw Van der Plas, zegt: we moeten af van de focus op alleen maar stikstof; we moeten kijken wat er in de natuurgebieden precies aan de hand is, waar dat door komt en welke maatregelen daarop genomen moeten worden, en dan zorgen voor natuurherstel. Dat is wat ook de Ecologische Autoriteit zegt. Hier zijn we jarenlang bezig geweest met de focus op stikstof.

Ik heb er inderdaad grote twijfels over — dat heb ik ook gezegd in mijn inbreng — of het allemaal wel helpt als we die stikstof gaan reduceren en minder vee hebben. Er wordt gedacht: hupsakee, de helft van de veestapel weg, probleem opgelost, natuur gered. Nou, dat is nog maar de vraag. Dat hebben de ministers zelf ook toegegeven. Het is nog maar de vraag of dat überhaupt gaat helpen. En dan? Hoe ver zijn we dan?

De heer Van Houwelingen (FVD):

Een laatste concluderende vraag. Als ik u goed begrijp, zegt u: we zitten met die modellen en die wetten. Daar ben ik het helemaal mee eens. Maar de hamvraag is wat mij betreft dan de volgende: stel dat u hier de dictator zou zijn — ik maak u even dictator …

De voorzitter:

We hebben in Nederland geen dictators.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Nee, maar even als gedachte-experiment. Wat zou u dan zelf doen? Zou u iets doen? Wat zou u veranderen? Als u helemaal vrij mocht denken, wat zou uw aanpak dan zijn op dit moment?

De voorzitter:

Als u de minister-president zou zijn, denk ik.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Als ik de minister-president zou zijn, jeetje. Wat ik net al zei, is dat ik zou kijken naar beleid dat haalbaar, draagbaar en uitvoerbaar is. Ik zou ervoor zorgen dat een inkomen gegarandeerd is voor mensen die iets moeten veranderen. We hebben het er vorige week over gehad dat bakkerijbedrijven moeten gaan elektrificeren. Zij moeten elektrisch gaan bakken, terwijl het net vol zit. Ze kunnen helemaal niet omschakelen, maar ze krijgen wel een energiebelasting als straf. Ze willen het wel, maar ze kunnen het niet. Dat beleid zou ik veranderen. Ik zou beleid maken op basis van vertrouwen in plaats van wantrouwen, want dat is wat hier elke dag gebeurt: iemand doet iets niet goed, we maken wetten, dan blijkt dat het allemaal niet helpt en dan moet het allemaal weer anders.

De heer Boutkan (Volt):

Ik hoor heel veel wat niet kan. Nu komen we bij een stukje dat wel beter moet, zeker ook voor de jonge boer. Ik hoop dat mevrouw Van der Plas het voor die jonge boer ook heel erg vindt dat het landbouwakkoord geklapt is. Ik heb u hier al eerder over bevraagd. Er zijn afspraken mogelijk in de keten. De keten kan 20% van het verdienmodel van de boer verbeteren, stond op Follow the Money en in Europese wet- en regelgeving. Bent u daar dan wel voor?

De voorzitter:

Graag via de voorzitter.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Nou, ik heb altijd gezegd dat het mooi zou zijn als de keten daar ook aan bijdraagt. Maar wat nu wordt voorgesteld, het inrichten van een vleestaks, een zuiveltaks of een eiertaks die door de keten moet worden betaald, waardoor de consument meer voor zijn voedsel gaat betalen, daar ben ik niet voor. Er is nog een reden waarom ik daar niet voor ben. Los van het feit dat mensen nu al hun boodschappen niet kunnen doen, ben ik er niet voor omdat, zodra je een taks op vlees, zuivel en eieren gaat zetten, je het in dezelfde hoek drukt als alcohol en tabak. Dan komt het in de hoek "ongezond". Dat moeten we niet hebben. Als we die stap nemen, dan is de volgende stap maar heel klein. Daar ben ik gewoon tegen. Vlees, eieren en zuivel passen in een gebalanceerd voedingspatroon en die hoeven niet in een ongezonde hoek gedrukt te worden. Met een taks gaan we daar wel een beetje naartoe. Ik ben daar heel huiverig voor.

De heer Boutkan (Volt):

Even om het heel duidelijk te maken: het gaat niet om een vleesbelasting of een zuivelbelasting. Ik weet dat dat in De Telegraaf heeft gestaan, maar dat is niet het voorstel. Het gaat erom dat het mogelijk wordt om marges af te romen en aan de boer te geven, zodat die kan verduurzamen. Voor de jonge boeren zou dat echt een oplossing kunnen zijn. Ik zoek hier naar een oplossing, juist voor die jonge boeren, waarbij iedereen in de keten wat inlevert om te zorgen dat de boeren perspectief krijgen. Ik hoop na dit betoog over alles wat niet goed is en alles wat niet kan van mevrouw Van der Plas te horen dat we stappen gaan zetten naar wat voor de jonge boeren wél kan.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Laat ik vooropstellen dat ik het voor de jonge boeren inderdaad heel erg vind. De jonge boeren hebben die onzekerheid met dit landbouwakkoord, niet die 50-jarige boer die misschien over tien jaar of volgend jaar gaat stoppen. De jonge boeren weten totaal niet wat er de komende jaren gaat gebeuren en of ze überhaupt wel een inkomen hebben. Maar welke zekerheid hebben we dat de afgeroomde marges vanuit de keten naar de boer toe gaan? Weten wij of in ieder geval de kostprijs van het product van de Nederlandse boer door de supermarkten wordt betaald? Het is een inspanningsverplichting, maar het is geen resultaatsverplichting. "We gaan ons best doen om daarvoor te zorgen."

Stel dat het geregeld wordt en dat die minimale kostprijs wordt betaald en er een paar centen naar de boer gaan, wie houdt de supermarkten tegen om in Roemenië of Polen te gaan kopen? Dan kunnen we wel spreken over het Nederlandse product, maar de supermarkt is helemaal niet verplicht om een Nederlands product in te kopen. Dan zeggen ze: ja, mevrouw, we hebben de kostprijs betaald, maar dan wel aan die boer in Roemenië. Hebben we daar zekerheid over? Nee, daar hebben we geen enkele zekerheid over. Er is vrije handel in Europa. Supermarkten mogen kopen waar ze willen. Als het supermarkten te duur wordt, bestaat de kans dat ze gewoon ergens anders gaan kopen. De handelsverdragen waar D66 achter staat, maken het allemaal nog slechter, want goedkoop geproduceerd voedsel dat niet aan onze productiewijze voldoet, komt massaal deze kant op.

De heer Boutkan (Volt):

Dan zou ik mevrouw Van der Plas de motie over Mercosur nog een keer laten opzoeken. Daar staan wij namelijk ook onder, juist met dezelfde zorgen. Maar ik ga even terug naar het stukje over Europa en de vrije markt. Juist dat is de reden dat de Europese Commissie Europese wet- en regelgeving heeft voorgesteld om dit gezamenlijk te regelen. Duitsland is met tienduizenden boeren bezig om hiervoor pilots met jonge boeren op te zetten om te kijken naar zaken als: hoe kunnen we 30% van ons areaal biologisch maken en hoe kunnen we dat samen met andere Europese landen aanpakken en oplossen? Ik zou zo graag van mevrouw Van der Plas zien dat we, nu die instrumenten er zijn en nu we dit in Europa voor eens en altijd kunnen regelen voor de jonge boer, met elkaar kijken hoe we die slag gaan slaan, in plaats van dat we dit tegenhouden en zeggen dat die vrije markt niet werkt. Het laatste wat ik daaraan nog wil toevoegen is dat we natuurlijk ook nog de ACM hebben, die dit allemaal gewoon in de gaten houdt. Dit loopt via de ACM. Het is dus niet zo dat we daar straks geen controle op hebben.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

De heer Boutkan zegt precies wat mijn punt is: we zijn ermee bezig; we gaan kijken of dat gaat lukken. Maar wat gaan wij hier doen? Wij gaan de boeren nu al opleggen om alles te doen, niet alleen met het landbouwakkoord, maar ook met al het andere wat op hen afkomt. Ik noem de bufferzones langs sloten waar niet bemest mag worden. Dat is productiegrond en die wordt gewoon uit de productie gehaald. Je mag akkerranden leggen, maar wat je daarvoor krijgt? I don't know. Duurt dat de hele tijd? I don't know, weet ik niet. Hoeveel krijg je daarvoor, marktconform? Dat weten we niet. Stijgt het mee met de inflatie? Dat weten we niet. Dat gaan we allemaal nog bekijken. Dat is toch raar? Het is toch raar dat we hier nu allerlei dingen gaan doen en dat we dan zeggen: dan gaan we nog wel even kijken of het overal lukt? Dat is toch híér? Je moet toch eerst zorgen dat die randvoorwaarden in orde zijn en dat Europees geregeld is wat Nederlandse boeren wel of niet mogen? Een boer die in de Achterhoek woont, moet mest injecteren in de grond. 5 meter verderop gaat hij over de grens. Daar mogen ze gewoon bovengronds uitrijden. Zo zijn er zo veel regels waaraan andere boeren niet hoeven te voldoen. Dan gaan wij zeggen: nee, onze boeren moeten dat wel, want we willen koploper zijn, en dan gaan we nog wel kijken of die andere landen daarin meegaan. Eerst regelen dat er een gelijk speelveld is! Eerst regelen, Europees, gelijke monniken, gelijke kappen ...

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

... en geen bovenwettelijke regelgeving!

De voorzitter:

Ik dank u zeer.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan de heer Klaver, GroenLinks.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Ik zou mijn bijdrage er niet mee hoeven beginnen, maar ik doe het toch. Gisteren kwamen de beelden online waarin gegevens van collega's hier in de Kamer werden gedeeld. Ik wil hier zeggen: dat is onacceptabel. Dat is niet alleen een aanval op de persoon, het is een aanval op het ambt van Tweede Kamerlid. We gaan vandaag, hoop ik, een heel stevig debat met elkaar aan. We trekken elkaar hier spreekwoordelijk over het spreekgestoelte. Dat is hoe democratie werkt. Maar je blijft van onze collega's af. Je deelt geen gegevens, basta.

(Geroffel op de bankjes)

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. We spreken vandaag over het klappen van het landbouwakkoord. Dat doen we in ongeveer dezelfde week als waarin we vorig jaar hier stonden met minister Staghouwer om te praten over de perspectiefbrief. Kamerbreed werd hier toen gezegd: broddelwerk; doe het maar opnieuw. In de zomer ging hij het allemaal opnieuw schrijven. Toen ging de minister weg, en kregen we deze minister. Nu staan we hier met een landbouwakkoord. Mijn vraag zou echt zijn: hoeveel verder zijn we gekomen sinds die perspectiefbrief van Staghouwer? Het ging toen ook over ecosysteemdiensten. Het enige waarvan ik nu kan zien dat het is gebeurd, is dat er een bedrag aan is gekoppeld van ruim 500 miljoen. Maar op wat voor wijze wordt dat verdeeld? Hoe gaat dat precies naar die boeren toe? Hoe meten we of die ecosysteemdiensten dan ook echt werken? Daar is niet op geleverd.

Vorig jaar om deze tijd ging het over de vraag: hoe zorgen we ervoor dat we boeren een eerlijke prijs betalen? Van links tot rechts in deze Kamer waren we het erover eens dat je niet onder de kostprijs zou mogen verkopen. En zoals deze minister heeft gezegd, en de minister daarvoor, en de minister daarvoor, drie ChristenUnieministers: we gaan dit regelen. Wat is er eigenlijk in de tussentijd geregeld om te kijken wat we op dit punt wettelijk kunnen doen? Niks. Er zijn vage beloften in een akkoord dat hier nu ligt. Daarom snap ik wel dat er geen akkoord is gekomen. Wat ik niet snap, is dat hier zo lang, acht maanden, tijd aan is verspild. Waar zijn we in hemelsnaam mee bezig? Een jaar geleden stonden we hier en we zijn helemaal niks opgeschoten.

Ik lees hier de besluitenlijst van 5 december 2022: "Afspraak verwijderen: het ter discussie stellen of problematiseren van de kaders, feitelijke basis of gegeven aspecten, kan alleen als er ook een alternatief/perspectief wordt geboden." Er is door LTO en de andere organisaties helemaal niet gecommitteerd aan de doelen die op tafel lagen. Op herhaalde vragen van mijn collega Bromet hier aan de minister zei hij iedere keer: nee hoor, de doelen staan gewoon. Ja, voor het kabinet! Maar de gesprekspartners hebben zich daar helemaal niet aan gecommitteerd. Waar heb je dan acht maanden met elkaar over gesproken?

Het is onbegrijpelijk dat dit kabinet niet regeert. Ik richt me ook echt tot het CDA. Vorig jaar hebben jullie de fik gezet in de coalitie met een interview van een minister van Buitenlandse Zaken, nota bene, die zich ook partijleider noemt, waarin hij het beleid dat er ligt, onderuit schoffelt. Maar echt heronderhandelen willen jullie niet. Dat kunstje doen jullie nog een keer na het verliezen van de verkiezingen voor de Provinciale Staten. "Er moet heronderhandeld worden. We accepteren het niet. 2030 gaat niet gebeuren." Maar jullie doen niks! Het CDA blijft gewoon zitten. Het gijzelt dit kabinet en, veel erger, het gijzelt dit land. Bouwprojecten kunnen niet doorgaan. Wegen kunnen niet worden aangelegd. Ik zie CDA-gedupeerden erover klagen dat het toch godgeklaagd is dat deze projecten niet doorgaan. Wat wil het CDA? Waarom laat de coalitie zich zo gijzelen?

Meneer De Groot, u bent nooit te beroerd om boeren de maat te nemen, om ergens in een interview uit te halen naar hoe verschrikkelijk het allemaal wel niet is met die boeren. Wanneer houdt u uw collega's eens aan de afspraken uit het regeerakkoord? U laat ze ermee wegkomen.

Voorzitter, tot slot, want ik ben door mijn tijd heen. Dat is ook precies de reden waarom de coalitie niet wil dat we gewoon even wachten, zoals dat hoort in een democratie, op alle informatie die we nodig hebben om een goed debat met elkaar te voeren. Jullie zien dit als een debatje waar we even snel doorheen moeten, als een hinderlijke onderbreking van de problemen in de coalitie. Een normale coalitie zou nu gewoon wachten op alle informatie die er is. Maar jullie zijn alleen maar bezig om dit kabinet in de benen te houden en niet om dit land te besturen. Dat is kwalijk.

Dank u wel.

De voorzitter:

Er is een interruptie van de heer Bisschop van de SGP.

De heer Bisschop (SGP):

Ik wil collega Klaver graag wat extra spreektijd gunnen. Hij houdt een gloedvol en helder betoog. Maar het commentaar van het Planbureau voor de Leefomgeving is ook helder, namelijk dat de in het regeerakkoord gestelde doelen, waar de sector aan gehouden zal moeten worden in die zeven jaar, absoluut volstrekt onhaalbaar zijn. Welke conclusie trekt de heer Klaver daar dan uit? Houdt hij vast aan het coalitieakkoord, dat de heer Klaver niet heeft ondertekend, door dat als uitgangspunt te nemen? Of is de heer Klaver bereid om in overleg met de sector te bekijken wat een reëel tijdpad is?

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik heb van alle documenten dat PBL-document met de meeste interesse gelezen. Zoals wel meer mensen hier heb ik ook ervaring met het inleveren van huiswerk bij een van de planbureaus. Als je het zo terugkrijgt, komt het schaamrood bij mij in ieder geval altijd op de kaken. Ik heb het ook weleens zo teruggekregen. Het PBL zegt volgens mij vooral dat de maatregelen niet concreet genoeg zijn om aan de doelen te voldoen. Het PBL zegt dus niet dat het onmogelijk is, maar dat we met voldoende maatregelen moeten komen om ze te halen. De maatregelen die zijn afgesproken, zijn te vaag. Ik kan dus ook niet zeggen dat het niet voldoende is, maar ze zijn zo vaag geformuleerd dat die planbureaus helemaal niet kunnen berekenen of de doelstellingen wel gehaald worden. Dat bedoelde ik. Daarom ben ik ook zo kritisch, want in die zin zijn we geen steek verder dan een jaar geleden. Toen was het ook allemaal vaag. Het moet juist concreter worden. Wat ik heel graag zou willen ... Uit gesprekken die ik met boeren voer, blijkt dat zij zeggen: laat het kabinet en de politiek alsjeblieft helder zijn, zelfs als het iets is wat ze niet zouden willen. Geef aan wat het is, ook als de consequenties erg zijn. Regel dat op een goede en sociale manier. Maar deze onzekerheid is het slechtste van twee werelden.

De heer Bisschop (SGP):

Ik ben het ermee eens dat het te vaag blijft en dat dit ook een punt van kritiek is. Maar de kritiek gaat verder. Het is niet alleen te vaag, maar gezien de ambities is het ook onhaalbaar. Ik wil graag weten van collega Klaver welke conclusies hij daar dan aan verbindt, ook in relatie tot het coalitieakkoord, dat daartoe dwingt als een keurslijf waar geen millimeter van afgeweken mag worden.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik kom zo op het regeerakkoord. Dat heb ik inderdaad niet ondertekend, het CDA wel. Maar ik wil even naar een aantal andere zaken verwijzen, omdat er wordt gesproken over een ambitie. Een ambitie zou je kunnen zien als iets wat je zelf hebt bedacht of wat puur uit je ideologie komt, wat D66 zou hebben bedacht in zo'n regeerakkoord. Maar we hebben hier bijvoorbeeld te maken met de Kaderrichtlijn Water, waarvan we de doelen alweer in 2027 moeten hebben gehaald. We hebben te maken met de Habitatrichtlijn. Daar hebben we ons aan te houden. We hebben in het Akkoord van Parijs de afspraak gemaakt om de CO2-uitstoot te verminderen. Ook daar ligt een enorme opgave voor de landbouw. Dat allemaal bij elkaar opgeteld, leidt ertoe dat er een doelstelling is opgeschreven in het regeerakkoord waar ik nog steeds vol achter sta. Weet u wat ik nou het kwalijke vind? Dat zie ik ook met klimaatverandering gebeuren. Ik zie dat hoe langer je wacht, het steeds moeilijker wordt om die doelen te halen. Met iedere maand dat we wachten wordt het ingrijpen in die sector harder, en dat wil ik niet. Dus hoe eerder we besluiten nemen, hoe beter we dit kunnen doen, ook met alle begrip voor de boeren. Dan kunnen we dit op een sociale manier gaan doen. Maar als we wachten, dan wordt het snoeihard. Ik wil het niet, maar voor mij staat als een paal boven water: die doelstelling van 2030, die staat.

De heer Bisschop (SGP):

Ik vind dit te makkelijk. Het is alsof het ons overkomt, alsof hier geen politieke keuzes onder liggen. Hier liggen politieke keuzes onder. Er zijn ook meerdere wegen die naar Rome leiden, om eventjes in mijn stijl te blijven. De vraag is: zijn we bereid om die te onderzoeken en die wegen te benutten? Dat is mijn reactie. Maar we hebben maar zeven of zes interrupties. Of waren het er acht, voorzitter?

De voorzitter:

Zes. Zes aan elkaar.

De heer Klaver (GroenLinks):

Er wordt al 30 jaar naar alternatieven gekeken. We weten al 30 jaar dat we op een muur afrijden, dat de landbouw zoals die op dit moment is vormgeven, niet houdbaar is en dat je die moet veranderen. We weten sinds de uitspraak van de Raad van State in 2019 dat er echt iets moet gebeuren. Zelfs partijen die dat eerder niet wilden, hebben gezegd: ho, hier is een probleem; hier moeten we plannen op maken. Je ziet dat er sinds 2019 eigenlijk bijzonder weinig is gebeurd. Iedere keer als het echt concreet wordt, dan worden er toch altijd weer beloftes gedaan die niet zijn waar te maken. Dan wordt er toch gezegd: alle PAS-melders moeten zo snel mogelijk allemaal gelegaliseerd worden. Jongens, zonder stevige aanpak gaat het niet gebeuren. Er worden beloftes gedaan dat de hele uitkoop van boeren vrijwillig is. Wat mij betreft is dat ook zo. Ik ben er helemaal niet op uit om mensen verplicht uit te kopen, maar met alleen vrijwilligheid ga je er waarschijnlijk niet komen. Maar die beloftes worden wel voortdurend gedaan. Daarmee schep je de verkeerde verwachtingen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Klaver. Dan geef ik het woord aan mevrouw Kuiken, PvdA.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter. Onze manier van boeren moet veranderen. Alleen zo kunnen we de natuur herstellen, kunnen we voldoende woningen bouwen. Alleen zo worden lucht en water schoner en gezonder. We weten al jaren dat de huidige situatie onhoudbaar is. En al jaren schuift ook dit kabinet een oplossing voor zich uit.

Voorzitter. Het landbouwakkoord was gedoemd te mislukken. Radicale veehouders en grote agrobelangen gijzelen al jaren ons land. Er lag een goudgerand aanbod: 14 miljard aan subsidies en stoppersregelingen en nog eens 10 miljard voor natuurbeheer. Bioboeren en jonge boeren wilden meedoen. Zij snappen dat niets doen uiteindelijk ook de doodsteek is voor hun bedrijf en niet meer past bij wat ons land nodig heeft. Maar LTO koos wederom de kant van het grote geld en de grote vervuilers en veegde de miljarden van tafel. De minister zal heus zijn best hebben gedaan, maar vooraf was duidelijk dat het zou mislukken. Ik vraag de minister dan ook waarom er niet nu al een alternatief plan ligt, dat wij en Remkes wilden en waar wij om vroegen. Iedere dag dat we een oplossing voor ons uit schuiven, zit Nederland langer in een economische lockdown. Dan worden er geen woningen gebouwd in de Stichtse Vecht. Dan komt de rondweg in Mariënheem er niet.

Voorzitter. Het is nu wel een keer klaar. De tijd van aanmodderen is voorbij. Het is tijd voor daadkracht. Daarom stel ik de volgende concrete vragen aan de minister. Komt hij deze zomer nog met een pakket dat genoeg doet voor klimaat, natuur en woningbouw, niet alleen op de lange maar ook op de korte termijn? Steunt het volledige kabinet voorstellen als een stoffenbalans en een graslandnorm van ten minste 0,35, terwijl het PBL en het ibo om meer vroegen? Kiest het kabinet voor "de vervuiler betaalt", met duidelijke en afrekenbare normen en boetes op vervuiling? Als we daarvoor kiezen, kan er minder geld naar riante uitkoopregelingen en subsidies. Ja, natuurlijk verdienen boeren perspectief op een goede boterham, maar het mag best een miljardje minder. Het geld dat we overhouden, kunnen we investeren in natuur, woningbouw en openbaar vervoer. Is de minister bereid om hiernaar te kijken?

Voorzitter. Het is ook belangrijk dat banken en veevoeders bijdragen. Zij zijn namelijk rijk geworden bij het veroorzaken van dit probleem. Ze willen nu nog steeds rijk worden bij het bijdragen aan de oplossing. Dat vind ik onacceptabel. Ik wil dat ze daaraan meebetalen. Gaat de minister daar oprecht werk van maken?

Voorzitter. Ik ga richting een afronding. Er is een toekomst voor de Nederlandse landbouw, maar niet op dezelfde schaal. Dat is het eerlijke verhaal. De Nederlandse landbouw zal met minder massaproductie en minder vervuiling zijn en niet langer dichtbij kwetsbare natuur. Dat kan alleen als dit kabinet keuzes durft te maken. Daarom zeg ik ook tegen deze ministers: doe waarvoor u bent aangesteld en maak die keuzes, want de tijd van overleg en polderen is voorbij.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Kuiken. Dan geef ik het woord aan de heer Tjeerd de Groot, D66.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Voorzitter. In de eerste plaats moet mij van het hart dat het natuurlijk absoluut niet kan dat telefoonnummers van collega's op internet worden gezet. Dat is gewoon not done. Dat moeten we met elkaar afkeuren, want dit gaat over ons allemaal.

Dan de vraag waarom we hier staan. Gisteren werden we weer opgeschrikt door de mededeling dat het met vijftien van de zestien natuurgebieden in Brabant slecht gaat. We kennen het voorbeeld van de Peel. We kennen de oer-Hollandse eikenbossen, die er sinds de ijstijden staan, maar deze tijd niet overleven. Daarom staan we hier. We staan hier ook omdat een derde van de boeren onder de armoedegrens zit. Maar als je naar de Quote 500 kijkt, dan zie je dat drie op de tien in de Quote 500 in de agrisector, in de retail of in de voedselverwerkende industrie zitten. Dat klopt niet. Dat betekent dat de boer de dupe is van ons voedselsysteem, maar óók de natuur. Daarom is een landbouwakkoord belangrijk.

Voorzitter. Dat gezegd hebbend: D66 heeft ook altijd gezegd dat een landbouwakkoord niet betekent dat je blijft praten totdat de landbouw akkoord is. D66 heeft tijdens de begrotingsbehandelingen ook gewaarschuwd: "Beste minister, denk er nou aan dat als je gaat praten met koepels van brancheverenigingen en vertegenwoordigers van de primaire landbouw, je eigenlijk partijen aan tafel hebt waar je heel moeilijk een deal mee kunt sluiten. Hun achterban is namelijk verdeeld of loopt weg, of ze kunnen hun achterban niet binden. Pas ook op met hele verre doeleinden, zoals 2040. Pas op met de mythe van het Europese gelijke speelveld. Dat kunnen we wel doen, maar dan gaan we ook de 6 miljard euro in rekening brengen die ons voedselsysteem op dit moment nog aan schade veroorzaakt. Kijk ook uit voor het idee dat je moet blijven subsidiëren omdat iets een publieke dienst is." Ondanks die kritiek is D66 positief over wat er nu lag en over het feit dat het bijna zou zijn gelukt. Alle hulde aan deze minister en alle welwillende partijen die niet zijn weggelopen, die zijn blijven zitten omdat er echt iets te halen viel.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik hoorde de retorische vraag: waarom staan we hier? We staan hier omdat de coalitie en dit kabinet er een potje van hebben gemaakt. Ik zou hier niet willen staan. Vier jaar na de uitspraak van de Raad van State zou er nu namelijk gewoon beleid moeten worden uitgevoerd. We zouden het niet moeten hebben over "we zijn er bijna". Het probleem waardoor we hier staan, is dat dit kabinet geen echte keuzes durft te maken. De enige die in deze Kamer ooit echt iets heeft voorgelegd, was minister Van der Wal. Die is toen door de hele coalitie — u bent er ook niet voor gaan liggen — terug naar huis gestuurd. Dat is waarom we hier staan. Wanneer gaat D66 nu echt eens doorpakken? Wanneer gaat het niet alleen in de krant een grote mond geven richting boeren en het agro-industrieel complex, maar stevig doorpakken richting de coalitiepartijen die hier de echte veranderingen tegenhouden?

De heer Tjeerd de Groot (D66):

De heer Klaver zei net iets over wat D66 gezegd zou hebben. Dat is een manier van debatteren waar ik niet zo van hou. De heer Klaver zei dat D66 keer op keer boeren de maat neemt. Dat is gewoon niet waar. Ik zeg keer op keer: boeren hebben niets verkeerd gedaan. We zullen het systeem moeten veranderen waarbinnen ze opereren, want dat systeem veroorzaakt schade. Dat is mijn antwoord op de vraag van de heer Klaver. Als hij suggereert dat er niets is gebeurd, heeft hij gewoon niet opgelet, want er staat een piekbelastersregeling open. Het kabinet is gewoon doorgegaan. Er zijn regelingen in Brussel goedgekeurd. Provincies werken ondertussen gewoon door. De suggestie dat er helemaal niks gebeurt, werp ik dus echt ver van me.

De voorzitter:

Ik kijk nog even naar de heer Klaver.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Ja, hij pakt er even zijn briefje bij.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ja, want ik baseer mij wel graag op de feiten. De N35 Wijthmen-Nijverdal gaat niet door. De A9 Rottepolderplein, de A58 Breda-Zwolle … Ik kan zo nog wel even doorgaan met een hele lijst. Dat zijn allemaal projecten die hier niet doorgaan vanwege het stikstofprobleem. Wat dit kabinet en deze coalitiepartijen altijd willen, zijn schouderklopjes omdat ze weer eens wat hebben gedaan. Ja, natuurlijk is er een regeling gekomen. Het is niet de eerste stoppersregeling, hè? De afgelopen jaren zijn er al honderden miljoenen gestopt in het laten stoppen van bedrijven. Dat heeft niet geleid tot het oplossen van het stikstofprobleem. Dat heeft er niet toe geleid dat de vergunningverlening in dit land weer op orde komt. Ik spreek wanhopige bouwbedrijven die zeggen: we weten niet meer hoe wij het hier vol moeten houden; wij gaan straks mensen ontslaan. Dát is de realiteit hier. Daarom mijn vraag: wanneer gaat D66 zijn coalitiepartners nou eindelijk eens houden aan het regeerakkoord? Wanneer komt de dag dat u zegt "tot hier en niet verder" en dat u niet weer met een of ander vaag verhaal komt over "na de zomer; we waren er bijna"? Ik weet niet welk stuk u heeft gelezen, maar we waren er nog lang niet.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

De heer Klaver neemt de fileberichten erbij, maar ik vind dit jammer. We gaan het hier over een landbouwakkoord hebben. Dat is een inhoudelijk debat, maar dan komt de heer Klaver en dan weet je eigenlijk van tevoren alweer wat het verhaal zal zijn: het kabinet moet opstappen; het kabinet functioneert niet. Laten we gewoon een inhoudelijk debat voeren. Dat doen we met collega Bromet altijd wel, maar als de heer Klaver komt, is de eerste vraag eigenlijk: wanneer gaat dit kabinet iets doen? Dat blijkt dan helemaal niet te kloppen en dan komen er wat details bij. Ik vind dat eigenlijk wel zonde.

De heer Klaver (GroenLinks):

En wat is het antwoord op mijn vraag?

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Ik zie de heer Klaver hier constant een hele grote broek aantrekken, echt een hele grote morele broek: het moet allemaal anders. In de Kamer staan we ook aan dezelfde kant: we zijn het erover eens dat de natuur en het water beter moeten worden. Ik zeg daarbij dat er wel degelijk wat gebeurt, maar als ik dan zie waar GroenLinks in de provincie, waar je ook allerlei zaken van het slot moet krijgen in de uitvoering, mee akkoord gaat, slaat de schrik mij toch een beetje om het hart. Dan lees ik teksten zoals: "De Ecologische Autoriteit is richtinggevend, niet leidend." Dat zegt GroenLinks, hè? "De Ecologische Autoriteit kunnen we naast ons neerleggen." Dat is wat er staat. Dat gaat over de beroemde discussie over 2035. De heer Klaver doet hier dus een enorm grote broek aan, maar in de provincies loopt het dun door de broek.

De heer Klaver (GroenLinks):

Wat is het antwoord op mijn vraag? Ik heb een vraag gesteld. De heer De Groot heeft van alles bedacht en begint mij van alles te verwijten. Ik ben daar niet per se van onder de indruk, maar ik wil gewoon een antwoord op mijn vraag.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Die heb ik beantwoord: ga aan de slag in de provincie, hou je gewoon eens aan de wet en wees in de provincie eens een keer net zo stoer als u hier bent. Ga gewoon aan de slag. U staat daar zelf aan de knoppen; veel succes.

De heer Klaver (GroenLinks):

Dit is geen antwoord op mijn vraag. Eén: die provincies houden zich aan de wet, want er staat 2035 in de wet. Als we graag willen dat dat 2030 wordt, moet de wet hier dus worden aangepast. Weet u wat het mooie is? Dat staat in het coalitieakkoord. Ik stelde u één vraag en het zou u sieren als ik daar gewoon een antwoord op krijg: wanneer gaat u de andere coalitiepartijen houden aan de afspraken die zijn gemaakt in het regeerakkoord? Dat is de concrete vraag en ik ga ervan uit dat dit niet allemaal interrupties zijn.

De voorzitter:

Nou, het zijn wel interrupties, meneer Klaver. Dit hoort ook bij het debat.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Het wordt nu echt vermakelijk. Het wordt nu echt vermakelijk, want de heer Klaver past een retorisch trucje toe.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik stel een vraag!

De heer Tjeerd de Groot (D66):

De heer Klaver praat door mij heen. Zal ik het even afmaken?

De voorzitter:

De heer De Groot is aan het woord.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

De heer Klaver past een retorisch trucje toe: "We houden ons aan de wet." In de wet staat inderdaad 2035. En dan vraagt hij D66 of we ons aan het coalitieakkoord houden, terwijl die provincies op 10 juni 2022 per provincie een reductieopgave hebben gekregen, uit te werken door partijen als GroenLinks, die dit nu naast zich neerleggen. Dat is de opgave die gebaseerd is op het coalitieakkoord. Daar houden wij de coalitie, de regering, aan, maar het zou GroenLinks echt sieren als het niet meegaat in die spelletjes en als het in de provincie niet gewoon aan de leiband loopt van BBB of weet ik veel wat. Dat is echt zonde.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik krijg geen antwoord op mijn vraag. Ik stel gewoon een heel simpele vraag aan de heer De Groot, maar die begint hier om zich heen te meppen op een wijze waarvan ik denk: waar ben je mee bezig, joh? Dit is precies wat ik schetste. Dit is de modus operandi van de heer De Groot: ruziemaken met Jan en alleman, maar geen antwoord geven op een normale vraag. Dat antwoord gaat er ook niet komen, want hij gaat zijn coalitiepartners helemaal niet houden aan de deadline van 2030, dus dat die er wel moet blijven en dat hierover afspraken zijn gemaakt in het regeerakkoord. Dat laat hij allemaal passeren, want hij wil het kabinet in het zadel houden. Maar vervolgens neemt hij ons wel allemaal de maat. U doet maar, meneer De Groot. Ik stel u een vraag. Ik krijg geen antwoord. Dat is veelbetekenend. U laat zich gijzelen door het CDA en daarom komen we geen stap verder. Dit land loopt vast en u blijft maar roeptoeteren wat u wil, maar we komen er geen steek verder mee.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Ik heb niet echt een vraag gehoord. Ik hoor alleen een conclusie en nu komt de heer Klaver weer terug.

(Hilariteit)

De voorzitter:

Ik denk dat dit een mooi natuurlijk moment is om even ...

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik hou van het politieke debat, maar dit is cabaret.

Mevrouw Akerboom (PvdD):

Ik hoorde de heer De Groot net zeggen dat hij positief is over wat er nu ligt, over dat vage landbouwakkoord. Ik ga nu door met de inhoud. We kregen net een documentje met acht punten waarmee het kabinet LTO tegemoet wilde komen. Daar wordt bijvoorbeeld in gezegd dat er toch weer een alternatief wordt gezocht voor de gve-norm. Wil D66 niet al jaren dat die gve-norm, de grondgebondenheid, eindelijk een keer wordt gedefinieerd? D66 is een groot voorstander van kringlooplandbouw. Dit is dan toch allemaal drie keer niks? Hoe kunt u daar nou positief over zijn?

De voorzitter:

Graag via de voorzitter! De heer De Groot.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Het is fijn dat dit een inhoudelijke vraag is. De gve-norm die in dat document stond, heeft nauwelijks effect. Die kan ook een negatief effect hebben, namelijk dat je de productie per koe ontzettend gaat opvoeren. Dat willen we dus niet. Mevrouw Akerboom, u staat ook voor dierenwelzijn. Je zult echt moeten voorkomen dat je met maatregelen komt die in de eerste plaats nauwelijks effect hebben, alleen regionaal, en die in de tweede plaats eigenlijk nadelig zijn voor het dierenwelzijn. Wij zijn daar dus net als u kritisch over.

Mevrouw Akerboom (PvdD):

Ik ken de heer De Groot inderdaad als een veel ambitieuzer voorvechter van echte kringlooplandbouw. Hij strijdt mee voor dierwaardigheid. In het landbouwakkoord staat letterlijk dat kringloopbouw zo klein als mogelijk en zo groot als nodig moet zijn. Dat laat dus gewoon alles open. Over dierwaardigheid staat er niet dat er minder dieren moeten zijn. Nee, er staat over kippenhouders letterlijk: elk bedrijf gaat met het vergunde aantal kippen naar het convenant dierwaardige veehouderij. Dat is onbestaanbaar, want die bedrijven hebben soms 220.000 tot 250.000 vleeskuikens! Kunnen we erop rekenen dat D66 zich in gaat zetten voor een veel strengere, stevigere en duidelijkere toekomstvisie, voor een landbouwperspectief dat gewoon doet wat nodig is voor dieren, natuur en klimaat?

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Het kan natuurlijk niet zo zijn dat je nauwelijks hoeft in te grijpen als je een systeem wilt veranderen naar een dierwaardig systeem. Er staan dingen in het landbouwakkoord waarvan ik ook denk: dat gaat het gewoon niet worden en dat wekt valse verwachtingen. Gelukkig is het landbouwakkoord ook realistisch over de totale omvang van de veestapel. Ik zie het ook als winst dat er toch staat dat ze uitgaan van 30% minder vee. Dat is ook al goed. Tegelijkertijd moet je ervoor zorgen dat boeren die doorgaan, dat wel op een dierwaardige manier kunnen doen. Je moet dan niet altijd per se gaan kijken of dat binnen de bestaande vergunning kan. Die moet je dan ook aanpassen.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik probeerde wijs te worden uit het debat tussen de heer Klaver en de heer De Groot. Het gekke is dat de heer De Groot aan de ene kant zegt dat hij de suggestie dat er helemaal niks gebeurt, verre van zich werpt en dat hij aan de andere kant tegelijkertijd zegt — en daar was ik heel erg mee eens — dat een op de drie boeren nu onder de armoedegrens zit. Ik zou graag het volgende van de heer De Groot willen weten. Er ligt toch werkelijk helemaal niks qua verdienmodel om ervoor te zorgen dat boeren op een duurzame manier kunnen gaan produceren?

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Daar zal ik in de tweede helft van mijn betoog nog wat over zeggen, maar ik kan dat nu ook doen. Het gaat erover dat is afgesproken dat de verwerkende industrie een niet-vrijblijvende bijdrage gaat leveren. Dat is eigenlijk nauwelijks geïnstrumenteerd. Dat is ontzettend jammer. Er is wel een duurzaamheidscertificaat gekomen. Maar je kunt ook weer de vraag stellen hoe duurzaam dat is, want dat lijkt een beetje op een coup van de blauwe grootgrutter, die een eigen merk heeft bedacht met iets van duurzaamheid en dat nu wil uitrollen over de rest van de sector. Daar moeten we buitengewoon kritisch over zijn. Dus ja, het landbouwakkoord is op dat punt ook onvoldoende concreet.

Mevrouw Beckerman (SP):

Hier begint en eindigt toch het debat? We stonden hier vorig jaar op 23 juni. Toen hadden we een perspectiefbrief die geen perspectief bood. We hebben nu toch geen "ontzettend jammer dat er geen perspectief in zit"? Dat kan toch niet? We kunnen toch niet een jaar later zeggen: och, nou dat is toch jammer, wéér geen perspectief? "Ontzettend jammer" is toch niet de manier waarop we dit kunnen definiëren? Het is toch een schandaal dat een op de drie boeren onder de armoedegrens zit en dat het kabinet niet het begin van een antwoord heeft om ervoor te zorgen dat je op een duurzame manier kunt boeren en daaraan kunt verdienen? Dat kunnen we toch niet afdoen als: ach, ontzettend jammer, weer een jaar later?

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Dank voor deze vraag, want het is natuurlijk meer. Er liggen wel degelijk elementen in het landbouwakkoord waarmee je echt verder kunt. Het is ook wat waard om met elkaar om die tafel te hebben gezeten en om een gevoel te krijgen voor hoe je verder kan. Maar ik ben het ermee eens dat het buitengewoon teleurstellend is. Er hadden op 10 juni 2022 twee dingen moeten liggen. Het eerste is gewoon de opgave voor elke provincie voor de stikstofreductie, gebaseerd op het coalitieakkoord, zeg ik er nog maar eens bij. In de tweede plaats had daar die visie op de toekomst van de landbouw moeten liggen — die ligt er niet — want dan was het ook voor boeren veel evenwichtiger geweest en beter te dragen. Maar we zitten nu eenmaal in deze situatie en daarom lijkt het goed dat het kabinet het nu gewoon zelf gaat doen deze zomer.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

De heer De Groot zegt "we zitten nu eenmaal in deze situatie" alsof het een natuurverschijnsel is. Maar we zitten in deze situatie omdat er politiek voor gekozen is om niet al een plan B klaar te hebben liggen en om te lang te blijven polderen, met welke goede bedoelingen dan ook. De heer De Groot en zijn partij hebben een hele heldere visie op waar zij vinden dat het naartoe moet. Dus het moment is nu gekomen dat het kabinet ook ergens toe moet komen. Ik rond af, voorzitter. Gelijktijdig staan dit kabinet en D66 stilstand toe, omdat zij niet alleen gegijzeld worden de LTO, maar ook door de krachten binnen het kabinet, gevoerd door het CDA. Kunnen we er nu op vertrouwen dat er voor het einde van de zomer een pakket ligt waaronder de hele coalitie een handtekening heeft gezet?

De heer Tjeerd de Groot (D66):

De suggestie van stilstand deel ik dus niet. Nogmaals, er is wel degelijk wat gebeurd. Gaat het te langzaam? Ja, absoluut. Het verzoek van D66 aan dit kabinet — ik zou dat breder willen trekken dan alleen de minister van Landbouw — is om inderdaad deze zomer dit pakket te maken, want we zullen die doelen op het gebied van natuur, klimaat en schoon water wel moeten gaan halen, en we zullen de boeren perspectief moeten gaan bieden.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Helder. Dus ook D66 zal het niet accepteren als er niet voor het eind van deze zomer een pakket ligt waaronder de hele coalitie een handtekening heeft gezet?

De heer Tjeerd de Groot (D66):

De coalitie zet een handtekening onder een coalitieakkoord. Dat is ook wat we in de hand hebben als we het met het kabinet hebben over of daaraan voldoende uitvoering wordt gegeven.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

D66 heeft een heldere visie. De heer De Groot loopt voorop in deze discussie. Tegelijkertijd zien we dat het komen tot een akkoord, tot een perspectief op de landbouw, niet alleen gegijzeld wordt door de agrosector, LTO en radicale boeren, maar ook door een geradicaliseerd CDA dat niet weet welke kant het op moet. Ik wil dus gewoon heel helder weten: vindt D66 dat het kabinet voor het einde van de zomer met een akkoord, een pakket, moet zijn gekomen waar de hele coalitie een handtekening onder heeft gezet? Het antwoord kan heel simpel zijn: ja of nee.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Coalitiepartijen zetten geen handtekeningen, behalve onder het coalitieakkoord. Dus ik zou dat toch nog eens even nazoeken als ik mevrouw Kuiken was. En ik vind haar kwalificaties over coalitiepartners ook niet terecht.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik kan niet anders concluderen dan dat de heer De Groot wel goed is in grote woorden, maar dat als wij voor het land, voor de boeren, voor de natuur en voor de woningbouw heel helder willen hebben waar we aan toe zijn als het gaat over de positie van D66, hij niet thuis geeft. Dat vind ik jammer.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Ik hoor ook hier geen vraag.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

De heer De Groot vindt de kwalificatie van coalitiepartners niet oké, maar ik vind het niet oké dat de heer De Groot hier, in deze zaal, zegt dat GroenLinks in de provincie aan de leiband loopt van BBB. Ten eerste: BBB is mede dankzij de uitstekende campagne die de heer De Groot op Twitter heeft gevoerd groot geworden. Hij was de beste campagneleider die we hadden, kan ik u vertellen. D66 heeft zelf van tevoren gezegd dat BBB uitgesloten zou worden en dat het er niet mee kon samenwerken. In een volkomen democratisch proces met lange gesprekken die weken hebben geduurd, hebben we in sommige provincies, niet alle, een akkoord gemaakt waar ook GroenLinks en/of de PvdA bij betrokken was. Ik vind het niet kunnen dat hier een volksvertegenwoordiger zegt dat een partij aan de leiband loopt van een andere partij. Ik vraag de heer De Groot om dat terug te nemen en daarvoor zijn excuses aan te bieden, niet persoonlijk aan mij, maar aan de democratie. Want het is een democratisch proces geweest en niemand loopt aan onze leiband, en andersom ook niet.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Wij hebben BBB nooit uitgesloten, maar ik wil BBB wel een compliment geven. Wat ik goed vind, is dat BBB in heel veel provincies toch ook de wet volgt. Er zit wel een beetje een trucje in, maar ik zie BBB toch echt ook onze natuur gaan beschermen. Dat vind ik echt wat waard. Ik noem bijvoorbeeld Zuid-Holland. Ik las dat daar 3.200 ha landbouwgrond in natuurgrond wordt omgezet. Dus ik wil echt ook een compliment geven aan BBB voor haar inzet in de provincie.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik neem daar geen genoegen mee. De heer De Groot neemt hier een hele vervelende U-bocht. Hij beschuldigt een partij, een democratisch gekozen partij als GroenLinks, een democratisch gekozen partij als BBB. In een democratisch proces onderhandel je en doe je over en weer concessies. Zo gaat dat in de politiek. De heer De Groot verwijt GroenLinks dat het aan de leiband loopt van BBB. Ik vraag hem om dat terug te nemen en daarvoor excuses aan te bieden, hier op deze plek. Hij hoeft onze coalitieakkoorden niet te gaan analyseren. Daar vraag ik helemaal niet om. Ik vind gewoon dat het niet kan. De heer De Groot is altijd de eerste die roept "neem afstand van dit" en "neem afstand van dat", "dit mag je niet zeggen" en "dat mag je niet zeggen". Laat ik dat nou een keertje bij D66 doen. Laat ik D66 een keer een opdrachtje geven. Ik vind het gewoon schandalig wat hier over GroenLinks en BBB wordt gezegd.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Dat is voor uw rekening. Ik vind het goed dat u concessies heeft gedaan. Ik ben wel kritischer op de concessies van GroenLinks. We hebben nu eenmaal een coalitieakkoord. GroenLinks gaat naar 2035. Ik heb daar wel een kwalificatie voor. Ik vind deze concessie echt zonde, want die gaat ten koste van de natuur. D66 is een partij die voor de natuur staat. Maar nogmaals, complimenten dat ook in Zuid-Holland landbouwgrond wordt omgezet in natuur. Hartstikke goed!

Mevrouw Van der Plas (BBB):

De heer De Groot doet zich met deze antwoorden meer kwaad dan goed. Daar laat ik het dan maar bij. Ik neem daar genoegen mee. Hij schiet zichzelf op deze manier in de voet.

Ik heb nog een vraag. De heer De Groot zegt dat hij nog nooit iets slechts over boeren heeft gezegd en dat hij altijd over het systeem heeft gesproken. De heer De Groot moet misschien eens even aan de boeren vragen hoeveel pijn en ellende ze hebben gehad van de uitspraken van de heer De Groot over de boeren. Ik noem er een paar. "Koeien zijn permanent ziek." Dat bleek niet waar te zijn. Dat moest hij terugnemen. "Wormenstress." Hij deed oproepen om foto's te maken van gele velden waar glyfosaat gespoten was, en die op te sturen naar het ministerie. "De intensieve veehouderij moet weg." 95% van onze gangbare boeren. De heer De Groot bedoelt daar de bio-industrie mee. Dat ging destijds over kippen en varkens. Die zag de heer De Groot graag verdwijnen. Maar toen de heer De Groot merkte dat de ammoniakuitstoot helemaal niet zo veel van de kippen en varkens kwam, maar van de koeien, kon hij niet meer terug. Hij heeft min of meer gezegd dat daar geen plek meer voor is in Nederland. Dan heb je het niet over een systeem, maar over mensen. Die mensen moeten weg. Hoe kan de heer De Groot dus zeggen dat hij nog nooit iets slechts heeft gezegd over boeren en dat hij het alleen maar over het systeem heeft gehad? Daar zijn alle boeren in Nederland het volstrekt mee oneens, en heel veel burgers trouwens ook.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

D66 heeft een visie op de toekomst van de landbouw die er juist voor zorgt dat boeren boer kunnen blijven. U komt op voor de belangen van de boeren.

De voorzitter:

Graag via de voorzitter.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Mevrouw Van der Plas doet dat op een andere manier dan D66. We zijn het daar inhoudelijk niet over eens. In de visie van D66 komt BBB op voor iedereen die verdient aan een boer, dus alle mensen die in de Quote 500 staan. Daarom is die armoede ook zo groot. Dat vind ik zonde. D66 wil dat boeren weer boer kunnen zijn. Zo proberen we er uiteindelijk aan allebei de kanten met een visie voor te zorgen dat boeren kunnen blijven. Maar het effect van de visie van BBB is dat we over tien jaar weer de helft van de boeren kwijt zijn. Dat is zonde, want het gaat om het aantal dieren en niet om het aantal boeren.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dat is ook zo'n frame: big agro, ze hangt aan de touwtjes van de vleesbedrijven en de voerbedrijven. Er wordt zelfs gesuggereerd — niet door de heer De Groot persoonlijk — dat ik word betaald door big agro en dat ik daarom opkom voor de boeren. Ik kom op voor de belangen van boeren. Ik kom ook op voor de belangen van mensen die daaromheen zitten. Zeker, daar hoort een slachterij bij. We eten allemaal vlees. We kunnen niet een levend varken op ons bord leggen. Ja, dat kan, maar ik zou niet willen proberen om dat te eten. We hebben dus gewoon slachterijen. Er zijn ook kennisinstituten die daarvan leven. Er zijn heel veel jongeren die gelukkig nog voor een agrarische opleiding kiezen. Daar hebben we docenten voor nodig. We hebben mensen die landbouwmachines maken. We hebben loonwerkers, stallenbouwers, elektriciens, loodgieters en toeleveranciers.

De voorzitter:

Komt u tot een vraag?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Zeker. Daar kom ik voor op, want ik wil graag dat Nederland een sterke positie houdt, met verduurzaming; het hoort er allemaal bij. In de rest van Europa kan het allemaal best wel wat minder. We moeten kijken hoe we dat gaan doen en hoe ondernemers dat gaan doen. Maar hier het frame neerleggen dat ik er alleen maar voor de big agro zit, is weer zoiets. Door dit steeds te blijven doen, helpen ook het debat niet. En dan ondertussen zeggen: nee, maar dat heb ik helemaal niet gezegd. Dat doet de heer De Groot constant.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Mevrouw Van der Plas geeft zelf ook heel goed al die partijen rondom die boer aan die allemaal aan die boer verdienen. D66 wil dat die boeren weer zelf boer kunnen zijn. Mevrouw Van der Plas komt op voor al die partijen die aan boeren verdienen; dat is haar goed recht. Ik vind dat zonde. De BoerBurgerBeweging komt ook op een andere manier op voor de belangen van burgers. D66 waarschuwt boeren en burgers voor de gevaren van gewasbeschermingsmiddelen, bijvoorbeeld een nieuwe dreigende volksziekte als parkinson. Mevrouw Van der Plas ziet dat probleem niet zo. Zij doet weer andere dingen voor burgers. We verschillen gewoon in onze mening over hoe we dit land willen besturen.

De voorzitter:

Kunnen we weer teruggaan naar het onderwerp? Hoe interessant ook, het gaat over het klappen van het landbouwakkoord. Ik wil aan de leden vragen om zich daar nu ook wat meer op te richten. U gaat over uw eigen interrupties.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dat snap ik, voorzitter. Ik zou ook heel graag verder willen gaan op de inhoud, maar hier worden continu dingen neergezet waar ik me gewoon tegen wil verdedigen. Ik laat me niet alles zeggen, door niemand, echt door niemand. Ik heb altijd een open vizier. Een normale discussie is goed. Nu klinkt ook weer: een beroepsziekte parkinson door gewasbescherming, mevrouw Van der Plas vindt het allemaal niet zo erg.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Klopt.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Voorzitter, ik wil ook u vragen om daarop te letten. We dwalen dan inderdaad af van de inhoud van dit debat. De heer De Groot doet dat gewoon continu, terwijl de heer De Groot donders goed weet hoe ik daarin sta. Hij hoeft mij dat niet te verwijten en dan tegen zijn achterban te zeggen: zie je, die vindt het wel lekker dat die gifmengers de mensen lekker ziek maken. Dat is het beeld dat wordt gecreëerd. Dat leidt ook tot intimidatie en bedreiging, zeg ik via de voorzitter tegen de heer De Groot. Dus let daarop. Ik wil me daar gewoon tegen verdedigen.

De voorzitter:

U heeft dat duidelijk uitgesproken. U heeft alle ruimte daartoe gekregen.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dan ga ik even naar de inhoud. De heer De Groot zegt: wij willen dat ze weer zelf boer kunnen zijn en mevrouw Van der Plas wil alleen maar de mensen die geld verdienen aan de boer steunen. De slachterijen, de veevoerbedrijven en alle bedrijvigheid die daaromheen zit, hebben ook mensen in dienst. Daar werken ook mensen. Die krijgen een salaris, een inkomen, kunnen zorgen dat hun kind gaat studeren en kunnen hun rekening betalen. Via de voorzitter zeg ik: meneer De Groot, u moet het dus niet zo plat neerzetten zoals u doet. Wij kijken inderdaad wel breder. Wij vinden het prima als er een inkomen aan te verdienen is; dat zeggen wij ook de hele tijd. Dan zeggen die boeren: prima, want dan kan ik door met mijn bedrijf. Dus wat dat betreft verschillen wij helemaal niet zo van mening. Het pad ergens naartoe is anders, maar ik blijf mij verzetten tegen deze frames én tegen de boeren én tegen GroenLinks én tegen mijzelf.

De voorzitter:

Dat heeft u duidelijk gemaakt.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Ik denk dat dit laatste iets anders in het verslag zal moeten komen.

Ik vond het laatste wel mooi, want we strijden beiden voor de boer. Mevrouw Van der Plas zegt terecht: hij moet er wel een goed inkomen aan kunnen verdienen. Dat is nou juist het probleem als je bestrijdingsmiddelen moet kopen waar wetenschappers van zeggen dat je daar hartstikke ziek van kunt worden. Dat is wat wetenschappers zeggen. D66 zegt daarvan: we moeten boeren en burgers beschermen tegen de gevaren daarvan. U stemt tegen een motie die we daarover hebben ingediend. Dat is geen polarisatie. Het is gewoon heel duidelijk dat u een andere mening heeft. Maar al die bestrijdingsmiddelen en kunstmest zijn ook hartstikke duur, terwijl deze niet nodig zijn voor een gezond bedrijf. Dat is onze mening.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Tot nu toe heb ik van de heer De Groot gehoord dat de handtekening van LTO niks waard is. Het is een veeg naar de blauwe grootgrutter. De provincies krijgen een veeg uit de pan dat zij zich niet aan het regeerakkoord houden waar de regering zichzelf niet aan houdt. Die 2030 staat nog steeds niet in de wet. Hij is vergeten dat twaalf lijsttrekkers geschreven hebben dat zij niet willen samenwerken met iedereen die zich niet aan het regeerakkoord committeert. Mevrouw Van der Plas refereerde aan een brief van 6 maart. Daardoor zeiden die twaalf lijsttrekkers van D66: als u 2030 niet accepteert, doen wij geen zaken met u. Aan Jesse Klaver vertelde hij dat het hem dun door de broek loopt. Dat vond ik ook al niet zo'n hoogstandje. Hij smeerde mevrouw Van der Plas van alles aan. Dit debat gaat over het kabinet, dat volstrekt faalt om hierover beleid op te leggen. Daarover ben ik het met de heer Klaver eens, terwijl ik het niet altijd met hem eens ben. De heer De Groot heeft nu iedereen in Nederland de maat genomen, behalve het kabinet en zijn eigen coalitie. Ik dacht dus: laat ik mijn interruptie eens gebruiken om te vragen wat hij op dit moment van het kabinet en de coalitie vindt en welke vragen hij voor het kabinet heeft.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Ik vind de opsomming een beetje vreemd. Je hebt hier een debat en daarin zet je je positie uiteen. Mij valt tot mijn grote verdriet inderdaad op dat GroenLinks zich in de provincie niet aan het coalitieakkoord houdt. U wilt weten wat ik van dit kabinet vind. Dat houdt zich wel aan het coalitieakkoord, want dat gaat gewoon door. We hebben inderdaad gehoord dat het CDA het daarover wil hebben. Als het CDA met een idee komt dat tot dezelfde resultaten leidt, waarmee je de natuur gaat opknappen, waarmee je het water weer schoonmaakt, waarmee je de klimaatdoelen haalt en boeren perspectief biedt, dan staan we daar natuurlijk voor open. We willen ook het land van het slot houden. De bouwminister zit bij het CDA. Hij heeft er ook alle belang bij dat de vergunningverlening op gang komt. Wij zien dus waar het CDA mee komt en dan zullen wij daarnaar kijken. Ondertussen gaat het kabinet gewoon door. Elke keer de suggestie dat het stilstaat ... Dat is volstrekte flauwekul.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dan leeft de heer De Groot in een totaal andere wereld dan de rest van deze Kamer. Dat mag. Maar die wet over 2030 ligt er niet. De provincies weten niet waar ze zich aan moeten houden. Laat dat heel helder zijn. Daar kun je wat van vinden en daar kun je overheen praten, maar er ligt een knettergroot probleem in de coalitie. Dit is als iemand wiens eigen huis totaal in de fik staat — dat is namelijk wat er met de coalitie aan de hand is — en die iedereen de schuld geeft, iedereen: van de grootgrutters tot GroenLinks tot BBB. Dat gebeurt ook nog met vrij onfatsoenlijke termen, zeg ik er maar bij, en er is geen enkele vraag voor deze regering. Wat vraagt D66 nou van de regering? Wil het die wet over 2030 dit najaar hebben? Je kunt de provincies namelijk niet vragen zich te houden aan een wet die er niet is. Er is dus überhaupt wel een vraag aan de regering.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

De heer Omtzigt weet ook hoe we in Nederland bestuurlijk werken. Er is een brief van 10 juni 2022 met een bijlage. U bent dol op bijlages. U leest bijna alle bijlages. Daar staat precies de verdeling per provincie in. Op 10 februari is er ook nog een brief gekomen, over klimaat. Ook daarin is de verdeling per provincie op het gebied van klimaat gegeven. Ze weten dus de doelen voor stikstof en voor klimaat. De brief over het feit dat bodem en water sturend zijn, vind ik nog wat vaag. Daar ligt dus nog wel werk voor het kabinet. Ik heb inderdaad een paar vragen. Die zal ik in de rest van mijn bijdrage stellen. Die suggestie elke keer is fijn, want daarmee hoef je het niet over de inhoud te hebben. Dat de heer Omtzigt nou juist deze bijlages heeft gemist, vind ik wel verwonderlijk.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Fijn dat ik even in hetzelfde rijtje word geplaatst als de heer Klaver en mevrouw Van der Plas. Dat vind ik wel fijn, hoor. Die bijlages hebben geen wettelijke macht. De heer De Groot wil niet zien dat hij er met het CDA niet uitkomt over wanneer de wet ingaat en wat er in die wet komt te staan. Die bijlages zijn gewoon stukjes papier. Toen ik ook maar één seconde wees op de bijlage en het feit dat er misschien €0,26 extra belasting komt op melk, duurde het nog geen 24 uur voor het kabinet zei: nee, nee, nee, die bijlages stellen niks voor; dat gaan we niet doen. Het zijn bijlages. Maar als u een wet indient waarin staat dat er €0,26 extra belasting komt op een pak melk, dan komt er €0,26 bovenop een pak melk. Datzelfde geldt voor de natuurdoelen. Als u die voor de provincies in een bijlage zet, kunnen ze nergens aan gehouden worden. Als u ze in de wet zet, kunnen ze eraan gehouden worden. Daar knikt de minister niet voor niets bij. Zij knikt heel instemmend.

De voorzitter:

Ja, ik zag het ook.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Meneer De Groot doet net of die brieven wetten zijn. Dat is een parlementariër onwaardig, zeg ik tegen de voorzitter. Dat mocht de minister willen, maar zo werkt het in dit land bestuurlijk niet, zeg ik tegen de heer De Groot.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Zo werkt het wel, want de provincies hebben daar zelf voor getekend. Laten we deze vraag aan de minister stellen. Voor die brief van 10 juni 2022 hebben de provincies ook gewoon getekend. Dat is de opgave waar we de ministers ook op gaan afrekenen in het NPLG.

De voorzitter:

Ik zie minister Van der Wal opeens heel neutraal kijken.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Maar de heer Omtzigt heeft wel een punt. Uiteindelijk wil hij dit in de wet hebben. Ik wil ook van de minister horen wanneer die wet nu eindelijk naar de Kamer wordt gestuurd. Daar zitten wij op te wachten en dat gaat veel te langzaam, maar ik neem wel aan dat de minister daar hard aan werkt op dit moment. Ik zie haar nu wel knikken. Laten we dus hopen dat die wet zo snel mogelijk komt. De provincies doen er verstandig aan om daarop te anticiperen, want ze wisten het al sinds die beroemde bijlage bij de brief die de heer Omtzigt niets waard vindt, maar die bestuurlijk wel degelijk van betekenis is.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Alleen al doordat die brief van rechtskracht veranderd is, is die van minder betekenis; dat gaat al vrij snel naar beneden. Waarvan akte. Die brief is niks waard totdat er een wet ligt. Laten we elkaar nu geen mietje noemen. Dit kabinet slaagt er al twee jaar niet in om met een gezamenlijke visie van de coalitiepartijen een gezamenlijke wet te maken, waar misschien niet iedereen het mee eens zal zijn, maar die voor helderheid voor de sector zorgt. Als ik het allemaal zo hoor, en als ik zie dat D66 iedereen de maat neemt — de LTO deugt niet, de grootgrutters deugen niet, de provincies deugen niet, GroenLinks deugt niet, BBB deugt niet — kan D66 er dan op reflecteren waarom het waarschijnlijk in geen van de twaalf provincies in de coalitie komt?

De heer Tjeerd de Groot (D66):

De heer Omtzigt plakt een paar hele rare dingen aan elkaar. Ik heb helemaal niet gezegd dat de grootgrutters niet deugen. Ik heb gezegd: pas op, die hebben een soort private label: "beter voor". Dat is op dit moment niet geaccrediteerd, dus niet extern gevalideerd. Zij hebben er alle belang bij om dat zo breed mogelijk uit te rollen, ook over andere supermarkten, want dan kunnen ze breder inkopen. Dat gaat uiteindelijk ten koste van de boer. Dat was de achtergrond van mijn opmerking. Als u het nu even platslaat met de opmerking dat ze niet deugen, dan klopt dat niet. Alleen signaleer ik iets waar ik kritisch op ben.

Dan nog een ander punt. Ik ga hier toch even wat uitgebreider op in, want de heer Omtzigt noemt hier zo'n raar rijtje. Als ik zorgen heb over de handtekening van een vertegenwoordiger van de primaire sector, dan is dat omdat ik zie — dat bleek maar weer, helaas — dat het heel lastig is voor een vertegenwoordiger van de primaire sector om zijn achterban te binden. Die gaat makkelijk weg als het een ingrijpend akkoord is, zoals in dit geval. Dan zeg ik niet dat partijen niet deugen. We hebben ook in het verleden bij het Klimaatakkoord van 2019 helaas gezien dat daar 5 megaton is afgesproken met de agrarische sector, maar dat er nog geen begin is gemaakt met de uitvoering. Daar zit een zorg. Dan zeg ik niet dat partijen niet deugen — dat zeg ik zeker niet over personen, want die werken allemaal hartstikke hard — maar wel dat het een kwetsbaarheid is in de manier waarop we dit soort dingen aanpakken. Daar heb ik de regering op aangesproken. Ik noem nu maar twee voorbeelden; de rest van het rijtje laat ik maar even gaan.

De voorzitter:

U gaat over uw eigen interrupties.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ik hoor geen enkel antwoord. Ik hoor geen enkele reflectie bij D66 op het waarom van het mislukken van het hele proces. Er is op dit moment in de coalitie geen gezamenlijke definitie van wat het probleem is met de landbouwsector. Omdat ze het gewoon niet eens zijn, halen ze naar iedereen uit. Dat mag. Je mag naar iedereen uithalen in het politieke domein, maar ik kan u zeggen dat je daar nooit enig resultaat mee zult boeken. Je boekt geen resultaten als je iedereen de hele dag de maat neemt, terwijl je zelf geen wetsvoorstel maakt. Je boekt geen resultaat en je helpt de landbouwsector niet als je geen verdienmodel op tafel legt en als je geen langetermijnvisie op tafel legt waar je naartoe werkt. Dat zou de heer De Groot zich moeten aantrekken. De hele Kamer zegt dat tegen hem nu hij zelf in een totaal ander spiegelpaleis staat om te zeggen dat het wel opgelost wordt. Het wordt niet opgelost.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Ik was het bijna eens met de eerste helft van de opmerking van de heer Omtzigt, namelijk dat er geen gedeelde visie is op de problematiek en op de oplossing. Dat is ook wat ik in het landbouwakkoord terugzie. Er is geen visie op de toekomst van de landbouw. Kringlooplandbouw is niet gedefinieerd. Dat maakt dat heel veel onderdelen van het landbouwakkoord rommelig zijn. Want als je niet of niet goed definieert waar je in 2040 heen wilt, wat betekent dan bijvoorbeeld innovatie? Ik kan er een heel lang verhaal over houden, maar de heer Omtzigt is inmiddels uit de zaal verdwenen. Maar er zitten dus wel degelijk kwetsbaarheden in het landbouwakkoord die voortkomen uit het feit dat er onvoldoende …

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

(...)

De voorzitter:

Maakt u uw zin even af, meneer De Groot.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

(...)

De voorzitter:

Ja, ik kom zo bij u, meneer Omtzigt. U zet een punt, meneer De Groot.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Ik zet geen punt, want ik ben het met de heer Omtzigt eens.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter, een punt van orde. Dit is de tiende keer dat de heer De Groot iemand beledigt. Ik sta gewoon achter in de zaal en ik zit inderdaad op de achterste rij. Daar zijn ook nog redenen voor, want ik ben door twee verkenners hier verschrikkelijk te grazen genomen. Dat weet u donders goed. Als u niet alleen geen visie in het landbouwakkoord ziet, maar als u zelfs zegt dat u mij niet ziet zitten — dat is nu de zoveelste keer, letterlijk maar ook figuurlijk — dan neemt u dat gewoon terug.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik zag de heer Omtzigt eerlijk gezegd gewoon in de zaal.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Ik zag hem niet, maar dan neem ik dat terug. Geen probleem.

De voorzitter:

Dat lijkt me netjes. Gaat u verder.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Er zitten wel degelijk kwetsbaarheden in het landbouwakkoord. Dat ben ik met de heer Omtzigt eens. Alleen hoef je dat niet te wijten aan de coalitie; het is echt aan de regering om daarover duidelijker te zijn en daarin scherpere keuzes te maken.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Voorzitter. Dat gezegd hebbende, ziet D66 graag drie zaken in de plannen van het kabinet zelf. Het eerste punt — ik zei het al — is een duidelijke visie op de kringlooplandbouw. Definieer het een keer. We hebben gezien dat voorvoorganger Carola Schouten kringlooplandbouw al als uitgangspunt had genomen, maar dan moet je het ook definiëren, want anders wordt het heel erg rommelig. Het tweede: instrumenteer de bijdrage van de verwerkende industrie. We hebben gezegd: sluit een akkoord met marktpartijen. Die partijen moeten uiteindelijk het geld gaan verdienen voor de boer en die moeten de kringlooplandbouw kunnen terugvertalen naar de primaire sector op een manier dat de baat voor de kost uit gaat. Het derde gaat over de biologische landbouw. Het is toch wel heel vreemd dat de rekenmeesters en het Louis Bolk Instituut concluderen dat de potentie van de biologische landbouw in het doelbereik nauwelijks is vertaald in een financiële bijdrage. Ik zou een reactie op deze drie punten van de minister willen. En ik zou willen dat hij zegt dat hij daar in ieder geval mee aan het werk gaat, zodat we van de zomer een toekomstvisie op de landbouw hebben waar we allemaal wat aan hebben.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer De Groot. Ik stel voor dat we even kort pauzeren. Daarna gaan we verder met de heer Van Haga.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is het debat over het beëindigen van de onderhandelingen over het landbouwakkoord, de eerste termijn aan de kant van de Kamer. Ik geef het woord aan de heer Van Haga, Groep Van Haga. Ik kreeg van een aantal leden de vraag hoe laat we ongeveer gaan schorsen voor de lunch. Mijn verwachting is circa 13.30 uur. Dat heeft weer niks te maken met de heer Van Haga! Gaat uw gang.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter. Het landbouwakkoord is een fopspeen en het is een oplossing voor een probleem dat niet bestaat. Dit debat is toch een beetje een poppenkast, want het kabinet heeft al laten weten na het reces met een nieuw landbouwakkoord te komen. Stikstofdepositie is geen probleem, het AERIUS-model is een waardeloos model, de kritische depositiewaardes deugen niet en 80% van het oppervlak van de Natura 2000-gebieden is in heel goede staat. BVNL is voor vrijheid van ondernemen, voor het eigendomsrecht, en dus voor de boeren. BVNL is ook tegen collectivisme, tegen de klimaatpsychose, tegen de stikstofdwaling en tegen oneigenlijke onteigeningen van boerenland door de Staat. Die zijn eigenlijk een aanval op de boeren, omdat de boeren eigenaar zijn van het land en aan de basis staan van onze voedselvoorziening. BVNL vindt het hele landbouwakkoord dus een afleiding. Wat ons betreft is het totaal niet nodig. Bovendien moeten de provincies voor 1 juli akkoord gaan met de NPLG's, de Nationale Programma's Landelijk Gebied. Daarin wordt het doodvonnis van de boeren al getekend. De uitstoot van stikstof wordt ergens tussen 2030 en 2035 verminderd, boeren worden vrijwillig uitgekocht door de overheid nadat de banken de leningen hebben ingetrokken, en er gaan tientallen miljarden euro's belastinggeld in rook op.

Voorzitter. Het landbouwakkoord en het mislukken daarvan is een farce, maar laten we er omwille van dit debat toch kort op ingaan. Het conceptlandbouwakkoord draagt de klinkende naam "In beweging", maar aan het einde van bijlage 1 mag daar een ondertitel bij: "Boeren begeleiden naar de uitgang". Het conceptakkoord draagt niets bij aan toekomstperspectief voor boeren, niets aan het verdienmodel en ook niets aan de zekerheid voor boeren. Het is namelijk een dynamisch document, een akkoord dat na ondertekening steeds kan en zal worden verzwaard en aangepast. Het is dan ook volledig terecht dat LTO is weggelopen van een onderhandelingstafel die is omringd door boerenhaters. Het landbouwakkoord is een recept voor meer boerenprotest, aldus de Land- en Tuinbouw Organisatie. Het is dan ook volledig terecht dat Farmers Defence Force opnieuw de leiding heeft genomen en vandaag een massaal protest heeft georganiseerd.

De voorzitter:

Ik wil u vragen om het niet te persoonlijk te maken. "Boerenhaters" en zo wekt een bepaalde sfeer op. Ik wil u dus vragen om het niet te persoonlijk te maken. Dank u wel. Gaat u verder.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

"Mensen die", zeg maar, "niet aardig zijn voor boeren", mag dat?

De voorzitter:

Gaat u verder.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Drie kennisinstituten waren zeer kritisch op het voorlopige landbouwakkoord. De universiteit van Wageningen stelde: "Met betrekking tot de betekenis van het landbouwakkoord voor het verdienvermogen van de boer is in specifieke zin weinig te zeggen, laat staan door te rekenen." Over het natuurherstel kunnen geen uitspraken worden gedaan, en het doelbereik kan niet worden doorgerekend. Het Planbureau voor de Leefomgeving zag een aantal belangrijke risico's, met name de optimistische inschatting van de doelen voor klimaat en natuur 2030. Ten slotte stelde landsadvocaat Pels Rijcken dat het plan juridisch slecht verdedigbaar was. Kortom, broddelwerk. Toch wil minister Adema het conceptlandbouwakkoord gewoon invoeren.

Voorzitter. Dan nog een paar kleine aandachtspunten. Het akkoord leidt tot een krimp van de veestapel van meer dan 60%. De landbouwtafel is een herintreding van de achterkamertjespolitiek. Voedsel wordt duurder door dit landbouwakkoord. Maar liefst 50.000 hectare moet gereserveerd worden voor vezel-, vang- en rustgewassen. De pluimveesector moet zijn latente ruimte inleveren. Er is sprake van verplichte mestverwerking. Ten aanzien van de klimaatopgave zijn boeren overgeleverd aan de waan van de dag en plannen die niet vastgelegd zijn in het conceptakkoord.

Voorzitter, tot slot. We voeren hier een debat over een akkoord dat er niet toe doet. De toekomst van de boeren wordt op dit moment verkocht in de provincies via de NPLG's. Geen boeren, geen voedsel. BVNL staat vierkant achter onze boeren. Dus laat onze boeren vrij, in het belang van Nederland.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Haga. Dan geef ik het woord aan mevrouw Akerboom, Partij voor de Dieren.

Mevrouw Akerboom (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Om te beginnen wil ik ook mijn steun uitspreken aan de CDA-collega's die echt op een schandalige wijze zijn geïntimideerd. Het online publiceren van telefoonnummers is onacceptabel.

Voorzitter. Dan over tot het landbouwakkoord. Het was een hallucinante vertoning op woensdag 14 juni: een delegatie van maar liefst zes ministers, midden in de nacht bibberend en bevend op audiëntie bij LTO. Het kabinet heeft zich daar compleet laten koeioneren door de agro-industrie. Het is een van de redenen waarom de Partij voor de Dieren nooit vertrouwen heeft gehad in het landbouwakkoord. Met de agro-industrie valt het niet op een akkoordje te gooien. Kijk maar naar dat vleesbedrijf uit Zevenaar, een slachterij die honderden miljoenen omzet per jaar draait door 1,6 miljoen varkens over de kling te jagen. Zij sponsoren vandaag de protesten. De eigenaar van dat bedrijf zei letterlijk in de krant: "Voor ons is het belang duidelijk. Een veel kleinere veestapel heeft direct impact op ons bedrijf."

Het belang van de agro-industrie is niet het belang van de Nederlandse boeren, niet het belang van de Nederlandse natuur, niet van de volksgezondheid en al helemaal niet van de dieren. Daarom hebben we een kabinet nodig dat het algemene belang dient en het private belang van grote agropartijen niet voorop laat staan. Ga regeren!

Voorzitter. Terwijl het land achteruit kachelt, tilt het kabinet de landbouwvisie opnieuw over de zomer, net als een jaar geleden, bijna op de dag af: Groundhog Day. Een jaar geleden zei de Kamer: kom ruim voor Prinsjesdag met een perspectief voor de boeren. Wat gebeurde er? Het CDA nam het kabinet en de rest van Nederland in gijzeling en we kregen een tot mislukken gedoemd landbouwakkoord in de maag gesplitst.

Nu ligt er een conceptakkoord dat te vaag is om echt te kunnen doorrekenen, dat onvoldoende doet voor de natuur en dat ook nog eens fraudegevoelig is. Nu zitten de boeren nog weer langer in onzekerheid en holt de natuur nog verder achteruit. Het kabinet heeft altijd gezegd: als het landbouwakkoord faalt, komen wij met een plan B. Waarom is dat er dan nog niet? Dit zagen we toch al ver van tevoren aankomen? Wat de Partij voor de Dieren betreft moeten er nu in elk geval drie dingen gebeuren.

Een. Kom met een integrale visie waarbij de landbouw binnen de grenzen van de natuur komt. Bespaar het boeren dat ze zich na deze transitie nog een keer apart moeten aanpassen aan klimaatmaatregelen, daarna aan nieuwe dierenwelzijnsregels en daarna nog een keer aan de preventie van zoönosen. Iedereen weet dat zo'n integrale landbouwvisie met fors minder dieren in de veehouderij zal zijn. Dat is goed voor Nederland, goed voor de dieren, goed voor de natuur en ook beter voor de boeren.

Twee. Het kabinet moet niet alleen als een malle doorgaan met het stikstofbeleid, er moet ook gewoon nog een forse schep bovenop. Een halvering van de stikstofuitstoot in 2030 is te laat. Een kwart van onze beschermde natuurgebieden staat op omvallen als er voor 2025 al niet zeer drastisch actie is ondernomen.

Drie. We zien nu dat verschillende provincies inderdaad voor de kortetermijnbelangen van de agro-industrie kiezen en dat de natuur weer voor de bus wordt gegooid. Er staat in het Gelderse coalitieakkoord dat 2035 alleen nog maar een streefdoel is. Het kabinet moet de noodzakelijke stappen gaan zetten om in te grijpen bij provincies die de wet aan hun laars lappen. Graag een reactie van het kabinet op deze drie punten.

Voorzitter, tot slot. Boeren hebben helemaal geen belang bij veefabrieken, landbouwgif en kunstmest. Voor het gezonde voedsel dat zij ook in de toekomst voor ons willen verbouwen, hebben ze juist de natuur nodig. Boeren hebben ook een kabinet nodig dat hun eerlijkheid en zekerheid biedt. Als je nu niet eerlijk bent, breng je boeren in grote problemen. Dan moeten ze over drie jaar of vijf jaar weer alles om gaan gooien. De belangrijkste saboteur? Het CDA. Mijn afsluitende vraag: hoe kijkt de minister van Landbouw eigenlijk naar de rol van het CDA? Wordt hij daar niet gillend gek van?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Akerboom. Dan geef ik het woord aan de heer Boutkan van Volt.

De heer Boutkan (Volt):

Dank, voorzitter. Ik zou me eerst willen aansluiten bij alle afschuw die is uitgesproken over de doxing die heeft plaatsgevonden. Ik hoop dat de wet snel behandeld wordt in de Eerste Kamer. En dan zou ik nu graag wat positiviteit in dit debat brengen.

Voorzitter. Op twintig minuutjes fietsen van mijn huis woont een jonge boer waar ik altijd de lekkerste kaas haal. Hij heeft een winkeltje in Leiden, voor als je geen zin hebt om te fietsen. Hij boert biologisch. Hij onderhoudt het landschap, je kan er prachtig wandelen en hij gebruikt al zijn mest op eigen land. Ik sprak hem voor dit debat en hij zei: "De maatschappij van nu vraagt van mij dat ik het landschap beheer in balans met de natuur. Dat geeft mij eieren, kaas, melk, kruiden en een mooie omgeving waar mensen graag komen." Ik moet u eerlijk zeggen: de Kagerplassen lagen er dit weekend prachtig bij.

Voorzitter. Waarom vertel ik dit verhaal? Als we het in deze Kamer hebben over perspectief, vergeten we heel vaak dat er al heel veel boeren zijn die elke dag laten zien wat er mogelijk is. Het is geen verre droom. Het probleem is alleen dat het systeem van nu gebaseerd is op uitbuiting van land en dier om zo veel mogelijk te produceren. Dat moet worden doorbroken. Ik snap heel goed dat er veel boeren zijn die zich hier zorgen over maken. De boer die ik sprak, zei ook: "Ik moet nog meer landschapsbeheerder worden, maar ik krijg daar geen fatsoenlijke vergoeding voor." We willen dat meer boeren omschakelen naar biologisch, maar daar is geen markt voor. En er wordt gevraagd om op de lange termijn dure investeringen te doen, maar zonder vorm van zekerheid.

Voorzitter. Deze zomer is de tijd om dat te veranderen. We zijn acht maanden verder met het landbouwakkoord. De reconstructies maken duidelijk dat de hoofdtafel bestond uit twee soorten boeren: zij die vasthouden aan het verleden en zij die een stap durven te zetten naar de toekomst. Ik zie dat dit kabinet voor een fundamentele keuze staat. Nu hebben we namelijk de kans een nieuw systeem op te zetten, samen met de boeren die wél een stap willen zetten. Dat zijn vaak de jonge boeren. We doen dit voor hen. Ik vraag de minister welke boeren hij kiest om mee in gesprek te blijven deze zomer. Komt er een coalitie voor de toekomst?

Voorzitter. Dan wil ik nog ingaan op de inhoud. We lezen in een artikel van Follow the Money dat de hoofdtafel een gesprek was over hogere prijsafspraken, zodat de boer kan verduurzamen. De Europese Unie heeft eind 2021 al groen licht gegeven en het PBL heeft berekend dat boeren een extra 20%-marge kunnen krijgen boven op de werkelijke kosten. In Duitsland bijvoorbeeld zijn supermarkten samen met boeren en de overheid al bezig met een dierenwelzijnspremie om hier ook echt uiting aan te geven. Kan de minister toezeggen dat hij daar deze zomer echt werk van gaat maken? Ik kan er een motie over indienen, maar ik wil vooral weten wat er nou nodig is om zo'n grote systeemverandering écht vorm te geven. In Duitsland zijn ze bezig met pilots met duizenden boeren. Die schijnen goed te werken.

Ik rond af. Er gaat nu meer dan 8 miljard naar uitkoop en minder dan een miljard naar verduurzaming. Het zijn de jongeren die door de jaren heen de rekening van dit fonds gaan betalen, met onzekerheid over de stijgende rentes. Kan de minister ingaan op de heffingen die zijn voorgesteld om dit fonds mede mee te financieren? Zijn die niet rechtvaardiger naar de jongere generaties toe?

Tot slot heb ik ook nog iets bij me om beide ministers eraan te herinneren dat het deze zomer echt duurzamer kan. Ik heb van de jonge boer bij ons uit de buurt twee stukjes kaas meegenomen, een stukje jonge graskaas en een stukje gewone jonge kaas. Dan mag u zelf kijken welk stukje u lekkerder vindt. Ik zou die graag willen aanbieden via de voorzitter.

Dank u wel.

De voorzitter:

Helaas niet áán de voorzitter, maar het wordt gewaardeerd, zie ik aan de overkant.

De heer Boutkan (Volt):

Ik fiets dit weekend nog een keer.

De voorzitter:

Ah … Dank u wel, meneer Boutkan. Dan geef ik het woord aan de heer Van Campen van de VVD.

De heer Van Campen (VVD):

Voorzitter. "Vanouds schuilt de kracht van het agri-foodcluster in Nederland in samenwerking." Met deze woorden begint het achtste hoofdstuk van het landbouwakkoord. Precies één jaar geleden daalde die samenwerking tot het absolute dieptepunt. We gingen een zomer tegemoet waarin blokkades en brandstichting op snelwegen alle grenzen overschreden. We gingen ook een zomer tegemoet van stil verdriet en onzekerheid bij boeren die niet met hun grote mond vooropliepen, maar zich aan de keukentafel zorgen maakten over hun toekomst. Het was wat Remkes, die precies een jaar geleden is gevraagd als bemiddelaar, zo treffend zou beschrijven als "de wanhoop in de ogen van redelijke mensen". Remkes adviseerde een landbouwakkoord om vertrouwen te herstellen, om perspectief te bieden en om op een realistische manier doelen te halen. In de afgelopen maanden is door heel veel partijen samengewerkt aan dat landbouwakkoord. Het telde maar liefst 86 pagina's, waarin partijen, zoals het akkoord het beschrijft, "zochten naar het algemeen belang". Dat is soms het natuurbelang, soms het economische belang en soms het agrarische belang. De VVD voelde dan ook diepe teleurstelling toen LTO Nederland zich vorige week terugtrok uit het landbouwakkoord. Hierdoor zagen ook andere partijen geen andere optie dan de stekker uit dit akkoord te trekken, hoewel zij misschien anders hadden gewild; denk aan de jonge boeren.

De VVD waardeert het resultaat, waaraan alle partijen hun bijdrage hebben geleverd. Een landbouwsector die klaar is voor de toekomst, die niet alleen gericht is op voedselproductie, maar ook rekening houdt met de omgeving waarin die productie plaatsvindt, teken je niet vanachter een bureau op een ministerie. Uiteindelijk moet een boer ruimte krijgen voor zijn ondernemerschap binnen de maatschappelijke, economische en ecologische grenzen. Dat betekent stoppen met onwerkbare middelvoorschriften over oogstdata en bufferstroken, een verdienmodel waarbij niet alleen productie, maar ook verduurzaming wordt beloond, en vooral een overheid die niet iedere vier jaar weer de regels op hun kop gooit.

Voorzitter. We vragen het kabinet om op basis van het voorliggende conceptakkoord zelf met visie en voorstellen te komen die een toekomstbestendige, duurzame landbouw mogelijk maken, waarin boerenbedrijven economisch én ecologisch in balans zijn en waarin onze landbouw wereldwijd voorop zal blijven lopen door kennis en innovatiekracht. In die voorstellen wil de VVD ook teruglezen welke strategie het kabinet kiest om die voorstellen voor elkaar te krijgen. We zijn nooit uitgepraat, maar het is ook tijd voor actie en operatie.

Ik geef concreet een aantal voorbeelden. Hoe en wanneer komt er een afrekenbare stoffenbalans? Hoe en wanneer gaan we de bijdrage van de hele voedselketen aan de verduurzaming van de landbouw terugzien en hoe en wanneer kunnen boeren eindelijk gaan werken met innovaties, zoals kunstmestvervangers? Dat zijn zomaar een paar voorbeelden. We horen daar graag een reactie van de minister op.

De voorzitter:

Een interruptie van mevrouw Kuiken, PvdA.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Wanneer vindt de heer Van Campen dat het kabinet zelf het voorstel moet hebben? Is hij het met mij eens dat dat voor het einde van de zomer zou moeten zijn en vindt hij ook, gelet op het feit dat er niet een akkoord ligt, dat het wel met een miljardje minder kan om tot een landbouwvisie te komen?

De heer Van Campen (VVD):

Timing mag nooit een doel op zich zijn. Ik ben het wel met mevrouw Kuiken eens dat het nu wel tijd is voor stappen. Dat heeft de heer Remkes gezegd in zijn advies: sluit een landbouwakkoord. Ik denk dat dat belangrijk is. De sociaaldemocratie van mevrouw Kuiken en ook de liberale democratie van mijn partij dragen de verantwoordelijkheid voor de landbouweconomie zoals die er nu voorstaat, zoals die decennialang is ontstaan. Daar dragen we in deze Kamer samen de verantwoordelijkheid voor. Dan heb je dus ook de verantwoordelijkheid om met die sector te kijken hoe je die omslag kan maken. Daar waren tijd en een akkoord voor nodig. Het was heel mooi geweest als er een akkoord was, maar nu er geen akkoord ligt, denk ik dat het echt tijd is voor stappen. Ik vind dus dat het kabinet echt snel na de zomer zelf met voorstellen moet komen. Ook dat geld is geen doel op zich. Maar natuurbeheer, een goed verdienmodel in de hele keten en herstel van natuur ... Voor niets gaat de zon op. Dat is dus niet gratis, al mag geld natuurlijk nooit een doel op zich zijn.

Mevrouw Beckerman (SP):

De heer Van Campen haalde de woorden van de heer Remkes aan die ons volgens mij allemaal geraakt hebben: je ziet wanhoop in de ogen van hele redelijke mensen. Het lastige is dat ik, als ik die zin herhaal, terugdenk aan al die wanhoop die je ziet; dat zal de heer Van Campen ook hebben. Dat is bij deze crisis zo, maar ook bij heel veel andere crises. Dat doet pijn. Ik vind het lastig om hier te staan en te weten hoeveel wanhoop er in heel veel van die ogen is, maar ook dat we het resultaat weer gaan verplaatsen naar na de zomer. Ik zou de heer Van Campen willen vragen wat eigenlijk het doel is van vandaag. Waarmee wil de heer Van Campen vanavond, vannacht of morgenvroeg — dat maakt niet uit — naar huis gaan?

De heer Van Campen (VVD):

Ik heb gezegd dat mijn fractie, de VVD, het terugtrekken van LTO uit het landbouwakkoord oprecht heel erg betreurt, maar dat dat niet mag betekenen dat de bijdragen van alle andere partijen, die ook hun bijdragen hebben geleverd aan die 86 pagina's met hele waardevolle voorstellen, voor niks kunnen zijn geweest. Ik vind dat het kabinet het nooit zo goed zou kunnen verzinnen als die sector dat zelf heeft gedaan in die polder, in die prille agripolder. Wat mij betreft zou het doel van vandaag moeten zijn dat het kabinet met dat conceptakkoord in de hand gaat kijken welke voorstellen daarbij horen, niet met hemelbestormende visies tot in lengte van dagen, maar dat het echt na de zomer zelf met voorstellen komt voor hoe we ervoor gaan zorgen dat het verdienmodel van boeren verbetert en dat ecologie, maatschappelijke opgaven en economie met elkaar in balans zijn. Daar zal het kabinet nu zelf het voortouw in moeten nemen.

Mevrouw Beckerman (SP):

Kijk, er is niemand hier in de Kamer die ertegen was of is om met boeren zelf te praten, maar de vraag is waarmee je komt praten. Dat weten we nu niet. Als de heer Omtzigt een tweet plaatst die viraal gaat, zegt het kabinet ineens dat dat onderdeeltje allang is teruggetrokken, dat daar in de ministerraad over is gesproken en dat dat helemaal niet geldt. Maar wij weten nu toch helemaal niet met wat voor voorstellen het kabinet is gekomen en wat daar op tafel is gelegd? Daarom vraag ik nogmaals om een antwoord op de vraag waarmee we vanavond naar huis willen gaan, want ik zie alleen maar dat we op hetzelfde punt staan als vorig jaar.

De heer Van Campen (VVD):

Ik ben dat niet met mevrouw Beckerman eens, want ook als het kabinet solitair, eigenstandig, zonder overleg en zonder een polder zelf besluiten had genomen, denk ik dat het tot nadere uitwerking was gekomen. Dan waren de 86 pagina's die nu in concept op tafel liggen, daarna wel gekomen. Het proces is nu een beetje omgekeerd. Ik zou het het allerbelangrijkste en het mooiste hebben gevonden als ook LTO dit voorstel kon meedragen en als ook andere partijen dit konden meemaken. Laten we de minister vragen welke voorstellen uiteindelijk met de Kamer zijn gedeeld die toen misschien nog niet op tafel lagen. We weten immers ook dat er op een gegeven moment nog ruimte was bij het kabinet om over een aantal zaken te onderhandelen, maar dat LTO dat niet leek te willen afwachten. Laten we de minister vragen of dat voorstellen zijn die hij ook kan meenemen. Of dit LTO misschien uiteindelijk over de streep had kunnen trekken, zullen we nooit weten. Ik denk dat we het kabinet de opdracht moeten geven om zelf met voorstellen te komen en dat we daar als Kamer na de zomer de controle op moeten houden en het debat over moeten voeren.

Mevrouw Akerboom (PvdD):

Ik had eigenlijk een vraag voor de heer ...

De voorzitter:

Het knopje van de microfoon even goed induwen.

Mevrouw Akerboom (PvdD):

Excuus. Ik had eigenlijk een vraag ...

De voorzitter:

We horen u niet. Misschien kunt u even het knopje indrukken. Dat is misschien ...

Mevrouw Akerboom (PvdD):

Dan maar zo.

De heer Van Campen (VVD):

Ik neem graag waar, voorzitter.

Mevrouw Akerboom (PvdD):

Ik heb inderdaad een vraag aan de heer Van Campen van de VVD. De premier zei dat het het CDA vrijstaat om op elk moment te gaan heronderhandelen en het stikstofdoel weer ter discussie te stellen, voor of na het akkoord. We verwachten nu van deze ministers dat zij een landbouwtoekomstperspectief uit gaan werken alsof hun neus bloedt, terwijl er ondertussen een coalitiepartij is die weer aan de randvoorwaarden wil gaan morrelen. Hoe kun je nou een toekomstvisie schrijven als je niet weet welke minimale doelen gehaald moeten worden en als de neuzen niet dezelfde kant op staan? Waarom accepteert de VVD deze houding van het CDA? Het CDA gijzelt voor het eigen electorale belang het hele proces.

De heer Van Campen (VVD):

Uit de vraag maak ik op dat het goed is dat die aan mij wordt gesteld en niet aan de minister-president, want we weten dat een coalitieakkoord een product is van coalitiefracties. De CDA-fractie heeft aangegeven over het jaartal wat betreft de stikstofproductie te willen heronderhandelen. Daar hebben we met z'n allen kennis van genomen. Ik ben ook heel nieuwsgierig wanneer dat een keer gaat gebeuren. Een belangrijk ding dat de Partij voor de Dieren daarbij niet meeneemt, is dat de minister voor Natuur en Stikstof de ruimte heeft om wel verder te gaan met de stikstofaanpak. Ik kwam eigenlijk net bij het hoofdstuk waarin ik daarbij wilde stilstaan. Op 12 juni heeft de minister twee beëindigingsregelingen opengesteld, de Lbv-regeling en de Lbv+-regeling. We vragen nog steeds van provincies om per 1 juli hun gebiedsplannen in te leveren. Daarmee gaan we kijken hoe we het doel bereiken op het gebied van de waterkwaliteit en de natuurkwaliteit en waarmee ook de landbouweconomie in die gebieden wordt uitgewerkt. Met de stilstand die de Partij voor de Dieren hier eigenlijk simuleert, valt het eigenlijk wel mee, hoewel ik net zo nieuwsgierig ben als de Partij voor de Dieren naar het moment waarop het CDA een keer de knop gaat indrukken.

Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):

Gisteren, toen ik nogmaals het landbouwakkoord bestudeerde, heb ik even een boek erbij gepakt dat bij mij heel veel heeft gedaan. Want er staan nogal wat aannames in het landbouwakkoord. Daarnaast wordt er aan een heel belangrijk uitgangspunt in Europa, namelijk de Common Agricultural Policy, gewoon totaal geen aandacht gewijd. Ik ga op één punt in, namelijk biologische landbouw. Ik probeer het ter plekke even snel te vertalen. In het boek van George Monbiot staat: wanneer Engeland en Wales volledig biologisch zouden produceren, dan zou er ongeveer 40% meer landoppervlakte nodig zijn. Wereldwijd ligt die calculatie tussen de 20% en de 36%. In het landbouwakkoord worden nogal veel aannames gedaan over de verdiensten of de winsten op het vlak van ecologie, zonder dat daar echt een gefundeerde onderbouwing aan ten grondslag ligt. Ik snap dat partijen daar gewoon ongemak bij voelen. De heer Van Campen is nogal positief over het landbouwakkoord, maar ik niet, omdat de feiten en onderbouwingen ontbreken. Ik zou graag willen dat hij daar even op reflecteert.

De heer Van Campen (VVD):

Staat u mij toe het volgende te zeggen. Ik kan niet er beter op reflecteren dan Roy Meijer, de voorzitter van de jonge boeren, het NAJK, vorige week heeft gedaan in Nieuwsuur, meen ik. Ik kan het niet beter zeggen dan hoe hij het daar heeft verwoord. Laat ik even benoemen dat dat overigens iemand is die fel strijdt voor de belangen van zijn achterban. Dat is iemand die zowel de leden van het kabinet, alsook de leden van coalitiefracties geregeld met de mond vol tanden laat staan vanwege zijn kennis over de landbouwpraktijk. Laat ik dat even vooropgesteld hebben. Hij zegt: zo'n akkoord, zo'n landbouweconomie, boetseer je niet vooraf tot zoveel cijfers achter de komma. Als je de keuze maakt om alles dicht te organiseren en vooraf dicht te schrijven met een grote dikke stempel erop en om daar de komende 40 jaar stoïcijns op door te denderen, dan ga je volgens de VVD in de vangrail lopen. Hij zegt — en dat was voor de VVD-fractie de intentie van dit landbouwakkoord — dat je een beweging gaat maken. Dat is een beweging waarmee onze landbouw, die decennialang heeft laten zien de beste in de wereld te zijn door het produceren van de beste kwaliteit tegen de laatste kosten, een omslag maakt waardoor de productie past in de omgeving, bij de ecologie, bij de waterkwaliteit, bij de klimaatopgave en bij de natuurkwaliteit. Volgens mij is dat het uitgangspunt van en de bril waarmee we dit landbouwakkoord zouden moeten lezen.

Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):

Dat is het uitgangspunt. Maar ik vroeg de heer Van Campen naar de onderbouwing en die mis ik. Bij dit soort berekeningen en studies zitten natuurlijk bandbreedtes, want dit is geen mathematische formule en niemand verwacht hier wiskunde. Maar je wilt toch wel gewoon behoorlijk goed uit kunnen komen op het punt waarvoor je dit doet en waarvoor je mensen vraagt die offers te brengen en die omwentelingen en investeringen te doen. Dat ontbreekt. Er is genoeg kennis. De universiteit van Wageningen was hierover ook bijzonder kritisch en heeft heel veel kennis in huis. Het ontbreekt aan onderbouwing. Op dat punt zit mijn irritatie. Ik ben namelijk net als de heer Van Campen naarstig op zoek naar hoe we economie en ecologie in de eenentwintigste eeuw met dezelfde ideeën als toen de Common Agricultural Policy werd gebracht, opnieuw …

De voorzitter:

Dank u wel. Het kan ook iets korter.

Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):

Ik wil dit toch even afmaken, voorzitter. Het gaat mij namelijk ook om voedselzekerheid voor alle Europanen, betaalbaarheid en kwaliteit, en dat zie ik onvoldoende beschreven.

De heer Van Campen (VVD):

Ik lees dat anders, maar goed dat risico heb je vaak met 86 pagina's leesstof. Maar laat ik dan mevrouw Gündoğan het volgende voorstellen. Laten wij de minister nou eens vragen waarom het PBL en de WUR er niet toe in staat waren die voorstellen op best een aantal punten, zeker in de laatste paragrafen — daarbij gaat het bij een aantal punten ook echt om generieke voorstellen — door te rekenen, en wat er voor nodig is om die voorstellen wel te doorrekenen. Ik ben het namelijk met mevrouw Gündoğan eens dat als we een fonds laden van 5 miljard waarin we toegaan naar de verduurzaming van de landbouw, we wel moeten weten waarover we het hebben. Laten we dus samen de vraag aan de minister stellen wat er voor nodig is om de voorstellen die worden gedaan, en waar de VVD in ieder geval toe oproept voor na de zomer, goed te kunnen doorrekenen, zodat we weten waarover we het hebben.

Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):

Fijn, dit pragmatische voorstel. Daar houd ik van. Dank u wel.

De heer Van Campen (VVD):

Tot uw dienst.

De voorzitter:

U vervolgt uw betoog.

De heer Van Campen (VVD):

Voorzitter. Ik had het er net al even over in mijn interruptiedebat met de Partij voor de Dieren: de indruk dat de stikstofaanpak van het kabinet stilstaat, deelt mijn fractie niet. Regelingen zijn opengesteld. De minister is in gesprek met de provincies om de gebiedsplannen te bespreken over wat er nodig is om die goede balans in gebieden voor elkaar te krijgen. Maar ongeduldig is mijn fractie wel waar het gaat om die andere regelingen. Want perspectief voor de landbouw ga je niet bereiken met alleen maar opkoop. Daarom vragen wij de minister wanneer ze dan toch eindelijk komt met regelingen voor innovaties en extensivering, en met de verplaatsingsregelingen. Zonder dat beroepsverbod, dat tot nu toe in regelingen stond, zeg ik daar nadrukkelijk bij. Om een wijs man, meneer Remkes, te citeren: hoewel "niet alles overal meer kan", willen we dat boeren wel een keuze hebben voor hun toekomst.

Voorzitter. Alleen een krachtige en langjarige aanpak zal leiden tot herstel van vertrouwen, lezen we in het akkoord. Die gezamenlijkheid lazen we terug in de opstelling van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt. Ik zei dat al. We begrijpen dat het vertrouwen van de boeren in de overheid laag is. De overheid heeft de afgelopen jaren richting boeren gewoonweg onbetrouwbaar beleid gevoerd. Blijf in gesprek — daar roepen we toe op — met alle ketenpartijen en natuurorganisaties, zodat het vertrouwen wordt hersteld en de belofte van die noodzakelijke landbouwpolder eindelijk wordt waargemaakt.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Campen. Er is een interruptie van de heer Bisschop, SGP.

De heer Bisschop (SGP):

Ik zou graag nog wat toelichting willen van de heer Van Campen op de graslandnorm of de gve-norm. Ik begrijp dat de VVD daar met begrip naar kijkt, zal ik maar even zeggen. Maar een dergelijke norm leidt ongetwijfeld weer tot nieuwe knelgevallen. Mijn vraag is hoe verstandig de VVD dat vindt, als we constateren dat we al een fosfaatknelgevallensituatie, de PAS-meldersknelgevallen en nog een aantal andere knelgevallen die wat minder omvangrijk zijn, hebben. Hoe staat de VVD daarin?

De heer Van Campen (VVD):

Toen ik twee jaar geleden landbouwwoordvoerder werd, was een van de eerste gesprekken die ik voerde met boeren, een gesprek met die zogenaamde fosfaatknelgevallen. Ik sloot mijn betoog net af met een overheid die onbetrouwbaar beleid heeft gevoerd. Het zijn niet alleen de PAS-melders, maar ook deze boeren, deze ondernemers, waar ik op doel. De overheid zei in aanloop naar 2015: het is bevrijdingsdag, u mag melk produceren wat u wilt. Boeren gingen vervolgens overeenkomsten met banken aan om stallen te bouwen, maar de overheid zei uiteindelijk "we moeten erop terugkomen" en er kwam een ijskoude generieke sanering voor terug. Die ijskoude generieke sanering is — daarvan ben ik overtuigd — tot op de dag van vandaag een van de essenties, de kern, van het wantrouwen dat leeft bij boeren. Ik zou de heer Bisschop willen zeggen dat dit bij iedere vorm die beweegt naar grondgebondenheid, nooit meer mag gebeuren. Heb oog voor knelgevallen, heb oog voor situaties waarbij mensen net niet in het malletje van de overheid passen. Want laten we lessen trekken uit het fosfaatrechtenstelsel. Dat wil de VVD ook.

De heer Bisschop (SGP):

Helder. Maar dan is mijn conclusie, ook gezien het feit dat een dergelijke gve-benadering weer zo'n typische middelvoorschriftenbenadering is in plaats van een doelvoorschriftenbenadering, dat de VVD niet akkoord gaat met gve-normen, graslandnormen en noem het allemaal maar op. Een ja of nee is voldoende trouwens.

De heer Van Campen (VVD):

Dat ga ik natuurlijk niet doen. Zo'n middel moet nooit een doel zijn. Het doel dat we voor ogen hebben, is een grondgebonden melkveehouderij waarbij boeren op het eigen erf, op het eigen bedrijf of in samenwerking met akkerbouwers in de omgeving de mestplaatsingsruimte kunnen wegzetten en het voer van eigen land kunnen halen om zo een balans te hebben tussen de bedrijfsvoering en het aantal grootvee-eenheden. De heer Bisschop weet met mij dat er grote verschillen zijn binnen Nederland. In het noorden is het een veel minder groot probleem dan in het zuiden. Maar dat je uiteindelijk toe moet naar een vorm van grondgebondenheid … Ik lees ook de voorstellen over een graslandnorm waarmee je volgens mij veel dichter in de buurt komt van de waterkwaliteitsdoelen. Dat vind ik een interessante gedachte. Dat was ook de reden waarom mijn fractie er zo aan hechtte dat de sector zelf aan tafel zat, omdat daar de kennis daarover zit. Dus concluderend: wij zijn nooit getrouwd met een middel, maar wel met het doel om toe te werken naar een grondgebonden melkveehouderij.

De heer Bisschop (SGP):

Dat klinkt mooi, maar er zitten ongelofelijk veel haken en ogen aan. Afsluitend wil ik bij de VVD dan nog graag het volgende onder de aandacht brengen. Op het moment dat er opnieuw een dergelijk middelvoorschrift komt, of dat nou "gve-norm" of "graslandnorm" wordt genoemd, creëren we per definitie opnieuw een knelgevallenpot. Daar zou ik de VVD nadrukkelijk op willen attenderen. Zorg dat dit altijd voorkomen wordt, want die ellende moeten we in ieder geval nooit meer hebben.

De heer Van Campen (VVD):

Dan toch even een reflectie op het fosfaatrechtenstelsel. Ik ben het met de heer Bisschop eens. Ik zal mij daarvoor inzetten zolang ik landbouwwoordvoerder ben. Maar even terugblikkend: bij de invoering van het fosfaatrechtenstelsel is de afroming — het wordt wat technisch — tot het minimale beperkt. Daardoor was er voor boeren die tussen wal en schip vielen geen ruimte om maatwerk te kunnen bieden. Dat was een politieke wens. Het was een politieke wens van deze Kamer om die afroming zo scherp mogelijk te zetten. Daardoor was het kabinet met handen en voeten gebonden. De heer Bisschop weet ook dat we de Kaderrichtlijn Water niet van tafel vegen, dat we de Nitraatrichtlijn niet van tafel vegen en dat we ook de Vogel- en Habitatrichtlijn niet van tafel vegen. Nogmaals, iedere inzet en ieder middelvoorschrift — contrecoeur, zou ik dan willen zeggen — waar het kabinet mee zal komen, zal altijd ruimte moeten bieden voor hardheidsclausules en maatwerk ter voorkoming van schrijnende knelgevallen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Campen. Dan geef ik het woord aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Wat een pijnlijke situatie om wederom over hetzelfde te debatteren zonder echt stappen vooruit te zetten. We zitten hier met een regeringscoalitie die geen gezamenlijke probleemdefinitie heeft voor wat er moet veranderen in de landbouw en het niet eens is over de doelen, 2030 of 2035. De doelen worden met het conceptlandbouwakkoord niet gehaald. Sommige doelen bij stikstof lijken niet haalbaar. Er is geen toekomstvisie. Ik kan in het conceptlandbouwakkoord geen toekomstvisie vinden over het dierenwelzijn. Dat was wel een vraag die we hier nadrukkelijk op tafel hebben gelegd: hoe wil je dat je stallen er over twintig jaar uitzien?

Ik kan geen visie vinden over voedselzekerheid. Hebben we, als er internationaal iets gebeurt, geborgd dat we onze eigen voedselketen een jaar of twee jaar aan de gang kunnen houden zonder veel import en export vanuit de regio Noordwest-Europa? Het lijkt me zeer zinnig om dat te weten. Ook gaat het om de betaalbaarheid. In de voetnoot staat €0,26 extra belasting op melk en wat extra belasting op kunstmest en op vlees. Maar die laatste was alweer weg toen ik er één keer over getwitterd had. Het is heel bijzonder hoe dat werkt.

Toch wil ik het kabinet het volgende vragen. Zet deze zomer deze vijf dingen op een rij. Zet op een rij wat je probleemdefinitie is. Zet op een rij wat je doelen zijn. Zet op een rij hoe je voedselzekerheid, voedselbetaalbaarheid en dierenwelzijn eruitziet. Maak dan een plan hoe je met de sector verdergaat. Ik vraag niet binnen twee weken een alternatief plan. Dat kan niet. We moeten niet het onmogelijke vragen. Wees blij dat u acht weken lang geen last heeft van de Kamer. Dan kunt er acht weken lekker in een kamer aan werken. Dat vind ik helemaal prima. U mag ook heronderhandelen over het regeerakkoord. Maar doe het de sector en de boeren niet langer aan om er zo mee om te gaan.

Voorzitter. Dan nog een paar andere vragen. Stikstof. De piekbelasters worden uitgekocht, maar ik mis nog steeds een fatsoenlijk beleid voor stikstofuitkoop van de industriëlen. Nu hebben we alleen het lijstje met de topuitstoters, maar ik ben niet geïnteresseerd in de topuitstoters. Als de topuitstoter een energieopwekker is zoals een gascentrale, dan gaan wij die natuurlijk niet sluiten. Dat weten we allemaal. Ik ben geïnteresseerd in die industriële werkgelegenheid of die industriële processen waarbij er ontzettend veel stikstof wordt uitgestoten, maar die voor de hele samenleving niets opleveren. Dat was waarom iedereen zo kwaad was op de afvalverbranding van het Romeinse afval in Amsterdam. Dat levert voor de Nederlandse samenleving geen bal op. Overigens levert dat niet alleen stikstof op, maar ook nog een hoop gif, waar we op andere momenten wél tegen zijn. Voor mijn part zegt u tegen die cruiseschepen die naar het centrum van Amsterdam en Rotterdam gaan: u moet verplicht getrokken worden door een sleepboot. Met wat die cruiseschepen uitstoten, kun je de milieuzone in Amsterdam afschaffen. Kap er dan gewoon mee! Dat zijn dingen waar je moet ingrijpen. Dus niet bij de allerzwaarste uitstoters, maar daar waar je denkt de snelste winst te kunnen halen.

Wil de regering een kleine commissie van experts instellen om dat te doen? Want als u bij de boeren ingrijpt en niet bij de rest van de samenleving, kan ik u verzekeren dat er nul draagvlak is. Laat ik het zo zeggen: er zijn gewoon quick wins te behalen in andere delen van de samenleving, zonder de landbouwhervorming. Meneer De Groot, natuurlijk stoot landbouw de meeste stikstof uit, dus daar zal ook iets moeten gebeuren.

Voorzitter. Dan ben ik nog zeer benieuwd wanneer we de brief krijgen over hoeveel er is opgekocht door Infrastructuur en Waterstaat en Schiphol. Die brief zou voor 1 juli komen. Ik dacht: dan kan het ook twee dagen eerder, want dan kunnen we die brief bij dit debat betrekken. Ik sta erop dat ik het allemaal zie, want de Kamer heeft hier gezegd: we willen het eerder zien.

Ik wil graag weten wat er met de grensregio's gebeurt als alles uit Duitsland komt. Aan de ene kant mag de boer in Twente helemaal niets, terwijl aan de andere kant nieuwe kippenstallen worden gebouwd. De minister heeft dit gezien.

Ik wil graag het volgende weten over stikstof uit zee. Dit komt uit bekende bronnen, maar ik ken de bronnen niet. Kan het RIVM of de regering dat zeggen? Straks moeten we het helemaal platleggen op alle Waddeneilanden en aan de kuststrook, terwijl we niet eens weten waar de stikstof vandaan komt.

Voorzitter. Ik hoop een constructieve bijdrage te hebben geleverd, in plaats van te hebben gezegd wat er niet kan, want we moeten echt uit deze crisis komen.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Omtzigt. Dan geef ik het woord aan de heer Grinwis, ChristenUnie.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Dank, voorzitter. 5 oktober 2022. Na een zeer verhitte zomer op ons platteland verscheen van de hand van Johan Remkes Wat wel kan, met daarin de aanbeveling: "De komende periode beveel ik aan om dit rapport uit te werken tot een gedragen landbouwakkoord, en als dat niet haalbaar is, tot een kabinetsplan." Het is een aanbeveling aan het kabinet, en aan de toen kersverse minister Adema in het bijzonder. Het is een aanbeveling die volgt op de vurige wens van LTO om voorbij polarisatie toekomstperspectief te bieden midden in de Nederlandse polder. Dat het nu, na maanden onderhandelen, juist LTO is die de stekker eruit heeft getrokken, is ongelofelijk zonde. Het is een gemiste kans, ondanks vele inspanningen van alle betrokkenen, ook van LTO'ers — laat dat gezegd zijn — waar wij als ChristenUniefractie grote waardering voor hebben.

Het was ook veel gevraagd. Voor veel boeren die gevangenzitten in een systeem waarin aan veehouders vaak meer wordt verdiend dan aan vee houden, is het geen geringe opgave om akkoord te gaan met minder. Dat kan toch een beetje voelen als het bespreken van het kerstdiner met de kalkoen.

Voorzitter. Toch ben ik ervan overtuigd dat het polderoverleg en de voorlopige resultaten die we nu hebben, juist bijdroegen aan het overleven van de kerst. Sterker, ze dragen bij aan hoe we met minder toch meer waarde zouden kunnen creëren voor boer, natuur en maatschappij, en aan dat jonge boeren weer durven en willen gaan ondernemen, omdat er in 2040 een stip staat die meer is dan een vage verte, namelijk een wenkend perspectief. Iedereen weet dat de Nederlandse landbouw wereldkampioen is per kilogram product. Uitgedrukt in per kilogram product verbruiken onze boeren immers de minste brandstof, de minste kunstmest, de minste arbeid, de minste grond, het minste kapitaal, de minste gewasbeschermingsmiddelen, het minste veevoer, veroorzaken ze het minste dierenleed en ga zo maar door. Dat is de bright side van het succesverhaal van onze landbouw.

Daar staat tegenover dat de invloed per vierkante kilometer groot is. Die is te groot. Dat is de dark side van datzelfde succesverhaal. Wat ook een dark side is, is dat de boer steeds minder een vrije ondernemer is. De boer is steeds meer een geketende ondernemer die vastzit aan contracten van drie groepen van deze wereld. De boer zit vast aan de dure kredieten van de Rabobank ten behoeve van de steeds grotere investeringen. De boer zit ook vast aan de alsmaar uitbreidende middelvoorschriften van Den Haag en Brussel om de impact op natuur, water en klimaat ook maar een beetje binnen de perken te houden, maar op zo'n manier dat werkelijk elk initiatief, elke poging om voorop te lopen, in de kiem wordt gesmoord.

Voorzitter. Er is maar één manier om in het reine te komen met onze omgeving. Dat is door verbondenheid. Waar zou verbondenheid beter tot stand moeten kunnen komen dan in onze eeuwenoude polder? Dat het 10 meter voor de finish, na bijna 200 kilometer ploeteren en klunen dan toch is mislukt, doet pijn. Tegelijkertijd is er geen tijd om bij de pakken neer te zitten. Daarom heb ik een aantal vragen aan de bewindslieden in vak-K, met de vraag om een reactie.

In het spoor van NAJK — grote complimenten voor hen — de vraag: wil de minister in zijn landbouwbrief een visie op een toekomst voor boeren en vitale plattelandsgemeenschappen in balans met de omgeving articuleren op basis van het conceptlandbouwakkoord? Wil hij daarbij een strategie schetsen om daar te komen, waarbij helpt wat al zwart-op-wit staat? Wil hij een structuur neerzetten waarmee die strategie kan worden gerealiseerd? Dat is cruciaal. Met de tijdelijke verdwijning van het ministerie van LNV en de opheffing van de productschappen en eerder al van de Dienst Landbouwvoorlichting is de structuur onder onze landbouw, zowel qua overleg en regulering als qua kennis, ernstig ondergraven. Nou was de zijtafel-/hoofdtafelstructuur misschien ook niet je van het, maar een structuur die de strategie kan uitvoeren en die boeren met onafhankelijke kennis weet te bereiken, is broodnodig. Kijk daarbij ook wat je van andere landen kunt leren, zoals van Food Nation Denmark.

Voorzitter. Ik druk kabinet en ministeries op het hart de gezamenlijkheid die de laatste weken is gevonden, te blijven zoeken en vinden. De verleiding om terug te vallen in oude schuttersputjes is namelijk levensgroot, ook bij onze verkokerde overheid.

Ten slotte. Zorg dat die delen van het geklapte akkoord die te goed zijn om te laten liggen, nu worden opgepakt, van afspraken met ketenpartijen tot het zo snel mogelijk operationeel hebben van doelsturing. Daarom is het goed dat minister Adema de eerste vier maatregelen al getroffen heeft. Geef ondernemerschap een kans door boeren zo snel mogelijk de keuze te geven op hun eigen erf en akker te werken aan emissiereductie. Leer daarbij van de succesvolle antibiotica-aanpak en laat op de puinhopen van het geklapte polderoverleg de mooiste bloemen bloeien. Maak zo eendrachtig van de jobstijding van vorige week een blijde mare voor boer, natuur en samenleving nu, en straks ook in 2040.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Grinwis. Dan geef ik het woord aan de heer Bisschop, SGP. U mag inderdaad nog even een slok nemen.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter, dank u wel. Over het klappen van het landbouwakkoord kunnen we eigenlijk heel kort zijn: als je wantrouwen zaait, oogst je nooit een goed akkoord. Dat gaat niet samen. De basis van het wantrouwen is dat er te veel aangevlogen is vanuit de onwrikbare kaders van het coalitieakkoord. Het planbureau zegt daarvan dat het een "ongekende opgave is die niet voorstelbaar is in de komende zeven jaar". Daarbij is te weinig gedacht vanuit de economisch en ecologisch duurzame voedselproductie die we nodig hebben. Op pagina 54 komt voor het eerst het aspect voedselproductie aan de orde. Dat zegt ongelofelijk veel.

Voorzitter. We waren blij dat het kabinet dit zeven jaar na ons eerste pleidooi voor een landbouwakkoord na veel hangen en wurgen oppakte, maar ik ben bang dat het te laat was. Maar laten we vooruitkijken. Laten we nu vooral de tienduizenden boerengezinnen in ons land voor ogen houden die door de overheid steeds meer klemgezet worden en die perspectief nodig hebben, zonder dat starre keurslijf van het coalitieakkoord. Wat is het perspectief voor een jonge melkveehouder die net een bedrijf heeft overgenomen en die ineens een graslandnorm opgelegd krijgt? Die norm daagt hem niet uit om de CO2- en waterkwaliteitsdoelen te halen, maar laat hem tegen een onhaalbare financiële last aan lopen. Dat is rentmeesterschap — vanuit een diepe overtuiging zijn we er groot voorstander van om die verantwoordelijkheid te nemen — waarbij de rentmeester met de handen op de rug moet opereren, in plaats van de handen uit de mouwen te moeten steken. De groepen knelgevallen zouden alleen maar uitgebreid worden.

De vraag is dus hoe de minister het vakmanschap van boeren gaat uitdagen en belonen. Kijk eens naar de aanpak van het antibioticagebruik, als ik een suggestie mag doen, met de focus op veel gebruikers: 80% reductie in vijftien jaar tijd, door de sector zelf georganiseerd, duurzaam. De Kamer wil sowieso dat middelenvoorschriften vervangen worden door doelvoorschriften. Dat is heel mooi. Die lijn moeten we vasthouden.

Voorzitter. Onder meer aan de sectortafels is goed werk verzet. Het kind moet hier niet met het badwater worden weggegooid. Blijf luisteren naar de sector. Ik proef dat ook bij de minister. Luister bijvoorbeeld naar het signaal dat voor serieus agrarisch natuurbeheer meer nodig is dan alleen maar een vergoeding van kosten en inkomensderving. Dat mag ook gewoon betaald worden. Je kunt dan zeggen: dat is een publieke dienst en dat hoeft niet allemaal. Nee, daar wordt gewoon werk voor verricht. Wil de landbouwminister ervoor zorgen dat de gesprekstafel blijft? Wil hij werk maken van het instellen van een agrarische autoriteit?

Stop met de wet om het stikstofdoel aan te scherpen. Ik snap het dralen van het CDA eigenlijk niet, en nog minder de halsstarrigheid van het kabinet om dit toch door te zetten. "Het staat in het coalitieakkoord." Maar beste mensen, als je een keer iets fout hebt opgeschreven, kun je op je schreden terugkeren. Grijp dan die kans en zorg ervoor dat er goed beleid komt. Het is niet haalbaar. Luister naar de provincies. Ik proef de houding: ach, niemand is gehouden tot het onmogelijke, als we maar snel aan de slag gaan. Maar zo ga je niet met wetgeving om. Zo ga je ook niet met de sector om.

De eenzijdige stikstoffocus wreekt zich in de piekbelastersaanpak. Waarom is er ondanks schone beloften nog nauwelijks zicht op de regelingen voor verplaatsing, innovatie en extensivering? Die hadden naast elkaar moeten staan om de sector werkelijk perspectief te bieden. Waar moeten de ondernemers nu op koersen?

Het zwaard van Damocles, 85% reductie, moet verdwijnen. Eenzijdige opkoop van bedrijven in de Gelderse Vallei bijvoorbeeld levert vooral stikstofreductie op in duizenden hectaren leefgebied van de zwarte specht. Dat is mooi, maar die doet het al redelijk goed — dat moeten we vooral zo houden — dus dat voegt weinig toe. Dan kun je je afvragen of dit wel de goede prioriteitstelling is. Je wilt toch zo'n Gelderse Vallei niet leeg vegen? En hoe gaat dit de PAS-gevallen elders in het land helpen? Ik zou daar graag een reactie van de minister op hebben.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Bisschop. Dan geef ik het woord aan mevrouw Vedder, CDA.

Mevrouw Vedder (CDA):

Dank, voorzitter. Ik wilde vandaag eigenlijk al veel meer zeggen dan in vier minuten past, maar nu hebben ook nog heel veel collega's hun medeleven uitgesproken richting mijn telefoon, dus ik voel mij geroepen om er toch iets over te zeggen. Net voordat ik hierheen liep, zag ik tussen de hele rij met hoofdletters en emoticons ook een heel klein woordje staan: "sorry". Dat gaf mij weer veel hoop en vertrouwen. Ik dacht: wat is de mens toch eigenlijk een mooi, wonderlijk wezen en wat is het een voorrecht om hier te staan. Dat wil ik even met mijn collega's delen.

(Geroffel op de bankjes)

Mevrouw Vedder (CDA):

Dan ben ik ook nog een invaller; de heer Boswijk had hier eigenlijk moeten staan, maar die kan vandaag helaas niet bij ons zijn vanwege een begrafenis.

Voorzitter. Het landbouwakkoord zou perspectief moeten brengen en het vertrouwen moeten herstellen, maar nu komt dat er niet. Dat zei een jonge boerin in Nieuwsuur. Perspectief en vertrouwen, daar moet het wat ons betreft in dit debat over gaan. Het stukje "nu komt dat er niet" kan natuurlijk niet het einde van dit hoofdstuk zijn. Het CDA is teleurgesteld over het vastlopen van het overleg. Het is onze diepste overtuiging dat je zo'n enorme transitie alleen samen kunt doen. Wij geloven in de kracht van samenwerking. Wij geloven dat je verder komt als je handelt vanuit wederzijds begrip. Ik hoorde gisteren iemand zeggen: de polder is dood. Ik weiger gewoon pertinent om me daarbij neer te leggen, omdat onze jonge boeren perspectief en vertrouwen nodig hebben om de stap naar de toekomst te kunnen zetten. Dat lukt niet met alleen Haagse tekentafelplannen. Wat ons betreft is het werk dus echt niet voor niks geweest en gaan we het nu ook niet in de prullenbak gooien, maar bouwen we erop door.

Toen deze onderhandelingen begonnen, stond de boel in de fik. Er is hard gewerkt om het vertrouwen stukje bij beetje op te bouwen, maar het is nog niet klaar. Het is te vroeg gebleken om te durven vertrouwen op intenties. Ik snap dat, ook uit eigen ervaring, heel goed. In het op het laatste nippertje toegevoegde hoofdstuk 9 staan daar wat dingen over die ik belangrijk vind: "niemand is gehouden aan het onmogelijke", "ijkmomenten om te zien of we op koers liggen", "een voorziening voor calamiteiten". Maar met hetzelfde gemak wordt er ook gesproken over generieke maatregelen. Ik zie de agrarische sector daar heel wisselend op reageren. Ik snap dat, want het is niet makkelijk om de uitgestoken hand aan te pakken als diezelfde hand je eerder een paar keer heeft laten vallen.

Wij willen dit akkoord zien als de eerste stap van een beweging. Wat ons betreft moeten afspraken vanuit absolute wederkerigheid daar de basis van zijn, uitgaande van het idee: als het mij niet lukt om instrumenten aan te leveren, dan heb ik er begrip voor en dan snap ik dat jij doel B nog niet kan halen. Is de minister dat met ons eens? Hoe wil hij op dit systeem gaan doorbouwen?

Net als een aantal collega's heb ik gehoord hoe belangrijk men de overlegstructuur vond in de afgelopen tijd. Ik noem het in ere herstellen van de landbouwpolder, die met het afschaffen van de productschappen verloren is gegaan. Wij zijn echt enthousiast over de voorgestelde landbouwtafel. Ik ben benieuwd hoe de minister daarnaar kijkt en of dit idee sowieso doorgezet gaat worden.

Voorzitter. De opgaven die de sector op zich af ziet komen, zijn natuurlijk niet verdwenen nu het landbouwakkoord niet is gelukt. Laat ik er even helder over zijn: het CDA twijfelt ook niet aan de noodzaak om die opgaven te realiseren. Maar wat betreft de weg ernaartoe is het voor ons essentieel dat we die samen met een sterke sector, die perspectief ziet, kunnen afleggen. We zien daarvoor enkele belangrijke bouwstenen in het landbouwakkoord: doelsturing, afwegingskader, landbouwgrond, langjarig natuurbeheer en maatregelen voor jonge boeren. Dat zijn allemaal dingen waar het CDA al heel lang voor heeft gepleit. Het is fijn om te zien dat het nu ook een keer in papiervorm voor ons ligt. Wat ons betreft gebruiken we die bouwstenen als kern van een visie en strategie waarmee het kabinet in september wil komen. Ik gebruik expres het woord "kabinet" en niet "minister", omdat elke boer elke dag op zijn erf ziet dat de integraliteit ver te zoeken is. De jonge boerin uit Nieuwsuur heeft het nodig dat ministeries constructief met elkaar samenwerken. Alleen dan komen we bij dat vertrouwen en perspectief dat zij verdient, maar dat alle andere boeren en boerinnen ook verdienen.

De voorzitter:

Dank u wel. Er is een interruptie van allereerst mevrouw Kuiken.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Fijn dat u hier vandaag staat, mevrouw Vedder; alle steun van ons en van alle collega's. Ik heb toch ook een vraag. Mijn stelling is dat de tijd van praten nu wel voorbij is, want het is simpelweg niet gelukt. Nu is het tijd dat het kabinet als eenheid — u vraagt om alle ministers, maar ik vraag dat van alle coalitiepartijen — aan zet is. Deelt u dat met mij?

Mevrouw Vedder (CDA):

Ik denk dat u daarmee de kern te pakken heeft van waarin een aantal partijen van elkaar verschillen. Volgens mij zijn de verschillen wat betreft het behalen van de doelen helemaal niet zo groot, hoewel we die in dit huis wel vaak uitvergroten. Waar we wel in verschillen, is dat het CDA er echt rotsvast van overtuigd is dat je zo'n grote transitie alleen samen kunt maken. Ik moet even denken aan de uitspraak dat je met een kalkoen niet over kerst moet praten. Wij willen heel graag dat de kalkoen de kerst overleeft en dat hij straks ook nog gezond en sterk is. Wij zien gewoon geen andere weg voor ons dan dat wij dat samen met de sector oppakken. En ja, dat duurt te lang. En ja, dat frustreert mij ook.

De voorzitter:

Dat scheelt een interruptie van mevrouw Akerboom, zie ik.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik zal niet de kalkoenvergelijking maken, want die doet de sector geen recht. Maar het is nu echt aan het kabinet, en ook aan het CDA, om te zeggen: dit is wat wij willen, dit zijn de doelen die wij willen halen, dit pakket stellen wij voor, en wij zorgen ervoor dat dat er voor het einde van de zomer ligt. Dat je vervolgens nog een keer het gesprek met elkaar aangaat, vind ik onzinnig, want die tijd is voorbij. Je moet nu zelf de leiding nemen in dit proces. Ik hoop dat het CDA, inclusief zijn partijleider, snapt dat dat essentieel is, omdat we er anders niet uitkomen. Dat is uiteindelijk ook de economische dood voor de boeren voor wie u opkomt.

Mevrouw Vedder (CDA):

Ik kan daarin een heel eind meegaan met de PvdA. Ik heb ook moeite met hoelang het duurt. Ik ervaar aan den lijve wat dat met mensen doet. Daarom heb ik er begrip voor en snap ik dat mijn telefoon aan het exploderen is, want de zorgen zijn gewoon heel erg groot. Dat is ook de reden waarom het CDA er al twee jaar lang, met een heleboel moties, behoorlijk stevig voor pleit om met instrumenten te komen om de sector de tools te geven om de transitie te maken. Dat duurt veel te lang. Langjarig natuurbeheer … Ik wil weer "godzijdank" zeggen, maar dat mag ik natuurlijk niet zeggen als CDA'er. Maar het is superfijn dat langjarig natuurbeheer in het landbouwakkoord staat en dat ik het eindelijk opgeschreven zie staan. Je kan niet op zes jaar bouwen. Er staat nu achttien jaar, maar het mag van ons nog wel langer. Een innovatieregeling is er nog steeds niet. Een verplaatsingsregeling is er nog steeds niet. Inrekenbare managementmaatregelen zijn er nog steeds niet. Het enige wat we nu hebben, is een opkoopregeling. Dat gaat ons veel te langzaam. Dat heeft er ook toe geleid dat we het volgende zeggen. Als je een stevige ambitie uitspreekt met elkaar en wilt dat de sector het kan meemaken, maar als je niet levert wat je beloofd hebt te leveren, dan kan je niet anders dan weer terugkijken naar die ambities en zeggen: misschien moeten we daar realistischer mee omgaan.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Mevrouw Vedder zegt net: de innovatieregeling is er nog niet, en de verplaatsingsregeling is er nog niet. We hebben het er vandaag al over gehad dat het perspectief er ook niet is en dat het verdienmodel niet is geregeld. Snapt het CDA dan wel dat LTO, met zó veel onzekerheid, van tafel is gegaan en geen ruimte meer zag om verder te onderhandelen? Of vindt het CDA dat die grote onzekerheid wel oké is, en zegt het CDA dat we dan wel gaan kijken wat er gebeurt?

Mevrouw Vedder (CDA):

Ik snap die onzekerheid heel goed. Ik zie ook de verschillen in de wijze waarop agrarische organisaties op die onzekerheid hebben gereageerd. Daar zit een nuanceverschil in. Dat zit erin hoe je tegen dat pakket aankijkt. Dat heeft alles te maken met vertrouwen. Als je met elkaar een pad gaat aflopen dat je niet kent, kun je ervoor kiezen om dat pad van a tot z van tevoren te verkennen en alle mogelijke gevaren van tevoren dicht te regelen. Dat doe je als je elkaar in de kern niet vertrouwt. Maar ik zie ook jonge boeren die zeggen: hoofdstuk 9 is voor ons heel belangrijk. Wij zien daarin houvast, zeggen zij, en wij durven het wel aan om die weg in te slaan, mits we elkaar continu vasthouden en checken of we wel op de goede weg zijn: is dit nog eerlijk en hebben we nog vertrouwen in elkaar? Zij willen kunnen bijsturen. Ik zie eigenlijk geen andere manier waarop je een transitie moet maken met elkaar, want je kan het niet van a tot z dichtregelen. We weten niet wat er op ons afkomt.

De voorzitter:

Laatste vraag voor mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Wat ik van de jonge boeren, en ook van de biologische sector, heb begrepen, is dat zij wel verder wilden onderhandelen, maar dat ze het daarna aan de leden zouden voorleggen. Zij gingen dus niet zomaar even akkoord met wat er allemaal in stond. Dat was hun standpunt. Maar nu is er in de buurt van mevrouw Vedder, in de provincie Drenthe, een typisch voorbeeld van een onbetrouwbare overheid. Jaren geleden hebben boeren daar bossen mogen aanleggen. Zij hadden die landbouwvrijstelling, en fiscaal zou dat verder geen nadeel opleveren. Dat is beloofd door het ministerie van LNV. Dat is beloofd. Nu krijgen boeren ineens een aanslag van de belasting en moeten ze tonnen gaan terugbetalen, tot wel zeven ton! Die boeren hebben gewoon ook afspraken gemaakt met het ministerie van LNV. En dan zegt het ministerie van Financiën: nou, daar hebben we niks mee te maken, beste meneer de boer, u moet dit gewoon lekker gaan betalen. Dat is toch een onbetrouwbare overheid? Zelfs woordvoerders die bij LNV hebben gewerkt, hebben letterlijk gezegd: dit is gewoon oplichterij. Hoe kan het CDA er dan van uitgaan dat afspraken die nu worden gemaakt niet ook later terugslaan als een boemerang?

Mevrouw Vedder (CDA):

Die onbetrouwbare overheid is de reden dat ik hier sta, maar dat weet mevrouw Van der Plas volgens mij ook wel. Over precies dat geval hebben wij ook vragen gesteld, want dat is echt een onbetrouwbare overheid; dat is niet fair naar de mensen toe. Dat ik positief ben over de stappen die zijn gezet, moet u dus ook niet interpreteren alsof ik het landbouwakkoord zoals het er nu ligt, beschouw als iets wat af is en waarmee we nu aan het werk gaan. Het is nog lang niet af. Ik onderken die onzekerheid. Ik heb daar ook twijfels over. Toen ik het bericht over die bomen las, was dat het eerste wat ik dacht. Maar ik heb het op heel veel andere dossiers ook gedacht: wat is een belofte waard?

De voorzitter:

Wilt u afronden? Dank.

Mevrouw Vedder (CDA):

Dus ik snap die aarzeling heel goed, maar ik wil voorkomen dat we zeggen: als die route niet lukt, is er maar één andere route, namelijk dat we hier in Den Haag beslissen dat we die doelen gaan halen en gaan bepalen dat het zo en zo en zo gaat, en je ziet maar dat je je redt.

De voorzitter:

Mevrouw Beckerman, SP. Mevrouw Akerboom?

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik mocht al de hele tijd voor, dus laten we nu mevrouw Akerboom eerst laten.

De voorzitter:

Dat is netjes, dank u zeer. Mevrouw Akerboom, Partij voor de Dieren.

Mevrouw Akerboom (PvdD):

Ik had onlangs het debat Dieren in de veehouderij met mevrouw Vedder. Daarin uitte zij ook haar zorgen over de integraliteit van de visie die komt, nog voordat we miljarden uitgeven, stallen gaan verbouwen en dergelijke. We zouden eigenlijk moeten nadenken over het soort veehouderij waar we naartoe willen. De heer Omtzigt zei het vorige keer in het debat: hebben we strakjes nog koeien in de wei of alleen maar potdichte megastallen vol met varkens?

Nu komt het kabinet met een eigen pakket. Er ligt 13 miljard. Deelt mevrouw Vedder dan de mening dat dierenwelzijn daar nu meteen in meegenomen moet worden, dat die visie nu wel integraal is, dat we een einde maken aan het stapelen van die maatregelen? Er lopen nu ook gesprekken over het convenant dierwaardige veehouderij. Stel nou dat die ook stuklopen, dan wordt het nog een hele tijd vertraagd en dan is er nog langer onduidelijkheid. Dat is niet eerlijk naar de boeren. Deelt mevrouw Vedder de mening dat het nu gewoon in één keer goed moet?

Mevrouw Vedder (CDA):

Het gebeurt niet heel vaak dat ik zal zeggen dat ik het roerend eens ben met de Partij voor de Dieren, maar in dit geval doe ik dat wel, want ik vind die integraliteit hartstikke belangrijk. Je moet in de 86 pagina's van dit stuk heel goed zoeken, want er is maar één zinnetje dat verwijst naar het convenant dierwaardige veehouderij. Dat is best wel zuinig. Ik snap het ook wel, omdat dat proces ouder is dan het landbouwakkoordproces. Logistiek gezien begrijp ik het dus. Maar ik deel de mening absoluut dat het onverkoopbaar is dat we nu boeren confronteren met opgaven zoals stikstof, klimaat en "dit is hoe je je stal moet gaan aanpassen", en dat we dan over drie jaar nog een keer langskomen, aanbellen en zeggen: o ja, je moet ook nog even dit dossier hebben; ga maar weer opnieuw beginnen. Dat kan natuurlijk niet.

De voorzitter:

Helder.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik deel heel erg met mevrouw Vedder — dat weet zij ook — dat de overheid veel te vaak onbetrouwbaar is geweest en nog is. Wat ik vandaag zo ongelofelijk lastig vind in dit debat, is dat wij allemaal geen idee hebben waar we nu staan. Want van alles wat in dat akkoord genoemd is, weten we niet of het kabinet het daar nou nog mee eens is of niet. Van eentje weten we het, omdat de heer Omtzigt daar een tweet over plaatste en er toen snel werd gezegd: nee, daar zijn we het helemaal niet meer mee eens. Van al die andere weten we het niet. Een van de lastigste punten vind ik dat we niet weten hoe ... Ik ben heel erg voor het verduurzamen, maar hoe zorg je nou dat dat verdienmodel er ook komt? Deelt mevrouw Vedder met mij de analyse dat we vandaag echt niet weg kunnen gaan zonder daar meer over te weten?

Mevrouw Vedder (CDA):

Ja, helemaal eens, want je kan als boer een transitie alleen maar meemaken als je die economisch overleeft. Dat bedoelde ik ook met het doorbouwen met elkaar op basis van afspraken met wederkerigheid. Als we dingen vragen van onze boeren en ze dingen nodig hebben om die te kunnen realiseren, bijvoorbeeld die maatregelen waar we al twee jaar met allerlei moties op aandringen, kom daar dan mee, bijvoorbeeld met betrekking tot langjarig natuurbeheer. Als je bij wijze van spreken een contract kan afsluiten voor 30 jaar, dan heb je een bepaalde mate van zekerheid: oké, dan kan ik mijn bedrijfsstructuur opnieuw beoordelen en kan ik kijken hoe ik hiermee omga. We zijn veel te langzaam met dat soort dingen, maar de golden bullet is er ook niet. Ik ben er al jaren mee bezig, maar ik heb 'm nog steeds niet gevonden. Wat ik wel heel mooi vind in dit akkoord, is dat het voor het eerst is dat ik zie dat de keten bereid is om uit te spreken zich te gaan inspannen. Ik zeg het expres zo voorzichtig, want het leest ook heel voorzichtig en ik ken die partijen als voorzichtig. Maar ik heb het nog nooit eerder ergens opgeschreven zien staan, dus wat dat betreft vind ik dat wel echt een trendbreuk. Zonder dat soort commitments van de andere partijen in de samenleving gaan de boeren het in hun eentje niet redden.

Mevrouw Beckerman (SP):

Precies. Dat laatste is precies het punt. Ik zie — de VVD zei dat net ook — hoe belangrijk het is om om de tafel te gaan. Tot uw dienst, daar is niemand tegen. Maar stel nou dat je dat doet. Die jonge boerin waar u over sprak verduurzaamt. Vervolgens levert ze producten tegen die meerprijs en de supermarkt ligt vol met import. Wij hebben al die moties gesteund waar mevrouw Vedder het over had: de landschapsgrondmotie van uw collega en de motie over langjarige financiering. Maar we hebben bijvoorbeeld ook de moties gesteund van de Partij voor de Dieren, die zei: sluit dat Mercosur-verdrag nou niet; kijk nou uit dat je niet eerst hier boeren vraagt om te verduurzamen en vervolgens al die veel minder duurzame producten importeert. Die heeft het CDA niet gesteund. Daarom vraag ik via de voorzitter: hoe gaan we dat doen? Want je kunt dat niet blijven vragen en vervolgens via import weer allerlei van die onduurzame producten hier binnenhalen.

Mevrouw Vedder (CDA):

Specifiek met betrekking tot dit onderwerp heb ik die 86 pagina's doorgeploegd, om te kijken of ik daar in de tekst iets over kon vinden. Het antwoord was: nul. Dat viel me tegen. Dank voor de interruptie, want dit was nog een vraag die ik had voor de minister. Ik vind het als boerin namelijk ook heel erg moeilijk te verteren als er tegen de sector wordt gezegd "gij zult aan de hand van deze standaard produceren", terwijl de koekjes met de legbatterijeieren ondertussen vrolijk het land binnenstromen. Ik heb alleen de oplossing nog niet. Ik constateer alleen telkens dat het gewoon een ontzettend ingewikkelde puzzel is om met de marktstructuur die we hebben, en wat daar dan allemaal wel en niet in mag ... En godzijdank ben ik daar geen expert in; sorry, nou zeg ik het weer. Ik wil dat ook vooral zo houden, eerlijk gezegd. Hoe combineer je dat met verduurzamen en hoe zorg je dat die sector het mee kan maken?

De voorzitter:

Tot slot nog, mevrouw Beckerman. Afrondend.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik dacht dat mijn zesde interruptie geweest was, dus daarom …

De voorzitter:

Ik heb gezegd dat enige flexibiliteit mogelijk is.

Mevrouw Beckerman (SP):

Dit is wel precies het punt, hè? Want dit is ook hét punt waar heel vaak door de oppositie op is gewezen, namelijk: je kunt niet aan de ene kant zeggen "we beginnen op het boerenerf" en aan de andere kant niks doen aan dat systeem. Daarom vind ik het lastig dat het CDA nu zegt: ja, maar ik ben geen expert. Dat snap ik ook, maar dit is wel een cruciaal punt. We moeten dat systeem aanpakken. En er stond wél iets in het akkoord. Er stond namelijk … Het was zó vaag dat ik bijna eraan dacht om te googelen wat de betekenis ervan is. Er stond: "we gaan met een brede blik kijken naar nieuwe handelsakkoorden." Toen dacht ik: ja, maar dan wordt gewoon de optie opengehouden om opnieuw hiermee door te gaan, terwijl dat ...

De voorzitter:

Uw vraag is helder. Je geeft ze een vinger, en huppakee. Volgens mij is uw vraag helder. Mevrouw Vedder, tot slot.

Mevrouw Vedder (CDA):

Mijn eerlijke antwoord is dat ik dat ook lastig vind. Ik zei net al dat ik zie dat het botst. Dan komen er op een gegeven moment allerlei belangen bij elkaar. Dan sneuvelt er iets en dat blijken dan toch heel vaak onze voedselkeuzes te zijn. Een aantal collega's hadden het er net ook over. Ik blijf het ook heel merkwaardig vinden dat we zowel in Nederland als in Europa geen voedselstrategie hebben. Daardoor maak je dit altijd een ondergeschikt kindje aan al die andere strategieën die we wel hebben, bijvoorbeeld voor duurzaamheid. Dat komt tot uiting in dit soort handelsakkoorden. Ik heb daar best wel veel moeite mee.

De heer Kops (PVV):

Mij is nog steeds niet helemaal duidelijk wat het CDA nu wil met dit landbouwakkoord. Eigenlijk is het helemaal geen akkoord, want het is geklapt. De collega van mevrouw Vedder, de heer Boswijk, heeft daar bij het programma Op1 het een en ander over gezegd. Daar was haast geen touw aan vast te knopen. Het was ook heel tegenstrijdig. Hij zei namelijk: het kan niet zo zijn dat LTO wegloopt en dat we hetzelfde akkoord gaan uitvoeren. Maar vervolgens zei hij: we moeten uitwerking geven aan wat er ligt. Ik vraag het CDA dus wat het nou is. Moeten we nou niet hetzelfde akkoord gaan uitvoeren of moeten we uitwerking geven aan wat er ligt? Ik snap het niet.

Mevrouw Vedder (CDA):

Dat is een terecht punt over het akkoord. Maar "landbouw" klonk ook zo kort, dus ik noem het toch maar "landbouwakkoord". Wat het CDA hiermee wil, is het volgende. Ik snap het chagrijn van een aantal mensen heel goed. Die vinden dat een partij die wegloopt natuurlijk niet beloond moet worden, maar ik vind dat een beetje ... Ik moet er een net woord voor verzinnen. Ik wil graag de goede keuzes maken voor wat belangrijk is voor Nederland en voor de sector en dan interesseert het me eigenlijk niet zo erg dat mensen er chagrijnig over zijn dat mensen zijn weggelopen. Ik zou het namelijk niet op mijn geweten willen hebben dat we jonge boeren en een hele grote stille meerderheid binnen de harde kern gaan benadelen omdat een van de partijen is weggelopen. De goede stukken die in het landbouwakkoord zitten, moeten we dus niet in de prullenbak gooien.

De voorzitter:

Ik wil u vragen om iets compacter te antwoorden. Dank.

De heer Kops (PVV):

We moeten de goede keuzes maken en de goede stukken van het landbouwakkoord niet weggooien, zegt mevrouw Vedder. Maar zo werkt dat natuurlijk niet. Je hebt een akkoord of je hebt geen akkoord. Uiteindelijk ligt er een pak papier van 86 pagina's. Daar zeg je ja tegen of daar zeg je nee tegen. Waarom dan ook, er is nee tegen gezegd. Er is dus geen akkoord. En dan wordt er bij Op1 gezegd: we kunnen het akkoord niet gaan uitvoeren, maar we moeten wel uitwerking geven aan wat er ligt, aan dat akkoord dus. Dan vraag ik me af: wat bedoelt het CDA daar dan mee? Ik probeer het gewoon nog een keer.

Mevrouw Vedder (CDA):

Wij bedoelen dat het voor ons geen punt is, maar een komma. Was dat kort genoeg?

De voorzitter:

Heel kort.

De heer Kops (PVV):

Daar moet ik goed over nadenken.

De voorzitter:

Kijk, het werkt wel.

De heer Kops (PVV):

Ja, het werkt wel. De heer Boswijk zei nog meer bij het tv-programma Op1. Hij zei ook dat we mensen die weglopen — daar bedoelt hij LTO mee — niet moeten gaan belonen, want dan sluiten we nooit meer akkoorden. Wat wordt daar dan mee bedoeld? Je bent bezig met het sluiten van een akkoord. Er zit een partij aan tafel, LTO in dit geval, die het akkoord niet goed vindt, omdat het slecht is voor de sector. Dan loopt LTO weg; dat wordt dan "weglopen" genoemd. Er is geen akkoord. En dan moet je de mensen die weglopen niet gaan belonen. Wat betekent dat dan? Moet je die mensen gaan bestraffen, lees: het akkoord dat er nu ligt alsnog over de schutting gooien en doordrukken?

Mevrouw Vedder (CDA):

Ik heb het programma gezien, maar niet uit mijn hoofd geleerd. Als ik het goed heb onthouden, citeerde Derk daarbij een ander. Maar misschien is dat ook wel niet zo. Ik word ook al wat ouder. De vraag is niet relevant. Het gaat er namelijk om of we hier de goede dingen doen voor de sector. Of iemand wel of niet is weggelopen, zou toch niet moeten uitmaken voor de manier waarop we ons hier inzetten voor de toekomst van de sector?

De heer Kops (PVV):

Het maakt natuurlijk heel veel uit. Er wordt maandenlang onderhandeld over een akkoord. Partijen zijn het er uiteindelijk niet over eens en zeggen er nee tegen. Er is dus geen akkoord. Dan is het wel degelijk relevant wat er nu met dat akkoord gaat gebeuren. De minister voor Stikstof heeft al eerder gezegd: als er geen landbouwakkoord komt, gaan we zelf maatregelen nemen. De minister van Landbouw heeft hetzelfde gezegd. Met andere woorden, dat impliceert dat het pakket van maatregelen dat er nu ligt en waar nee tegen is gezegd, alsnog over de schutting wordt gegooid en wordt doorgedrukt. Daarom stel ik nu dus de vraag aan het CDA wat het CDA daarvan vindt, omdat collega Boswijk in dat televisieprogramma zegt: "We moeten mensen die weglopen, niet gaan belonen." Als je nee zegt tegen een akkoord, moet je zo iemand dus niet belonen — lees: straffen — en moet je het alsnog doordrukken. Daar gaat mijn vraag over.

Mevrouw Vedder (CDA):

Ik ga over mijn eigen woorden. Dat is precies wat ik bedoelde met de punt en een komma. Waarop het is stukgelopen, gaat om vertrouwen; dat heb ik in mijn inbreng ook gezegd. Dan kun je zeggen: potjandosie, het is ons niet gelukt om die vertrouwenskloof te overbruggen; dan zetten we nu dus een punt en dan gaan we het allemaal zitten verzinnen vanaf hier. Dat is niet onze route. Wat ons betreft maken we er een komma van en blijven we in gesprek met elkaar om te kijken wat we nodig hebben om het vertrouwen verder te laten groeien, wetende dat je een transitie altijd beter en sneller kan maken met elkaar.

De heer Kops (PVV):

Ik vind het echt veel te makkelijk: het is geklapt omdat er geen vertrouwen was. Ja, onder andere, natuurlijk, maar er zat geen toekomstperspectief in dat akkoord. Er zat geen verdienvermogen in dat akkoord. We hebben de verklaring van LTO kunnen lezen: er kon niet gesproken worden over 2030 en 2035. Wat wordt het nu? Dat is trouwens de schuld van het CDA. Er kon niet gesproken worden over de KDW's. Het punt van de PAS-melders is niet geregeld. Hoe zit het met gedwongen onteigening? Er kon nergens over gesproken worden en wat er ligt, ging over de krimp van de sector, zonder perspectief en zonder verdienvermogen. Dát is de reden waarom het nu geklapt is. Dan is het wel heel makkelijk om te zeggen dat er geen vertrouwen is. Vertrouwen? Vind je het gek?

Mevrouw Vedder (CDA):

Nee, dat vind ik helemaal niet gek. Ik heb regelmatig aan den lijve meegemaakt waarom dat zo gekomen is. Wij verschillen in wat je na die constatering gaat doen. U doet het akkoord wel echt tekort door te zeggen dat het alleen maar troep is, want er zitten echt goede dingen in waar we al jaren over praten met elkaar, die nu eindelijk een keer zwart-op-wit zijn opgeschreven en waar de sector zelf ook positief over is. Daar willen we mee doorgaan.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik luister altijd met buitengewoon veel plezier naar collega Boswijk en tegenwoordig overigens ook naar collega Vedder, maar de tien minuten bij Op1 zijn tien minuten van mijn leven die ik niet meer terugkrijg. Ik was daarnaar aan het kijken, want het werd aangekondigd met: hier gaan we vertellen wat het CDA wil. Wij zaten er thuis dus klaar voor. Het zal vast aan mijn intellectuele vermogens hebben gelegen dat ik er niet uit kwam: wat wil het CDA nu? Ik stel de vraag dus maar hier: wat wil het CDA?

Mevrouw Vedder (CDA):

Wat wij willen, is de stikstofdoelen halen met een sterke sector die dat mee kan maken.

De heer Klaver (GroenLinks):

Heel goed, heel concreet. Dan komen we natuurlijk op de vraag wat die stikstofdoelen zijn, want die zijn heel goed vastgelegd in het regeerakkoord. Dat zie ik als de kaders. Als je eenmaal kaders hebt, ga je vervolgens in gesprek met iedereen die betrokken is om te kijken hoe je die uitvoert en hoe je daartoe komt. Ik heb hier de conceptwet van minister Van der Wal, die in consultatie is gegaan. Daarin zijn die kaders opgeschreven. Daarin staat 2030 als richtdoel. Is dat wat het CDA bedoelt met "dat doel moeten we gaan halen"?

Mevrouw Vedder (CDA):

Met het halen van de doelen bedoel ik de reductie-intentie die is opgeschreven. Waarover het CDA met GroenLinks van mening verschilt, is het tijdpad. Wij hebben in het coalitieakkoord de ambitie omarmd om te versnellen, maar daar hebben we ook voorwaarden aan gehangen, omdat onze kern is dat we achter die versnelling willen gaan staan, maar dat de voorwaarde is dat de sector dat mee kan maken. De maatregelen die nodig waren om die ambitie, die versnelling, te halen, zijn er nu nog steeds niet. Daar hebben we eerst twee jaar lang motie op motie op motie over ingediend met een waarschuwing: jongens, als we die versnelling willen gaan halen, hebben we deze maatregelen nodig. Maar het is nog niet gelukt. Dan komt er een moment waarop je moet zeggen: nou is het niet meer fair; nou is de kans dat die sector dit mee kan maken, zo klein. Dan hebben we het dus niet over het eindpunt, maar over hoelang we erover doen om naar het eindpunt toe te lopen.

De voorzitter:

Tot slot de heer Klaver en dan gaan we naar de heer Kops.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik ben dit nog aan het verwerken, want ik begrijp het gewoon niet. Ergens begrijp ik het wel, denk ik, maar er wordt om de hete brei heen gesproken. Wat ik buitengewoon waardeer aan collega Vedder is dat ze eigenlijk, zoals ik haar tot nu toe in deze debatten heb leren kennen, buitengewoon eerlijk is als het gaat over de handelsverdragen. Ik snap heel goed dat ze niet kan zeggen: ik hou Mercosur tegen. Maar ze geeft wel heel duidelijk aan dat ze er moeite mee heeft. Daarmee zegt ze eigenlijk heel veel en dat waardeer ik. Ik vraag daar ook niet op door. Maar hier wordt het toch onnavolgbaar. Je moet op een gegeven moment een doel stellen. Dat is zomaar ergens geroepen, maar dat staat nu in de wet. Ik heb daarom een hele concrete vraag. Ik heb hier deze wet. Ik heb die net nog even zitten doorlezen. Tegen iedereen die denkt dat dat heel ingewikkeld is, zeg ik: die wet bestaat uit drie A4'tjes en er zitten 30 pagina's memorie van toelichting achter. Dat is vrij veel voor zo'n kort wetje. Als we deze wet nou gewoon eens indienen als initiatiefwet, tekent u dan mee?

Mevrouw Vedder (CDA):

Die doelstellingen bestaan voor ons uit drie delen: het eindpunt, hoelang we erover doen om bij dat eindpunt te komen en op welke manier we daarnaartoe gaan. Oftewel: kun je het meemaken? Dat eindpunt interesseert mij buitengewoon. De wil om dat te halen is er altijd geweest bij het CDA. We verschillen van mening over de manier waarop de tijdlijn een impact heeft op de vraag of we het ook kunnen meemaken. Dat wisselt van situatie tot situatie. Eigenlijk interesseert het jaartal mij niet. Wat mij interesseert, is dat de sector het mee kan maken en dat de provincies het mee kunnen maken.

De voorzitter:

Heel kort.

De heer Klaver (GroenLinks):

Heel kort. We maken wétten in het parlement. Zoals de heer Omtzigt zei: we schrijven hier geen brieven, maar wij maken wetten. Hier ligt een wet die uit consultatie is. Die is klaar om naar de Raad van State te worden gestuurd. Het kabinet doet dat niet, maar wij kunnen dat nu als Kamer doen. Mevrouw Vedder, tekent u met mij dit wetsvoorstel mee om het naar de Raad van State te sturen?

Mevrouw Vedder (CDA):

Ah, ik heb uw vraag net verkeerd begrepen: rookie mistake! Het is niet aan ons om te bepalen wanneer die wet erheen moet. Ik zeg u dat wij niet gaan vertragen, maar we voelen ook niet de behoefte om te versnellen. Wij vertrouwen op de wijsheid van de minister om te bepalen wanneer de wet daarheen moet.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Vedder. Nee, meneer Klaver, mevrouw Vedder heeft duidelijk antwoord gegeven.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik zal heel kort zijn. Mevrouw Vedder, u zegt terecht dat u er niet over gaat zeuren. U bent hier net in het parlement. Ik had het niet over het moment waarop het kabinet die indient. Ik geef aan dat een van de instrumenten van de Kamer is dat we initiatiefwetgeving kunnen indienen. Volgens mij was daar verwarring over. Ik zeg dat we deze wet nu als Kamer zelf kunnen indienen. U zegt: ik ga niet vertragen. Als wij dat zelf doen, tekent het CDA dan mee met deze initiatiefwetgeving?

De voorzitter:

Dan zeggen we altijd: we willen eerst de wet lezen.

Mevrouw Vedder (CDA):

Precies. Dank.

De heer Klaver (GroenLinks):

Maar het mooie van deze wet is, dat deze al een tijdje ligt. Die is geschreven door het kabinet. Complimenten aan het team van minister Van der Wal! Ze hebben hem dus allang gelezen.

Mevrouw Vedder (CDA):

Voor mijn duidelijkheid: dat is dus met 2030 erin?

De heer Klaver (GroenLinks):

Ja, de Stikstofwet.

Mevrouw Vedder (CDA):

Daar stuurt u eigenlijk op aan.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ja, nou ik ... Dit is de wet van het kabinet. Maar ik dacht: laten we een beetje helpen om de boel vooruit te krijgen in deze Kamer.

De voorzitter:

Het is helder.

Mevrouw Vedder (CDA):

Volgens mij is het antwoord niet verrassend. Daar is Hoekstra ook heel duidelijk over geweest. Er zijn gewoon situaties in Nederland waarin wij zien dat het niet te halen is.

De voorzitter:

Nee, het is nu klaar, meneer Klaver. Nee, het is nu klaar. Dank u wel, mevrouw Vedder. We willen ook nog tijd hebben voor het kabinet. Het woord is aan de heer Kops van de PVV.

De heer Kops (PVV):

Voorzitter. Amper zes jaar geleden verscheen het bericht: Nederlandse boeren hebben de laagste milieu-impact ter wereld. Daar ging toen nog een soort trots van uit, trots op onze boerenstand, trots op hun mooie werk, trots op hun voedselvoorziening. Maar de afgelopen jaren horen we niets anders dan: stikstof hier, stikstof daar, boeren moeten weg, boeren moeten stoppen. Het is één grote gekte geworden. Maar ik zeg u, voorzitter, niet de boeren zijn het probleem, maar dit kabinet is het probleem. De minister had de opdracht om de boeren perspectief te bieden, maar hij heeft ongelofelijk gefaald. Eigenlijk is dat ook wel logisch, want het enige wat het kabinet de boeren feitelijk te bieden heeft, zijn regeltjes en nog meer regeltjes, krimp van de sector, uitkoop en onteigening. Dat het landbouwakkoord is geklapt, is maar goed ook.

Voorzitter. Wat stond er zoal in dat landbouwakkoord? 25% tot 30% krimp van de veestapel. Door opkoopregelingen 15% tot 20% krimp. Door het afromen van rechten nogmaals 10% krimp. Door het afwaarderen van landbouwgrond nog meer krimp. Ja, zo komt die halvering van de veestapel, die D66 zo graag wil, wel heel gevaarlijk dichtbij. Ook stonden er in het landbouwakkoord graslandnormen, oftewel normen voor een maximumaantal dieren per hectare. Boeren die daardoor dan in de knel komen, moeten of minder dieren gaan houden, of meer grond aanschaffen. Maar beide kost geld.

Voorzitter. Eigenlijk had dat hele landbouwakkoord maar één echt doel, namelijk krimp van de sector. Want uitgerekend het toekomstperspectief en het verdienvermogen, waar de boeren zo vaak om vroegen, ontbraken. De Wageningen Universiteit concludeerde niet voor niets dat een doorrekening van het verdienvermogen niet mogelijk is. Kortom, het was gewoon niet geregeld. De Wageningen Universiteit zei ook dat de gevolgen voor de voedselprijzen niet doorgerekend kunnen worden. Maar wel stond vast dat die prijzen zouden stijgen. Weggemoffeld in een voetnootje wordt nog ergens voorgesteld om melk eventjes duurder te maken. Vanaf volgend jaar zou die €0,26 per liter duurder worden. Inmiddels heeft de minister gezegd: dat gaan we niet doen. Maar het staat wel degelijk in dat akkoord. Conclusie: de boeren was zogenaamd een toekomst beloofd, maar ze krijgen feitelijk krimp van hun sector, hogere prijzen en een slechtere concurrentiepositie, en géén verdienvermogen. De legalisering van de PAS-melders was trouwens ook niet geregeld.

Voorzitter. De vraag is wel: hoe nu verder? Zoals de minister eerder al heeft gezegd: als er geen landbouwakkoord komt, gaan we als kabinet zelf maatregelen nemen. Dat betekent dus dat dat hele landbouwakkoord geen akkoord was, maar één grote farce. Het was eerder een dictaat, een slikken-of-stikkenakkoord. Tekenen bij het kruisje. En als je niet tekent, moet je er toch aan geloven. Dwang en drang: het moet en het zal doorgedrukt worden.

Voorzitter. Maar er is nee gezegd tegen dit landbouwakkoord, en nee is nee. Dat kan maar één ding betekenen: stoppen met deze waanzin. Het kabinet wil de boeren helemaal geen goede toekomst en verdienvermogen bieden. Het kabinet wil simpelweg minder boeren en minder vee. Dat is met dit landbouwakkoord wel duidelijk geworden. Wat we nodig hebben, is niet minder boeren. Wat we nodig hebben, is dat we teruggaan, terug naar toen, terug naar de trots van weleer, die trots op onze boerenstand, trots op hun prachtige werk en hun voedselvoorziening. Ik dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Kops. Dan geef ik het woord aan mevrouw Beckerman, SP.

Mevrouw Beckerman (SP):

De burgemeester van Amsterdam kreeg vorige week hoongelach over zich heen toen ze per ongeluk een toespraak van een jaar ervoor opnieuw hield. Maar in dit debat zou dat niet opvallen. We kunnen een tekst van vorig jaar gebruiken, van het jaar daarvoor en wellicht van het jaar daarvoor. Het zou misschien niet eens opvallen. Dat is direct de tragiek. Want terwijl het kabinet jaren verspilt, nemen de problemen toe. De boeren zitten in onzekerheid en het draagvlak neemt af. Het zou niet opvallen als je een bijdrage van vorig jaar opnieuw zou doen, maar zou het opvallen als je een bijdrage zou doen uit een debat over een van de vele andere crises waar we in zitten?

Ik vraag mij eigenlijk het hele debat al af wat we hier aan het doen zijn. Normaliter debatteren we hier over een voorstel van het kabinet of soms van de Tweede Kamer zelf, maar nu weten we eigenlijk helemaal niet precies wat de visie is. Welke voorstellen uit het landbouwakkoord zijn de visie van het kabinet? Waarmee bent u überhaupt de onderhandelingen ingegaan? Als we daar vandaag al achter komen, is dat alleen nog maar de visie van deze twee ministers. Het CDA kondigt immers nog steeds aan dat het eventueel wil heronderhandelen.

Voorzitter. Op 23 juni vorig jaar zeiden wij: ja, wij denken dat het kan, een duurzame landbouw, meer boeren in plaats van minder, en meer boeren minder vee. Maar boeren zitten nu klem tussen politiek, wereldmarkt, bank en supermarkt. Een echte omschakeling kan alleen als we ervoor zorgen dat boeren een eerlijk inkomen kunnen verdienen. We wezen erop dat als je niets vraagt van de keten en de banken, en niets doet aan de import van bijvoorbeeld dumpvlees- en zuivel, je je eigen beleid volledig saboteert. Maar hoe staat het daar een jaar later mee? Over het verdienmodel van de boeren is in specifieke zin weinig te zeggen, laat staan door te rekenen, schrijft de WUR. Dwingende maatregelen voor de ketenpartijen lijken weer te ontbreken. De Rabobank maakt weliswaar bekend extra geld te hebben voor duurzame leningen, en dat klinkt mooi, maar dat is niets nieuws; het is immers hun verdienmodel. Waar is de verplichte bijdrage? De politiek moet haar eigen shit opruimen, maar de banken ook.

Voorzitter. De vraag is eigenlijk: waar sta je dan als boer die duurzaam wil produceren? Ja, in het akkoord staat op pagina 3 dat ze een kostprijsvergoeding moeten krijgen, op pagina 20 dat het een redelijke vergoeding moet zijn en op pagina 22 dat het een goede meerprijs moet zijn. Ja, en dan? Want wat er gedaan wordt aan de import van veel minder duurzame producten, is volstrekt onduidelijk. Een zin uit het akkoord: "De Nederlandse overheid zorgt ervoor dat bij de beoordeling van handelsverdragen een brede afweging wordt gemaakt." Wat staat hier? Ik stel me dan zo voor dat je als boer naar de bank gaat en weer een lening afsluit bovenop de leningen die je al hebt, je nog meer schulden hebt, je gaat omschakelen, extensiveren en kringlooplandbouwen — die laatste term is nog steeds niet gedefinieerd — je een redelijke vergoeding voor je producten vraagt en je het dan aflegt tegen veel minder duurzame producten die geïmporteerd worden. Hoe kan de minister dit akkoord "voor 95% af" noemen als het nog geen begin van een oplossing is voor juist een van de meest noodzakelijke aspecten, namelijk een duurzaam verdienmodel?

Voorzitter. Op 23 juni vorig jaar zeiden wij: wij willen een rechtvaardige manier om uit deze crisis te komen. In ruim een decennium Rutte zijn van het platteland niet alleen insecten en weidevogels in rap tempo verdwenen. Ook voorzieningen zoals openbaar vervoer, scholen en ziekenhuizen zijn meer en meer privileges van de stad geworden. Wij steunen niet de politiek die van een verschraling van de bodem naar een verschraling van het platteland gaat. We willen dat het geld voor het platteland ook daar terechtkomt: bij boeren, natuur en voorzieningen.

Voorzitter. Wij hekelden toen de perspectiefbrief die geen perspectief bood, maar hoe staat het daar een jaar later mee? Waar staan we nu het akkoord geklapt is? De vraag aan het kabinet is: gelooft u er zelf nog wel in?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Beckerman. Dan geef ik het woord aan de heer Eppink, JA21.

De heer Eppink (JA21):

Dank u wel, voorzitter. Het conceptlandbouwakkoord telt 86 pagina's en ruim 40.000 woorden. Het leest als een zoektocht tussen poëzie en proza. Enkele voorbeelden. De titel luidt In beweging. Dat klinkt hoopvol, maar de echte titel is: geen beweging. Een tweede voorbeeld: een land waarin niet alles overal kan, maar waar ook heel veel wel zou moeten kunnen. Wat moet ik daaronder verstaan? Is dat wetgeving of poëzie, is mijn vraag. Vervolgens: de boer aan het stuur, doelsturing. Maar de boer is helemaal niet aan het stuur; de boer wordt boekhouder. De boer komt terecht in een volledige planeconomie en marktwerking is daarbij ver te zoeken. Alles draait om doelstellingen en het verdienmodel blijft onzeker.

Dit agrarisch boekwerk mist drie belangrijke punten die als zwaard van Damocles boven het landbouwakkoord blijven hangen. Ten eerste, hoe legaliseert het kabinet de PAS-melders? Ten tweede, wordt de stikstofdeadline 2030 of blijft het 2035? Dat laatste hoop ik en dat is, om met Goethe te spreken, des Pudels Kern. Ten derde, komt er een alternatief voor de verstikkende kritische depositiewaarde, de KDW? Geen van deze drie punten krijgt een antwoord. Hoe kun je praten over 2040 als je de onmiddellijke kernproblemen niet kunt oplossen? Hoe wordt deze vage tekst omgezet in wetgeving? Hoe had de minister dat voor ogen? Als de boer ja zegt op dit akkoord, krijgt hij wetgeving over zich heen waar hij later niks meer over kan zeggen. Met zulke grote onduidelijkheden is het geen wonder dat LTO de onderhandeling heeft verlaten. Want het kabinet lijkt in geen enkele mate flexibel om zijn stikstofkoers te wijzigen. Er werd volgens het landbouwakkoord 13 miljard euro beloofd aan de boeren maar strooien met geld is geen oplossing. Het is de consument die betaalt. Nog een aanslag op de koopkracht.

De vraag die Nederland nu stelt is: wat is de toekomst van de landbouwsector? De minister wil zelfstandig en op dezelfde voet door, maar zonder de steun van de boeren. En dat is hoogst onverstandig. De banden lijken nu verzuurd. Wat nu nodig is, is een pas op de plaats, een heroverweging en een fundamentele koerswijziging van het stikstofbeleid dat alles gijzelt. De agrarische sector wil het, de kiezer wil het, maar het enige wat dit tegenhoudt is een zinsnede over het versnellen van stikstofdoelstellingen op pagina 15 van het niet wettelijk bindende coalitieakkoord, van 2035 naar 2030. Nu gaan we steeds verder de stikstoffuik in. Wellicht mag ik wijzen op de voorstellen van JA21 en BBB om het stikstofbeleid te wijzigen via wetswijzigingen. En wat wordt het fiscaal regime? Een vraag die ik eerder heb gesteld. Stel een boer ontvangt van de overheid 1 miljoen euro voor zijn bedrijf. Is deze 1 miljoen dan belastingvrij of telt dit als inkomstenbelasting over dat belastingjaar? Geldt voor het restant dan een vermogensrendementsheffing? De boer weet dat niet. Hij weet niet hoeveel hij overhoudt. Graag een reactie van de minister.

Voorzitter. De coalitie dacht slim te zijn door het dossier met een open wond te deporteren naar de landbouwtafels. Dat dossier keert nu terug op de tafel van de coalitie, nu als stinkende wond. Een probleem van eigen makelij. Voor de rest wens ik het kabinet een prettige zomer.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Eppink. Dan geef ik het woord aan mevrouw Gündoğan.

Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):

Dank u wel, voorzitter. Ik wil dit debat beginnen door erbij stil te staan dat het vandaag de verjaardag is van Robert Schuman, een van de founding fathers van de Europese Unie. Ik sta daarbij stil omdat die founding fathers een aantal dingen ontzettend goed zagen. Zo ook de CAP, de Common Agricultural Policy, het oudste nog steeds bestaande beleid van de EU en haar voorlopers, dat als inzet had dat er na de oorlog voor Europeanen betaalbaar, veilig en kwalitatief voedsel zou zijn. Dan is het in een tijd van afhankelijkheid, waarin Europa nu al jaren in oorlog verkeert, de inflatie torenhoog is, economieën fragiel zijn, het klimaat wordt bedreigd en vergrijzing de norm is in de populatieopbouw, buitengewoon bizar dat die belangrijke uitgangspunten van de CAP niet opnieuw centraal staan, in ieder geval niet prominent genoeg.

Toen ik het landbouwakkoord begon te lezen, had ik verwacht dat dat een van de leidende principes zou zijn. Hoe produceren we opnieuw genoeg betaalbaar, veilig en kwalitatief voedsel, maar dan met een kleinere ecologische footprint? Hoe gaan we het onverenigbare verenigen? Het is dan hallucinant dat het landbouwakkoord is gebouwd op aannames. Op aannames kun je niet een omwenteling in de landbouw maken, niet naar de boer toe, maar ook niet naar de consument of het klimaat toe. Er zijn te veel open eindjes en te weinig deugdelijke berekeningen, waarbij het verdienvermogen er één is die niet mag worden weggehoond. Besef dat wanneer te veel boeren stoppen omdat ze er geen heil in zien, we straks mogelijk spijt hebben omdat zij die weten hoe je tomaat, paprika of aardbei teelt, er niet meer zijn. Dat geldt zeker voor Nederland, waarvan het duurste landbouwexportproduct de eigen kennis is. Die hebben we dan dus afgebroken.

Ik noem één voorbeeld: de biologische landbouw. Nergens wordt cijfermatig aangetoond dat biologische landbouw daadwerkelijk zal leiden tot verbetering. De cijfers die ik ken — ik noemde ze net richting de heer Van Campen — laten zien dat dat juist niet altijd zo is. Ik ben niet tegen biologische landbouw, maar het is geen panacee. Slimmer zou zijn om juist meer te produceren op minder grond. Dat kan: landsparing. Ik heb dat hier vaker genoemd. Maar ik zag ook niks terug van moderne landbouwmethoden, zoals CRISPR-Cas en wat daar de voordelen van zouden kunnen zijn.

Nog een ander belangrijk leidend principe is de bodem. De bodem zou leidend moeten zijn. Meerdere hoogleraren die ik sprak, maar ook de Universiteit Wageningen, hebben daar sterke en onderbouwde ideeën over. In de stukken zag ik die onvoldoende, of ik las ze gewoon helemaal niet; het kan ook aan mij hebben gelegen.

Ik heb onvoldoende tijd om stil te staan bij cellulaire landbouw en de geopolitieke noodzaak. Twee grootmachten, China en de VS, hebben dat tot een topprioriteit gemaakt. In de hele EU ontbreekt het.

Ik zou willen zeggen: kabinet, kijk eerst zelf in de spiegel alvorens naar LTO of naar wie dan ook te kijken en te wijzen. Ga niet freeriden, maar ga met wetenschappelijke onderbouwing en deugdelijke leidende principes zelf aan de slag, want dit is een verkwisting van kostbare tijd. Wij als Nederland zijn het aan onze kennis van landbouw verplicht om de landbouw modern en verantwoord opnieuw uit te vinden. Noblesse oblige.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Gündoğan. Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Van Houwelingen, Forum voor Democratie.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Dank u, voorzitter. De toekomst van onze boeren en die van hun kinderen hangen aan een zijden draadje. Het verdriet bij deze mensen, de onzekerheid waarin ze verkeren; het gaat door merg en been. Het is ronduit schrijnend om te zien hoe een van de succesvolste sectoren in ons land, een sector van wereldfaam, stapsgewijs en stelselmatig wordt vernield door de zittende macht. Dag in, dag uit werken ze zich uit de naad om in een van onze meest primaire levensbehoeften te voorzien. Dat doen ze met passie, met toewijding en met het grootst mogelijke respect voor mens, dier en milieu, maar ze krijgen stank voor dank. Hoe kon het kabinet zo naïef zijn, zo hopeloos naïef, om te denken dat het vertrouwen van de boer in de toekomst wel even hersteld zou kunnen worden met een zogenaamd landbouwakkoord?

Er werd zogenaamd druk onderhandeld om de boeren perspectief te bieden, maar het was allemaal toneel om de indruk te wekken dat het kabinet begaan is met het lot van de boer. Maar de boeren laten zich niet langer voor de gek houden. Farmers Defence Force zag al direct dat met deze regering niet te onderhandelen valt. Agractie gaf het nog een kans, maar trok snel dezelfde conclusie. Vorige week is ook de laatste belangengroep, nota bene de kartelgezinde LTO, tot onze grote vreugde gestopt met deze schijnonderhandelingen. Er viel ook niet te onderhandelen, want de uitkomst stond al vast. Hoe kun je boeren perspectief bieden als al besloten is dat ze hun levenswerk moeten beëindigen?

Voorzitter. Zolang het kabinet zijn sluipmoord op de agrarische sector voortzet, kan van herstel van vertrouwen vanzelfsprekend geen sprake zijn. Het doodvonnis is getekend, en er mag alleen nog worden gesproken over de vraag of het in 2030 of 2035 gerealiseerd moet zijn.

Het pijnlijkste is nog wel dat de motieven waaronder het stikstofbeleid wordt verkocht, niet deugen. Het beleid zou noodzakelijk zijn om onze natuur van haar dreigende ondergang te redden. Maar iedereen die zelf de natuur in trekt, kan met eigen ogen zien dat dit een leugen is. Het gaat goed met de natuur. Metingen bevestigen dit ook. Het gaat goed met onze bossen en de oorspronkelijke, inheemse vegetatie van ons land. Bomen worden dikker en ouder. Sinds kort groeien er zelfs meer loofbomen dan naaldbomen. Dat is goed voor de biodiversiteit, want loofbomen trekken meer verschillende soorten planten en dieren aan. Het gaat ook goed met onze Natura 2000-gebieden. Nog vorige maand bleek uit onderzoek dat de soorten in deze gebieden over de hele linie, van vaatplanten tot vlinders en van vogels tot vissen, stabiel zijn of zelfs vooruitgaan. Van de 521 onderzochte soorten zijn er de afgelopen decennia slechts 4 soorten achteruitgegaan, waarbij stikstof als belangrijkste oorzaak wordt aangewezen. Ik herhaal: vier soorten. Dat is nog geen 1%. Er is simpelweg geen stikstofprobleem. Mijn vraag aan de minister is dan ook: waar in Nederland staat de natuur "op instorten", om met haar eigen woorden te spreken? En waaruit blijkt dat dat door stikstof komt? Graag concrete voorbeelden.

Kan de minister ook voorbeelden geven van plekken in Nederland waar het juist heel goed gaat met de natuur? Die zijn er vast ook. Is zij het met Forum voor Democratie eens dat heide geen natuurlandschap, maar een cultuurlandschap is, dat van nature in bos verandert? Daarom heeft het altijd beheer nodig gehad en zal het dat altijd nodig hebben om te kunnen blijven voortbestaan.

Voorzitter. Iedereen die meegaat in het valse narratief dat onze natuur aan een zijden draadje hangt en stikstof daarvan de oorzaak is, werkt mee aan de afbraak van onze agrarische sector. Voor Forum voor Democratie is er maar één oplossing: het hele stikstofbeleid moet van tafel. Met minder nemen wij geen genoegen.

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Houwelingen. Er is een interruptie van de heer Boutkan.

De heer Boutkan (Volt):

Het is eigenlijk meer een punt van orde. Ik heb het debat aangehoord. Ik ben het met heel veel van wat de heer Van Houwelingen zegt niet eens. Maar dat er hier gesproken wordt over een kabinet dat een "sluipmoord" op een sector aan het plegen is, en dat er gezegd wordt dat er met een wet een "doodvonnis" wordt neergelegd, vind ik echt niet kunnen. We zien wat dit in de maatschappij teweegbrengt. Dat wil ik hier wel gezegd hebben.

De voorzitter:

Daar sluit ik mij bij aan. Woordkeuze is belangrijk in de Kamer. Dat weet u ook, meneer Van Houwelingen.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Als ik heel kort mag reageren: het woord "sluipmoord" staat zelfs in onze kranten. Er staat een groot artikel in De Telegraaf. Dat zou dus betekenen dat we woorden die in de kranten staan, hier in de Tweede Kamer niet kunnen gebruiken. Ik vind deze kwalificatie volkomen terecht, want zoals het nu is, gaan de boeren eraan.

De voorzitter:

Ook die laatste opmerking, "de boeren gaan eraan", vind ik niet terecht. Ik vind echt dat we hier in deze zaal op onze woorden moeten passen, kijkend naar wat het effect daarvan is.

De beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:

Hiermee zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn aan de kant van de Kamer. Ik zie dat iedereen behoefte heeft aan een schorsing. Ik schors wat langer, omdat er door de minister informatie naar de Kamer gestuurd is.

De vergadering wordt van 13.39 uur tot 14.45 uur geschorst.

Naar boven