4 Behandelvoorbehoud EU-Kiesakte

Aan de orde is het tweeminutendebat Behandelvoorbehoud EU-Kiesakte (CD d.d. 21/06).

De voorzitter:

Thans is aan de orde het tweeminutendebat Behandelvoorbehoud EU-Kiesakte. Het commissiedebat vond op 21 juni jongstleden plaats. We hebben vijf deelnemers van de zijde van de Kamer. De eerste spreker is de heer Bisschop namens de fractie van de Staatkundig Gereformeerde Partij. Hij heeft verzocht om als eerste te mogen spreken, terwijl de SGP bij ons normaal altijd de dagsluiting verricht. Maar de heer Bisschop moet door naar een andere vergadering; daarom staat hij op nummer 1. Dan heet ik nog even de minister van harte welkom. Fijn dat u bij ons bent.

De heer Bisschop (SGP):

Een dagsluiting om 10.17 uur op donderdag, dat is een beetje aan de vroege kant. Maar dank aan de collega's dat ik de gelegenheid heb gekregen om als eerste het woord te mogen voeren. Ik heb een korte motie. Die klinkt overbodig, maar daar kom ik even op terug.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Nederland de gewoonte heeft om verkiezingen op werkdagen te organiseren en niet in het weekend, op feestdagen of in vakanties;

constaterende dat een vaste verkiezingsdag voor Europese verkiezingen leidt tot allerlei (uitvoerings)problemen;

verzoekt de regering niet in te stemmen met een voorstel waarin een vaste dag voor de Europese verkiezingen is opgenomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bisschop.

Zij krijgt nr. 4 (36104).

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Ik licht de motie even toe. Ik heb uiteraard gelezen wat het standpunt van het kabinet is. In die zin zou die motie overbodig zijn. Het is voor ons een aangelegen punt, zeg ik in alle eerlijkheid, met name ook omdat op die manier anders de zondag periodiek in het geding komt. Als de minister dit welwillend benadert, zou ik me kunnen voorstellen dat ze zegt: oké, dan is dit ondersteuning van beleid, dus ik neem de motie over. Daar zou ik volledig vrede mee hebben.

Voorzitter. Ik dank u en de collega's voor ...

De voorzitter:

Ja, maar hoe komt u dat te weten als u nu naar uw commissiedebat gaat?

De heer Bisschop (SGP):

U begrijpt dat deze hele uitzending ademloos door de medewerkers gevolgd wordt.

Mevrouw Leijten (SP):

Wij nemen de honneurs waar.

De voorzitter:

De honneurs worden waargenomen door de SP.

De heer Bisschop (SGP):

Kijk eens, dit is pas collegialiteit! Fantastisch, bedankt.

De voorzitter:

Het scheelt maar één letter, maar toch. Het woord is aan mevrouw Leijten van de SP.

Mevrouw Leijten (SP):

Omwille van de tijd lees ik de volgende motie gewoon voor. Die spreekt voor zich.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het voorstel voor de wijziging van de Europese Kiesakte, zoals opgenomen in de wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 3 mei 2022, behelst dat lidstaten geen of beperkte zeggenschap hebben over:

  • -de manieren waarop gestemd kan worden, zoals de verplichting tot de mogelijkheid van briefstemmen;

  • -de dag waarop de Europese verkiezingen gehouden worden;

  • -regels rondom campagnevoeren en opiniepeilingen voor Europese verkiezingen;

  • -zeggenschap van politieke partijen over partijdemocratie en gendergelijkheid bij het opstellen van de kandidatenlijsten voor Europese parlementsverkiezingen;

constaterende dat recentelijk nog in het Nederlandse parlement een discussie is gevoerd, en nog wordt gevoerd, over de vrijheid van politieke partijen rondom het voeren van campagnes, opiniepeilingen, de mogelijkheid van briefstemmen en regels rondom partijdemocratie;

van mening dat het van groot democratisch belang is dat nationale parlementen zeggenschap houden over de organisatie van verkiezingen in hun eigen land;

spreekt uit dat zij, in het kader van de gelekaartprocedure zoals beschreven in Protocol nr. 2 bij het Verdrag betreffende de Europese Unie, voorliggend voorstel, gelet op genoemde punten, niet in overeenstemming acht met het beginsel van subsidiariteit,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Leijten, Strolenberg, Bisschop, Van der Graaf, Omtzigt, Inge van Dijk en Van Esch.

Zij krijgt nr. 5 (36104).

Mevrouw Leijten (SP):

Dit betekent dat wij de gele kaart trekken.

De voorzitter:

Dan is het woord aan de heer Strolenberg van de VVD.

De heer Strolenberg (VVD):

Dank u wel, voorzitter. De minister bedankt voor de beantwoording en de discussie die we hebben gehad over de EU-Kiesakte. We steunen de kritische lijn die het kabinet in de brief heeft aangegeven. We hechten waarde aan een goed verkiezingsproces en willen dat Nederlanders zich wat meer aangesloten voelen bij Europa en de Europese verkiezingen, maar we zijn niet voor een federaal Europa. We geloven dan ook niet in transnationale kieslijsten. We geloven niet dat burgers in Nederland een Bulgaar zouden gaan kiezen en dat dat het doel dichterbij brengt. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het Europees Parlement in het kader van de herziening van de Europese Kiesakte voorstelt om, naast de bestaande nationale kieslijsten, ook transnationale kieslijsten in te voeren;

overwegende dat het kabinet over de herziening hiervan in de Kiesakte, een neutrale positie heeft ingenomen;

overwegende dat burgers van de Europese Unie, als zij in een andere lidstaat dan hun eigen lidstaat wonen, al actief en passief kiesrecht hebben in de lidstaat waarin zij wonen, mits zij aan de gestelde voorwaarden voldoen;

van mening dat de afvaardiging van volksvertegenwoordigers naar het Europees Parlement een nationale aangelegenheid is;

verzoekt de regering bij de onderhandelingen over de Europese Kiesakte het standpunt in te brengen dat Nederland transnationale kieslijsten voor het Europees Parlement afwijst,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Strolenberg, Leijten, Omtzigt en Bisschop.

Zij krijgt nr. 6 (36104).

Dank u wel. Dan mevrouw Dekker van D66.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Dank, voorzitter. Ik heb geluisterd naar de moties van de collega's. Ik kan alleen maar zeggen dat mijn fractie teleurgesteld maar niet verbaasd is over het anti-Europese sentiment dat heerst in deze Kamer. Wat een gemiste kans voor de democratische vernieuwing van de Europese Unie!

Voorzitter. Het pakket met voorstellen dat de collega's uit het Europees Parlement hebben aangedragen, zouden een enorm verschil maken in de relatie tussen de burger en de EU. Het systeem van transnationale lijsten zou juist een verademing zijn ten opzichte van het huidige systeem met spitzenkandidaten. Het zou vele malen transparanter en ook democratischer zijn. Met dit voorstel van de transnationale lijsten voorkomen we nu juist dat men bij de volgende Europese Parlementsverkiezingen, in 2024, weer een spitzenkandidaat uit de hoge hoed tovert zonder duidelijk mandaat van de Europese burger. Wat een gemiste kans.

Voorzitter. Tijdens het commissiedebat noemde ik het al, maar ik zal het opnieuw herhalen: 70% van onze wetgeving wordt in Brussel gemaakt. De besluitvorming in Brussel heeft een grote impact op het leven van de burgers hier. Ik ga vandaag geen moties indienen, maar ik wil wel eindigen met de volgende oproep. Ik geloof dat wij het er allemaal over eens zijn dat er momenteel een democratisch tekort is in Brussel. Wij begrijpen dat Brussel voor nog te veel burgers in Nederland een ver-van-ons-bedshow is. Laten we daar gezamenlijk wat aan doen en die betrokkenheid vergroten door dit pakket met voorstellen, inclusief die van de transnationale lijsten, te ondersteunen in plaats van het zonder pardon van tafel te vegen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dan de laatste spreker van de zijde van de Kamer. Dat is de heer Dassen van Volt.

De heer Dassen (Volt):

Dank, voorzitter. Het is bijzonder teleurstellend dat er zojuist een motie met een meerderheid in is gediend om een gele kaart te trekken voor dit voorstel, dat de mensen in Europa juist dichter bij elkaar zou kunnen brengen om de grote uitdagingen waar we in de eenentwintigste eeuw voor staan, op te kunnen lossen.

Toch heb ik nog twee moties, die ik graag wil indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de toevoeging van 28 Uniebrede zetels aan het Europees Parlement de directe invloed van Nederlandse burgers op de politieke richting van de Europese Unie en daarmee Europese democratie vergroot;

overwegende dat de toevoeging van 28 Uniebrede zetels aan de bestaande 705 zetels voor Europarlementariërs vanuit de nationale kiesdistricten, de eenheid en democratische legitimiteit van het Europees Parlement en daarmee de Europese democratie vergroot, zonder de invloed van individuele lidstaten te beperken;

verzoekt het kabinet om het voorstel van het Europees Parlement voor het toevoegen van 28 Uniebrede zetels te steunen in de onderhandelingen over de herziening van de EU-Kiesakte,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dassen en Ellemeet.

Zij krijgt nr. 7 (36104).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het coalitieakkoord is vastgelegd dat de coalitie openstaat voor wijzigingen aan het huidige spitzenkandidatensysteem voor het voorzitterschap van de Europese Commissie;

constaterende dat het Europees Parlement belangrijke wijzigingen voor de EU-Kiesakte voorstelt, waaronder een verbetering van het stelsel voor spitzenkandidaten;

overwegende dat dit het gat tussen de Nederlandse burger en de Europese instituties kan verkleinen en de democratische legitimiteit van de Europese Unie kan vergroten;

verzoekt het kabinet om het voorgestelde spitzenkandidatensysteem te steunen en dit in Europees verband te verdedigen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dassen, Dekker-Abdulaziz en Ellemeet.

Zij krijgt nr. 8 (36104).

Heel goed. Tot zover de termijn van de Kamer. Ik denk dat de minister meteen kan antwoorden, dus ik geef graag het woord aan haar.

Minister Bruins Slot:

Voorzitter. Ik dank de leden voor het debat dat we hebben gehad over de Europese Kiesakte en voor de verschillende standpunten die zijn ingebracht. Er zijn een aantal moties ingediend.

Allereerst de motie op stuk nr. 4 van de heer Bisschop, die bevestigt wat het kabinet heeft aangegeven. Het kabinet is namelijk geen voorstander van een vaste verkiezingsdag voor de Europese verkiezingen. Het lijkt mij het beste om deze motie gewoon over te nemen, omdat die overeenkomt met het standpunt van het kabinet.

Dan de motie op stuk nr. 5 van mevrouw Leijten.

De voorzitter:

Een moment nog. Ik moet even kijken of er bezwaar tegen bestaat dat de motie wordt overgenomen. Dat is niet het geval. Dan is die bij dezen overgenomen en gaan we er dus niet over stemmen.

De motie-Bisschop (36104, nr. 4) is overgenomen.

Minister Bruins Slot:

Dan de motie van mevrouw Leijten op stuk nr. 5, over de gelekaartprocedure. Het is aan de Tweede Kamer om daarover te beslissen.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Klopt het dat de gelekaartprocedure enkel binnen acht weken na het voorstel kan? Want het EP-voorstel dateert van 3 mei.

Minister Bruins Slot:

Volgens mij is dat het gebruik.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Dan weet ik voldoende. Dank u wel.

Minister Bruins Slot:

In ieder geval na ontvangst van het voorstel door de Kamer. Dat is nog wel een belangrijke toevoeging, denk ik. Het gaat dus om het moment dat de Kamer het heeft. En de Kamer heeft het ontvangen op …

De voorzitter:

17 mei.

Minister Bruins Slot:

17 mei, inderdaad. Dank voor de informatie. Ik moest even nadenken.

Er zijn twee moties ingediend over de transnationale kieslijsten. Het klopt wat de leden hebben aangeven, namelijk dat het kabinet een neutrale positie heeft ingenomen over de transnationale kieslijsten. Dat gaat dus over het feit dat je ook 28 transnationale kandidaten zou kunnen kiezen, naast de Nederlanders die op de Europese kandidatenlijst staan. Tijdens het debat heb ik aangegeven dat ik heel veel waarde hecht aan het debat in de Kamer en aan het standpunt dat zij daarover wil innemen. Ik heb hierover nu dus twee moties liggen. De ene motie, van de heer Strolenberg, spreekt uit: we willen geen transnationale kieslijsten. De andere motie, van de heer Dassen en mevrouw Ellemeet, spreekt uit: we willen die wel. Ik ga beide moties oordeel Kamer geven. Ik heb namelijk uitgesproken — dat staat ook in de brief — dat we het debat daarover in de Kamer waarderen.

Dan heb ik een vraag voor de heer Dassen over zijn motie op stuk nr. 8. In mijn brief aan de Kamer staat dat het kabinet voorstander is van het spitzenkandidaatsysteem. Alleen, ik heb in het debat aangegeven dat dat voor mij niet een juridische vastlegging is. Gezien het verdrag willen we ook de ruimte houden om in voorkomende omstandigheden anders te kunnen beslissen en het vooral te zien als iets in de considerans, of als iets in een andersoortige afspraak. Het antwoord van de heer Dassen op mijn vraag bepaalt natuurlijk hoe ik deze motie ga waarderen. Dus: bedoelt hij met deze motie ook dat het een juridische grondslag gaat krijgen?

De heer Dassen (Volt):

Dat is inderdaad wel de intentie van de motie.

Minister Bruins Slot:

Als het een juridische grondslag krijgt, betekent dat dan dat er ook geen ruimte ontstaat om in voorkomende gevallen te kunnen afwijken? Klopt dat? Ik vraag dat nog even aan de heer Dassen om de motie goed te interpreteren.

De heer Dassen (Volt):

Dat is een hele goede vraag, maar ik denk dat dat klopt.

Minister Bruins Slot:

Het kabinet is voorstander van een spitzenkandidaatsysteem. Maar, zoals ik in het debat en in de brief heb aangegeven, gaat dat wel om een vastlegging in de considerans of in een bepaald afsprakenkader, maar niet om een vastgelegde juridische uitwerking. Ik ondersteun een betere werking van het spitzenkandidaatsysteem, maar de heer Dassen geeft nu aan dat het ook echt een juridische vastlegging moet krijgen. Daarom zal ik de motie in de huidige vorm ontraden, hoezeer ik ook wil dat we hierin stappen zetten. Ook ik voel de urgentie om meer een succes te maken van het spitzenkandidaatsysteem en om te zorgen dat het vaker plaatsvindt, zodat bepaalde situaties die we de afgelopen periode hebben gezien niet vaker plaatsvinden. Dat deel ik dus heel erg. De heer Dassen heeft het over een juridische vastlegging en zegt dat er dan ook niet meer afgeweken kan worden, maar het is voor het kabinet wel echt doorslaggevend dat er in de onderhandelingen ruimte ontstaat om daarin te kunnen schuiven. Die ruimte biedt deze motie nu niet.

De heer Dassen (Volt):

Wat de minister nu aangeeft, is natuurlijk precies het probleem waar we de afgelopen verkiezingen ook tegen aangelopen zijn, namelijk dat er vanuit de Europese Raad uiteindelijk een hele andere kandidaat naar voren werd geschoven dan de bedoeling was vanuit het spitzenkandidatensysteem. Vandaar ook dat we dat het liefst goed zouden willen vastleggen. Ik begrijp hieruit dat de motie ontraden gaat worden. Dan houd ik de motie nog even aan, en kijk ik of ik 'm op een dusdanige manier kan formuleren dat ik toch ga krijgen wat ik graag zou willen.

Minister Bruins Slot:

Het kabinet wil een betere borging van het spitzenkandidaatsysteem krijgen, maar daarbij hebben we te maken een aantal beperkingen. Er is dus in ieder geval een gedeelde richting. Dan kijk ik hoe de heer Dassen de motie met mevrouw Dekker gaat aanpassen.

De voorzitter:

Maar vooralsnog is de motie-Dassen c.s. op stuk nr. 8 aangehouden.

Op verzoek van de heer Dassen stel ik voor zijn motie (36104, nr. 8) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Bruins Slot:

Voorzitter, dat waren de moties.

De voorzitter:

Bedankt voor uw korte doch daadkrachtige bijdrage van hedenochtend.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik schors enkele ogenblikken en dan gaan we naar het volgende debat.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven