4 Luchtvaart

Aan de orde is het tweeminutendebat Luchtvaart (CD d.d. 01/06).

De voorzitter:

Dan is nu aan de orde het tweeminutendebat Luchtvaart. Het commissiedebat vond plaats op 1 juni jongstleden. Een hartelijk woord van welkom aan de minister. Goed u weer te zien hier! Wij hebben negen sprekers van de zijde van de Kamer, en de eerste is de heer Koerhuis van de fractie van de VVD. Hij heeft zoals iedereen twee minuten spreektijd. Het woord is aan hem.

De heer Koerhuis (VVD):

Dank u wel, voorzitter. We hebben vorige week een goed debat gehad. Iedereen heeft natuurlijk de problemen op Schiphol gezien. Samen met andere partijen heb ik opgeroepen tot meer regie door de minister.

Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er grote problemen voor vakantievluchten op Schiphol zijn;

constaterende dat Groningen-Eelde en Maastricht-Aachen hebben aangeboden om vakantievluchten van Schiphol over te nemen;

verzoekt de regering om de regie te pakken en de Kamer regelmatig voor het zomerreces te informeren over de vakantievluchten die Groningen-Eelde en Maastricht-Aachen van Schiphol hebben overgenomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Koerhuis, Van der Molen, Graus, Goudzwaard en Van Haga.

Zij krijgt nr. 941 (31936).

De heer Koerhuis (VVD):

Ik ben zelf op Schiphol geweest in de meivakantie. Een van de problemen was toen het baanonderhoud; in het debat heb ik dat al kort aangestipt. Er was op dat moment geen probleem meer, maar we hebben natuurlijk het afgelopen weekend wel gezien dat de KLM met lege toestellen moest terugvliegen naar Schiphol. Ik vond dat diep triest om te zien, diep triest voor de reputatie van Schiphol en van de KLM, maar ook voor die van Nederland. Ik zou dit dus graag niet wéér willen zien. Samen met anderen heb ik in het debat opgeroepen tot een standaard hogere kwaliteit voor Schiphol. De minister heeft dat omarmd. Mijn vraag aan de minister is dus of hij ervoor wil zorgen dat we dat wat we het afgelopen weekend hebben gezien, niet meer gaan zien.

De voorzitter:

Helder.

De heer Koerhuis (VVD):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Eén korte vraag van de heer Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Ik vond het een prachtige motie. Ook de namen die eronder staan, zijn allemaal heel mooi. Ik vraag me af waarom ik niet ben benaderd. Bij dezen zou ik graag ook onder die motie willen staan.

De heer Koerhuis (VVD):

Bij dezen.

De voorzitter:

Wij voegen de naam Van Haga toe. Dank u wel. Dan de heer Van Baarle van de fractie van DENK.

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter, dank u wel. De eerste motie gaat over de arbeidsvoorwaarden op Schiphol. Ik vond de beantwoording van de minister over hoe de regering ervoor gaat zorgen dat de structurele arbeidsvoorwaarden verbeteren weinig concreet.

Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister tijdens het commissiedebat heeft aangegeven: "Wij als Rijk hebben al aangegeven dat wij de arbeidsvoorwaarden op Schiphol, de gezonde exploitatie op Schiphol, belangrijker vinden dan winstmaximalisatie";

constaterende dat er een sociaal akkoord ligt tussen de vakbond en Schiphol dat een goede eerste stap vormt in de verbetering van de arbeidsvoorwaarden op Schiphol, maar dat er op structureel vlak meer moet gebeuren;

constaterende de aangenomen motie van het lid Alkaya, waarin de regering wordt verzocht om essentiële diensten op Schiphol in eigen beheer te brengen;

verzoekt de regering om de Kamer te informeren over de concrete wijze waarop de regering optimaal de verantwoordelijkheid vanuit de staatsdeelneming, met onze aandelen in Schiphol, en de verantwoordelijkheid voor de exploitatievergunningen gaat benutten om concrete en structurele verbetering van de arbeidsvoorwaarden te bewerkstelligen op Schiphol,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Baarle.

Zij krijgt nr. 942 (31936).

De heer Van Baarle (DENK):

De tweede motie gaat over het personeelstekort. In het commissiedebat heb ik aan de minister gevraagd welke actieve rol de rijksoverheid daarin gaat vervullen. Ook die beantwoording vond ik weinig concreet.

Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er grote problemen zijn op Schiphol vanwege personeelstekort;

verzoekt de regering om op een actieve wijze als rijksoverheid mogelijkheden te benutten om een bijdrage te leveren om het personeelstekort op te lossen, bijvoorbeeld door de mogelijke inzet van personeel van de rijksoverheid voor supporttaken of facilitering in het kader van werving en omscholing,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Baarle.

Zij krijgt nr. 943 (31936).

De heer Van Baarle (DENK):

De laatste motie gaat over het aantal afhandelaren op Schiphol. De minister gaf in het commissiedebat daarover aan: als er een verzoek komt, gaan we daar maar eens even naar kijken. De ondertekenaar van deze motie vindt dat we dat überhaupt gewoon moeten gaan doen. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om het aantal afhandelaren op Schiphol te verminderen, waarbij de positie van werknemers wordt beschermd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Baarle.

Zij krijgt nr. 944 (31936).

De heer Van Baarle (DENK):

Dank u wel.

De voorzitter:

Heel goed, dank u wel. Dan de heer Graus van de fractie van de Partij voor de Vrijheid.

De heer Graus (PVV):

Dank u wel, meneer de voorzitter. Ik heb vier moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering toekomstige noodgedwongen overflow van Schiphol ten goede te laten komen aan alle regionale luchthavens, mede in het kader van beperking en verspreiding van hinder,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Graus.

Zij krijgt nr. 945 (31936).

De heer Graus (PVV):

Dat is "gehoord de beraadslaging", maar nu zijn vluchten overgeheveld naar Duitsland. Dat is nog veel erger. Dat moeten we binnen ons land houden met de regionale luchthavens, als er overflow nodig is.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat ook de CEO van Schiphol onlangs aangaf dat gedwongen flexibilisering en het hoge aantal versnipperde partijen (bagage)afhandelaars en beveiligers hebben geleid tot de ontstane chaos tijdens de afgelopen meivakanties;

verzoekt de regering tot Schipholisering van beveiligers en bagageafhandelaars middels intern aannamebeleid, interne opleiding en eigen beheer door onze nationale luchthaven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Graus.

Zij krijgt nr. 946 (31936).

De heer Graus (PVV):

De derde motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om een onafhankelijk onderzoek naar het falende Schipholbeleid uit de afgelopen jaren en in hoeverre het regeringsbeleid hiervoor verantwoordelijk is aangaande te snelle en gedwongen verduurzaming, flexibilisering en opgelegde verhoging van het aantal, versnipperde (bagage)afhandelaars,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Graus.

Zij krijgt nr. 947 (31936).

De heer Graus (PVV):

Het werd door de CEO van Schiphol aan ons gemeld. Dat is het regeringsbeleid. Daar kan deze minister niets aan doen. Die zat toen niet op deze post, maar het is wel regeringsbeleid uit voorgaande jaren. We kunnen dus niet alleen maar de schuld bij de CEO neerleggen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering als grootaandeelhouder van Schiphol met gezwinde spoed op zoek te gaan naar een geschikte CEO voor Schiphol om de ontstane problemen op te lossen, chaos in de toekomst te voorkomen, en zorg te dragen dat het onderhoudswerk aan start- en landingsbanen versneld, en nooit meer simultaan tijdens een hoogseizoen, wordt uitgevoerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Graus.

Zij krijgt nr. 948 (31936).

De heer Graus (PVV):

Kijk, een goed oud-politicus hoeft geen goed manager van Schiphol te betekenen. Ook al heb je een paar jaar bij Shell gewerkt, dat hoeft niet te betekenen dat je geschikt bent als CEO voor een nationale mainport, onze belangrijkste grensovergang, die van nationaal belang is. Dat wilde ik even gezegd hebben.

Dank u wel.

De voorzitter:

Bij dezen. Mevrouw Kröger van GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. De chaos op Schiphol met de lange rijen is natuurlijk een symptoom voor iets wat we al veel langer zien, namelijk dat de overheid geen grip heeft op de luchthaven, zodat het kan zorgen dat het voor omwonenden, het klimaat, werknemers en reizigers een luchthaven is die dienstbaar is aan Nederland. Daarom heb ik de volgende twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat voor de ontwikkeling van Schiphol lang gestuurd is op kostenbesparingen en lage luchthaventarieven;

overwegende dat dit onder andere heeft geleid tot ongeleide groei en slechte arbeidsvoorwaarden en daarmee heeft bijgedragen aan de chaos van de afgelopen weken;

verzoekt de regering om de doelstelling om op kosten te concurreren los te laten en in plaats daarvan de dienstbaarheid van Schiphol aan Nederland centraal te stellen;

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger, Van Raan, Alkaya en De Hoop.

Zij krijgt nr. 949 (31936).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dan heb ik een motie over slotcoördinatie. Dat betekent eigenlijk hoe we de schaarse ruimte op Schiphol op de beste manier verdelen. Hoe zorgen we dat we de vluchten hebben die we echt nodig hebben voor Nederland?

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Nederlandse regering op dit moment geen middelen heeft om te sturen op het routenetwerk en dat hiermee sturingsinstrumenten voor het verkrijgen van een voor Nederland gunstig routenetwerk ontbreken;

overwegende dat er nu geen systeem is voor het innemen van slots, terwijl er rechtszaken lopen en dit gezien de klimaat- en stikstofcrisis noodzakelijk kan worden;

constaterende dat de slotcoördinator bij gebrek aan politieke instructies op eigen initiatief aan de slag gaat om een systeem te ontwerpen;

verzoekt de regering om te laten onderzoeken hoe een juridisch houdbaar systeem voor het gecontroleerd en overwogen innemen en/of herverdelen van slots op slot-gecontroleerde luchthavens kan worden ontworpen dat kan worden toegepast als dit juridisch of politiek noodzakelijk wordt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger, Van Raan, De Hoop en Boucke.

Zij krijgt nr. 950 (31936).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Heel goed. De heer Alkaya van de SP.

De heer Alkaya (SP):

Voorzitter. Het debat over de luchtvaart gaat eindelijk ook over de slechte werkomstandigheden, de veel te lage salarissen en het doorgeslagen marktdenken. Dit heeft naar onze mening te lang veel te weinig aandacht gekregen. Pas toen de teloorgang zo ernstig werd dat mensen massaal hun vluchten dreigden te missen en vakanties verpest werden, pas toen werden de onmisbare werkers, waarvoor de SP zich al jarenlang inzet, echt gezien.

Er lijkt nu dan ook eindelijk een kentering op gang te komen. Onze moties voor betere arbeidsvoorwaarden bij KLM en minder marktdenken en uitbestedingsdrift op Schiphol zijn vorige week aangenomen. De SP is daar natuurlijk blij mee en zal erop toezien dat deze broodnodige verbeteringen ook daadwerkelijk worden doorgevoerd.

In het commissiedebat vroeg ik de minister hoe het zo uit de hand heeft kunnen lopen, waarom het zover heeft moeten komen terwijl er allang alarmsignalen van de Schipholwerkvloer kwamen. Ik vroeg hem ook hoe hij wil bevorderen dat voortaan signalen van de werkvloer wél serieus worden genomen, maar ik kreeg daar niet echt antwoord op. We hadden ook heel beperkt de tijd, dus ik vraag dat hierbij nogmaals. Wat gaan we daarin anders doen in de toekomst?

Tot slot heb ik nog een korte motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat het aantal afhandelingsbedrijven op Schiphol te hoog is en dat dit een negatief effect heeft op de kwaliteit en de werkomstandigheden op de luchthaven;

overwegende dat de afhandelingsbedrijven de mogelijkheid moeten hebben te investeren in betere werkomstandigheden en verhoging van de kwaliteit;

verzoekt de regering regels te maken om te voorkomen dat nieuwe afhandelaren kunnen concurreren op arbeidsvoorwaarden, werkomstandigheden en veiligheid, en het aantal afhandelaren te beperken als betrokken partijen daarom verzoeken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Alkaya en Van der Molen.

Zij krijgt nr. 951 (31936).

Eén korte vraag van de heer Graus.

De heer Graus (PVV):

De SP heeft vijftien jaar opgetrokken met de PVV als het gaat om ongebreidelde privatisering en ook als het gaat om uitbestedingen van personeel, bijvoorbeeld in de postmarkt. Zou meneer Alkaya dan niet beter ook mijn motie kunnen steunen? Ik vraag namelijk om die "schipholisering", waarbij alles intern moet blijven, want ...

De voorzitter:

Ja, helder.

De heer Graus (PVV):

Want wat belangrijk is: de CEO gaf namelijk aan dat die versnippering en die gedwongen flexibilisering hebben geleid tot alle problemen.

De voorzitter:

Een kort antwoord graag.

De heer Alkaya (SP):

De kans is heel groot dat ik die motie ga steunen. Alleen, vorige week is de motie van de SP nog aangenomen om precies dat te bevorderen. De PVV dient vervolgens een soortgelijke motie in. Alleen is die iets stelliger: het moet per direct allemaal in eigen beheer. Ja, dat zou ik ook het liefst willen. Alleen, de eerste stappen daartoe zijn al gezet met de SP-motie vorige week. Dat is echt een kentering, een trendbreuk. Maar ja, eigenlijk ben ik het met de heer Graus eens.

De voorzitter:

Kijk eens aan. Meneer Koerhuis, een korte vraag.

De heer Koerhuis (VVD):

Ik ben blij dat te horen. Net als de SP staat de VVD ook voor de banen in de luchtvaart. In het debat hebben we het er ook over gehad. Daar is een beperkte groei van de luchtvaart voor nodig, maar ik hoor de SP alleen maar praten over krimp: krimp van de luchtvaart en dus krimp van de banen. Hoe zit dat?

De heer Alkaya (SP):

Die vraag klopt niet: krimp van de luchtvaart dus krimp van de banen. De vakbond en de medewerkers op de werkvloer geven aan dat ze met het huidige aantal werknemers het huidige aantal vluchten niet aankunnen. De werkdruk is te hoog; die zou omlaag moeten. Als de heer Koerhuis, toen hij zo fotogeniek poseerde op Schiphol, ook even de moeite had genomen om met de werknemers te spreken, had hij dat ook geweten. Dan had hij ook gehoord dat, om het huidige aantal vluchten te behouden, er veel meer mensen bij zouden moeten komen, maar die mensen zijn er simpelweg niet. Dus als je het aantal vluchten laat krimpen, dan gaat dat helemaal niet ten koste van de banen.

De voorzitter:

Ja, dat schreeuwt om een motie, wellicht de uwe. We zijn halverwege ...

De heer Alkaya (SP):

Misschien dat de voorzitter een voorzetje kan doen.

De voorzitter:

We zijn halverwege het aantal sprekers en we zitten al op elf moties, dus dat tikt lekker aan. Dan gaan we luisteren naar Inge van Dijk van de fractie van het CDA.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Dank je wel, voorzitter. Ik spreek hier namens mijn collega Van der Molen, die helaas afwezig is. Ik zal het aantal moties met maar één toe laten nemen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Provinciale Staten van de provincie Limburg hebben besloten Maastricht Aachen Airport open te houden;

overwegende dat het vliegveld van groot belang is voor de nationale infrastructuur en de regio;

verzoekt de regering in samenwerking met de provincie, Schiphol Group en de luchthaven Maastricht Aachen Airport het traject naar een luchthavenbesluit uit te werken, waarin wordt geïnvesteerd in de leefbaarheid in de omgeving, verduurzaming van de luchthaven, een sterke businesscase en het borgen van de toekomst van de luchthaven, en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Inge van Dijk, Van der Molen, Koerhuis en Graus.

Zij krijgt nr. 952 (31936).

De voorzitter:

Dank u wel. Kort en puntig altijd. Dat wordt gewaardeerd. De heer Van Haga van de Groep Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Schiphol grote organisatorische problemen kent;

verzoekt het kabinet harde eisen te stellen aan Schiphol voor de afhandeling van passagiersstromen tijdens de zomervakantie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga en Smolders.

Zij krijgt nr. 953 (31936).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Schiphol grote organisatorische problemen kent;

verzoekt het kabinet te onderzoeken of het leger tijdelijk kan worden ingezet om te helpen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga en Smolders.

Zij krijgt nr. 954 (31936).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Schiphol al langere tijd grote organisatorische problemen kent, onder meer door slecht personeelsbeleid, het onderbetalen van medewerkers en het niet anticiperen op reizigersaantallen;

overwegende dat de huidige directeur van Schiphol verantwoordelijk is voor deze problemen;

overwegende dat deze directeur midden in deze Schipholcrisis op vakantie ging naar snoepreisjes in Washington en Davos in plaats van de crisis aan te pakken;

overwegende dat van een directeur van Schiphol met een salaris van zes ton per jaar een andere mentaliteit verwacht mag worden;

verzoekt het kabinet, als grootste aandeelhouder, de raad van commissarissen te verzoeken de directeur van Schiphol te ontslaan en een competente vervanger te zoeken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga en Smolders.

Zij krijgt nr. 955 (31936).

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

U bedankt. Dan is het woord aan de heer Van Raan van de Partij voor de Dieren.

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. De luchtvaart moet terug binnen de grenzen van klimaat, leefomgeving en veiligheid. Ik heb drie moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de internationale lucht- en scheepvaart omvangrijke plannen hebben voor de productie van zero-emissiebrandstoffen;

constaterende dat er in Nederland fabrieken worden gebouwd voor bijvoorbeeld de productie van synthetische kerosine en dat deze fabrieken een ongekend grote energiebehoefte hebben;

constaterende dat Nederland binnen de EU nog altijd een van laagste percentages van zijn energie duurzaam opwekt en dat dit nu al leidt tot netproblemen en ruimtevraagstukken;

verzoekt de regering een plan op te stellen waarin, bij benadering, wordt aangegeven hoe groot de huidige en toekomstige energievraag is voor deze sectoren, hoe de benodigde energie opgewekt gaat worden en getransporteerd gaat worden;

verzoekt de regering met deze sectoren in gesprek te gaan om te onderzoeken welke financiële bijdrage de bedrijven daar bij benadering zelf aan gaan leveren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Raan en Kröger.

Zij krijgt nr. 956 (31936).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de luchthavens Schiphol, Rotterdam The Hague Airport, Maastricht Aachen Airport, Lelystad Airport en Eindhoven Airport al jarenlang niet in het bezit zijn van een geldige natuurvergunning;

constaterende dat sinds 2019 wordt gesteld dat handhaving niet nodig is omdat er concreet zicht is op legalisatie;

constaterende dat daar de afgelopen jaren weinig van terecht is gekomen en, gegeven de omvang en ernst van de stikstofcrisis, er ook nauwelijks concreet zicht op legalisatie bestaat;

verzoekt de regering op de kortst mogelijke termijn te gaan handhaven op het ontbreken van de natuurvergunningen of zo spoedig mogelijk een uiterste datum te noemen waarop men over zal gaan tot handhaving,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Raan en Kröger.

Zij krijgt nr. 957 (31936).

De heer Van Raan (PvdD):

Dan de laatste, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit onderzoek blijkt dat de luchtvaart de afgelopen twintig jaar 49 van de 50 duurzaamheidsbeloftes heeft verbroken;

constaterende dat alleen mooie beloftes de escalerende klimaatcrisis niet helpen en bijzonder ongeloofwaardig zijn;

verzoekt de regering verder de duurzaamheidsbeloftes gedaan door de luchtvaartsector bij te houden, een stappenplan op te stellen met daarin de stappen die doorlopen worden wanneer beloftes verbroken worden, en de Kamer daarover een keer per jaar te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Raan en Kröger.

Zij krijgt nr. 958 (31936).

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dat was de 18de motie op rij. De laatste spreker is mevrouw Van der Plas van de fractie van BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel, voorzitter. Een heel goede morgen aan de minister en aan de collega's in de Kamer. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er de komende maanden mogelijk opnieuw crisissituaties ontstaan in de afhandeling van reizigers op Schiphol door tekort aan personeel;

overwegende dat Defensie grote ervaring heeft bij logistieke operaties;

verzoekt het kabinet in gesprek te gaan met Defensie om te kijken of er samen met Defensie een noodplan gemaakt kan worden, waardoor het leger snel ingezet kan worden, indien nodig,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Plas en Van Haga.

Zij krijgt nr. 959 (31936).

De heer Van Haga wilde het leger ook al inzetten. Misschien kunnen jullie je moties bundelen of zo.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ja, ik heb het over een noodplan.

De voorzitter:

O, die van Van Haga klonk ook als een noodplan, moet ik eerlijk zeggen.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Nee, voorzitter, het is een fantastische motie, maar deze is toch net iets anders. Dus ik teken graag deze motie mee.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Gelijk maar even ter toelichting, ik heb afgelopen week gesproken met mensen van Defensie. Die zeggen dat je ze niet gewoon even kan bellen met het verzoek: hé jongens, kom effe hier helpen! Dat is logisch. Dat snap ik ook, maar een soort protocol of noodplan waardoor iedereen weet wat hij moet doen mocht het nodig zijn, vonden ze eigenlijk best een goed idee. Dat zie ook je in meer sectoren, bijvoorbeeld in de landbouw. Daar liggen gewoon protocollen klaar voor als er een crisissituatie is, waardoor iedereen bij één belletje of één druk op de rode knop van de telefoon in actie schiet. O, ik moet opschieten, anders kan ik mijn andere motie niet indienen. Maar dat is eigenlijk de toelichting. Het gaat dus om een noodplan. Het is niet van: jongens, kom even naar Schiphol en help even.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het verbeteren van de onderlinge infrastructuur de positie van de Nederlandse luchtvaart versterkt en de beschikbare capaciteit beter spreidt;

constaterende dat er geen onderling (pendelbus)vervoer is tussen operationele luchthavens in Nederland;

overwegende dat door een gebrek aan vervoer tussen operationele luchthavens in geval van crises taken en capaciteit moeilijk verdeeld kunnen worden binnen Nederland;

verzoekt het kabinet regie te nemen in het spreiden van capaciteit van luchtverkeer over reeds operationele luchthavens en te onderzoeken of het mogelijk is om in samenwerking met de luchthavens pendelbussen te laten rijden tussen de reeds operationele luchthavens in Nederland,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Plas en Van Haga.

Zij krijgt nr. 960 (31936).

De voorzitter:

Dat was de twintigste motie. Tot zover de termijn van de Kamer. Ik schors vijf minuten. Daarna gaan we luisteren naar de minister. Ik wijs erop dat om 11.00 uur een ander debat begint.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister. Nogmaals, om 11.00 uur begint een ander debat. We moeten dus kort en puntig door de moties gaan. Ik sta alleen vragen toe van de eerste indieners van de respectievelijke moties.

Minister Harbers:

Voorzitter, dank u wel. Allereerst de openstaande vraag van de heer Alkaya over signalen van de werkvloer. Ik ben daar inderdaad zeer gespitst op. Ik heb daar de afgelopen periode al enkele keren met bijvoorbeeld de FNV over gesproken. We hebben ook al afgesproken om in ieder geval na het zomerseizoen opnieuw overleg te voeren over wat dat ons leert en welke stappen er naar de toekomst gezet moeten worden. Ik pak die signalen dus op en wil ze ook niet missen. Dat zeg ik u toe.

De motie op stuk nr. 941: oordeel Kamer.

De voorzitter:

Dan de motie op stuk nr. 942.

Minister Harbers:

Ja, voorzitter. De eerste voortgangsrapportage ontvangt u overigens volgende week. Ik pak straks nog even de vraag op van de heer Koerhuis.

De motie op stuk nr. 942 van de heer Van Baarle ontraad ik. Ik zet de instrumenten in die ik heb. Zo spreken minister Kaag en ik maandag weer met de heer Benschop. Maar direct ingrijpen kunnen we niet. Dat is ook niet de rol van de overheid.

De motie op stuk nr. 943 van de heer Van Baarle ontraad ik ook. Personeelsbeleid is echt aan de bedrijven, die volop bezig zijn. Waar mogelijk denken we mee, maar het personeel van het Rijk zou ik toch heel graag bij het Rijk willen houden. Dat verricht daar namelijk ook goede taken.

Dan de motie op stuk nr. 944 van de heer Van Baarle. Deze motie vraagt om nu al, meteen, het aantal afhandelaren op Schiphol te verminderen. Vorige week heeft de Kamer de motie van de heer Alkaya aangenomen, die eigenlijk nog veel breder uitlegt wat er moet gaan gebeuren. Die motie voeren we al uit. Ik zou haast zeggen: hou deze motie even aan tot we verder zijn in de uitvoering van de motie-Alkaya. Als u persisteert en echt een oordeel wilt, dan zou ik zeggen: ik wil dit gewoon samen met de sector doen, dus dan ontraad ik 'm nu. Maar in essentie is het zo dat ik de motie-Alkaya al uitvoer en daar komt dit vanzelf bij kijken.

De heer Van Baarle (DENK):

Twee punten, allereerst over de eerste motie. De minister heeft het in zijn reactie over direct ingrijpen in de bedrijfsvoering. Maar dat is niet wat exact in de motie staat. In de motie staan exact de twee verantwoordelijkheden die de regering heeft, namelijk als aandeelhouder en als verantwoordelijke voor de exploitatievergunning. De motie vraagt om die twee verantwoordelijkheden optimaal te benutten, dus niet direct in te grijpen. Met uw welnemen kom ik daarna op de laatste motie. Graag een reactie van de minister op dat punt, want volgens mij ...

De voorzitter:

Goed, ja.

Minister Harbers:

Met die verduidelijking, als de heer Van Baarle maar niet verwacht dat wij op de stoel van het management, van de directie personeelsbeleid et cetera gaan zitten, want dat kunnen wij ook niet. Als u vraagt naar informatie over hoe wij onze rollen benutten, dan krijgt u die vanzelfsprekend, want die informatie geven wij ook aan de Kamer. Daarmee zou de motie haast ondersteuning van beleid zijn. Ik weet niet wat het beleid qua moties daar nu op is.

De voorzitter:

Dat is heel simpel. Dan nemen we 'm gewoon over.

Minister Harbers:

Dat kan ook.

De voorzitter:

Ik stel voor om de tweede motie, van de heer Van Baarle, over te nemen.

De motie-Van Baarle (31936, nr. 942) is overgenomen.

Dat is uw eerste motie, meneer van Baarle, maar het is de tweede motie die is ingediend. Wacht even, dan zijn we het erover eens dat die motie wordt overgenomen, hè? Ja, daarover zijn we het eens. Dan nog de vierde motie, die op stuk nr. 944.

De heer Van Baarle (DENK):

Dat is inderdaad mijn laatste motie. Ik vind het belangrijk, omdat ook vanuit Schiphol die behoefte gewoon heel duidelijk wordt aangegeven. Ook in mijn richting is de behoefte aangegeven om daar gewoon stappen in te gaan zetten. De minister geeft aan dat graag in samenwerking met de sector te willen doen. Ik ben bereid om daar iets over in de motie op te nemen. Dus als dat een stap in de richting van de minister zou kunnen zijn waarmee hij de motie oordeel Kamer zou kunnen geven, dan hebben we denk ik een fantastische deal in het kader van constructiviteit.

Minister Harbers:

Ik snap uw wens dat u graag hebt dat uw motie oordeel Kamer krijgt, maar als u dat er allemaal aan toevoegt, dan hebben we de facto de motie-Alkaya van vorige week, die al aangenomen is — ik meen unaniem — en die al uitgevoerd wordt. Wij zijn bezig met betrokken partijen om regels voor grondafhandelaren te ontwikkelen. De partijen hebben overigens ook gezegd: nu, de komende maanden, ligt de focus even op de actuele situatie en dan pakken we dat verder op. Er zal een afspraak komen in september om de vormgeving en uitwerking van die regels verder gestalte te geven. Daarbij betrekken we ook de bescherming van de werknemers. We willen ook voorkomen dat zo'n proces weer leidt tot extra onzekerheid en extra gedoe. Daar zijn alle partijen, inclusief de overheid, het al over eens. Dat is in essentie de motie-Alkaya.

De voorzitter:

Dus eigenlijk is de motie overbodig, zegt u. Het gebeurt al?

Minister Harbers:

Dit is al staand beleid. Dat had ik al toegezegd. Daar is een motie over aangenomen. Dit wordt al gedaan door alle partijen. Volgens mij kan de heer Van Baarle buitengewoon tevreden zijn.

De voorzitter:

Dan zegt de minister dat de motie overbodig is en dan kunnen we 'm ook gewoon overnemen.

Minister Harbers:

Ja, dat kan ook, maar ...

De voorzitter:

Dat is nieuw beleid eigenlijk.

Minister Harbers:

Met uitzondering van het feit dat ik niet zelf het aantal afhandelaars ... Bij overnemen is het wel: de motie letterlijk oppakken. Dat doe ik zelf niet. Ik doe dat in overleg met de sector en ik doe dat op aangeven van de sector. De sector is het hier volgens mij in razendsnel tempo over eens aan het worden.

De voorzitter:

Dan ontraadt u de motie dus eigenlijk.

Minister Harbers:

Ja, dan ontraad ik die, met alle goede bedoelingen.

De voorzitter:

Dan zijn we eruit, meneer Van Baarle. Nog even kort, heel puntig.

De heer Alkaya (SP):

Ik wou er zelf eigenlijk ook bezwaar tegen maken dat de motie overgenomen zou worden, want volgens mij hebben de minister en ik een verschil van mening.

De voorzitter:

Oké. Dan gaan we dat ook niet doen. De motie op stuk nr. 945.

Minister Harbers:

De motie op stuk nr. 945 is ook ontraden, om de redenen die ik in het andere debat van gisteravond heb genoemd. Ik heb niet de instrumenten om dit te doen.

De motie op stuk nr. 946 ontraad ik ook. De heer Alkaya gaf al aan dat dit een soort overtoepen van de motie-Alkaya van vorige week is. Dat lijkt mij het beste kader om hier te hanteren.

Dan de motie op stuk nr. 947. Ik zou haast zeggen: wellicht wil de indiener die aanhouden, want ik vraag Schiphol al om een evaluatie uit te voeren van hoe die evaluatie is ontstaan. In dat licht zou ik de Kamer willen voorstellen om die evaluatie eerst af te wachten voordat we overgaan tot onafhankelijke onderzoeken, als die naar het oordeel van de regering of de Kamer nodig zouden zijn.

De heer Graus (PVV):

Ik houd de motie op stuk nr. 947 aan. Maar over de motie op stuk nr. 946 zei de heer Alkaya zelf al dat die van mij veel stelliger is en dat die dus juist niet hetzelfde is. Nu wordt hier net gedaan alsof ik een beetje plagiaat zit te plegen.

Minister Harbers:

Daarom gebruikte ik het woord "overtoepen" en vind ik de motie-Alkaya de goede motie om uit te voeren. Volgens mij is de heer Alkaya nog nooit zo vaak door mij genoemd in een debat.

De voorzitter:

De appreciatie is dus eigenlijk "overtoepen".

Op verzoek van de heer Graus stel ik voor zijn motie (31936, nr. 947) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Harbers:

De motie op stuk nr. 948 ontraad ik. Ik ben daar in het debat uitgebreid op ingegaan. Ik kom straks aan de hand van de vraag van de heer Koerhuis ook nog wel even op het onderhoudswerk aan de banen.

Over de motie op stuk nr. 949 van mevrouw Kröger en andere leden laat ik het oordeel aan de Kamer. Ik heb in het debat al aangegeven dat, zo er ooit al een doelstelling was om op kosten te sturen, we inmiddels een kabinet hebben waarbij de kosten ook omhooggaan en waarvoor kwaliteit en niet lage kosten centraal staat. Dat is ook de boodschap die ik de afgelopen weken aan Schiphol heb gegeven. Ik kan het oordeel dus aan de Kamer laten.

De voorzitter:

Er is nog een korte vraag van de heer Graus.

De heer Graus (PVV):

Die gaat over mijn laatste motie, de motie op stuk nr. 948. We hebben er uitvoerige gesprekken over gehad. Er is sprake van een kapitein die het schip verlaat en het één grote puinzooi laat worden. Dat was vorig jaar ook al zo. We hebben lang genoeg gewacht. Ik vind wel dat er iets moet gebeuren. Dit is dus ook een heel duidelijk signaal.

De voorzitter:

De motie is ontraden.

Minister Harbers:

Dat signaal pakken we wel op. Dat is de reden dat we wekelijkse rapportages vragen en inzicht in alle acties waar Schiphol mee bezig is.

De motie op stuk nr. 949 had ik oordeel Kamer gegeven.

Dan de motie op stuk nr. 950. De slotcoördinator geeft conform de slotverordening slots uit of neemt ze in. U vraagt om onderzoek naar hoe dat gecontroleerd kan. Ik weet niet of dat een heel groot onderzoek moet zijn. We kunnen ook gewoon de werkwijze in kaart brengen. Ik kan de Kamer daar zeker na de zomer of te zijner tijd over informeren. Met dat in het achterhoofd kan ik de motie oordeel Kamer geven. Het gaat erom dat we dat gewoon eens netjes uitgewerkt hebben.

De voorzitter:

Prima. De motie heeft oordeel Kamer, mevrouw Kröger.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Zeker, voorzitter. Daar ben ik blij mee. Maar ik zou het wel fijn vinden als de minister niet alleen beschrijft wat nu de huidige praktijk is. De slotcoördinator heeft zelf in een interview aangegeven: gegeven bepaalde juridische situaties moeten we wellicht gaan kijken hoe je op dat moment kan sturen. Daar gaat het mij om.

Minister Harbers:

Die vraag begrijp ik. Dat breng ik te zijner tijd in kaart.

De voorzitter:

Oké. De motie op stuk nr. 951.

Minister Harbers:

Over de motie op stuk nr. 951 van de heer Alkaya laat ik het oordeel aan de Kamer.

Over de motie op stuk nr. 952 laat ik het oordeel ook aan de Kamer. Daar hebben we gisteravond in het andere debat al uitvoerig over gedebatteerd.

De voorzitter:

Dan vermeld ik nog even dat de heer Graus wordt toegevoegd aan de ondertekenaars van de motie op stuk nr. 952. Dan de motie op stuk nr. 953.

Minister Harbers:

De motie op stuk nr. 953 ontraad ik. Harde eisen stellen is uiteindelijk aan luchtvaartmaatschappijen en de luchthaven. In het debat heb ik al uitgelegd wat we allemaal doen om goed in de gaten te houden dat er de nodige acties worden uitgevoerd.

De motie op stuk nr. 954 kan ik ook ontraden. Ik heb in het debat al aangegeven dat wij behalve de inzet van de marechaussee, die sinds jaar en dag op Schiphol is, niet het voornemen hebben om andere onderdelen van Defensie in te zetten op Schiphol. De motie op stuk nr. 955 van de heer Van Haga en de heer Smolders ontraad ik ook, onder de argumentatie die we in het debat al met elkaar hebben uitgewisseld.

De motie op stuk nr. 956 van de heer Van Raan. Deze vraag zit voor een groot deel op het terrein van de minister voor Klimaat en Energie. Om die reden alleen al zou ik nu willen vragen om de motie aan te houden. Dat vraag ik ook in de wetenschap dat we komende week nog een debat hebben over de verduurzaming van de luchtvaart. Ik kan proberen om daar in dat debat alvast op terug te komen. Dan kunnen we na dat debat misschien constateren of deze motie alsnog in stemming wordt gebracht dan wel ingetrokken wordt of iets dergelijks.

De voorzitter:

Ik zag de heer Van Raan al knikken.

De heer Van Raan (PvdD):

Dat lijkt me een redelijk voorstel. Kan deze motie dan wel alvast naar de minister van EZK worden doorgeleid, zodat die hierop voorbereid is? Dan kunnen we daar na dat debat inderdaad wellicht een besluit over nemen.

Minister Harbers:

Ja. Ik zal zo mogelijk al proberen in het debat een antwoord te geven op deze vraag.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 956, de motie-Van Raan c.s., is aangehouden.

Op verzoek van de heer Van Raan stel ik voor zijn motie (31936, nr. 956) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Harbers:

De motie op stuk nr. 957 over handhaven op natuurvergunningen: dat is aan de minister voor Natuur en Stikstof. Alleen al om die reden ontraad ik de motie in dit debat. Punt.

De motie op stuk nr. 958.

De voorzitter:

De heer Van Raan nog even over de motie op stuk nr. 957.

De heer Van Raan (PvdD):

Kortheidshalve: misschien kan de minister die dan doorgeleiden naar het kabinet en een appreciatie geven. Het verzoek is namelijk ook aan de regering.

De voorzitter:

Dan houdt u de motie dus aan?

De heer Van Raan (PvdD):

Nee, ik vraag om een appreciatie.

Minister Harbers:

Dan ontraad ik die. Want de motie zegt: op de kortst mogelijke termijn handhaven. Mijn collega-minister voor Natuur en Stikstof behandelt de verzoeken voor handhaving. Maar dit klinkt inhoudelijk een beetje als: hoe dan ook meteen gaan handhaven. Daar zijn de afgelopen tijd al meerdere debatten over geweest, ook met de minister voor Natuur en Stikstof. Dit verzoek aan de regering ontraad ik dan ook.

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter, ik houd de motie aan.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 957 is aangehouden. U bent makkelijk te overtuigen, meneer Van Raan. Dat siert u.

Op verzoek van de heer Van Raan stel ik voor zijn motie (31936, nr. 957) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Harbers:

De motie op stuk nr. 958 van de heer Van Raan en mevrouw Kröger. We kunnen volgens mij ook nog wel een heel debat voeren over hoe we die monitoring doen en of leden van mening zijn dat de beloftes al dan niet worden verbroken. Maar ik zou op dit moment willen vragen om deze ook aan te houden. Ik denk dat het logischer is dat we daar de komende weken eerst in het debat over duurzame luchtvaart verder het debat over voeren.

De voorzitter:

De heer Van Raan heeft al zo veel toegegeven. Hij schudt nee. Dan wil ik er dus wel een appreciatie van.

Minister Harbers:

Dan ontraad ik die.

De voorzitter:

Dan is de motie op stuk nr. 958 ontraden.

Minister Harbers:

De motie op stuk nr. 959 van mevrouw Van der Plas en de heer Van Haga. Ik heb net bij een andere motie ook al iets gezegd over de inzet van Defensie. Maar dat strekt zich ook uit tot een noodplan. Daar hebben we gewoon niet het voornemen voor. Om die reden ontraad ik de motie.

De motie op stuk nr. 960 over pendelbussen en regie nemen. Die ontraad ik ook. Ook dit is echt gewoon een logistiek vraagstuk dat vliegmaatschappijen en luchthavens met elkaar moeten en kunnen regelen. Dat gebeurt ook in voorkomend geval dat er uitwijkvluchten zijn. Maar het is echt aan hen om al dan niet een permanent systeem van pendelbussen op te zetten.

De voorzitter:

Helder, dank u wel. Over 54 seconden moet het volgende debat beginnen. Het woord is aan mevrouw Van der Plas, kort.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Over de motie over Defensie. Ik vraag me toch het volgende af. Ik zeg niet: maak nu een noodplan. Ik vraag om te kijken of het mogelijk is om in gesprek met Defensie tot een noodplan te komen.

De voorzitter:

Ja, helder.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Want ik hoor geluiden van Defensie dat ze dat eigenlijk best een goed idee vinden. Dan weten ze namelijk in een bepaald geval: dit of dat moeten we doen. Dan hoeft er niet meteen gebeld te worden.

De voorzitter:

Prima.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik snap de weerstand om gewoon even in gesprek te gaan met Defensie niet zo.

Minister Harbers:

Dat gesprek is natuurlijk al geweest. U heeft enkele weken geleden ook gehoord wat de staatssecretaris van Defensie zei over de inzet van Defensie op Schiphol. We hebben daarnaast ook nog formele regels of afspraken binnen het kabinet en de regering over wanneer wij Defensie te hulp vragen in nood- of crisissituaties. Er is veel aan de hand op Schiphol, maar wij vinden als kabinet niet dat dit het type crisis is waar je in de toekomst een noodplan of de inzet van Defensie voor nodig zou hebben, anders dan de inzet van de Koninklijke Marechaussee. Dit is dus ook een inhoudelijk antwoord, zoals we dat in het debat al hadden.

Dan heb ik in de laatste 54 seconden nog een vraag van de heer Koerhuis over de situatie in het afgelopen weekend. Ja, die was nog weer extra rommelig. Die analyse van de heer Koerhuis deel ik dus. Maandag spreek ik samen met mevrouw Kaag weer met de heer Benschop over de voortgang. Dan zullen we ook dit bespreken. Ik zeg daar één ding bij. Baanonderhoud wordt lang van tevoren gepland. Dat kan niet altijd buiten wat mensen "het hoogseizoen" noemen. Op zichzelf is juni nog niet het hoogseizoen. Het is ook noodzakelijk. Daar wordt lang van tevoren op gepland en daar kunnen luchtvaartmaatschappijen en de luchthaven zich op voorbereiden. De combinatie met slecht weer afgelopen weekend speelde ook een rol. Dat kunnen we nooit voorkomen. We hebben in januari ook veel uitval gehad rond de storm Corrie, maar je ziet hier eigenlijk ook dat iedere flexibiliteit door de actuele situatie uit het systeem was, waardoor het extra rommelig was. Maar we zullen samen met Schiphol bespreken dat we ook dit soort situaties liever niet meer zien.

De voorzitter:

Heel goed. Dank aan de minister voor zijn aanwezigheid hedenochtend.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dinsdag stemmen wij over de moties. Ik schors een enkel ogenblik.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven