3 Landbouw- en Visserijraad van 19 juli 2021

Aan de orde is het tweeminutendebat Landbouw- en Visserijraad van 19 juli 2021 (21501-32, nr. 1337).

De voorzitter:

Ik heet de minister en haar mensen welkom, net als de Kamerleden en eenieder die dit debat vanaf de publieke tribune of elders volgt. Ik zie dat een van onze leden al bij de interruptiemicrofoon staat. Ik geef hem graag het woord: de heer Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dank u wel, voorzitter. Ik zou ontzettend graag aan dit tweeminutendebat willen meedoen. Ik heb dan 60 seconden. Ik heb één motie en ik beloof om deze in 30 seconden voor te lezen. Verder heb ik niks. Ik hoop dat de commissie mij genade schenkt in dezen, want ik heb niet meegedaan aan het commissiedebat. Voor kleine fracties is dat vaak lastig. Dit is het verzoek.

De voorzitter:

Ik kijk even naar de leden. Ik zie dat ze knikken, dus daarmee is de heer Van Haga toegevoegd aan het debat.

Ik begin met de eerste spreekster van vanmorgen, mevrouw Vestering van de Partij voor de Dieren. Ik geef haar graag het woord.

Mevrouw Vestering (PvdD):

Voorzitter. Ik heb de minister in het schriftelijk overleg gevraagd naar de uitvoering van mijn motie over de automatische Europese verlengingen van het toegelaten landbouwgif zonder dat de verplichte veiligheidstoets heeft plaatsgevonden. Die motie had twee verzoeken, maar op het tweede verzoek heeft de minister niet geantwoord. Daarom vraag ik de minister hier: hoe gaat zij zich inzetten voor een aanpassing van de Europese regelgeving, zodat wanneer de goedkeuringsperiode van een landbouwgif verstrijkt en de herbeoordeling nog niet is afgerond, de toelating niet automatisch en vaak oneindig wordt verlengd, maar de toelating simpelweg vervalt? De Kamer heeft zich met deze motie duidelijk erover uitgesproken dat het onacceptabel is dat landbouwgif langer op de markt blijft dan waarvoor het officieel een toelating heeft gekregen.

Voorzitter. Bijen, vlinders en miljarden andere kleine insecten die voor ons van levensbelang zijn — ze bestuiven namelijk onze voedselgewassen — worden ernstig bedreigd. Landbouwgif en eentonige landschappen van monoculturen zijn de boosdoeners. De minister heeft hier al vaak bezorgde woorden over gesproken, maar van actie is het vooralsnog niet gekomen, helaas. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat meer dan 1 miljoen bezorgde mensen het Europese burgerinitiatief Red Bijen en Boeren hebben getekend, waarin wordt opgeroepen tot een volledige uitfasering van landbouwgif in 2035;

verzoekt de regering kwantitatieve doelen te stellen voor de uitfasering van het gebruik van pesticiden, aangevuld met een plan om boeren te helpen bij de benodigde omschakeling,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Vestering.

Zij krijgt nr. 1340 (21501-32).

De voorzitter:

Hartelijk dank. Dan gaan we naar de heer Edgar Mulder van de PVV-fractie voor zijn twee minuten.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Het is ondertussen wel duidelijk waarom deze minister geen effectbeoordeling wil van de plannen van de zogenaamde Farm-to-Fork- of Van-Boer-tot Bordstrategie. Uit berekeningen die wel gemaakt zijn, en wel door de universiteit van Kiel en het Amerikaanse ministerie van Landbouw, blijkt welke ellende er op ons afkomt: stijgende prijzen voor vlees, melk, groente en fruit. Verder krijgen we te maken met voedseltekorten en moeten we dus voedsel gaan importeren.

Voorzitter. Hogere prijzen, meer armoede en voedseltekorten. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat voorkomen moet worden dat door wanbeleid Nederlandse burgers de armoede in worden gestort;

constaterende dat zowel de universiteit van Kiel als het Amerikaanse ministerie van Landbouw na doorrekening van de From Farm to Fork Strategy tot de conclusie komen dat deze plannen zullen leiden tot stijgende voedselprijzen, verlaging van de voedselproductie en dat er geen positieve effecten tegenover staan;

verzoekt de regering haar steun voor de From Farm to Fork Strategy in te trekken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Edgar Mulder.

Zij krijgt nr. 1341 (21501-32).

De heer Edgar Mulder (PVV):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

U ook bedankt. Dan komen we bij de heer Boswijk. Alleen, ik zie hem nog niet, dus dan gaan we naar de heer Bisschop, die ik ook nog niet zie. Dat gaat heel snel. Mevrouw Van der Plas van de BoerBurgerBeweging is ook niet aanwezig. De heer Van Campen van de VVD maakt geen gebruik van zijn termijn. Dan komen we bij de heer Van Haga, die zijn motie mag indienen. Inmiddels is hij aan de beurt voor zijn termijn in dit debat.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dank u wel, voorzitter. Het zijn toch twee moties geworden, omdat ik ook nog een motie indien voor mevrouw Van der Plas.

De eerste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het technisch verslag van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Europese Unie een ongekende vermindering van de EU-landbouwproductie en van het boereninkomen constateert;

overwegende dat de strategie niet goed is voor de Nederlandse landbouw;

verzoekt het demissionaire kabinet de Van-Boer-tot-Bordstrategie niet uit te voeren en subsidiegelden te besteden aan bestaande landbouwsystemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga en Van der Plas.

Zij krijgt nr. 1342 (21501-32).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er op dit moment gewerkt wordt aan invulling geven aan gemeenschappelijk landbouwbeleid;

constaterende dat een van de doelen van het GLB is ervoor te zorgen dat voedselproducenten een redelijk inkomen hebben;

overwegende dat onze Nederlandse boeren aan steeds hogere eisen moeten voldoen;

verzoekt de regering te waarborgen dat de inkomenspositie van de boeren niet verder onder druk komt te staan door de uitwerking van de plannen van het GLB, zodat burgers in Nederland de beschikking kunnen houden over betaalbare levensmiddelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga en Van der Plas.

Zij krijgt nr. 1343 (21501-32).

De voorzitter:

Dank u wel. U heeft een vraag van de heer De Groot van de D66-fractie.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Het is misschien meer een agendaopmerking. Morgen is precies hierover, over het Nationaal Strategisch Plan, een debat. Ik zou toch de heer Van Haga en mevrouw Van der Plas willen uitnodigen om daaraan deel te nemen. Om nu al moties over dat onderwerp in te dienen, lijkt me wat voorbarig.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dank u wel, meneer De Groot, voor deze vermaning. Ik geloof dat mevrouw Van der Plas nu op een gemiddelde zit van vier of vijf debatten per dag. Ikzelf doe er wat minder: vier of vijf per week. Voor kleine fracties is het echt onmogelijk om een commissie te bestieren op dezelfde manier als u dat doet. U doet dat absoluut voortreffelijk, maar voor kleine fracties is dat wat lastig. Als u mij wilt excuseren, gaan we het toch op deze manier blijven doen.

De voorzitter:

Er is een vervolgvraag van de heer De Groot.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Dat begrijp ik, natuurlijk. Kleine fracties zijn daarin heel anders dan grote fracties en kunnen niet overal aan deelnemen. Dat is ook prima. Maar om dan dit tweeminutendebat te gebruiken voordat überhaupt het debat heeft plaatsgevonden, lijkt me wat voorbarig. U kunt het nog nakijken of wellicht eventjes door een medewerker laten volgen. Dat was de strekking van mijn opmerking.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Ja, ik neem het mee.

De voorzitter:

U ook bedankt. Daarmee komen we aan het einde van deze termijn. Ik kijk even naar de minister. Hoelang heeft zij ongeveer nodig? Een minuut of vijf, begrijp ik. Dan schors ik de vergadering voor vijf minuten, tot 10.28 uur.

De vergadering wordt van 10.23 uur tot 10.28 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord …

Minister Schouten:

De vierde motie heb ik niet.

De voorzitter:

Kan iemand de vierde motie aan de minister geven? Ik zie dat mevrouw Beckerman dat al doet. Nou, helemaal goed dat die er in ieder geval is.

Het woord is aan de minister.

Minister Schouten:

Misschien wil mevrouw Beckerman ook mijn rol overnemen. Dat zou ook nog een novum zijn!

Voorzitter. De eerste vraag van mevrouw Vestering was: hoe gaan we inzetten op aanpassing van de regelgeving? Wij hebben in Europa steeds aangegeven dat we het onwenselijk vinden dat een automatische verlenging plaatsvindt omdat de herbeoordeling niet op tijd klaar is. Dat heeft met name te maken met de capaciteit bij de "Ctgb's van Europa" — zo noem ik het maar even — die dit moeten beoordelen. Wij helpen nu hard opdat die beoordelingen ook sneller plaatsvinden bij andere lidstaten, want dit wordt verdeeld over de lidstaten. Het is echt een capaciteitsvraagstuk. Dus, inzetten op de regelgeving … Wij pakken dit eigenlijk heel praktisch en pragmatisch op, want voordat je de regelgeving hebt aangepast, ben je nogal wat jaren verder. Dan moeten we er eigenlijk gewoon voor zorgen dat we de herbeoordelingen heel snel op orde krijgen. Zoals gezegd, is dat in veel landen vooral een capaciteitsvraagstuk.

De voorzitter:

Ik zie dat mevrouw Vestering van de Partij voor de Dieren daar een vraag over heeft.

Mevrouw Vestering (PvdD):

Dan kom ik toch nog even terug op de motie die is aangenomen. Daarin wordt de regering wel degelijk verzocht om zich in te zetten voor een aanpassing van die regelgeving. Voor het zomerreces heb ik al via een procedurevergadering gevraagd of de minister kon aangeven hoe zij deze motie kon uitvoeren. Daar kwam geen antwoord op. Vervolgens heb ik dat nog een keer gedaan in het schriftelijk overleg. Daar kwam geen antwoord op. Als ik nu naar de minister luister, hoor ik eigenlijk dat ze niet bereid is om deze motie uit te voeren. Klopt dat?

Minister Schouten:

Nou, dat gaat wel heel erg ver. Ik probeer uit te leggen hoe wij echt ons best doen. Ik heb in deze commissie volgens mij wel twintig keer gezegd dat ik het ook onwenselijk vind dat telkens verlenging plaatsvindt als nog geen goede herbeoordeling heeft plaatsgevonden. Als een bedrijf een dossier aanlevert en moet wachten op die beoordeling, maar die beoordeling er niet komt, dan ligt het buiten de macht van dat bedrijf dat die middelen op dat moment worden toegelaten. Het is dus vooral: er echt voor zorgen dat die beoordelingen sneller gaan en dat daar capaciteit voor is. Daar werken we echt hard aan mee. Het Ctgb speelt daarin ook een heel belangrijke rol. We kunnen nu dus wel een heel semantische discussie gaan voeren over een motie die is aangenomen, maar ik denk dat wij die nu heel praktisch proberen uit te voeren. Maar goed, het is aan mevrouw Vestering om daar een oordeel over te geven.

De voorzitter:

Tot slot op dit punt, mevrouw Vestering.

Mevrouw Vestering (PvdD):

Ik moet echt concluderen dat de motie die door de Kamer is aangenomen daarmee niet wordt uitgevoerd. We zullen ons beraden over hoe we hiermee omgaan.

De voorzitter:

Dank. Gaat u verder, minister.

Minister Schouten:

Ja. Dan kom ik op de motie op stuk nr. 1340 van mevrouw Vestering. Die suggereert dat wij geen plannen en geen doelen hebben. Dan moet ik haar toch wijzen op de Toekomstvisie gewasbescherming 2030 en op het daarbij opgestelde uitvoeringsprogramma. Daarin zijn allerlei acties opgenomen. Daarin is ook het doel opgenomen om de emissies naar bodem, water en lucht per 2030 naar nagenoeg nul terug te brengen. Er ligt dus wel degelijk een plan en daar ligt zelfs een uitvoeringsprogramma onder. Dus ik ontraad deze motie.

De voorzitter:

Het oordeel over de motie op stuk nr. 1340: ontraden.

Minister Schouten:

De motie op stuk nr. 1341 van de heer Mulder vraagt de regering om de steun voor Farm to Fork in te trekken. Die motie ga ik ontraden. Daar zitten wel degelijk stappen in die gezet moeten worden. Het is ook in het belang van Nederland om die ook in Europees verband af te spreken. Dat is ook waar de Farm-to-Forkstrategie op ziet. Dus ik ontraad deze motie.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1341: ontraden. De heer Mulder van de PVV heeft daar een vraag over.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Ik blijf het raar vinden dat allerlei plannen onze kant op worden gegooid zonder dat er een doorrekening is. Laatst hadden we een debat over het zevende actieprogramma Nitraatrichtlijn. Dan worden de meest vreselijke plannen voor boeren besproken zonder dat is doorgerekend wat die betekenen voor én boeren én de economie.

De voorzitter:

En uw vraag is?

De heer Edgar Mulder (PVV):

Dit gaat nóg verder, en er is gewoon geen doorrekening. We gooien dus plannen de wereld in waarop iedereen gaat voortborduren zonder dat we weten wat dat echt betekent. Ik vind dat niet ordentelijk.

De voorzitter:

Ik hoor geen vraag.

Minister Schouten:

Het is geen vraag. Op het moment dat alle plannen omgezet worden in wetgevingsvoorstellen komt er wel degelijk een impactassessment. Als dat dan ook voorligt, zullen we dat ook wegen. In die zin vinden die doorrekeningen dus op dat moment plaats. We zullen dat dus meenemen.

De motie op stuk nr. 1342 is eigenlijk hetzelfde, dus met dezelfde reden ontraad ik deze motie.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1342 wordt ontraden.

Minister Schouten:

Dan de motie op stuk nr. 1343. Die gaat over een discussie die wij inderdaad morgen gaan voeren over het GLB en over de Nationaal Strategische Plannen die Nederland moet gaan indienen. Deze motie loopt iets vooruit op de discussie die we dan mogelijk morgen zullen hebben. Ik kan niet op individueel niveau waarborgen dat de plannen geen effecten zullen hebben voor het verdienvermogen van de boer. Het is wel zo dat wij in het algemeen proberen om het verdienvermogen op peil te houden. Dat is niet alleen via het GLB; dat vindt via meerdere wegen plaats. Maar waarborgen dat de inkomenspositie van elke boer niet onder druk komt te staan, is echt een te vergaande waarborg, die ik nu zo niet even kan geven. Maar het is wel de inzet van het beleid om te zorgen dat zo veel mogelijk boeren hun inkomenspositie op peil houden en zelfs misschien ook wel verbeteren door alle plannen die er liggen. Dus in dat licht ontraad ik deze motie. Maar laten we dat debat morgen verder voeren.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1343 krijgt het oordeel: ontraden. Daarmee komen we aan het eind van dit tweeminutendebat over Landbouw- en Visserijraad.

De beraadslaging wordt gesloten.

Naar boven