5 Informele JBZ-Raad d.d. 3-4 februari 2022 (vreemdelingen- en asielonderwerpen)

Aan de orde is het tweeminutendebat Informele JBZ-Raad d.d. 3-4 februari 2022 (vreemdelingen- en asielonderwerpen) (32317, nr. 736).

De voorzitter:

We gaan verder met het tweeminutendebat over de informele JBZ-Raad. Een hartelijk welkom aan staatssecretaris Van der Burg, staatssecretaris voor Asiel en Migratie. Ik geef mevrouw Kröger als eerste het woord. Zij spreekt namens de fractie van GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. De humanitaire noodsituatie aan de buitengrenzen van Europa is schrijnend. Het lijkt alsof de inzet van Europa toch vooral is om mensen buiten de poorten te houden. De Kamer heeft een rondetafel gehad, die is georganiseerd op initiatief van mevrouw Koekkoek. Daarbij ging het over de rol die Frontex speelt. De verhalen die de Kamer daar heeft gehoord, waren wat mij betreft schokkend. Mijn vragen aan de staatssecretaris gaan met name daarover.

De staatssecretaris schrijft in de antwoorden onder andere dat het voor het kabinet niet mogelijk is om garanties te geven over de toegang tot grensposten aan de grens met Belarus. Die toegang is, lijkt mij, precies wat het EU-recht en de mensenrechten willen. Dus het lijkt mij dat Nederland toch wel degelijk die garanties wil geven, want aan precies dit hebben wij ons gecommitteerd.

De antwoorden van de staatssecretaris over Frontex zijn wat mij betreft vaag. Wij willen meer zicht hebben op wat er precies gebeurt onder de vlag van Frontex, en ook op waar Nederlandse inzet is. En wij vinden dat er meer toezicht zou moeten zijn. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat informatie over het functioneren van Frontex slechts beperkt openbaar gemaakt wordt en dat bevindingen van de grondrechtenfunctionaris van Frontex alleen bij het Management Board bekend worden;

van oordeel dat bij deze mate van vertrouwelijkheid niet valt te controleren hoe Frontex en de deelnemende EU-lidstaten de Europese mensenrechtenstandaarden bij het grenstoezicht naleven;

verzoekt de regering het belang van openheid bij het functioneren van Frontex te blijven benadrukken, erop aan te dringen dat de bevindingen van de grondrechtenfunctionaris van Frontex en de rapportages over de opvolging van diens aanbevelingen worden gepubliceerd;

verzoekt de regering om de Kamer direct te informeren in het geval dat Frontex-operaties waaraan Nederland deelneemt direct of indirect hebben bijgedragen aan mensenrechtenschendingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger.

Zij krijgt nr. 739 (32317).

Dank aan mevrouw Kröger.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ik excuseer mij er hierbij voor dat ik de tweede termijn van het debat helaas voorbij moet laten gaan vanwege andere Kamerverplichtingen.

De voorzitter:

Dank u wel. De volgende spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Koekkoek. Zij spreekt namens de fractie van Volt.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Dank u wel, voorzitter. Dank ook aan de staatssecretaris voor het beantwoorden van de vragen die zijn gesteld in het schriftelijk overleg. Volt was heel blij om te zien dat er in principe een terughoudende houding is van het kabinet ten opzichte van de verordening over de instrumentalisering van migranten. Het is alleen wel de vraag of dat nou te danken is aan de staatssecretaris, want in de beantwoording lazen we ook dat de onderhandelingen over deze verordening nog niet zijn gestart. Misschien kan de staatssecretaris iets over dit proces toelichten? Maar het staat vast dat Nederland wel degelijk een positie inneemt in de informele gesprekken over deze verordening op raadswerkniveau. Daarom zou ik de staatssecretaris willen vragen om toe te zeggen dat de Nederlandse inzet met betrekking tot de instrumentalisering van migratie en van de herziening van de Schengengrenscode schriftelijk met de Kamer wordt gedeeld. Want de Kamer kan haar controlerende taak alleen uitvoeren als zij ook op de hoogte is van de Nederlandse inzet in de voorstadia.

Voorzitter. Volt leest ook dat het kabinet bij de herziening van de Schengengrenscode prioriteit heeft gegeven aan het tegenhouden van migratie, en minder aan de verdere integratie van de Schengenzone en het voorkomen van interne barrières. Kan de staatssecretaris dit toelichten? Waarom staat Nederland zo in de wedstrijd? We moeten voorkomen dat de Schengengrenscode en de instrumentaliseringsverordening gebruikt worden om het asiel- en migratiepact te omzeilen. Daarom het verzoek om een schriftelijke reactie op de volgende vragen. Kan de staatssecretaris garanderen dat restrictieve elementen uit het asiel- en migratiepact, zoals de screeningprocedures en grensbewaking, niet worden geïmplementeerd via de Schengengrenscode, waarmee de pakketbenadering en de solidariteit zouden worden losgelaten? En kan de minister toezeggen dat artikel 23a niet misbruikt zal worden op basis van aannames, en dat Nederland mensen alleen terugstuurt wanneer bewezen kan worden dat er een asielprocedure loopt in een ander Schengenland, waarbij een eerlijk proces wordt gegarandeerd? Kan de staatssecretaris daarbij ook toezeggen in deze schriftelijke reactie terug te koppelen hoe dit proces er in de praktijk uit komt te zien?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank aan mevrouw Koekkoek. Dan is het woord aan de heer Kuzu en hij spreekt namens de fractie van DENK.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter, dank u wel. Ik wens de staatssecretaris niet alleen heel veel succes bij de eerstvolgende JBZ-Raad, maar ook de komende periode, omdat de opdrachten ten aanzien van asiel en migratie nogal fors zijn. In de afgelopen periode hadden we te maken met een bewindspersoon die vaak aangaf dat zij zaken zou aankaarten bij de Europese Commissie omdat de verantwoordelijkheid daar lag. Er werden diverse onderzoeken ingesteld en wij zouden vanuit de fractie van DENK heel graag zien dat we proactiever aan de slag gaan met het naleven van mensenrechten en Europees recht. Daar hebben we ook een instrumentarium voor. Er is een rechtsstaatsmechanisme op basis waarvan we landen die keer op de keer de fout ingaan met illegale pushbacks, kunnen aanspreken op hun gedrag. Als goed voornemen zou ik de volgende motie willen indienen, zodat de staatssecretaris een vliegende start kan maken in Brussel.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat volgens internationaal en Europees recht pushbacks verboden zijn;

overwegende dat het Poolse parlement illegale pushbacks schijnbaar gelegaliseerd denkt te hebben;

overwegende dat diverse EU-lidstaten meerdere malen internationaal en Europees recht op het gebied van asiel niet hebben geëerbiedigd;

overwegende dat de Europese Commissie diverse lidstaten hier meerdere malen op heeft aangesproken en onderzoeken heeft ingesteld, maar niet verder komt dan het vriendelijk verzoeken of Europees recht nageleefd kan worden;

overwegende dat in het kader van het rechtsstaatsmechanisme jaarlijks per lidstaat aandacht wordt besteed aan het rechtsstelsel per lidstaat;

overwegende dat hiervoor zowel de lidstaat als ngo's schriftelijke inbreng leveren, gecombineerd met landenbezoeken van de Europese Commissie;

overwegende dat bovengenoemde per lidstaat resulteert in een jaarlijks verslag over de rechtsstaat in het kader van het rechtsstaatsmechanisme;

verzoekt de regering bij de JBZ-Raad een pleidooi te houden om in de jaarlijkse verslagen expliciet aandacht te besteden aan het thema asiel en migratie, opdat het rechtsstaatsmechanisme met bijbehorend instrumentarium effectief gehanteerd kan worden bij overtreding van Europees recht op het gebied van asiel en migratie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kuzu en Ceder.

Zij krijgt nr. 740 (32317).

De heer Kuzu (DENK):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Ook u dank. Ik geef het woord aan mevrouw Podt. Zij spreekt namens de D66-fractie.

Mevrouw Podt (D66):

Voorzitter, dank u wel. Dank aan de staatssecretaris voor de beantwoording. Welkom ook. Het is goed dat u er bent. En natuurlijk heel veel succes. Ik ga twee dingen vragen of opmerken. Allereerst noem ik de al door een aantal collega's genoemde zorgen over de pushbacks. We hebben daar een rondetafelbijeenkomst over gehad met heel veel schrijnende voorbeelden, maar gelukkig ook een aantal suggesties voor dingen die wij ter hand zouden kunnen nemen. De staatssecretaris gaf in zijn reactie aan dat hij nog gaat reageren op de position paper van de ACVZ. Dat is heel fijn. Ik hoop dat hij ook wil reageren op de position paper van de commissie-Meijers, want wat mij betreft zat daar ook heel veel waardevols in. Mijn oproep zou ook zijn of hij daarbij ook kan ingaan op de rol van Nederland, want het gaat naar mijn zin altijd iets te snel over wat de Europese Commissie allemaal moet doen. Dat is ook allemaal heel belangrijk, maar ik ben in ieder geval heel actief op zoek naar handvatten om te zorgen dat wij in Nederland als lidstaat onze verantwoordelijkheid nemen, zoals andere landen dat ook doen, bijvoorbeeld Zweden, en dat wij er vooral ook geen onderdeel van zijn op het moment dat dit gebeurt. De ACVZ en de commissie-Meijers doen daar volgens mij concrete suggesties voor. Daar zou ik heel graag een reflectie op zien.

Vervolgens nog even kort over het punt mensensmokkel. Ook wij als D66 snappen natuurlijk heel goed dat we echt moeten optreden tegen de uitwassen van mensensmokkel, maar als ik daar rijd en mensen met een rugzakje voorbij zie lopen, moet het mogelijk zijn dat ik die mensen een liftje geef zonder dat dat gelijk helemaal uit de hand loopt. Ik wil de staatssecretaris dus vragen hoe wij gaan waarborgen dat de activiteiten zoals genoemd in de beantwoording niet leiden tot intimidatie en criminalisering van goedwillende vrijwilligers.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank. Ik wil nu het woord geven aan de heer Markuszower. Hij spreekt namens de PVV-fractie.

De heer Markuszower (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Welkom aan deze staatssecretaris op dit ministerie, met deze taak. Hopelijk kunnen we snel dit hele staatssecretariaat sluiten omdat we ook de grenzen gaan sluiten. Vandaar ook mijn eerste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat vorig jaar, op 2015 na, een recordaantal asielzoekers naar Nederland is gekomen;

overwegende dat de komst van deze gelukszoekers een aanslag is op onze verzorgingsstaat;

constaterende dat gelukszoekers ons land kaalvreten, onze huizen, zorg en geld pakken en nog meer islam en ellende opleveren;

verzoekt de regering de Nederlandse grenzen te sluiten voor asielzoekers en immigranten uit islamitische landen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Markuszower en Wilders.

Zij krijgt nr. 741 (32317).

De heer Markuszower (PVV):

Mijn tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat asielzoekers Nederland onveilig maken met berovingen, intimidatie, steekpartijen, aanrandingen, verkrachtingen en ander geweld;

verzoekt de regering gesloten instellingen van alle azc's te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Markuszower.

Zij krijgt nr. 742 (32317).

De heer Markuszower (PVV):

Dank u wel.

De voorzitter:

Ik ga over tot de laatste spreker aan de zijde van de Kamer. Dat is de heer Ceder. Hij spreekt namens de ChristenUnie-fractie.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Dank, voorzitter. Wat fijn dat we kennis kunnen maken met de nieuwe staatssecretaris. Ik heb hoge verwachtingen, maar dat zal ik tijdens het hoofdlijnendebat uitvoerig gaan toelichten.

Voorzitter. Ik ga naar het onderwerp van vandaag. We hebben eerder zorgen uitgesproken over het land Kroatië en de omgang met mogelijke pushbacks. Dat maakt dat wij kritisch zijn over mogelijke toetreding tot de Schengenzone. Daarom hebben we de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Kroatië voldoet aan de technische vereisten voor toetreding tot de Schengenzone;

overwegende dat het CPT-rapport over de behandeling van migranten door Kroatische grensbewakers concludeert dat mishandeling van onderschepte migranten een diepgeworteld probleem is, dat ook na de onderzoeksperiode bleef voortbestaan;

overwegende dat het kabinet bij het uiteindelijke besluit over toetreding alle relevante informatie betrekt;

verzoekt de regering niet in te stemmen met toetreding van Kroatië tot de Schengenzone tenzij de Kroatische regering de geconstateerde misstanden aantoonbaar adresseert en er een onafhankelijk monitoringsmechanisme ingesteld wordt waarmee toegezien wordt op de naleving door Kroatië van fundamentele mensenrechten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ceder.

Zij krijgt nr. 743 (32317).

De heer Ceder (ChristenUnie):

Tot zover, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. We schorsen voor vijf minuten. Om 11.25 uur gaan we dus weer verder.

De vergadering wordt van 11.19 uur tot 11.25 uur geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan staatssecretaris Van der Burg voor het beantwoorden van de vragen die zijn gesteld en voor het geven van een appreciatie van een vijftal moties. Om des tijds wille sta ik geen interrupties toe. Ik sta hooguit toe dat een vraag wordt gesteld over een motie die is ingediend. Ik geef het woord aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Van der Burg:

Dank u wel, voorzitter. Ik zal mijn reactie zo kort mogelijk proberen te houden. Ik begin wel met de algemene opmerking dat ik de zorgen van de Kamer over de berichtgeving over pushbacks natuurlijk volledig deel. Waar het kan — ik zou bijna zeggen: te pas en te onpas — zal ik eventuele berichten over pushbacks onder de aandacht brengen en aangeven hoe wij daartegenover staan. Ik probeer nu even in de richting van mevrouw Koekkoek te kijken. Wij verschillen niet van mening over onze reactie daarop.

Twee. Ik heb het al aangegeven in de schriftelijke reactie: u krijgt van mij nog een reactie op het ACVZ-rapport. Uiteraard kan ik toezeggen dat we daarbij meteen kijken naar de commissie-Meijers. Ook daar krijgt u een schriftelijke reactie op.

Dan de moties, te beginnen met de motie op stuk nr. 739 van GroenLinks. Eigenlijk verzoek ik mevrouw Kröger om deze motie aan te houden. Wij streven naar openheid over het functioneren van Frontex. Dat is dus geen punt van discussie; laat daar geen enkel misverstand over bestaan. Maar ik wil hier nog op terugkomen in het kader van het ACVZ-rapport. Vandaar dat ik tegen mevrouw Kröger zeg: zou u de reactie van het kabinet willen afwachten? Ik doe dus het verzoek om de motie aan te houden.

De voorzitter:

Dat zal niet gaan, meneer de staatssecretaris, want mevrouw Kröger heeft zich voor dit deel van het debat afgemeld. Zij kan hooguit daarover nadenken. Wat is uw appreciatie als zij de motie niet aanhoudt?

Staatssecretaris Van der Burg:

Dan is die negatief, voorzitter, want ik wil nog met die reactie komen.

De voorzitter:

Dan concludeer ik dat de motie op stuk nr. 739 is ontraden.

Staatssecretaris Van der Burg:

Dat is juist.

De voorzitter:

Dan de motie-Kuzu/Ceder op stuk nr. 740.

Staatssecretaris Van der Burg:

Dat is goed, voorzitter, maar ik heb ook nog de vragen van Volt. Volt heeft weliswaar geen moties ingediend, maar wel het woord gevoerd.

De voorzitter:

Het is zeker belangrijk om die te beantwoorden.

Staatssecretaris Van der Burg:

De BNC-fiches volgen zeer binnenkort. "Zeer binnenkort" moet worden gelezen als: volgende week vrijdag. Uiteraard wordt onze inzet ook gedeeld via een geannoteerde agenda. U krijgt dus, uiteraard, de mogelijkheid om daar vooraf op te reageren. Uiteraard kunt u dit ook gewoon in het debat inbrengen, maar wij zullen onze inzet in ieder geval vooraf met u delen.

Dan de motie op stuk nr. 740 van DENK. Deze motie hoort eigenlijk niet bij mij thuis. Althans, eigenlijk? Die motie hoort niet bij mij thuis. Nou ben ik DENK in de Kamer even kwijt. O! Excuus. Ik ga het wel onthouden; het is gewoon even mijn eerste keer. Ik was u gewoon even kwijt, meneer Kuzu. Deze motie hoort namelijk thuis bij de minister van Buitenlandse Zaken. Wederom doe ik het verzoek om een motie aan te houden en daarover het debat met de minister te voeren. Natuurlijk kan het kabinet altijd een oordeel geven, maar in dezen is het niet aan mij om nu een oordeel te geven. Vandaar de vraag aan DENK of hij deze discussie wil voeren met de minister van Buitenlandse Zaken.

De heer Kuzu (DENK):

Uiteraard wil ik graag een discussie voeren met de minister van Buitenlandse Zaken. Dat doen we ook met enige regelmaat, maar deze motie gaat wel over asiel en migratie, en volgens mij valt er met name op het hoofdstuk asiel en migratie heel veel te winnen. De staatssecretaris kan volgens mij ook zelf in overleg gaan met de minister van Buitenlandse Zaken. Als we met elkaar kunnen afspreken dat hij de minister van Buitenlandse Zaken daarop attendeert, dan ben ik bereid om de motie aan te houden.

Staatssecretaris Van der Burg:

Dat doe ik graag, meneer de voorzitter.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Kuzu stel ik voor zijn motie (32317, nr. 740) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De motie-Markuszower/Wilders op stuk nr. 741.

Staatssecretaris Van der Burg:

Ik doe nog een keer vervelend, voorzitter, want ik ga namelijk een vraag van D66 over mensensmokkel beantwoorden. Het is geenszins mijn bedoeling om mevrouw Podt te laten arresteren als zij lifters oppikt onderweg, en dat staat nog los van het feit dat ik niet in staat ben om haar te laten arresteren. Maar geen misverstand: het Openbaar Ministerie oordeelt over de vraag "Is hier sprake van mensensmokkel, of is hier sprake van humanitaire hulp?". En geen misverstand: als er sprake is van humanitaire hulp, dan is het natuurlijk geenszins de bedoeling dat u daar negatieve gevolgen van ondervindt. Dus het gaat hier echt om onderscheid maken tussen de boeven en de hulpverleners, en hulp verlenen is van een totaal andere orde. Dus daarover geen misverstand.

Dan de moties van de PVV. En die ben ik echt kwijt in de vergaderzaal, als ik het goed zie, voorzitter.

De voorzitter:

Gaat u gewoon verder.

Staatssecretaris Van der Burg:

Die worden beide door mij ontraden, ook gezien eerdere reacties van het kabinet richting de twee partijen.

En dan mis ik nog een motie, de laatste, die ik even niet heb gehad. Ik mis de vijfde motie, voorzitter.

De voorzitter:

Die komt nu naar u toe. Dat is de motie van de heer Ceder.

Staatssecretaris Van der Burg:

Ja. De motie van de heer Ceder, die gaat over Kroatië en Schengen. Geen misverstand: mensenrechten zijn niet alleen buitengewoon belangrijk in zijn algemeenheid, maar ook voor het kabinet natuurlijk een belangrijk toetsingscriterium op de vraag of wij instemmen met het toetreden van Kroatië tot de Schengenzone, ja of nee. Ik kan me dus voor een groot deel vinden in de inhoud van datgene wat de heer Ceder in zijn motie schrijft. Staat u mij toe, meneer de voorzitter, dat ik de motie zo interpreteer dat wij als kabinet kijken of Kroatië naar ons oordeel de tekortkomingen voldoende heeft geadresseerd. Als de heer Ceder zich in die uitleg kan vinden, dan geef ik deze motie graag oordeel Kamer.

De voorzitter:

Ik kijk even de heer Ceder aan. Hij steekt zijn duim op. Dan gaat de voorzitter ervan uit dat hij het met die interpretatie van de staatssecretaris eens is, dus dan krijgt ze oordeel Kamer. Ik zie nog een interruptie van mevrouw Koekkoek. Kort graag, mevrouw Koekkoek.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Dank u wel, voorzitter. Het gaat eigenlijk om een opvolgingsvraag. Dank voor de toezegging over het BNC-fiche, maar in een BNC-fiche staan geen Raadswerkgroepen. Mijn vraag, en het gaat ook om een toezegging, was specifiek daarop gericht, op dat voorstadium. Dat is nu niet gebruikelijk. En het tweede punt waar ik de staatssecretaris nog niet over gehoord heb, is artikel 23a. Daarover had ik ook een heel specifieke vraag: een vraag om een schriftelijke reactie en over hoe dat er in de praktijk uitziet.

Staatssecretaris Van der Burg:

Met betrekking tot de tweede vraag: die schriftelijke beantwoording krijgt u. En met betrekking tot uw eerste vraag: ja, dat zeg ik u ook toe.

De voorzitter:

Dan zeg ik dank aan de staatssecretaris. Ik zie dat hij aan het eind van zijn betoog is.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dan kan ik u nog melden dat wij bij aanvang van de middagvergadering de stemmingen hebben over de moties ingediend bij het tweeminutendebat Informele JBZ-Raad, en over de Goedkeuringswet vierde verlenging geldingsduur Tijdelijke wet maatregelen covid-19.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven