Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | nr. 91, item 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | nr. 91, item 4 |
Vragen van het lid Werner aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht "Parkeerkaart voor gehandicapten kost in ene gemeente honderden euro's, ergens anders is het gratis".
De voorzitter:
We gaan even schoonmaken. Dan geef ik zo het woord aan mevrouw Werner van het CDA voor haar mondelinge vraag aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht "Parkeerkaart voor gehandicapten kost in ene gemeente honderden euro's, ergens anders is het gratis". Hartelijk welkom ook aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. We wachten heel even tot de minister kan plaatsnemen. Het woord is aan mevrouw Werner.
Mevrouw Werner (CDA):
Voorzitter, dank u wel. Het is voor mij de eerste keer dat ik hier sta, en direct met een onderwerp dat mij aan het hart gaat. Vorige week lazen wij in het Eindhovens Dagblad het bericht dat mensen met een handicap die een parkeerkaart aanvragen in de ene gemeente honderden euro's kwijt zijn, terwijl het in een andere gemeente gratis is. Dat bleek uit cijfers van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek. Dit is natuurlijk al langer een bekend probleem voor veel mensen met een handicap. Daar moeten we echt eindelijk een keertje van af. Er is een oneerlijke situatie voor een groep mensen die simpelweg helemaal geen keuze heeft. En dat wordt hier inzichtelijk gemaakt.
Sinds ik Kamerlid ben, stroomt mijn mailbox over van de berichten over deze oneerlijke situatie voor mensen die vaak hun best moeten doen om mee te kunnen doen in onze samenleving. Ik zie het dan ook als mijn verantwoordelijkheid om in de politiek voor deze groep op te komen. Laat één ding duidelijk zijn: een parkeerkaart is voor deze mensen geen luxe. Het is een noodzaak om te kunnen participeren en de regie te voeren over je eigen leven, zoals het kunnen doen van boodschappen, naar je familie kunnen gaan, naar vrienden of naar je werk kunnen gaan. Waar je overal hetzelfde bedrag betaalt voor een paspoort, gelden voor deze parkeerkaarten overal verschillende regels en verschillende bedragen. Dat moeten we met elkaar toch anders kunnen doen? Laten we nou eens een einde maken aan deze verwarring en de voorwaarden gewoon overal gelijktrekken.
Ik heb daarom de volgende vragen aan de minister. Kan de minister toezeggen hierover in gesprek te gaan met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, om zo spoedig mogelijk te komen tot één landelijke prijs voor een parkeerkaart? Wil de minister er daarnaast voor zorgen dat in iedere gemeente dezelfde regels gelden voor deze kaart? Dat moet je nu voor elke gemeente apart uitvogelen. Kan de minister er ook voor zorgen dat mensen net als bij een paspoort tijdig, vooraf, en duidelijk worden geïnformeerd als de kaart dreigt te verlopen?
De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan de minister.
Minister Ollongren:
Voorzitter, veel dank. Dank ook aan mevrouw Werner, die hier voor het eerst het woord voert, begrijp ik. Mooi dat het over dit onderwerp gaat. Goed dat zij hier zo voor opkomt, voor een onderwerp dat haar nauw aan het hart ligt, zoals zij zegt. Ik begrijp dat ook, want voorzieningen voor gehandicapten zijn ontzettend belangrijk. Ik denk dat heel veel gemeenten dat ook vinden.
Dan kom ik op dit punt. Iets wat al langer zo is, is nu door mevrouw Werner opgebracht als een probleem, namelijk dat er verschillen zijn tussen gemeenten. Dat klopt. Dat is omdat gemeenten zelf mogen vaststellen welk tarief ze hiervoor hanteren. Ze mogen zelfstandig bepalen welk tarief ze willen vragen voor de aanvraag voor een gehandicaptenkaart, zolang het niet meer is dan maximaal kostendekkend. Het zijn leges, geen belasting. Het wordt lokaal bepaald. Uiteindelijk is het ook de keuze van de lokale democratie hoeveel zij hier maximaal voor vraagt. Met andere woorden, ze kunnen ook minder vragen en bijleggen vanuit de algemene middelen.
Dat verschil leidt tot discussie. Dat is ook de reden voor de vraag van mevrouw Werner. Zij vraagt mij om hierover in gesprek te gaan met de VNG, omdat zij liever zou zien dat we één landelijke prijs zouden hebben. Hoewel ik dat streven op zichzelf begrijp — want met één prijs is het voor iedereen duidelijk en kan er niet van afgeweken worden — doen we daarmee geen recht aan de afspraak die we gemaakt hebben, namelijk dat het echt de lokale autonomie is. Gemeenten zijn er autonoom in.
Ik wil eigenlijk niet tornen aan die lokale autonomie. Ik vind dat het op lokaal niveau moet worden besloten en dat daar de discussie moet worden gevoerd. Zo is het nu. Dat leidt wel tot verschillen. Dat kun je als een nadeel zien, maar tegelijkertijd leidt het ook tot een discussie op de plek waar die discussie moet worden gevoerd, het dichtst bij de mensen: in de gemeenteraad.
Mevrouw Werner (CDA):
Heeft de minister enig idee om hoeveel mensen het gaat?
Minister Ollongren:
Nee, en dat verschilt ook heel erg per gemeente.
Mevrouw Werner (CDA):
Nee, maar hoeveel mensen maken gebruik van een gehandicaptenparkeerkaart?
Minister Ollongren:
Ik weet niet hoeveel mensen dat in Nederland in totaal zijn.
Mevrouw Werner (CDA):
Het gaat over ruim een half miljoen mensen in Nederland. Dat is ongelofelijk veel. We kunnen toch niet tegen deze mensen zeggen: iedere gemeente is er zelf verantwoordelijk voor en ze mogen het allemaal zelf bepalen? Hoe moeilijk is het om hier gewoon wel een keertje een goede lijn in te trekken, net als met het paspoort? Deze mensen willen gewoon een goeie regie over hun eigen leven voeren, ze willen emanciperen en meedoen. De problemen zijn voor mensen met een handicap in dit land al ongekend groot. Een paar weken geleden hebben we een rapport gehad van het Sociaal en Cultureel Planbureau, waaruit blijkt dat de toegankelijkheid voor mensen met een handicap gewoon belabberd is in dit land. Hoe moeilijk is het om gewoon wel een keer te zeggen: we gaan het voor de half miljoen mensen die gebruikmaken van deze kaart gewoon een keertje rechttrekken en we gaan ervoor zorgen dat we het gewoon regelen? De problemen van deze mensen zijn ongekend groot in dit land. Dat is gewoon een simpel gebaar, iets wat zo noodzakelijk is om deze doelgroep op weg te helpen.
Minister Ollongren:
Ik wil mevrouw Werner er echt mee complimenteren dat ze dit onderwerp zo op de agenda zet, en misschien ook wel op het goeie moment, want volgend jaar zijn er gemeenteraadsverkiezingen. Laat het tijdens die gemeenteraadsverkiezingen ook gaan over toegankelijkheid en over de vraag wat er eigenlijk gebeurt in jouw gemeente voor gehandicapten. Laat het gaan over het tarief voor het gehandicaptenvervoer. Maar laten we het nou niet overnemen van de gemeenten. Laten wij nou niet hier in Den Haag bepalen wat lokaal het beste is.
Stel dat je het zou doen, waar ik geen voorstander van ben, dan ben ik erg bang voor het volgende. Op welk niveau dan? Niet op het niveau van het hoogste tarief; vermoedelijk eerder op het laagste tariefniveau. Kunnen we dat waarmaken met z'n allen? En waarom zouden we indruisen tegen de afweging die lokaal gemaakt wordt? Nogmaals, die afweging kan er nooit toe leiden dat het meer is dan kostendekkend, want dat mag niet. Het maximum hebben we eigenlijk al bepaald met elkaar. Laten we er vooral voor zorgen dat de discussie lokaal wordt gevoerd. De lokale keuze kan ertoe leiden om geld bij te leggen, omdat een lager tarief beter is voor de gehandicapten en voor de toegankelijkheid van gehandicapten.
Mevrouw Werner (CDA):
Dé gehandicapten bestaan niet. Het zijn altijd mensen met een handicap of mensen met een beperking, want wie is nou dé gehandicapte? Toch vind ik het wel eenvoudig klinken om het zo bij die gemeentes weg te leggen. U zou een fantastische aanjager kunnen zij bij de VNG om ervoor te zorgen dat we dit kunnen regelen. Ik begrijp het probleem namelijk wel; dat snap ik wel. Maar wat kunt u nou in dezen doen? U kunt hier daadwerkelijk het verschil maken, eigenlijk voor twee miljoen mensen in dit land die een handicap hebben, maar in ieder geval voor de 500.000 gebruikers van deze kaart. Wat kunt ú doen? Welke aanjaagfunctie ziet u nou bij uzelf liggen?
De voorzitter:
Mevrouw Werner, graag via de voorzitter.
Mevrouw Werner (CDA):
Ja, excuses.
Minister Ollongren:
Voorzitter, via u wil ik tegen mevrouw Werner zeggen dat ik heel graag die aanjaagfunctie wil hebben, samen met haar en samen met heel veel mensen die in dit land al veel langer strijden voor toegankelijkheid voor mensen met een handicap. Het gaat nu over deze specifieke groep en over de gehandicaptenparkeerkaart. Nogmaals, dat die er is, is goed. Het is trouwens niet eens een Nederlandse kaart maar een Europese kaart. Als je die kaart hebt, mag je overal in Europa parkeren op een gehandicaptenplaats. Het is een groot goed dat die er is. Het gaat nu over de leges die gevraagd mogen worden door gemeenten voor die kaart. Die verschillen per gemeente. Laat nou bij de gemeenteraadsverkiezingen dat een thema zijn. Als ik daar een bijdrage aan kan leveren, zal ik dat graag doen.
Mevrouw Werner (CDA):
Ik zou graag nog één ding willen vragen aan de minister. Ik hoop dat u zelf ook in gesprek zult gaan met de VNG. Wanneer zou de minister dat willen doen om dit echt te prioriteren en echt urgent te maken? En wanneer kan de minister bij mij terugkomen met de uitkomsten hiervan?
Minister Ollongren:
Ik kan mevrouw Werner wel geruststellen: ik spreek heel vaak met de VNG over de gemeentefinanciën. Wij spreken ook vaak over het thema toegankelijkheid, bijvoorbeeld in relatie tot de verkiezingen. Dat geldt dus ook weer voor de volgende verkiezingen. Ik ben best bereid om ook dit onderwerp op de agenda te zetten. Maar samen met de VNG ben ik steeds van mening dat we niet één stukje uit het hele bouwwerk kunnen trekken. Als we kijken naar de gemeentefinanciën, kunnen we niet voor het ene onderwerp dít en het andere onderwerp dát doen. We moeten in samenhang kijken naar het geheel. Dat geldt voor deze leges en overigens geldt hetzelfde voor andere leges die gevraagd worden. Dat het onderdeel is van het gesprek met de VNG wil ik mevrouw Werner best toezeggen. Dat geldt ook voor deze leges en overigens evenzeer voor andere leges die ook gevraagd worden. Maar dat het onderdeel is van het gesprek met de VNG wil ik mevrouw Werner best toezeggen.
De voorzitter:
Mevrouw Werner, tot slot.
Mevrouw Werner (CDA):
U zegt: "best bereid" om het te doen. Ik zou eigenlijk alleen nog even willen toevoegen: maak dit echt urgent. Doe het, want het is ongekend belangrijk, ook voor de emancipatie van mensen in het land met een handicap.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Werner, u kunt uw plaats weer innemen. Er zijn een aantal vervolgvragen. Allereerst mevrouw Van der Laan van D66, dan de heer Hijink van de SP, mevrouw Westerveld van GroenLinks en de heer De Kort van de VVD. Gaat uw gang.
Mevrouw Van der Laan (D66):
Bedankt, mevrouw Werner, voor het adresseren van dit belangrijke onderwerp. Ik wil even inzoomen op de gemeentes. Er bestaan lokale verschillen, maar gemeentes hebben wel 268 miljoen euro gekregen om maatwerk te bieden, in plaats van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten. We zien dat er een stapeling is van kosten voor deze mensen, dus eigenlijk is mijn vraag: wat is er van dat geld terechtgekomen? Want de evaluatie had al lang en breed naar de Kamer gestuurd moeten worden.
Minister Ollongren:
Ik word op dit moment overvraagd door de Kamer. Dan moet ik even ruggenspraak plegen met de collega van VWS en daar zouden we dan op terug moeten komen. Dat heb ik hier niet paraat.
De voorzitter:
Het is misschien goed als u daar schriftelijk op terugkomt.
Minister Ollongren:
Ja, dat zal ik doen.
De heer Hijink (SP):
Ik heb exact drie jaar geleden deze vragen ook aan het kabinet gesteld en toen kwam er als antwoord: We gaan in gesprek met de VNG, met de gemeenten. Daar hebben we vervolgens niks meer van gehoord en nu horen we: We gaan in gesprek met de VNG. Dat schiet dus niet op, wil ik maar zeggen. Het gaat om de prijs van een stukje papier, een parkeerkaart die voor heel veel mensen met een handicap heel belangrijk is. Ik wil aan de minister vragen: Kan zij ook één inhoudelijk argument noemen waarom dat niet uniform op een laag bedrag vastgesteld zou kunnen worden? Want zij zegt "het ligt bij de gemeente", maar waarom zouden we daar dan niet één landelijk tarief voor kunnen afspreken? Ik hoor alleen maar het verhaal "het ligt daar nu eenmaal, dus moeten de gemeenten erover beslissen". Maar wat zijn nou de inhoudelijke argumenten waarom we dat niet landelijk zouden kunnen vaststellen op een laag bedrag?
Minister Ollongren:
Ik zeg niet dat het niet kan. We kunnen alles landelijk vaststellen. Dan moeten we alles in wetten vastleggen die hier worden bepaald en dan laten we de gemeentes helemaal geen ruimte meer. Maar dat is niet hoe we met de gemeenten omgaan in dit land. Dat is niet hoe we het huis van Thorbecke hebben ingericht in Nederland. We laten heel veel aan de gemeentelijke autonomie over en daar ben ik een groot voorstander van. Hiervoor geldt dat in de Wegenverkeerswet vastligt hoe de gehandicaptenverkeerskaart moet worden uitgegeven, dat de gemeenten dat doen en dat die daar een kostendekkend tarief voor mogen vragen, niet meer dan dat. Vervolgens laten we het over aan de lokale afweging, dus aan de lokale volksvertegenwoordiging. Zo hebben we het afgesproken en ik pleit ervoor om daar niet aan te tornen.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Westerveld, GroenLinks, en dan de heer De Kort, VVD.
Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
De heer Hijink heeft hier drie jaar geleden vragen over gesteld. Ik sprak vanochtend met een aantal vertegenwoordigers van Wij Staan Op! Zij komen ook echt op voor mensen met een handicap. Zij hebben ruim vier jaar geleden al een brief gestuurd naar de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken, met ook precies weer deze problemen. Wat zij aangeven is dat het niet alleen de kosten zijn maar ook de enorme bureaucratie die in verschillende steden anders is georganiseerd, met vaak ontoegankelijke websites, waarbij je vaak hele procedures moet doorpluggen voordat je weet hoe je ook je auto in een andere stad moet parkeren. Ik zou de minister willen zeggen dat toegankelijkheid natuurlijk niet een gemeentelijke aangelegenheid is, dat gaat over ons allemaal.
De voorzitter:
Uw vraag is?
Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
Mijn vraag is: hoe kijkt de minister naar deze vragen, vanuit de gedachte dat we ook een internationaal verdrag hebben ondertekend waarin we aangeven dat we Nederland toegankelijk willen houden?
Minister Ollongren:
Zoals ik net al zei, die toegankelijkheid is ook voor het kabinet een belangrijk vraagstuk. Dat speelt op allerlei terreinen. Ik noemde de verkiezingen als voorbeeld van iets waarbij ik me ook bezig heb gehouden met het verbeteren van de toegankelijkheid. Daarbij ben ik ook de eerste om toe te geven dat dat niet altijd en overal al is gelukt. Dus daar moeten we echt mee doorgaan. Zo zie ik ook de kwestie die vandaag aan de orde is. Dat is inderdaad heel belangrijk voor een flink aantal mensen. Maar volgens mij is dat niet in tegenspraak met de lokale autonomie en ook met ruimte laten aan de lokale afweging wat voor tarief je hiervoor gaat vragen.
Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
Uit de verschillende voorbeelden blijkt dus wel dat het in tegenspraak is en dat het ontoegankelijk is voor mensen die een beperking hebben en die vaak al met heel veel zaken rekening moeten houden. Dan even een doorkijkje naar de toekomst, want de komende jaren gaat er waarschijnlijk nog veel meer gedigitaliseerd worden. De mensen van Wij Staan Op! met wie ik sprak zeiden: wij zijn bang dat straks elke gemeente bijvoorbeeld zijn eigen app gaat hanteren; dan wordt het voor ons helemaal onmogelijk om een plek te vinden voor onze auto, of onze weg te vinden op websites. Met in het achterhoofd dat er ook de komende jaren heel wat gaat veranderen, wil ik de minister vragen of zij bereid is om in dat gesprek met die gemeenten afspraken te maken over zo veel mogelijk eenduidige regels. En als er een app gebruikt gaat worden, laat dat dan in het hele land dezelfde app zijn.
Minister Ollongren:
Volgens mij gaat het nu over twee verschillende dingen. De vraag van mevrouw Werner was echt: hoe krijg ik een gehandicaptenparkeerkaart en hoeveel betaal ik daarvoor? Er geldt lokale autonomie voor hoeveel geld je daarvoor vraagt. Vervolgens is de vraag of gemeenten het makkelijker kunnen maken voor degene die de kaart aanvraagt. Hoe wordt dat digitaal aangeboden? Een heel ander onderwerp is: waar kan ik vervolgens mijn auto parkeren en moet ik daar ook nog voor betalen, als ik al een gehandicaptenkaart heb? Ook daarin zijn er grote verschillen tussen gemeenten, zo kan ik u verzekeren. Om dat allemaal te uniformeren lijkt mij niet nodig en ook niet doenlijk. Daar ging de vraag ook niet over. De vraag ging over de tarieven.
De heer De Kort (VVD):
Allereerst wil ik mevrouw Werner complimenteren met haar vlammende betoog. Mensen met een beperking zijn ook een doelgroep die mij aan het hart gaat. Tegelijkertijd begrijp ik ook dat de minister aangeeft dat het lastig is. Je wilt gemeenten niet in de problemen laten komen. Mijn vraag aan de minister is of zij in haar gesprek met de VNG kan meenemen om te kijken naar wat een reëel plafondbedrag zou zijn. Die verschillen tussen gemeenten zijn nu gewoon te groot. Kan zij kijken of we daar misschien toch één lijn in kunnen trekken? En kan zij ook de kwaliteit van die parkeerplaatsen daarin meenemen? Die tarieven moeten niet gelijk zijn, maar er moeten gewoon goede kwalitatieve voorzieningen zijn.
Minister Ollongren:
Die kaart moet gewoon voor iedereen die hem nodig heeft, permanent of tijdelijk, beschikbaar zijn. Het maximumtarief daarvoor is eigenlijk al bepaald, zij het niet in euro's, maar in de bepaling dat het niet meer mag zijn dan kostendekkend. Dat is bepaald. Dat ligt vast in de wet. Bovendien geldt die kaart ook vijf jaar, dus eenmaal aangevraagd, betaal je het bedrag dat daar lokaal voor staat en heb je vijf jaar lang die kaart. Daarna is er een herkeuring en vaak is dat goedkoper dan de initiële aanvraag. Zo is het geregeld. Nogmaals, dat zegt niet zo heel veel over wat gemeenten vervolgens ook nog hebben aan parkeerplekken, bijvoorbeeld voor mensen die over zo'n kaart beschikken. Moet je daar ook nog iets voor afrekenen of niet? Dat verschilt allemaal per gemeente en ik denk niet dat we hier met elkaar zouden moeten bepalen wat lokaal het beste is, want dat weten de gemeenten echt zelf het beste.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Stoffer wilde volgens mij … Nee? Dan de heer Eerdmans van JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik snap dat het de gemeentelijke autonomie is die uiteindelijk bepaalt hoeveel je moet betalen voor zo'n gehandicaptenparkeerkaart. Vindt de minister het een interessant idee om een zwarte lijst aan te leggen van gemeentes die zulke buitensporige tarieven vragen? De verschillen zijn enorm; dat gaat van honderden euro's tot bijna niets. Daarmee kan Nederland zien: in die gemeente ben je dus zoveel kwijt voor iets eenvoudigs als een parkeerkaart, als je hulpbehoevend bent. Is het niet een idee om even de schijnwerper te zetten op die buitensporige tarieven?
Minister Ollongren:
Een buitensporig tarief zou dus al niet moeten kunnen omdat het niet meer mág zijn dan kostendekkend. Daar zullen de gemeenten ook verantwoording voor moeten afleggen, in de eerste plaats aan hun eigen gemeenteraad. Dan komt dat aan het licht. Met andere woorden: het is niet een zomaar vast te stellen belasting. Nee, het is een leges, waar dus de medische keuring onder ligt en de administratiekosten die een gemeente moet maken om die kaart uit te reiken. Nu kan het zo zijn dat in de ene gemeente heel veel mensen wonen die recht hebben op zo'n kaart en in een andere gemeente heel weinig. Er kunnen echt grote verschillen zijn tussen gemeenten. Ik ga ervan uit dat dat ook de prijsverschillen verklaart en als dat niet zo is, dan is het in de eerste plaats aan de gemeenteraad en in de tweede plaats aan de toezichthouder op de gemeentefinanciën om daar de vinger op te leggen.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik heb de heer Stoffer uitgelokt om een vraag te stellen.
De heer Stoffer (SGP):
Ja, toen u mijn naam noemde, dacht ik: toch maar. Ik heb maar 30 seconden, hè. Nee, ik vond het een hele goede vraag van mevrouw Werner en ik zat zojuist even snel te googelen. Dan zie ik de gemeente Heerlen met het hoogste bedrag, €471; Rotterdam €83; Nunspeet, waar ik vandaan kom, €0. Kan de minister iets zeggen over die kostendekkendheid? Wanneer is het kostendekkend? Dek je alle kosten als iedereen €471 betaalt? Dat kan toch wel een fluïde begrip worden.
Minister Ollongren:
Zeker. Ik zei net in antwoord op de heer Eerdmans dat er natuurlijk ook verschillen kunnen zijn tussen gemeenten. Ten eerste omdat sommige gemeenten ervoor kiezen om wel geld bij te leggen uit de algemene middelen en dus geen kostendekkend tarief te vragen. Ten tweede omdat het uit twee componenten bestaat: de medische keuring, die ook kan verschillen per gemeente, en de administratiekosten die een gemeente zelf maakt om de kaart uit te reiken. Ik vind het niet zo heel erg gek dat het niet overal precies hetzelfde is. Ik heb ook begrepen dat het tarief in Heerlen het hoogste is. Dat is overigens een kaart die voor vijf jaar geldt. Er zijn ook gemeenten die ervoor kiezen om er geld bij te leggen, zodat ze zelfs onder de €100 komen. Die verschillen zijn dus verklaarbaar.
De heer Stoffer (SGP):
Stel nu eens dat mevrouw Werner binnenkort bij een debat een motie indient om het in Nederland gratis te maken, dan zou de minister daar uitvoering aan kunnen geven.
Minister Ollongren:
Als bij de motie ook de dekking is geleverd, is dat in theorie denkbaar, maar mijn betoog is nou juist: laten we het overlaten aan de lokale volksvertegenwoordiging. Ik vind de lokale autonomie op dit punt iets om aan vast te houden.
De voorzitter:
Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de mondelinge vragen. Ik wil de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van harte danken voor de beantwoording. Ik schors de vergadering voor een enkel moment en dan gaan we over tot de stemmingen.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20202021-91-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.