4 Vragenuur: Vragen Koerhuis

Vragen van het lid Koerhuis aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over onbeantwoorde schriftelijke vragen inzake het bericht "Linda's zoon (13) is over een paar maanden wees: 'Ik wil hem goed achterlaten'".

De voorzitter:

Dan zijn we toegekomen aan de laatste mondelinge vraag, van de heer Koerhuis van de VVD, gericht aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties — die ik natuurlijk ook van harte welkom heet — over het bericht "Linda's zoon is over een paar maanden wees". Het woord is aan de heer Koerhuis.

De heer Koerhuis (VVD):

Voorzitter. Vorig jaar kwam ik in contact met Sammy-Jo. Zij heeft haar vader verloren in februari 2020. Voor hij overleed vroeg zij of zij in het huis kon blijven wonen waar zij samen met haar vader woonde. De corporatie vroeg haar vader een filmpje te maken waarin hij toestemming gaf om in het huis te blijven wonen. Hij was namelijk niet meer in staat om een handtekening te zetten. Dit filmpje is gemaakt en naar de corporatie gestuurd.

Na bijna zes maanden kreeg zij plotseling het bericht van de corporatie dat zij het huis uit moest. Het filmpje bleek in de spambox te zijn beland en daarom wilde de corporatie Sammy-Jo, een weeskind, op straat zetten. Sterker nog, na vragen van de media liet de corporatie weten: "Wij zetten niemand uit huis, want juridisch gezien is het haar huis niet." Wat een beleid! Wat een kilheid! Wat een gebrek aan menselijke maat!

Voorzitter. Dit is niet zomaar een individueel geval. De namen zijn bekend: Sammy-Jo, Annika, Milo en al die anderen. Ik heb hierover een halfjaar geleden Kamervragen gesteld die nog steeds niet zijn beantwoord. De Kamer heeft een halfjaar geleden een motie aangenomen om hiervoor een commissie op te starten die nog steeds niet is opgestart. Een commissie die de problemen voor weeskinderen structureel moet oplossen.

Het Brabants Dagblad heeft hiervoor gisteren terecht aandacht gevraagd. Wat vindt de minister van dat kille beleid van corporaties? Op welke datum start de minister nu eindelijk eens die commissie op? Met wie is de minister in gesprek voor het opstarten van die commissie? Ik kan begrijpen dat een weeskind in een koophuis een ander vraagstuk is dan in een huurhuis. Je kan er dan van uitgaan dat het huis grotendeels vrij op naam is doordat levensverzekeringen zijn uitgekeerd, maar je moet wel erfbelasting betalen. Wat vindt de minister ervan dat een weeskind dat die erfbelasting niet kan betalen, op straat wordt gezet?

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de minister.

Minister Ollongren:

Dank, voorzitter, en dank ook aan de heer Koerhuis voor het stellen van deze vragen over dit gevoelige onderwerp. De heer Koerhuis refereert aan situaties die natuurlijk heel verdrietig zijn, waar we allemaal over hebben kunnen lezen en waar hij ook al eerder aandacht voor heeft gevraagd. Ik wil het even in tweeën knippen. Hij zei zelf al: het gaat deels over vraagstukken die liggen op het terrein van de sociale huur en deels, als het gaat over koopwoningen, over vragen die liggen op het terrein van de erfbelasting.

Ik begin even met dat laatste punt. De heer Koerhuis had daar volgens mij samen met zijn collega Lodders Kamervragen over gesteld die inderdaad nog niet zijn beantwoord. Die zullen heel binnenkort wel worden beantwoord. Dat heeft vertraging opgelopen, omdat wij als kabinet ernaar streven om met een structurele oplossing te komen. Ik bedoel dus niet een oplossing voor alleen deze ene schrijnende situatie. We willen er ook voor zorgen dat vergelijkbare schrijnende situaties op een gelijke wijze kunnen worden opgelost. Daarvoor wordt ook een voorstel tot wijziging van wet- en regelgeving voorbereid. Dat ligt helemaal bij het ministerie van Financiën. Mijn collega van Belastingen, de heer Vijlbrief, is daar dus mee bezig. Hij is voornemens om op heel korte termijn de Kamervragen te beantwoorden en een wettelijke oplossing te bieden. Het in rekening brengen van de invorderingsrente wordt daarbij niet wenselijk geacht. Het is gewenst om renteloze uitstel van betaling te verlenen. Hij is daarmee bezig. De Kamer zal daar op zo kort mogelijke termijn, waarschijnlijk deze week, over worden geïnformeerd door middel van antwoorden op de schriftelijke vragen.

Dan kom ik op het andere deel van de vraag van de heer Koerhuis. Dat ziet eigenlijk op de woningbouwcorporaties. Zijn aangenomen motie-Koerhuis vroeg daar ook aandacht voor. Ik werk aan de uitwerking van die motie. Dat doe ik samen met een flink aantal partijen die daarvoor nodig zijn. Dat zijn natuurlijk de woningbouwcorporaties zelf, Aedes, de Woonbond, de VNG, het Nederlands Jeugdinstituut, de particuliere verhuurders, die natuurlijk ook sociaal verhuren, en de stichting WeesWijzer, die hulp heeft aangeboden. Die hulp heb ik ook graag aangenomen. Wij zijn dus eigenlijk in overleg met deze partijen aan het kijken hoe we het probleem nader kunnen duiden, ook in aantallen en dat soort zaken. Over de uitkomst daarvan wil ik de Kamer zo snel mogelijk informeren om vervolgens met elkaar te bepalen wat dan de beste manier is. Het gaat eigenlijk altijd over maatwerk, want iedere situaties is net weer anders. Er moet wel maatwerk komen. Er moeten oplossingen komen. In het ene geval kan het zo zijn dat de woning behouden kan blijven, in het andere geval kan het zo zijn dat er een passende vergelijkbare woning kan worden aangeboden of dat er bemiddeld kan worden op weg naar een andere woning. Dat verschilt. Dat is dus onderdeel van het werk dat nu gaande is in overleg met deze partijen. Nogmaals, dat is allemaal om te voldoen aan de motie-Koerhuis, maar ook omdat ik het gewoon heel erg met de heer Koerhuis eens ben. Het gaat over heel verdrietige situaties. Het gaat over meerderjarige kinderen die wees worden en er dan achter komen dat ze mogelijkerwijs niet in een woning kunnen blijven zitten. Er moet dus een oplossing komen.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Koerhuis.

De heer Koerhuis (VVD):

Dank u wel, voorzitter. De minister — en ikzelf ook — refereerde eraan: er zijn inderdaad twee vraagstukken met betrekking tot weeskinderen in huurhuizen. Ik heb de minister gehoord. Het gaat mij ook niet om een commissie. Het gaat mij er wel om dat we de problemen voor weeskinderen structureel oplossen. Maar wat ziet de minister dan voor structurele oplossingen? Wat vindt de minister dan van corporaties die uiteindelijk niet willen meewerken aan structurele oplossingen? Hoe kunnen we die corporaties gaan dwingen?

Dan met betrekking tot weeskinderen in koophuizen. Ik heb de minister gehoord en ik heb haar horen zeggen dat er misschien uitstel van erfbelasting komt. Tot hoe oud, vraag ik dan de minister. Tot bijvoorbeeld 23 jaar, of tot je een hypotheek kunt krijgen? Kan de Sociale Verzekeringsbank of kunnen de gemeentelijke kredietbanken hierin een rol spelen?

Minister Ollongren:

De laatste vraag van de heer Koerhuis zal ik doorgeven aan mijn collega Vijlbrief, zodat hij die kan betrekken bij de beantwoording van de vragen, die hij deze week zal uitsturen. Dit zit echt in de portefeuille van de staatssecretaris die gaat over belasting en de Belastingdienst.

Wat betreft de vraag "hoe?" het volgende. Ik zei net: we zijn eigenlijk in de afrondende fase van inventariseren hoe je het probleem precies moet definiëren. Over hoeveel gevallen hebben we het? Wat voor typen situaties doen zich dan voor? Zoals ik al zei, kan de oplossing natuurlijk heel verschillend zijn per situatie. De heer Koerhuis loopt nu vooruit op de situatie dat verhuurders helemaal niet zouden willen meewerken aan een oplossing. Dat moeten we natuurlijk voorkomen. We proberen er natuurlijk voor te zorgen dat de verhuurders wel degelijk gaan meewerken aan een oplossing. Wij kunnen hen daar ook bij helpen door hun een werkwijze aan te bieden en met hen tot een gedragscode of iets dergelijks te komen, zodat er wel tot een oplossing wordt gekomen. Ik ben eigenlijk nog niet zover dat ik denk dat we dat zouden moeten afdwingen.

De heer Koerhuis (VVD):

Ik heb nog kort twee vragen. Ik hoor de minister inderdaad met betrekking tot weeskinderen in huurhuizen zeggen dat er een gedragscode komt. Wanneer denkt de minister met die gedragscode te kunnen komen? Ik vind het altijd prettig om een stok achter de deur te hebben. Als corporaties zich niet aan een gedragscode houden, hoe gaan we die corporaties dan dwingen?

Minister Ollongren:

Ik zie ernaar uit dat ik met een voorstel kan komen en dan ook het debat met de Kamer kan voeren; ook met de heer Koerhuis. Ik heb goede hoop, op basis van de probleemanalyse, dat we voor deze gevallen oplossingen kunnen vinden door die route te kiezen. Dus niet de route van dwang, maar de route van overeenstemming bereiken met de verhuurders. Ik ga dan natuurlijk ook graag het gesprek aan met de Kamer over de vraag of de Kamer dat voldoende vindt.

De voorzitter:

Dank u wel. Er is een vervolgvraag van mevrouw Van der Plas van de BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Nog even los van het feit dat erfbelasting al iets belachelijks is, want we hebben al belasting betaald over al onze bezittingen en als we overlijden, dan moeten we nog een keer belasting gaan betalen. Maar dat terzijde. Ik was benieuwd wat er verstaan wordt onder "een gedragscode", want volgens mij is de gedragscode heel simpel: kinderen zet je gewoon niet het huis uit.

Minister Ollongren:

Die gedragscode gaat inderdaad over de gevallen waarin het gaat over wezen in huurhuizen. Het gaat dus over kinderen … "Kinderen" klinkt alsof het minderjarige kinderen zijn, maar het gaat juist niet over minderjarige kinderen. Het gaat over kinderen van 18+ die nog inwonen bij hun ouders, die het huis huren. Die kinderen worden wees en blijken vervolgens niet als huurder te zijn aangemerkt. Die kunnen dan in de problemen komen. Nogmaals, de gedachte is dat daarvoor in overleg maatwerkoplossingen gevonden kunnen worden, waarbij die verhuurders dus een alternatief aanbieden of de woning toch beschikbaar kunnen stellen aan het kind. De discussie die ik nu alvast met de heer Koerhuis heb, vooruitlopend op de oplossing die het kabinet voornemens is voor te stellen, gaat over of je een terugvaloptie moet hebben in het geval dat je er niet uit kunt komen. Wat is dan die terugvaloptie? Dat kan zijn: naar de rechter gaan. Dat is natuurlijk altijd een optie, maar wel heel onwenselijk in zo'n situatie. Daar kom ik dus graag nog op terug.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dan is de gedragscode mij nog niet helemaal duidelijk, eerlijk gezegd. Het zijn een hele hoop woorden, waarvan ik denk: je kan toch gewoon regels opstellen voor woningcorporaties? Als het in dit soort gevallen kinderen betreft die al een ontzettend tragische situatie hebben meegemaakt en die met een enorme nasleep zitten, dan spreek je gewoon één ding met elkaar af, namelijk: wat er ook gebeurt, die kinderen blijven in dat huis wonen. Ik snap niet dat daar zo'n enorme gedragscode en terugvalopties … Dat is toch heel simpel? Dat kun je die kinderen toch niet aandoen?

Minister Ollongren:

Ik ben het met mevrouw Van der Plas eens dat het simpel is dat er een oplossing moet komen en dat je het deze kinderen, die wees worden, niet kunt aandoen dat zij te horen krijgen dat zij weg moeten en het zelf maar moeten uitzoeken. Dat kan eigenlijk nooit de uitkomst zijn. Ik denk dat we het daarover helemaal eens zijn, maar ik zie wel dat de situaties heel verschillend zijn. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de sociale huurwoning gewoon niet past bij een eenpersoonshuishouden en ook gewoon te duur is, dat het dus beter zou zijn dat er een passende sociale huurwoning wordt aangeboden. Daar zou de woningbouwcorporatie zelf over kunnen beschikken, maar misschien ook niet; dan is misschien bemiddeling naar een andere woning een optie. Dat bedoel ik eigenlijk met het maatwerk. De gedragscode zelf hoeft natuurlijk niet heel ingewikkeld te zijn. Dat zou ook niet wenselijk zijn, denk ik.

De voorzitter:

Dank u. Daarmee zijn wij aan het einde gekomen van het mondelinge vragenuur. Ik wil de minister bedanken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven