Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | nr. 19, item 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | nr. 19, item 3 |
Vragen van het lid Peters aan de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over de enorme stijging van minderjarige influencers.
De voorzitter:
Ik geef het woord aan de heer Peters voor zijn vragen aan de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media. Ik heet de minister van harte welkom. Fijn dat u er weer bent. Ik hoop dat het allemaal goed gaat. De heer Peters spreekt namens het CDA. Zijn vraag gaat over de enorme stijging van minderjarige influencers.
De heer Peters (CDA):
Dank u wel, voorzitter. RTL Nieuws meldde vorige week al dat meer dan 200 kleine kinderen geld verdienen, of door ouders worden ingezet om geld te verdienen, als kindvlogger. Dat is letterlijk een ongezonde ontwikkeling, zeggen ook ontwikkelingspsychologen als Steven Pont. Kleuters als eigenaar en ouders als manager van populaire commerciële accounts op Instagram, TikTok en YouTube: het wordt steeds gekker. Is dit het nieuwe kleuteren? We hebben ooit kinderarbeid verboden. Ik vraag de minister om, ook via de Mediawet, een eind te maken aan deze praktijken.
Voorzitter. Het aantal minderjarigen dat met commerciële kinderaccounts staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel groeit fors, zowel in de leeftijdscategorie van 15 jaar tot en met 17 jaar, alsook jonger dan 14 jaar. Hoe kijkt de minister aan tegen deze ontwikkeling?
Voorzitter. Wat het CDA betreft zetten we een rem op deze ongezonde groei. In Nederland is er geen speciale wetgeving voor zelfstandig werkende jonge influencers. Hoewel ik besef dat dit deels een SZW-vraag zou kunnen zijn, vraag ik de minister toch om een reactie op dit punt. Kunnen we via de Mediawet kinderen ook beter beschermen?
Voorzitter. Vaak wordt in dit soort filmpjes reclame gemaakt voor bepaalde producten of diensten, zoals dure spulletjes en merkkleding. Dat kinderen worden betaald om commercieel invloed uit te oefenen op andere kinderen, is wat het CDA betreft volkomen onwenselijk. Ik vermoed dat de minister dat ook vindt, maar leidt dit dan ook tot meer actie? Kan de minister aangeven hoe hij zich via de Mediawet inzet om kinderen online beter te beschermen dan nu het geval is?
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de minister.
Minister Slob:
Dank u wel, voorzitter. Het is weer een vreugde om in uw midden te zijn. Op de vragen van de heer Peters kan ik het volgende melden. Hij gaf zelf al terecht aan dat dit op het snijvlak zit van SZW en OCW, de eerste als het gaat om kinderarbeid en alles eromheen, de tweede als het gaat om de mediawetgeving.
Met betrekking tot SZW kan ik u melden dat we inderdaad zorgen hebben over de ontwikkeling die u schetst. Dat is de reden geweest dat de Arbeidsinspectie is gevraagd om heel specifiek onderzoek te gaan doen naar kinderen die als zelfstandige werken, met daarbij met nadruk aandacht voor jonge influencers. De uitkomsten van dat onderzoek hadden er nu ongeveer moeten zijn. Het is iets vertraagd door corona, maar we hopen het zo snel als mogelijk naar uw Kamer door te geleiden. Indien nodig —Frankrijk is daar nu een voorbeeld in — zal niet geschroomd worden om met nadere wetgeving te komen.
Met betrekking tot Media kan ik u melden — daar ben ik eigenlijk wel heel trots op — dat wij ons wetgevingstraject inmiddels hebben afgerond. Afgelopen zondag is de richtlijn audiovisuele mediadiensten in werking getreden. Daardoor worden een aantal maatregelen aangescherpt, juist met betrekking tot wat er met die filmpjes allemaal het land in gaat, ook als het gaat om de bescherming van kinderen. Heel kort. Het Commissariaat gaat actief toezien op de in Nederland gevestigde YouTubekanalen, dus ook op deze. De regels rond sponsoring en productplaatsing, zeg maar voor reclame, zoals die op de lineaire televisie gelden, zullen nu ook onverkort gaan gelden voor YouTubefilmpjes. Het YouTubeplatform moet zich melden bij Reclame Code en zich houden aan de regels die eromheen zitten. De YouTubekanalen moeten zich aansluiten bij NICAM en de Kijkwijzer. Dat is natuurlijk heel specifiek om inzichtelijk te maken wat kinderen en hun ouders te zien gaan krijgen, en om te zorgen dat er een bepaalde signalering van uitgaat. Uw fractiegenoot, de heer Van der Molen, heeft daar al heel actief op aangedrongen. Hij wordt nu op zijn wenken bediend. We vinden dat met elkaar dus belangrijk. Dit is wat we op twee fronten, SZW en OCW, aan het doen zijn of inmiddels hebben afgerond.
De heer Peters (CDA):
Dank u wel voor het beantwoorden van deze vragen. Ik ben blij dat de minister aangeeft, ook namens SZW, dat het gewoon een onwenselijke situatie is dat kinderen, kleuters zelfs, geld verdienen als vlogger of influencer, en dat hier zowel bij SZW als bij OCW naar gekeken wordt.
Mijn vervolgvraag is de volgende. Als het zoals we het nu met z'n allen hebben bedacht, allemaal zo goed zou werken, zou ik hier natuurlijk niet staan, zou die toename er niet zijn en zou RTL Nieuws er niet op reageren. Mijn vervolgvraag is: is de minister bereid om samen met SZW een gecombineerde verdere aanpak hiervoor te maken als uit onderzoek blijkt dat het maar blijft stijgen? Want dat doet het, blijkt nu.
Minister Slob:
Als het gaat om SZW: ik heb net aangegeven dat dat onderzoek loopt. Op basis daarvan zal gekeken worden of nadere wet- en regelgeving noodzakelijk zal zijn. Dat zal ook met uw Kamer worden besproken.
Met betrekking tot wat we met de Mediarichtlijn hebben gedaan: dat is net twee dagen in werking. Wij zullen uiteraard volgen — dat hebben we ook afgesproken met de Kamer — hoe dit zich ontwikkelt en of ze zich houden aan de afspraken die nu ook onverkort voor hen gelden. Want ze zijn er nu ook gewoon wettelijk aan verbonden. Het Commissariaat kan ook boetes uitdelen wanneer ze niet voldoen aan de vereisten die vanaf nu, vanaf 1 november, voor hen gelden. Uiteraard kan ik u dus toezeggen dat we de vinger aan de pols zullen houden. Want de bescherming van kinderen heeft, als het gaat om dit soort zaken, om hoe ze werken en wat er allemaal naar hen als mediaconsumenten toe komt, onze grote aandacht.
De heer Peters (CDA):
Tot slot. Ik ben blij met dit antwoord. Ik ben ook blij dat de minister zegt dat hij het gaat volgen, dat hij de Tweede Kamer daarin gaat meenemen, dat hij het onderzoek van SZW erbij gaat betrekken en dat hij gaat kijken of er meer wetgeving nodig is. Ik val in voor woordvoerder Harry van der Molen. U geeft heel terecht aan dat hij erbovenop zit. Hij zal er ook bovenop blijven zitten en u zeker houden aan hetgeen u zojuist gezegd heeft. Want kleuters die geld verdienen als influencer: dat is ons een doorn in het oog en dat moet echt stoppen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Peters.
De heer El Yassini (VVD):
Dank aan de minister voor het beantwoorden van de vragen van het CDA, want dat geeft wat meer inzicht. Fijn dat de nieuwe AVMSD-richtlijn de afgelopen twee dagen is geïmplementeerd. Er zijn nog heel veel praktijken in social media waar wij nog geen grip op hebben, dus het is goed dat het kabinet daar verder onderzoek naar doet, met name vanuit SZW. Maar ik heb nog een ander punt over de influencers. Tijdens het debat over de AVMSD heb ik een motie ingediend, die is aangenomen. Die motie ging over hoe onvrije landen onze jeugd en onze jongeren via social media, via influencers, beïnvloeden en proberen mee te nemen in hetgeen zij hun willen laten zien. Hoe staat het met die motie om te onderzoeken hoe het zit met de bedragen en de gelden die van onvrije landen richting de influencers gaan om onze kinderen te beïnvloeden? Hoe beschermen we hen daartegen?
Minister Slob:
Ik herken de discussie die wij daarover gevoerd hebben en de motie die destijds is aangenomen. In de brief over reclame die ik, zo zeg ik uit mijn hoofd, op 20 oktober naar uw Kamer heb gestuurd, heb ik gemeld hoe we uw motie uitvoeren. Dat gaat via twee lijnen. Eén is dat de wet- en regelgeving zoals die geldt, zoals ik net aan de heer Peters heb uitgelegd, ook onverkort van toepassing is op dit media-aanbod. Daarnaast weet u dat er nog een heel traject loopt met onvrije landen over beïnvloeding. Op een later moment zullen we daar vanuit het kabinet met uw Kamer over spreken. Daar kan het onderdeel van uitmaken.
Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
Deze minister is niet alleen de minister voor Media, maar ook voor Onderwijs. We hebben al vaker debatten gehad over prestatiedruk bij kleine kinderen, bijvoorbeeld door het maken van toetsen of door het gevoel te hebben dat ze op school telkens moeten presteren. Ik kan me voorstellen — ik zie ook dat verschillende deskundigen dat zeggen — dat het moeten optreden en het telkens op zoek moeten gaan naar meer likes, ook wat doet met kinderen en hun ontwikkeling. Ik wil de minister vragen of hier voldoende onderzoek naar is gedaan. Zo nee, zou dat dan niet moeten gebeuren? Want we zien inderdaad dat het toeneemt en we zien ook dat de hele sociale media nogal een vlucht nemen. Zouden we dat niet een stapje voor moeten zijn door nu al te gaan kijken wat deskundigen hierover zeggen en er goed onderzoek naar te doen?
Minister Slob:
Ik ga ervan uit dat in het door SZW geëntameerde onderzoek dat ik net noemde, de Arbeidsinspectie heel nadrukkelijk zal kijken naar kinderen die als zelfstandigen werken en aandacht zal besteden aan die aspecten. Maar laten we dat even afwachten. Dat onderzoek komt er hopelijk snel aan. Dan kunnen we met elkaar bezien wat er, mogelijk ook vanuit andere invalshoeken, nodig is om toch wat paal en perk te stellen aan de situaties waarin deze kinderen terechtkomen en waarvan de heer Peters terecht zegt dat hij een aantal aspecten echt ongewenst vindt.
De voorzitter:
Dank u wel.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20202021-19-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.