8 Begroting BuHa-OS 2020

Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2020 ( 35300-XVII ).

(Zie vergadering van 26 november 2019.)

De voorzitter:

We gaan verder met de behandeling van de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

De algemene beraadslaging wordt hervat.

De voorzitter:

Ik geef de minister het woord.

Minister Kaag:

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ik zal per fractie de eventuele vragen en moties behandelen en dan direct doorgaan naar de amendementen.

Er zijn geen vragen van de PVV, wel moties. De motie op stuk nr. 26 — geen cent meer naar ontwikkelingssamenwerking — ontraad ik.

De motie op stuk nr. 27. Er is uitvoerig gedebatteerd in brieven en discussies. Ontraden.

De motie op stuk nr. 28 gaat in tegen het EU-recht. Handelspolitiek is een exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie. Wij kunnen niet afwijken van het principe, maar we nemen altijd de telefoon op, van alle betrokken landen die ons bellen om over handel te praten.

Dan de VVD. Eerst de vragen. Ik moet mijzelf corrigeren over de verschuiving. De inzet was om aan het eind van de kabinetsperiode een derde meer te besteden in de focusregio's. De baseline is 2017. Die een derde is in 2020 binnen bereik als het goed gaat. Dat is mijn correctie; ik heb dat niet helemaal goed uitgelegd.

Dan nog een vraag van de heer Weverling over de internationale migratieagenda. Er is jaarlijks 147 miljoen gereserveerd voor die agenda vanuit BuHa-OS. Dat is het budget. Dat is niet alleen voor terugkeer. Het gaat om het integrale migratieverhaal. De vraag voor welke landen dat is gecommitteerd, hangt heel erg af van het maatwerk. Er is ook geld om terugkeer vanuit landen in Noord- en West-Afrika, de landen van herkomst, te faciliteren. Een bekend voorbeeld is Libië. Mensen die vastzaten in detentiecentra worden via IOM en UNHCR geholpen om naar huis te gaan.

Welke OS-financiering strijkt neer in China en Kazachstan? Voor China gaat het in het afgelopen jaar om directe financiering van 2,3 miljoen, en voor Kazachstan gaat het om 0,6 miljoen. Dat komt uit mensenrechtenprojecten van de Buitenlandse Zakenbegroting. Dit voor de helderheid. Het geeft een verkeerd beeld als het lijkt alsof we China als ontwikkelingsland behandelen. Dat is absoluut niet zo. Het gaat ook zeker niet naar de Chinese overheid, maar naar het maatschappelijk middenveld dat heel erg onder druk staat. Dat is denk ik een belang dat wij delen.

Ook vraagt de heer Weverling of de minister kan nadenken of we kennis en kunde van de startende ondernemers op het WEF kunnen krijgen. U wist het al: ik ga niet over het uitnodigingsbeleid. Het is nogal competitief, maar ik ben binnenkort weer in gesprek en ik zal eens kijken of zij ook gewoon op een andere manier startups, in ons geval uit Nederland, kunnen meenemen. Ik zal daarnaar vragen, maar meer dan dat kan ik niet doen.

Welke landen hebben een geoormerkte bijdrage aan het CERF? Het Koninkrijk van Saudi-Arabië: 1,2 miljard dollar. De Verenigde Arabische Emiraten: 1,96 miljard dollar. Koeweit: 309 miljoen dollar. Zoals ik al eerder aangaf, zijn het bedragen van een hele andere orde van grootte dan wij hebben bij het CERF. Maar zo hoort het ook. Zij geven de hoogste humanitaire bijdrage in verhouding tot hun bruto nationaal inkomen. Het CERF heeft 57 donoren, waarvan 52 staten.

Een naming-and-shaminglijstje. Ik noemde dat al een beetje. Er komt volgend jaar een overzicht van de acties die zijn genomen, zoals bij de begrotingbehandeling van JenV gevraagd in een motie van VVD, CDA en D66. Daar zult u dan ook onze bijdrage in terugvinden.

De laatste vraag van de heer Weverling was welk comfort ik kan geven dat de motie-Wörsdörfer wordt aangenomen. Er zijn stappen ondernomen. Het is een proces en we gaan er dan ook mee door. Ik zal er ook scherp naar kijken. We hebben een helplijn nodig voor mkb-financiering. Dat is een voorbeeld. Die is er al. We moeten de backoffice beter regelen. Bij Trade & Innovate wordt er ook aan een beter klantensysteem gewerkt, zodat de ondernemer niet naar twee loketten moet. En wordt één exportregelhulplijn geregeld. Er komt een bundeling van de financiële instrumenten voor internationale activiteiten via Invest International. Dit zijn natuurlijk de procesmatige veranderingen.

De voorzitter:

De heer Weverling voor een korte vraag.

De heer Weverling (VVD):

Ik wil even doorvragen op het vorige antwoord over het weigeren van onderdanen en alles wat daarachter schuilgaat. Vanmorgen heeft mevrouw Broekers-Knol in een AO gezegd dat zij in februari of maart met een eerste overzicht komt, een smart lijst. Ik neem aan dat u daar dan ook uw bijdrage aan levert. U had het net over de begrotingsbehandeling van JenV, maar dat ...

Minister Kaag:

O, dat was het AO. Pardon, ik bedoelde ...

De heer Weverling (VVD):

Gaat het ook mee in dat lijstje van februari of maart?

Minister Kaag:

Het gaat om dat lijstje en die toezegging. Dank voor de verheldering.

De voorzitter:

Gaat u verder.

Minister Kaag:

De motie van de heer Weverling op stuk nr. 29 laat ik graag oordeel Kamer als ik de motie zo mag lezen dat ik de IOB verzoek de vraagstelling mee te nemen in het geplande onderzoek naar de effectiviteit van het huidige PSD-instrumentarium voor de private sector. Ik wil namelijk geen dubbel werk doen. We nemen de vraag dus mee in een gepland onderzoek.

Dan GroenLinks. Ik hoorde geen vragen. Ik heb inderdaad een motie of het achteraf mogelijk is om ...

De voorzitter:

Is er een vraag blijven liggen, mevrouw Diks?

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Jazeker. Ik heb wel degelijk een vraag gesteld. Is de minister bereid om de bijdrage aan het Green Climate Fund te verdubbelen in de Voorjaarsnota?

Minister Kaag:

Excuus, ik was inderdaad nog bij de vragen.

Wij gaan in principe niet nu al de verdubbeling erop zetten, want het is heel goed mee te nemen. Landen zijn trots en willen heel graag laten zien hoeveel ze geven aan één fonds. Maar als je bij elkaar optelt wat ze allemaal binnen en buiten de VN doen, dan horen wij echt nog bij de grote donoren. Ik ga niet kijken of een land toevallig wel of niet verdubbelt in het Green Climate Fund en of dat land daarna daarbuiten niets doet.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Maar kunt u dat de volgende keer dan beter inzichtelijk maken, zodat de Kamer het beter kan volgen?

Minister Kaag:

Wat moet ik inzichtelijk maken? De bijdragen van alle donorlanden overal ter wereld?

Mevrouw Diks (GroenLinks):

De dotaties, zodat het voor ons ook helder is. U geeft nu aan dat Nederland eigenlijk al een heleboel doet als je alle fondsen op een rij zet. Nou, dat zou ik graag beter willen kunnen zien, want dat konden we nu dus blijkbaar niet uit de begroting afleiden.

Minister Kaag:

Dat is een heel complex werk. Ik ben, denk ik, ook niet de minister voor Ontwikkelingssamenwerking van alle EU-landen. Ik zal kijken wat we aan nuttige informatie mee kunnen nemen waar dat past. Maar ik ga nu niet toezeggen om onderzoekswerk te gaan verrichten naar donorengedrag van andere landen. Dat is ook gewoon publiekelijk inzichtelijk via de VN-website of de Wereldbank.

Er is gevraagd of ik achteraf kan rapporteren over de hefboomwerking. We rapporteren jaarlijks over mobilisatie, dus de hefboom in het HGIS-verslag. Maar zoals ik heb gezegd, zal ik kijken of we daar nog meer informatie over kunnen geven. Ik zie de hefboom niet als iets waar we van jaar tot jaar en misschien meteen veel inzichten aan kunnen ontlenen, maar het zal interessant zijn. Het is een belangrijke exercitie.

Er is gevraagd of ik bereid ben meer middelen vrij te maken voor de bijdrage ... Die hadden we gedaan, excuus.

Dan de motie op stuk nr. 30 van mevrouw Diks, mevrouw Ouwehand en de heer Stoffer over het opzetten van een experiment in een van de Afrikaanse focuslanden. Het is een sympathieke motie, maar er gaat al heel veel geld heen aan cash transfer en we doen al heel veel, dus het is niet nodig. Ik wil ook geen experiment opzetten, want we doen het al. Het is dus geen experiment meer. Ik ontraad de motie.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Ja, we doen al heel veel, heel breed via de Wereldbank, maar we zien dat andere grote donoren het ook al met bilaterale samenwerking doen. Daar vraagt de motie heel nadrukkelijk om.

Minister Kaag:

Het enige wat we kunnen doen — ik denk dat dat voor een volgend jaar is — is verkennen als de fondsen worden overlegd waar in de focuslanden mogelijkheden zijn om bijvoorbeeld aansluiting te zoeken bij een DFID of anderen. Ik wil niet het wiel opnieuw uitvinden terwijl we ons kunnen aansluiten bij anderen. Dat is inefficiënt en het gaat vaak om dezelfde bevolkingsgroepen.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Zal ik de motie aanpassen?

De voorzitter:

Nee, we gaan niet verder onderhandelen.

Minister Kaag:

De motie op stuk nr. 32 vraagt of we met gelijkgezinde landen een coalitie kunnen opstarten om het uitfaseren van fossiel uit de ekv te bevorderen. Zoals mevrouw Diks weet, is het kabinetsbeleid vergroening en geen inperking. Ook in het kader van het gelijke speelveld zetten wij internationaal in op vergroening. Ik heb gesproken over wat ik doe binnen mijn beleidskaders. We blijven alert om internationaal meer te doen. Deze week is kennelijk in de Eerste Kamer ook een motie daarover behandeld, maar ik ontraad de motie.

De motie op stuk nr. 33 gaat over FMO. FMO wordt op dit moment geëvalueerd, ook op het terrein waar het bij deze aanbevelingen eigenlijk over gaat. We zoeken niet naar een onafhankelijk toezicht et cetera. Ik denk dat het belangrijk is om eerst de evaluatie af te wachten en dan misschien hierop terug te komen. Zoals de motie nu is verwoord, moet ik haar ontraden. Maar ik ben me zeer bewust van alle situaties die u en anderen aan de kaak stellen, ook in de media. Ik ga er zelf ook weer over in gesprek met FMO. Dat is sowieso een toezegging.

Dan het CDA. De heer Amhaouch vraagt of ik de zorg kan wegnemen dat we niet klaar zouden zijn voor de moeilijke kwesties die op handel gaan spelen. Als ik nee zou zeggen, dan zou u zich echt zorgen moeten maken. Ik denk dat we daar heel alert op zijn. We spelen over de breedte met de andere ministeries, maar natuurlijk ook binnen het ministerie van Buitenlandse Zaken zelf. Ik denk dat we in staat zijn op alle kwesties in te spelen. Zo niet, dan vragen we extra capaciteit.

Wat is de ambitie voor de taskforce Invest International? Ik heb al gezegd dat ik de wet eind 2020 helemaal afgerond wil hebben, zodat die startklaar is.

Er is gevraagd naar de ambitie voor het tijdspad taskforce Afrikastrategie. De ambitie is hoog en concreet. We gaan met het bedrijfsleven en kennisinstellingen kijken naar drie concrete handelskansen op kansrijke Afrikaanse markten. We hopen resultaten te zien in 2020. Voor die tijd durf ik nog weinig te zeggen. Ze moeten eerst aan de slag, dus ik wil ook nog geen rapportage toezeggen. Misschien kunnen we bij AO's daarop terugkomen.

De heer Amhaouch vraagt of we voldoende toegerust zijn voor handelsbevordering. Ik zou zeggen: ja, Den Haag en de posten. We proberen de mensen op de beste plekken te krijgen en we werken natuurlijk nauw samen met het RVO-netwerk publiek-private samenwerking taskforce Afrika.

De voorzitter:

Een korte vraag, de heer Amhaouch.

De heer Amhaouch (CDA):

Mijn vraag was gericht op VNO-NCW, MKB en al die partijen. Die hebben hun eigen strategie gemaakt als input voor de taskforce. De taskforce gaat aan de gang, zegt de minister. Mijn vraag ging over de timing: wanneer komt de taskforce met zijn strategie publiek-privaat?

Minister Kaag:

Daar kom ik op. We hebben volgende week, op 3 december, een AO Handelsbevordering. Ik kan dan kijken naar de datum. Dat lijkt me fair.

De voorzitter:

Gaat u verder.

Minister Kaag:

Mevrouw Kuik vraagt of ik de Kamer kan informeren over de voortgang wat betreft de inclusie in het OS-beleid van mensen met een beperking. Ik heb u een brief gestuurd en ik kan dat het komende jaar nogmaals doen. Hopelijk hebben we dan de aanscherping die mevrouw Kuik en ik zoeken.

Kan ik de Kamer tijdig meenemen bij de inzet op de bestrijding van ziektes zoals tuberculose? De beleidsinzet voor wat betreft publieke gezondheid in os-landen staat in de begroting. Die krijgt u jaarlijks. Ik zal de bestrijding van ziektes zoals tuberculose via de resultatenrapportage meenemen, maar de vraag ging natuurlijk ook over de nog niet uitgeroeide tropische ziektes. Dat is het bredere beeld.

Dan de motie-Kuik over de bestrijding van mensenhandel. Als ik de motie zo mag lezen dat er geen nieuwe strategie wordt gevraagd maar een actieve uitvoering van en samenwerking op preventie binnen de strategie Samen tegen Mensenhandel, dan laat ik het oordeel over deze motie aan de Kamer.

Dan de SP. Ik meen geen vragen te hebben. De motie op stuk nr. 35 kan ik overnemen. Het is ondersteuning beleid. We doen dit al, stel ik. We kijken met name met de EU hoe we ons gewicht in de schaal kunnen leggen.

De voorzitter:

Heeft iemand bezwaar tegen het overnemen van de motie? Ja, de PVV en het CDA.

De heer Amhaouch (CDA):

Nee, nee, nee, nee.

De voorzitter:

Nee? Sorry. Dan heeft de PVV bezwaar tegen het overnemen van de motie op stuk nr. 35. Dan komt zij gewoon in stemming. Wat is het oordeel over de motie op stuk nr. 35?

Minister Kaag:

Het is ondersteuning beleid, dus overnemen, oordeel Kamer.

De voorzitter:

Dan is zij overbodig. Als het ondersteuning beleid is, is zij overbodig en is het ook ontraden. Zo simpel is het.

Minister Kaag:

Ja, maar ik ontraad geen zaken die ondersteuning beleid zijn. Dan is het aan de Kamer om de motie niet in te dienen, mijns inziens, maar ik ga niet ontraden wat goed beleid is. Dan lijkt het net alsof ik ertegen ben.

De voorzitter:

Dat gaan we een keertje apart bespreken, want dat is echt de afspraak met het kabinet. Anders krijgen we een heel raar beoordelingskader en vindt de een het oordeel Kamer en vindt de ander het overbodig. Maar dat kunnen we een keertje apart bespreken. Is dat goed?

Minister Kaag:

Dat begrijp ik helemaal. Ik sta hier ook vaak namens minister Blok. Ik weet dat ik dan andere instructies uitvoer. Dat begrijp ik, maar dit is ondersteuning beleid. Ik laat het dan aan de Kamer om te beoordelen hoe zij het wil opvatten.

De motie op stuk nr. 36 gaat over investeringsbescherming bij bilaterale handelsakkoorden. De afspraken over investeringsbescherming dragen bij aan investeringen in infrastructuur en andere langlopende projecten. Wij denken dat arbitragesystemen ook toegankelijk zijn voor het mkb. Zoals u weet, hebben burgers en ngo's ook toegang tot de normale rechtsgang. Ik ontraad deze motie.

De motie op stuk nr. 37 ontraad ik ook. Het is een te eenzijdige focus op de negatieve effecten van globalisering. De regering analyseert globalisering in al haar aspecten. Alleen kijken naar een aanname van puur negatieve gevolgen wordt ontraden. Het gaat om het pakket en de balans.

De motie op stuk nr. 38 gaat over het uitsluiten van Shell in Nigeria bij handelsmissies en ondersteuning. De olievervuiling in de Nigerdelta is te complex voor een eenzijdig goed/fout. Wij ontraden deze motie op deze basis. We kijken bij elke casus of bedrijven op een missie mee kunnen of niet.

D66 had geen vragen, wel een motie. Kan de minister aangeven wanneer er een EU-actieplan komt? Dat kan ik in principe niet, maar ik heb net de oproep gedaan. Wij hebben daar een aanzet voor gegeven bij veel landen. We zullen erover blijven praten en we zullen eraan blijven trekken.

De heer Bouali (D66):

Even voor de goede orde, het was geen motie. Het was inderdaad gewoon een vraag.

Minister Kaag:

O, excuus. Dan is die ook meteen beantwoord. Pardon. Hij zat bij mij achter het blaadje motie.

Dan de vragen van mevrouw Van den Hul. Bij detentiecentra in Griekenland staat voorop dat de implementatie van deze maatregel in lijn moet zijn met geldende internationale Europese wet- en regelgeving. Op dit moment hebben wij nog niet veel meer helderheid over hoe deze opvangcentra er precies uit zullen zien. Het schijnt dat gesloten centra ook een onderdeel kunnen vormen van een uitzettingsprocedure. Verder is het belangrijk om hierover het gesprek te voeren met mevrouw Broekers-Knol.

Wat is uw reactie op de uitzetting van Omar Shakir, de Human Rights Watch-directeur in Israël/Palestijnse gebieden? Zoals ook al door minister Blok is aangegeven, vindt het kabinet het belangrijk dat de vrijheid van meningsuiting wordt gerespecteerd, dat er ruimte is voor een divers en inclusief maatschappelijk middenveld. Wij dringen er bij Israël op aan om het besluit terug te draaien. Dat is de essentie. Er zijn al gesprekken geweest. De boodschap is ook overgebracht aan de Israëlische ambassadeur op 7 november door minister Blok in zijn gesprek met hem.

De motie op stuk nr. 39 kan ik overnemen, want dat is ondersteuning beleid.

De motie op stuk nr. 40 gaat over de evaluatie van de antimisbruikbepalingen binnen belastingverdragen ...

De voorzitter:

Ik moet nog heel even vragen of iemand bezwaar heeft tegen het overnemen van de motie op stuk nr. 39. Dat is het geval. De PVV heeft daar bezwaar tegen. Dan komt de motie in stemming. Gaat u verder.

Minister Kaag:

De motie op stuk nr. 40 verzoekt de regering om de Kamer te informeren over de evaluatie van de antimisbruikbepalingen in belastingverdragen. Dit vergt samenwerking tussen belastingdiensten in Nederland en OS-landen. Ik weet niet of het gevraagde reëel is. Bovendien is dit echt een kwestie waar de staatssecretaris van Financiën over gaat. Ik ontraad deze motie.

De voorzitter:

Heel kort, mevrouw Van den Hul.

Mevrouw Van den Hul (PvdA):

Ik realiseer me dat dit inderdaad interdisciplinair is en ook over andere portefeuilles gaat. We lazen ook al in de schriftelijke beantwoording van de minister dat belastingwetgeving niet onder deze begroting valt, maar dat is nou juist het probleem. Bij beleidscoherentie moeten we een beleidsoverstijgend perspectief hebben. Dus kan de minister in elk geval nu toezeggen dat zij het gesprek aangaat hierover?

Minister Kaag:

Ik ga in gesprek met mijn collega van Financiën. Ik zal de zorgen overbrengen en overdragen.

In de motie op stuk nr. 41 wordt gevraagd naar de committering aan de duurzameontwikkelingsdoelen binnen Nederland. Het integraal afwegingskader is al aangepast. Het is inderdaad belangrijk dat de Kamer hier ook op toeziet. Ik geef de motie oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 42 is staand beleid. Ik sta hier even te denken. De kennis en inzet op ambassades wordt al versterkt conform de nieuwe imvo-richtlijnen. Er wordt verzocht om duurzame economische diplomatie te verrichten en om de Kamer hierover te informeren. Ik denk dat we heel veel gesprekken hebben over imvo, in alle kaders. De rol van de ambassades wordt daar ook bij betrokken, dus ik zie niet wat de extra vraag is.

De voorzitter:

Heel kort, mevrouw Van den Hul.

Mevrouw Van den Hul (PvdA):

Heel kort. Zoals ik al aangaf en zoals ook in de constatering staat, hebben we nu het IOB-advies en het SER-advies die zeggen: er moet nog wat verbeteren in de economische diplomatie als het gaat om imvo en de SDG's. Dus mijn verzoek is om in lijn met dat advies de kennis en de inzet omtrent het bevorderen van de imvo- en SDG-impact te optimaliseren en ons te informeren over hoe dat is geoptimaliseerd.

Minister Kaag:

Dat begrijp ik wel, maar uiteindelijk hebben we het heel vaak over imvo. Ik weet niet of ik speciaal moet rapporteren over hoe de ambassades hun werk doen. Ik beschouw dit als ondersteuning beleid, dus ik kan de motie overnemen. Maar er valt weinig nieuws onder de zon te rapporteren, tenzij we het hebben over imvo, ambassades en wat er gaat gebeuren.

De voorzitter:

Ik ga niet meer vragen of iemand daar bezwaar tegen heeft. Dus: óf overnemen ...

Minister Kaag:

Dan ga ik door naar de ChristenUnie ...

De voorzitter:

... óf oordeel Kamer óf ontraden.

Minister Kaag:

Oordeel Kamer.

De voorzitter:

Oké. Dan gaan we verder.

Minister Kaag:

De heer Voordewind vroeg of ik nog mogelijkheden zien om de DRA op korte termijn meer financiering te geven. Er is geen ruimte op dit moment, maar als er ruimte is, wordt er altijd gekeken naar humanitaire hulp als een prioriteit. De DRA is een goede partner.

Dan de Partij voor de Dieren. Ik denk dat wij al heel veel gewisseld hebben. In het kader van de beleidscoherentie was er nog een vraag over de kringlooplandbouw. Past onze handelspolitiek bij de ambities op het terrein van de kringlooplandbouw? Ik denk dat ik moet stellen dat het kabinet een heel andere inschatting heeft van de geo-economische situatie en een andere waardering daarvoor heeft dan mevrouw Ouwehand, dus dat zal ook uit mijn antwoord blijken. Ik zal haar geen genoegdoening geven. Circulariteit, duurzaamheid van landbouw en het delen van kennis blijven van groot belang, ook voor de SDG's. Een efficiënt gebruik van grondstoffen, klimaat- en milieubescherming, voldoende kwaliteit en een goede voedselproductie zijn ook essentieel voor een groeiende wereldbevolking. Handel is daar een onderdeel van. Wij kijken hoe we kunnen bijdragen. Er zijn geen bindende internationale regels voor duurzame landbouwproductie. De EU kan dit ook niet eenzijdig opleggen. We kijken naar standaarden en naar duurzaamheid in handelsverdragen om tot een hogere norm te komen. De imvo-component is ook uitgebreid besproken. Technische assistentie, zoals bijvoorbeeld het IDH, Initiatief Duurzame Handel, draagt daar ook aan bij. Dus én duurzame landbouw in derde landen én een level playing field of gelijk speelveld voor verduurzaming van de landbouwsector in Nederland en de EU.

Dat is in het kort een antwoord, mevrouw de voorzitter.

De voorzitter:

Mevrouw Ouwehand, heel kort ook.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik denk dat boeren ontzettend gerustgesteld zullen zijn. "We kijken naar duurzame handel." Ik heb de minister gevraagd naar een casus, waar ik haar al zo'n beetje twee jaar op probeer te laten reflecteren. Zij gaat voor kringlooplandbouw, maar wat draagt een kalfsvleesdeal met China bij aan dat doel? Ik vind het veelzeggend dat de minister daar maar niet op reageert. Dit is een concrete casus! We slepen kalfjes in, zetten ze hier in kalfmesterijen, laten ze in stukken hakken en gekoeld met het vliegtuig naar China gaan. Leg maar uit, wat doet dat met de kringlooplandbouw?

Minister Kaag:

Eerlijk gezegd denk ik dat de tijd ... Mevrouw Ouwehand is heel goed in het nemen van stukjes en deeltjes uit een veel complexer geo-economisch en handelsvraagstuk. Het kabinet streeft naar kringlooplandbouw. We streven ook naar het ophogen van normen en waarden. Dat dragen we uit op alle beleidsterreinen. Is de wereld perfect? Nee. Willen we naar een donuteconomie toe? Ook niet. Ik heb namelijk nog nooit een uitvoering gehoord. We hebben welvaart en stabiliteit. Zelfs dit gebouw is volkomen afhankelijk van de financiering die verdiend wordt met alles wat Nederland doet, binnenslands en buitenslands. Daar doe ik niet al te min over, verre van. Ik denk dat u hier niet makkelijk mee weg kunt komen op geo-economisch vlak. We kunnen het hebben over een paar kalfslapjes hier en daar, maar ik zei al dat we het daarover gingen hebben bij het CETA. We hebben het elk AO over handel.

Ik kan nog wel even terugkomen op de vraag die u stelde hoe het kalfsvlees past bij de ambities voor dierenwelzijn. Recent is afgesproken dat Nederland voor kalfsvlees meer markttoegang tot China krijgt. Dat is naar onze gezamenlijke inschatting goed nieuws voor Nederlandse boeren die op basis van Nederlandse wet- en regelgeving inzake voedselveiligheid en dierenwelzijn kalfsvlees klaarmaken voor de export. Men is namelijk nog niet vegetariër of veganistisch in China. Zoals u weet, gaat kringlooplandbouw over het inrichten van de landbouwsector, het efficiënt benutten van grondstoffen en het bijdragen aan de wereldvoedselproductie. Dat betekent niet dat we niet meer exporteren.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dit is de reactie van de minister op de casus dat piepjonge kalfjes van twee weken oud in Ierland in een vrachtwagen worden gezet en per boot naar Frankrijk worden vervoerd, waar ze volgens de beelden die we hebben gezien, in elkaar worden geschopt in een door de EU goedgekeurde verzamelplaats. En dan is het huppekee door naar een kalfmesterij in Nederland, waar ze longontsteking kunnen oplopen en ziek worden. De minister zegt: dat is dierenwelzijn. Goed, laten we daar kennis van nemen.

Ik heb ook gevraagd naar de bossen. De minister had beloofd dat ze in tweede termijn terug zou komen op de acties die het kabinet onderneemt om die bossen beter te beschermen.

De voorzitter:

Daar komt ze nog op terug, toch?

Minister Kaag:

Ja. Ik zoek inderdaad ook even naar een lezing uit eigen lectuur over de bossen. Die zou in mijn stukken moeten zitten. Ik kijk even naar de ambtenaren of ze me die kunnen sturen. Los daarvan heeft het geen zin om een debat te voeren op basis van selectieve voorbeelden die worden aangedragen zodra ik een antwoord heb gegeven. De vraag verandert ook continu. Ik ben een systematisch mens en vind het belangrijk om dit debat op een georganiseerde wijze te kunnen voeren, zeker als het gaat over moties en vragen. Ik wacht even op de beantwoording in de ontbossingsbrief. Die heb ik mevrouw Ouwehand inderdaad toegezegd.

Dan is er een motie van mevrouw Ouwehand, mevrouw Diks, de heer Alkaya, mevrouw Van den Hul en de heer Kuzu. Gaan we het budget stapsgewijs terugbrengen naar 0,7%? Daar heb je geen stappenplan voor nodig; dat is een politiek besluit. Ik ga me daarvoor inzetten. Een stappenplan is niet noodzakelijk als de politieke wil er is en er afspraken zijn. Ik ben gehouden aan de rijksbrede prioriteiten. We hebben vandaag ook veel gehoord van verschillende partijen over de belangen binnen Nederland en de afgesproken budgettaire kaders. In dat kader moeten we kijken. Een stappenplan is niet noodzakelijk, dus ik ontraad deze motie.

De voorzitter:

Korte vraag, mevrouw Ouwehand, en geen discussie, want dit debat hebben we gehad. Ik ben bang dat jullie, al gaan we nog twee uur verder, niet tot elkaar komen. Ik heb begrepen dat er verschillen van inzicht zijn. Daar hebben we het mee te doen. Het staat u vrij om uw moties in stemming te brengen. Uiteindelijk beslist de Kamer om wel of niet voor uw motie te stemmen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Zo is dat, voorzitter. U heeft scherp geconstateerd dat we elkaar op veel punten niet gaan vinden, maar misschien wel als het gaat om het ontwikkelingsbudget, waar mijn motie over gaat. We zien dat de Kamer naar 0,7 terug wil. Ik doe daar een aantal voorstellen voor in de motie, maar de minister reageert eigenlijk alleen op het eerste verzoek. Ik was benieuwd hoe ze naar het tweede verzoek kijkt, want dat is heel concreet, om bij de aankomende Voorjaarsnota drie structurele bezuinigingen terug te draaien. Kan de minister daar nog even op reageren? Want ik ben echt benieuwd of ze daartoe bereid is of dat ze misschien zegt: twee van de drie. Ik wil heel graag dat we een stap verder zetten dan alleen maar de ambitie om naar 0,7 te gaan zonder daarover concrete afspraken te maken.

Minister Kaag:

Ik heb die motie al ontraden. De voorbeelden zijn niet uitvoerbaar. Het politieke gesprek over OS zal ik voeren.

De voorzitter:

Sorry, mevrouw Ouwehand, maar we gaan verder. U brengt gewoon uw motie in stemming, zoals gebruikelijk is.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Maar er staan twee verzoeken in de motie. De minister reageert op één verzoek en zegt op basis daarvan dat de motie ontraden is. Ik vraag wat ze van het tweede verzoek vindt.

Minister Kaag:

Ik heb de motie ontraden en ze blijft ontraden.

De voorzitter:

Gaat u verder.

Minister Kaag:

Dan is er nog gevraagd om een toelichting op de brief over ontbossing. Die brief komt binnenkort naar u toe. Hopelijk is dat dan een beter moment. Er zijn vier sporen. Het eerste is beleidsbeïnvloeding binnen de EU, via internationale fora, dialogen en het Amsterdam Declarations Partnership. Het tweede is ondersteuning van multistakeholderinitiatieven. U welbekend is de Tropical Forest Alliance onder het Wereld Economisch Forum. Het derde thema is de versterking van bestuur door het creëren van de juiste randvoorwaarden, bijvoorbeeld steun aan EU-inzet in het kader van een heel programma. Daarnaast is er een programma voor de opschaling van land en verbeterd land- en bosbeheer, waar ook vaak naar gevraagd is door mevrouw Diks. Verder gaat het om het beschermen en geven van steun aan milieu- en landrechtenverdedigers. Het vierde thema is de financiering van innovatieve, op te schalen programma's, evenals vier bijdragen aan multilaterale fondsen. Daarmee komen we toch een beetje op het klimaatfonds, maar het gaat ook om andere kanalen. Dat is dus een spoor in de goede richting.

Dan de vraag van de heer Stoffer van de SGP of ik meer kan doen in mijn beleid voor mensen met een beperking en of we denken aan het ontwikkelen van criteria. De inzet is er al via de fondsen en de programma's. Binnen het onderwijsprogramma vragen we nu ook structureel aandacht voor inclusie van mensen met een beperking. Dat doen we als onderdeel van een breder beleid. Dat is ontzettend belangrijk in vluchtelingenkampen maar ook daarbuiten. We spreken ook met ngo's en VN-partners om standaarden en richtlijnen toe te passen bij de assessments, de planning en de uitvoering van hun programma's. We maken gebruik van nieuw gepubliceerde richtlijnen van een internationaal comité, een partnerschapscomité, dat zetelt in Genève en waaraan iedereen zich te houden heeft. Aan mevrouw Kuik was ook toegezegd dat ik daarop terugkom in de rapportage te zijner tijd. We zullen scherp blijven, want er is meer werk aan de winkel.

De heer Stoffer heeft op dit punt de motie op stuk nr. 44 ingediend. Hij verzoekt daarin om speciale criteria. We houden ons aan Leaving no one behind, maar we willen geen aparte criteria hebben, want er zijn richtlijnen. Op grond van een technische inschatting ontraad ik de motie, maar ik zeg u wel de inzet toe, want er zijn al richtlijnen. Maar we zoeken geen nieuwe criteria; we moeten de richtlijnen goed toepassen.

Dan is er een motie van de heer Stoffer.

De voorzitter:

Mevrouw Ouwehand, u staat er nog, maar volgens mij heeft de minister uw moties al beoordeeld.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter, dat klopt, maar de minister heeft mijn vraag over de bossen naar de tweede termijn doorgeschoven. Daar heeft ze nu net antwoord op gegeven en ik wilde daar nog een vraag over stellen.

De voorzitter:

Een korte vraag.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De minister citeert uit de brief die nog naar de Kamer komt, over hoe we de bossen beter gaan beschermen. Maar begrijp ik goed dat het kabinet niet kiest voor het schrappen van de subsidies voor biomassacentrales, niet kiest voor een einde aan de steun voor Mercosur en niet kiest voor een beperking van de invoer van veevoer en palmolie om bossen wereldwijd te beschermen?

Minister Kaag:

Weet u, ik kom hierop gewoon terug in de brief. Dat zijn een aantal suggestieve vragen. Mercosur moet nog helemaal het rondje aflopen. Het is net pas uitonderhandeld door de EU, dus er is nog geen uiteindelijke en formele kabinetsafweging. Het is ondertekend. Dan heb je de afbouw als het gaat om palmolie of soja. Daar zijn ook hele trajecten voor. Ik heb nu niet alle informatie voorhanden om daar op een inhoudelijk verantwoorde wijze op te antwoorden. Dat zal terugkomen in de brief.

De voorzitter:

Dan ga ik naar de heer Stoffer.

De heer Stoffer (SGP):

Ik ga toch even een poging wagen. Stel nu eens dat ik bij de motie over mensen met een beperking de woorden "speciale criteria toe te voegen" zou verwijderen en in plaats daarvan zou zeggen ...

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 44, meneer Stoffer?

De heer Stoffer (SGP):

Ja, die. Als ik die woorden zou vervangen door "de bestaande richtlijnen toe te passen", zou het oordeel van de minister over de motie dan anders worden?

Minister Kaag:

Ja, dan wordt het oordeel anders. Dan is de motie gewoon uitvoerbaar en kunnen wij ermee aan de slag.

De heer Stoffer (SGP):

Dan zal ik de motie zo aanpassen.

Minister Kaag:

De heer Stoffer heeft eveneens de motie op stuk nr. 45 ingediend, waarin wordt verzocht om in geval van blijvende bevriezing van de bijdrage aan UNRWA te bekijken of het bijvoorbeeld mogelijk is om rechtstreeks steun te geven aan Augusta Victoria. Ik ontraad deze motie, want wij ruilen niet een bijdrage aan UNRWA, op basis van een kabinetsafweging verleend in het kader van het MOVP, uit tegen de financiering van een ziekenhuis. Een bijdrage aan het ziekenhuis is heel nobel, want het ziekenhuis verricht een heel belangrijke dienst. Ik doe de heer Stoffer de suggestie dat wij bekijken of Augusta Victoria op de een of andere manier wel een vorm van steun kan krijgen. Het gaat ook om oncologie voor mensen die anders geen toegang hebben. Dat is denk ik onze gedeelde doelstelling.

De heer Van Haga vraagt welke Nederlandse organisaties programmafinanciering ontvangen vanuit de BHOS-begroting voor tegenspraak in Nederland. Er is al een brief uitgegaan over samenspraak en tegenspraak bij bestaande organisaties. Dat is Kamerstuk 336-25, nr. 150. Daaruit kan men die informatie halen. Maar het is niet goed bij te houden of mensen op een gegeven moment al of niet kritiek hebben. Wij kennen de brieven en zoals u weet denken wij nog steeds dat het erbij hoort.

De heer Van Haga heeft de motie op stuk nr. 46 ingediend, inzake het verhogen van de verzendkosten van e-commercepakketjes. Ik vraag de heer Haga deze motie aan te houden, want het kabinet inventariseert al interdepartementaal en zal de Kamer daarover informeren. De leidende rol hierbij ligt bij EZK. Als de heer Van Haga de motie kan aanhouden, zou dat heel fijn zijn.

De voorzitter:

En zo niet?

Minister Kaag:

Dan is de motie op dit moment niet uit te voeren en moet ik haar ontraden. Maar ik kan mij niet voorstellen dat dit de insteek is van de heer Van Haga.

De voorzitter:

De heer Van Haga loopt nu naar de interruptiemicrofoon.

De heer Van Haga (Van Haga):

Ik moet nu even kijken naar de mede-indiener van de motie, mevrouw Ouwehand. Ik zie dat zij akkoord is. Wij houden de motie aan.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van Haga stel ik voor zijn motie (35300-XVII, nr. 46) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Wat een leuke samenwerking, meneer Van Haga en mevrouw Ouwehand. Het kan wel, hè, mevrouw Ouwehand.

Minister Kaag:

In de motie op stuk nr. 47 wordt de regering verzocht om met alle verantwoordelijke ministeries te streven naar harmonisatie van regels, richtlijnen en normen binnen de EU. Dat is ongeveer alles wat elk ministerie doet. Om puur praktische redenen ontraad ik deze motie. Het valt echt ver buiten de BHOS-begroting, maar ik neem het punt mee. Wij zullen dat allemaal doen op elk thema dat leeft en speelt.

In de motie op stuk nr. 48 wordt de regering gevraagd om een plan van aanpak op te stellen en haar ministeriële bevoegdheden te benutten teneinde uit de staalimpasse te geraken. Terecht heeft de heer Van Haga gerefereerd aan alle inspanningen die wij al geleverd hebben. De motie is in lijn met de bestaande inzet van het kabinet. De motie is overbodig. En al lerende doet men. Dus ik moet de motie ontraden. Maar het is werk in uitvoering en wij blijven ermee aan de gang. En daar gaat het om.

De heer Van Haga (Van Haga):

Dit is wel enigszins inconsequent, want tot nu toe werd er iedere keer gezegd: als het bestaand beleid is en de minister doet het al — daar heb ik haar zelfs voor gecomplimenteerd — dan vragen we het aan ...

De voorzitter:

Ja, dat was het probleem. Dat zag ik al aankomen.

De heer Van Haga (Van Haga):

Dus dan stel ik voor dat we consequent zijn en de motie oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

Dat zag ik al aankomen. Dat bedoelde ik inderdaad te zeggen. Ik ben het bijna eens met de heer Van Haga.

Minister Kaag:

Dan gaan we voor de consequentie. Dat is correct.

De voorzitter:

Maar dan gaan we het wel voor de volgende keer goed afspreken. Dat lijkt me prima.

Minister Kaag:

Ja, daar ben ik het helemaal mee eens.

De motie op stuk nr. 49 verzoekt de regering om subsidies aan instellingen die procederen tegen de overheid, stop te zetten. Wij financieren organisaties sowieso primair voor hun werk in het buitenland. We kennen ook geen casussen van organisaties die gefinancierd worden uit BHOS-middelen, maar het blijft het recht van iedere maatschappelijke organisatie om de stap naar de rechter te maken. Ik ontraad dus de motie.

De voorzitter:

Heel kort.

De heer Van Haga (Van Haga):

Ik had nog een vraag openstaan, namelijk wanneer we de toezegging over Gavi precies tegemoet kunnen zien.

Minister Kaag:

De toezegging? We zullen het blijven volgen, maar we gaan op dit moment ... Er is net een financieringsconferentie geweest. We hebben de Gavi-bedragen al bekendgemaakt. Die gaan we niet nog een keer optoppen.

De heer Van Haga (Van Haga):

Dat begrijp ik, maar de heer Stoffer heeft gevraagd of u in de volgende ronde ruimte ziet. U zou daarnaar gaan kijken. Wat is dan het eerste moment dat we daar geld voor kunnen vrijmaken?

Minister Kaag:

In het voorjaar. Dank voor het terugkomen, want dit geeft mij ook nog de kans om te zeggen dat dit geen harde toezegging was. Het was een inzet.

De voorzitter:

Gaat u verder.

Minister Kaag:

Even kijken hoe ik dit moet nummeren, want er staat geen nummers op mijn amendementen. Kan het om het amendement op stuk nr. 12 gaan?

De voorzitter:

Ja, dat klopt.

Minister Kaag:

Dan doe ik het goed. Ik begrijp het principe humanitaire hulp. Helaas is het nooit genoeg. We willen ook niet de langetermijndoelstellingen binnen dit artikel ondermijnen door met nog meer geld te gaan schuiven. Op die basis ontraad ik dit amendement dus, maar het kabinet kijkt altijd naar mogelijkheden om humanitaire hulp op te hogen, al naargelang de ontwikkelingen. Maar dat is niet specifiek binnen dit begrotingsartikel.

Dan het amendement op stuk nr. 14 van mevrouw Ouwehand en mevrouw Diks. Ik ben het er helemaal mee eens dat zowel in Nederland als in het buitenland female genital mutilation and cutting bestreden moet worden. Het is een schending van vrouwen- en meisjesrechten, maar er komt een kader aan. Dat heet het SRGR-partnerschap. Daarbinnen kunnen organisaties zich daarop inschrijven. We gaan geen aparte financieringslijnen opzetten. Op die basis ontraad ik dit amendement.

Dan het amendement op stuk nr. 15 van mevrouw Diks over 5 miljoen extra voor bosbeheer, met dekking vanuit artikel 4. We delen de zorgen over de ontbossing. U weet dat de brief eraan komt, maar wij kijken altijd naar de mix van de goede interventies. Ook de dekking vanuit dit artikel vind ik zorgelijk. Om die redenen ontraad ik het amendement.

De voorzitter:

Heel kort, mevrouw Diks.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Ik snap uw redenatie, maar wij hebben heel erg gekeken naar het verstevigen van de structuren daar, dus naar het meehelpen om een soort staatsbos of iets dergelijks in te richten. Ik denk dat we er met elkaar wereldwijd niks aan hebben als landen 1 miljoen takjes in de grond gaan steken die uiteindelijk doodgaan. Dat schiet niet op. Het gaat er dus juist om die landen te helpen op een goede manier aan herbebossing te doen, maar als het u om de financieringsbron gaat, dan wil ik daar nog wel naar kijken.

Minister Kaag:

Dan gaan we meteen naar het amendement op stuk nr. 16 van de heer Bouali. Daarin komt de dekking vanuit het juiste begrotingsartikel, artikel 2. Ook dat amendement spreekt over ontbossing. De wens om juist lokale boeren te ondersteunen bij verduurzaming en de verdubbeling van onze inzet tegen ontbossing komen verder terug in de brief. Dit is oordeel Kamer. Het begrotingsartikel is ook correct. Misschien kunnen mevrouw Diks en de heer Bouali samengaan.

De voorzitter:

Het is oordeel Kamer, meneer Bouali. Heeft u daar moeite mee?

De heer Bouali (D66):

Nee, ik heb even een vraag. Ik heb er helemaal geen moeite mee, mevrouw de voorzitter. Ik ben daar zelfs heel blij mee. Ik had de minister nog wel gevraagd of ze zou kunnen bezien of dit ...

De voorzitter:

Even harder, want het is niet goed te verstaan.

De heer Bouali (D66):

Ik had de minister nog wel gevraagd om te bekijken of dit ook structureel kan en of er mogelijkheden zijn om dit voor de lange termijn te doen.

Minister Kaag:

Het is een amendement op de begroting voor 2020. Het gaat dus om die begroting, maar we zijn structureel bezig met de plannen tegen ontbossing en voor verduurzaming.

De voorzitter:

Mevrouw Van den Hul, over dit amendement?

Mevrouw Van den Hul (PvdA):

Nee, mevrouw Diks wees mij erop dat we nog geen oordeel hebben gehoord over mijn amendement op stuk nr. 13. Misschien hebben we dat gemist.

De voorzitter:

Dat is vervangen door het amendement op stuk nr. 23.

Minister Kaag:

Ja, dat klopt.

Dan het amendement op stuk nr. 18, over de verhoging van 5 miljoen voor de imvo-diplomatie. Dat amendement ontraad ik. Uitbreiding van capaciteit is niet aan de orde. We hebben de richtlijnen. Er wordt het aankomende jaar ook gestart om de effectiviteit te beoordelen van het werken op de posten. Daarna, eind 2020, kunnen we kijken of er iets aan de orde is. Dit amendement loopt vooruit op de zaak. Ik begrijp de intentie van het amendement wel, maar ik ontraad het.

Het amendement op stuk nr. 19 van de heren Amhaouch en Weverling laat ik oordeel Kamer. Ik ga mee in de denklijn van de extra impuls. Het is heel belangrijk dat ROM's hier zeer actief kunnen participeren, maar ik wil wel aantekenen dat we niet andere partners uit kunnen sluiten, want we gaan natuurlijk kijken naar de meest effectieve vorm van samenwerking. Dus als ik uw amendement zo mag interpreteren dat de partners zich kunnen aansluiten, is dat heel mooi, vooral als we kijken naar de samenwerking tussen nationale en regionale publieke partners in Trade & Innovate NL om het mkb te ondersteunen.

Dan kom ik op het amendement op stuk nr. 20 van de heer Stoffer, over het vrijmaken van 5 miljoen.

De heer Amhaouch (CDA):

Even over ons amendement op stuk nr. 19. Dit is onze insteek omdat de ROM's een landelijke dekking hebben. Natuurlijk is het goed als daar krachten gebundeld kunnen worden, maar we moeten het niet omslaan, want dan krijgen we een hele verdeling en dan hebben we niks.

Minister Kaag:

Ik bevestig dat de kern zeker leidend is.

Dan het amendement op stuk nr. 20 van de heer Stoffer, over het vrijmaken van 5 miljoen binnen het SDG 5-fonds voor financiering van goede moeder- en kindzorg alsmede voorlichting over alternatieven voor abortus. Om technische redenen moet ik dit amendement ontraden, meneer Stoffer. U verwachtte misschien dat wij heel ver van elkaar zouden staan, maar het gaat juist om goede voorlichting over seksuele rechten en over gezondheidsrechten. Daarbij wordt men door goede voorlichting ook gewezen op de alternatieven. Het is niet een eenduidig pad naar een abortus, verre van. Ik denk dat de beeldvorming daarom soms niet helemaal recht doet aan wat er daadwerkelijk gebeurt. Omdat we de tender nog gaan krijgen, kan ik dit amendement niet goedkeuren. Binnen de tender wordt er juist gekeken naar alles wat moeder, en mogelijkerwijs het kind, het ongeboren kind, ten goede kan komen.

Dan het amendement op stuk nr. 21 van de heer Alkaya, over extra financiering voor Education Cannot Wait. Wij geven al een bijdrage. Op dit moment is niet voorzien dat we er nog extra geld bij doen. Ik zit ook in de stuurgroep. Nederland is nauw betrokken bij Education Cannot Wait, dus overtuigd van het belang.

Dan het amendement op stuk nr. 22 ...

De voorzitter:

Begrijp ik dat het oordeel van het amendement op stuk nr. 21 ontraden is?

Minister Kaag:

Ontraden, ja. Excuus.

Dan het amendement op stuk nr. 22 van mevrouw Ouwehand, over het voor het jaar 2020 nakomen van de minimale verplichting die Nederland heeft op het gebied van klimaatfinanciering en over het toevoegen van 130 miljoen dekking uit het begrotingsoverschot. Ik denk dat ik al duidelijk heb gesteld dat we heel veel doen. In 2018 hebben we meer dan 1,076 miljard gerealiseerd. In 2020 is dat 1,12 miljard publiek en privaat gemobiliseerd. De dekking voor dit amendement ontbreekt verder ook. Dekking uit het begrotingsoverschot is geen optie. Ik ontraad deze motie.

Dan de motie op stuk nr. 23 van mevrouw Van den Hul.

De voorzitter:

Heel kort, mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De minister zegt: we doen al zo veel. Maar erkent zij dan minstens dat de Algemene Rekenkamer heeft vastgesteld dat we voor de klimaatfinanciering gewoon niet halen wat we beloofd hebben en dat het kabinet zelf de begrotingsregels loslaat? De Kamer zou dus kunnen beoordelen of ze deze dekking daarvandaan wil halen. Het kabinet moet vinden dat ze haar eigen afspraken over die klimaatfinanciering nakomt. Toch?

Minister Kaag:

Wij streven natuurlijk naar het nakomen van de eigen afspraken. Verder ontraad ik nog steeds deze motie in het kader van alles wat we al eerder besproken hebben.

Dan ga ik door met het amendement op stuk nr. ...

De voorzitter:

23.

Minister Kaag:

... 23 van mevrouw Van den Hul. De voorgestelde tekst gaat ten koste van andere prioriteiten binnen hetzelfde artikel, zoals toegang tot het recht en andere belangrijke dingen. Ik begrijp het heel goed; het komt eigenlijk ook terug in de motie over humanitaire hulp. Mocht er op een gegeven moment geld en ruimte zijn, dan wordt hier altijd actief naar gekeken, omdat er ook gekeken wordt naar opvang in de regio, wat ook een migratiebelang is. Maar op dit moment moet ik dit amendement ontraden, ook in het kader van de dekking, artikel 4.3.

Dan heb ik een amendement van mevrouw Ouwehand, op stuk nr. 24, over 1 miljoen voor Movement on the Ground. Dat is een hartstikke mooie organisatie. Zoals ik al heb gezegd in het debat met de heer Voordewind delen we de zorgen over de schrijnende situatie van aankomende winter. Ofschoon wij vanuit ontwikkelingssamenwerking per definitie geen geld uitgeven binnen de Europese Unie, heb ik gezegd dat ik bij uitzondering non-ODA-geld vrijmaak, als een tamelijk symbolisch bedrag. Dat sluit ook aan bij het besluit van mijn collega Broekers-Knol om 30.000 dekens naar de Griekse eilanden te sturen. Maar wij geven geen geld uit aan organisaties. Dat doe ik dus nu ook niet via een amendement. Ik heb een toezegging gedaan en ik zal de Kamer informeren over het bedrag en over de organisatie die daar het beste bij past. Ik heb dit amendement dus ontraden.

Dan het amendement op stuk nr. 25, van de heer Weverling, over 4 miljoen voor grensoverschrijdende innovatie. Dit amendement laat ik aan het oordeel van de Kamer. Ik moet daar nog wel iets bij aantekenen. Als de heer Weverling doelt op samenwerking op het gebied van research and development, moet ik hem zeggen dat dat echt helemaal ligt op het terrein van mijn collega van Economische Zaken. We willen natuurlijk kijken naar strategieën waarbij de focus ligt op een combinatie van handel en hulp, maar ik denk ook dat dat de insteek was van de heer Weverling. Oordeel Kamer dus.

Dan de laatste en niet de minste. Dat is het amendement op stuk nr. 31, van de heer Voordewind en mevrouw Kuik. Dat amendement vind ik zeer sympathiek. Wij sluiten altijd de rijen als het gaat om het tegengaan van kinderprostitutie. Dat doen we al en dat blijven we ook doen. Ik ben tegen de oormerking van specifieke fondsen binnen een beleidsartikel, maar ik kan toezeggen dat kinderprostitutie prioriteit blijft. Het zal waarschijnlijk niet uit artikel 3 komen, maar er wordt geld gevonden voor dit belangrijke werk. Dat is een harde toezegging. Ik hoop dat ik daarmee het oordeel over deze motie aan de Kamer kan laten.

De voorzitter:

Dat was toch het amendement op stuk nr. 31?

Minister Kaag:

Even kijken, ja. Dat was 'm. Het amendement op stuk nr. 31 krijgt oordeel Kamer.

De voorzitter:

Oké, dan is dat helder. Mevrouw Van den Hul, ik geef u het woord als er echt een antwoord op een van uw vragen niet is gegeven.

Mevrouw Van den Hul (PvdA):

De laatste appreciatie van de minister heeft bij mij enige verwarring veroorzaakt. Ik deel namelijk de zorg van de minister over de dekking van het amendement. Ik deel geheel met de indieners het belang, maar het was me niet helemaal duidelijk wat de minister zonet zei over de dekking vanuit SRGR. Gaat zij het amendement uitvoeren maar de dekking gegarandeerd niet halen uit de post die in dit amendement is voorgesteld?

Minister Kaag:

Ja.

Mevrouw Van den Hul (PvdA):

Oké.

Minister Kaag:

Ook omdat het kader nog niet gepubliceerd is. Het kan dus niet, en we sorteren niet voor op organisaties. Ik wil het thema veiligstellen.

De voorzitter:

Dank u wel. Het was oordeel Kamer, meneer Voordewind.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Het is een amendement. Dan moet ik wel duidelijk maken waar het dan wel uit betaald moet worden. Dan hebben we daar nog wel overleg over. Ik zie dat de minister nu een kaartje ontvangt.

De voorzitter:

De minister heeft waarschijnlijk het antwoord.

Minister Kaag:

Ik word gelukkig geholpen door wat engeltjes die daarachter zitten.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik wil de minister meegeven dat het natuurlijk wel mooi is om een continuering van programma's te hebben, dat we bestaande programma's niet tenietdoen en vervolgens heel nieuwe dingen starten.

Minister Kaag:

Dat is ook zeker niet de intentie, maar u zult ook het volgende begrijpen. We hebben net het nieuwe kader besproken. Het moet nog gepubliceerd worden. Daar is ook heel veel ruimte. Ik denk sowieso dat een aantal organisaties ook daar op basis van kwaliteit, voortzetting en resultaten eventueel hun plek onder SRGR kunnen vinden. Ik ben gecorrigeerd: het kan wel gevonden worden binnen artikel 3. Maar ik wil het niet binnen het kader dat nog gepubliceerd moet worden stellen. Dat is ook een antwoord op vragen van andere collega's geweest. Maar omdat dit een unieke niche is, die resultaten heeft en Kamerbreed gedragen wordt, is het belangrijk om dat veilig te stellen. Dat is de inzet en daar committeer ik me aan.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de behandeling van de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik wil de minister hartelijk bedanken voor haar aanwezigheid en antwoorden. Ik dank de Kamerleden. Over de ingediende moties zullen we volgende week dinsdag stemmen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven