7 Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

De voorzitter:

Aan de orde zijn de stemmingen, maar voordat we gaan stemmen geef ik eerst de heer Krol het woord.

De heer Krol (50PLUS):

Mevrouw de voorzitter. Ik wou het heel even hebben over mijn motie op stuk nr. 29 over de uitzonderlijke economische tijden. Ik heb gevraagd om een uitspraak van de collega's, van de Kamer. Ik vond het heel opmerkelijk dat de minister-president meende daar een oordeel over te moeten geven. Volgens mij is dat niet de bedoeling als je een oordeel vraagt aan de Kamer.

Ik heb van collega's gehoord dat ze erg worstelen met die motie. Dat begrijp ik. Dat was ook de bedoeling. Ik wil de spanning er graag nog even in houden en dus zal ik 'm twee weken aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Krol stel ik voor zijn motie (35300, nr. 29) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

O ja, mevrouw Thieme heeft haar motie op stuk nr. 41 aangehouden.

Naar boven