Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | nr. 11, item 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | nr. 11, item 3 |
Aan de orde is de behandeling van:
- het Voorstel van Rijkswet van de leden Sjoerdsma, Asscher, Van Otterloo, Van Wijngaarden en Van Ojik houdende regels inzake het creëren van tijdelijke uitzonderingen op de Rijkswet op het Nederlanderschap (Rijkswet inperking gevolgen Brexit) ( 35130 -(R2119)).
De voorzitter:
Aan de orde is het voorstel van Rijkswet van de leden Sjoerdsma, Asscher, Van Otterloo, Van Wijgaarden en Van Ojik houdende regels inzake het creëren van tijdelijke uitzonderingen op de Rijkswet op het Nederlanderschap, ofwel de Rijkswet inperking gevolgen Brexit (35130). Ik heet de initiatiefnemers uiteraard van harte welkom. Het is altijd een bijzonder moment: een initiatiefwet vanuit de Kamer. Zij worden in vak-K ondersteund door mevrouw Floor van der Zee, beleidsmedewerker D66-fractie, en de heer Laurens Brouwer van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Tevens heet ik van harte welkom de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Zij zal bij de behandeling van dit wetsvoorstel optreden als adviseur van de Kamer.
Vandaag is aan de orde de eerste termijn van de zijde van de Kamer. De initiatiefnemers hebben al aangegeven dat zij graag zien dat de voortzetting van deze wetsbehandeling zo snel mogelijk na het herfstreces wordt ingepland.
De algemene beraadslaging wordt geopend.
De voorzitter:
Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Kuiken als eerste spreker aan de zijde van de Kamer, die zal spreken namens de fractie van de PvdA.
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Voorzitter. Laat ik beginnen met de initiatiefnemers te bedanken dat zij dit initiatief hebben genomen, hen te feliciteren en mijn waardering uit te spreken voor het feit dat zij die moeite hebben genomen. Velen van ons weten hoeveel tijd en moeite het kost om dat te doen. Misschien is dat ook mijn eerste kritische noot. Eigenlijk vond ik dat dit niet een wetsvoorstel is dat het parlement toebehoorde, maar dat het kabinet dat had moeten doen. Misschien geleid ik die vraag wel door aan de staatssecretaris: waarom is dit initiatief aan het parlement gelaten? Waarom heeft het kabinet dit wetsvoorstel niet ter hand genomen?
Voorzitter. Het gaat om een situatie waarin van "order, order, order" geen sprake meer is. Er ontstaat waarschijnlijk een situatie waarin een deal dood is, dead is, en er dus orde gecreëerd moet worden in een chaos. Ik denk dat dit initiatiefwetsvoorstel eraan bijdraagt om, in een hele verdrietige episode in ons decennium, een oplossing te bieden voor een kleine maar toch wezenlijke groep Nederlanders, die al jarenlang woont en leeft in Groot-Brittannië, maar natuurlijk ook nog heel veel wortels hier in Nederland heeft. Die mensen willen we zekerheid bieden. Die mensen willen we een toekomst bieden, ongeacht welke chaos Groot-Brittannië over zichzelf en Europa uitstort. Daarom juich ik dit initiatief van harte toe.
Voorzitter. Ik begon met een kritische noot, omdat ik eigenlijk vind dat het kabinet dit had moeten oppakken. Op het moment dat andere lidstaten het laten afweten, is het wezenlijk dat je als Nederlandse Staat opstaat. Daarom is het goed dat de initiatiefnemers die bal hebben opgepakt.
Voorzitter. Ik heb ook nog een aantal vragen. Dit is een vraag aan de initiatiefnemers. Er zijn meer landen binnen de EU die met dit probleem kampen. Hoe hebben zij dat opgelost? De initiatiefnemers verwijzen naar een tweetal landen, maar volgens mij geldt het voor meer landen. Graag een reactie daarop.
Voorzitter. Ik heb een tweede vraag. Stel je voor dat er toch nog licht is aan het eind van de tunnel en het niet tot een brexit komt, maar dat het verstand gaat overheersen. Valt dit initiatief dan van tafel, of handhaven we het dan? Dat wil ik de initiatiefnemers vragen.
Tot slot, voorzitter. Al langere tijd vindt de Partij van de Arbeid dat een dubbele nationaliteit weer de normale norm moet worden. Want je kan ook in Canada wonen of in Australië. Ook die mensen van Nederlandse origine hebben de behoefte om hun band met Nederland te behouden. Niet voor niets hebben de heer Sjoerdsma en de heer Marcouch al een initiatiefwet gemaakt om die norm in Nederlandse wetgeving vast te leggen. De initiatiefwet ligt even stil. Ik neem het van de heer Marcouch over. Ik zou willen zeggen: laat deze noodwetgeving, die door nood, door chaos is ingegeven, een stap zijn naar meer. Als de initiatiefnemers ook die handschoen op kunnen pakken, zou me dat een lief ding waard zijn.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Er is een interruptie van mevrouw Leijten.
Mevrouw Leijten (SP):
Er is een beroemde uitspraak: never waste a good crisis; zorg dat je van een crisis profiteert. Eigenlijk doet mevrouw Kuiken van de PvdA dat. Een brexit zonder afspraken zou crisis zijn. Daar zijn we het als Kamer volgens mij over eens. We willen dat eigenlijk allemaal niet. Maar ze gebruikt dat als opstapje om de dubbele nationaliteit gewoon te laten zijn. Is dat wat u betreft de kern van het debat vandaag?
Mevrouw Kuiken (PvdA):
De kern van het debat is gewoon noodwetgeving. Die gaat specifiek over de Nederlanders die nu in Groot-Brittannië wonen. Maar niet voor niets eindigde ik mijn betoog met de oproep "laat dit de opmaat zijn naar meer". Niet voor niets heeft de Partij van de Arbeid samen met D66 een initiatiefwetsvoorstel liggen om juist dat te regelen. Dus wat dat betreft: never waste a good crisis; laten we dat regelen.
Mevrouw Leijten (SP):
Wij hebben het uitvoerig besproken in onze fractie en wij zitten anders in de nationaliteit dan de Partij van de Arbeid. Wij willen welwillend naar het wetsvoorstel kijken omdat het om een noodsituatie gaat, om een beperkte groep en om een tijdelijke situatie. Maar als de agenda hier eigenlijk is "maak dit een opstap naar de dubbele nationaliteit", dan brengt u onze fractie wellicht in problemen, zo zou ik tegen de Partij van de Arbeid willen zeggen. Want wij zouden dit nou juist nadrukkelijk niet willen zien als een opstap naar die situatie. Kan de PvdA dat begrijpen?
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Ik kan het wel begrijpen, maar ik zou zeggen: kijk gewoon even naar de Nederlanders die nu in onzekerheid in Groot-Brittannië zitten. Zorg dat dit wetsvoorstel het haalt en laat mij dan wensen dat dit een opstap is naar de dubbele nationaliteit als normale norm. Ik kijk namelijk ook naar de mensen in Australië en Canada. Maar ik weet dat dit een noodmaatregel is die zich specifiek richt op de mensen die nu in Groot-Brittannië wonen.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Kuiken. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Özütok. Zij zal spreken namens de fractie van GroenLinks.
Mevrouw Özütok (GroenLinks):
Dank u wel, voorzitter. De meesten van ons hopen nog steeds dat er uiteindelijk geen brexit zal komen, dat het Verenigd Koninkrijk gewoon lid blijft van de Europese Unie en dat het samen met ons land en de andere lidstaten zal samenwerken om de Europese Unie te versterken. Want ja, ook GroenLinks vindt dat er nog een hoop te verbeteren is.
Maar of er wel of geen brexit komt, en als er een brexit komt, of het dan ook een harde brexit is of toch nog een brexit met een deal, we weten het simpelweg niet. We weten het nog steeds niet. De onvoorspelbaarheid van de Britse regering brengt veel onzekerheid mee voor mensen. Ze maken zich zorgen over essentiële voorwaarden voor zaken als wonen, werken, studie en zorg voor ouders of kinderen. Omdat eigenlijk niemand goed weet hoe dit gaat uitpakken, willen we de Nederlanders die nu in het Verenigd Koninkrijk wonen, niet langer in onzekerheid laten wachten. Het is goed dat we vandaag dit wetsvoorstel behandelen, dat een goed, zeer noodzakelijk initiatief van vijf partijen is. Namens de fractie van GroenLinks wil ik veel waardering uitspreken voor het harde werk dat in een relatief korte tijd moest worden verzet. Complimenten aan de indieners en hun ondersteuning. Ik wil de heer Sjoerdsma als eerste en oorspronkelijke initiatiefnemer vanaf hier extra complimenteren.
Voorzitter. Zoals vandaag vaker zal worden betoogd, creëert de brexit enorm veel onrust voor Nederlanders die in het Verenigd Koninkrijk wonen. Ze weten nog steeds niet waar ze aan toe zijn. Deze initiatiefwet is een puzzelstukje dat hopelijk de onzekerheid en de potentiële problemen voor Nederlanders in het Verenigd Koninkrijk kan ondervangen. We hebben niet de illusie dat deze wet alle potentiële problemen voor die mensen gaat oplossen, maar GroenLinks ziet dit als een verstandige bijdrage van de Nederlandse wetgever aan het oplossen van de problemen die Nederlanders straks na een mogelijk brexit kunnen ervaren. Wat GroenLinks betreft moeten we dan ook proberen om deze wetsbehandeling zo spoedig mogelijk af te ronden, zodat de wet kan ingaan zodra er een brexit komt en de mensen om wie het hier gaat een soort vangnet hebben.
Voorzitter. Mijn fractie heeft nog een aantal vragen aan de initiatiefnemers en aan de regering. Laat ik beginnen met de vraag hoe het precies zit met de capaciteit bij de consulaten en de ambassades als deze wet is ingevoerd. Is hiervoor voldoende capaciteit met de huidige bezetting, of denken de initiatiefnemers en de staatssecretaris dat het noodzakelijk is om meer personeel hiervoor in te zetten? En hoe worden Nederlandse burgers in het Verenigd Koninkrijk geïnformeerd over deze wet? Laten we het initiatief aan hen over om een paspoort aan te vragen, of wordt er door de Nederlandse overheid actief geïnformeerd over het bestaan van deze mogelijkheid? Als dat laatste het geval is, hoe en wanneer wordt het dan in gang gezet? Ik krijg daar graag zowel van de initiatiefnemers als van de staatssecretaris een reactie op.
Een ander punt van zorg is de algemene informatie over de Rijkswet op het Nederlanderschap en de gecompliceerde regels daaromheen. Mijn fractie heeft veel reacties gekregen van buiten de EU woonachtige Nederlanders die door het niet tijdig verlengen van een paspoort stilzwijgend, dus zonder het te weten, het Nederlanderschap hebben verloren. Ook de Ombudsman vroeg hier eerder aandacht voor. Kan de staatssecretaris aangeven welke stappen tot nu toe zijn gezet en welke stappen nog worden gezet? We moeten immers voorkomen dat Nederlanders buiten de EU voor verrassingen komen te staan over hun Nederlanderschap. Ook ben ik benieuwd naar de reactie van de staatssecretaris op de hernieuwde oproep van Nederlanders in het buitenland die gisteren in de NRC stond. Zij gaven aan dat zij door de strenge nationaliteitswetgeving in ons land, in de problemen komen als zij een baan of een woning zoeken.
Voorzitter. Mijn fractie vraagt de initiatiefnemers een inschatting te maken van de eventuele gevolgen met betrekking tot een verhuizing van in het Verenigd Koninkrijk woonachtige Nederlanders terug naar Nederland. Denken zij dat deze mensen daar zullen blijven, of zal de brexit aanleiding geven om naar Nederland te verhuizen? En als dat laatste het geval is, in hoeverre is Nederland daar dan op voorbereid?
Voorzitter. Zoals gezegd hoopt mijn fractie dat de brexit alsnog afgewend kan worden en dat deze wet achteraf niet nodig blijkt te zijn. Maar omdat we gewoonweg niet weten hoe de Britse politiek zich de komende weken zal ontwikkelen, vindt GroenLinks het verstandig om deze wet te aanvaarden. De fractie van GroenLinks zal deze wet van harte steunen. We zullen zien wat de toekomst uitwijst. Nogmaals dank aan de initiatiefnemers voor het werk dat is verricht.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Verhoeven namens de fractie van D66.
De heer Verhoeven (D66):
Voorzitter, dank u wel. Ik wil ook graag beginnen — als de heren in vak-K ook zover zijn — met mijn complimenten uit te spreken voor het initiatief voor deze noodwet. Daarmee komen de initiatiefnemers op voor de burgers, de Nederlanders in het Verenigd Koninkrijk, die hard getroffen worden door de brexit en in grote onzekerheid verkeren. Een initiatiefwet vergt lef en daadkracht. Naast je Kamerwerk moet je ongelofelijk veel doen om op grondige wijze wetgeving tot stand te brengen. Dat is niet makkelijk. Het is heel mooi dat er brede samenwerking is tussen de verschillende partijen die dit samen doen. Complimenten natuurlijk aan initiatiefnemer Sjoerdsma, maar samen met Van Ojik, Asscher, Van Otterloo en Van Wijngaarden zit hier een mooi stel, zoals dat dan heet. Ik denk dat de Kamer daar heel trots op kan zijn. Ik deel overigens de opmerkingen van collega Kuiken dat het misschien wel een gemiste kans is voor het kabinet dat dit initiatief uit de Kamer komt. Aan de andere kant kun je ook weer zeggen dat het mooi is dat onze Kamer die mogelijkheid heeft.
Voorzitter. Ik zal graag uitleggen waarom D66 deze noodwet, dit initiatief, van harte en volmondig steunt. De totale chaos die in het Verenigd Koninkrijk ontstaan is, spreekt natuurlijk boekdelen. Het maakt het ook gelijk noodzakelijk om iets te doen voor de mensen die daarin verkeren en die in grote onzekerheid komen. De eeuwenoude Britse democratie piept en kraakt. De brexitschreeuwers hebben het land in verdeeldheid gestort. We stevenen af op een no-dealbrexit, met alle gevolgen van dien.
Het zijn de Nederlanders die wonen in het Verenigd Koninkrijk die met name heel hard getroffen worden. Het gaat om ongeveer 100.000 Nederlanders, die daar gezinnen hebben, die daar hun familie hebben, die daar werk hebben en die dus onzeker zijn over hun toekomst. In het geval van een no-dealbrexit worden zij gedwongen om een keuze te maken tussen de Britse of de Nederlandse nationaliteit. Die keuze is bijvoorbeeld in Duitsland of in Oostenrijk niet nodig, want Oostenrijk zet er stappen toe en Duitsland heeft het al geregeld. Maar die keuze moeten die Nederlanders wel maken. Het is een keuze tussen hoofdpijn of buikpijn. Als je kiest voor de Britse nationaliteit, ben je geen Unieburger meer en verlies je alle rechten die daarbij horen. Als je kiest voor de Nederlandse nationaliteit, wordt je leven in het Verenigd Koninkrijk onzeker. Dat is dus een hele vervelende keuze die je mensen niet wil voorleggen, zeker niet op de manier waarop die nu tot stand komt.
De Nederlandse wetgeving biedt geen zekerheid. Er was een brexitwet waar het kabinet begin dit jaar mee kwam. Die heeft veel stof doen opwaaien. We hebben daar intensief over gesproken. Maar die wet heeft geen oplossing geboden voor verblijfsrecht, kiesrecht, terugkeer, gezinshereniging en studiekosten. Dat zijn vragen uit het dagelijks leven, waar die 100.000 Nederlanders in het Verenigd Koninkrijk tegen aanlopen. De Britse regering biedt nog veel minder zekerheid. De regering in Londen heeft geen duidelijke intentie om ook maar iets op een goede manier te regelen voor deze mensen. Daarom deze noodwet. Je zou deze ook als een soort vangnet kunnen zien voor de mensen die bij een no-dealbrexit in tamelijk acute problemen komen. Volgens mij zeiden mevrouw Özütok en mevrouw Kuiken het al heel terecht: het is een afgebakende groep, een duidelijke groep, een duidelijk omlijste groep, die in zeer uitzonderlijke omstandigheden aanspraak kan maken op deze wet. Dat maakt deze wet wat mijn fractie betreft ook proportioneel en evenredig. De kern is natuurlijk dat deze specifieke groep Nederlanders dankzij deze wet dus ook de Britse nationaliteit kan aanvragen, zonder afstand te moeten doen van de Nederlandse nationaliteit. Daarmee lossen we een probleem op voor veel mensen in onzekerheid.
Voorzitter. Vooropstaat natuurlijk dat mijn fractie liever had gezien dat dit initiatief niet nodig was geweest, bijvoorbeeld doordat er geen brexit of geen no-dealbrexit zou plaatsvinden. Dat hebben wij niet in de hand. Mevrouw Leijten en ik en meneer Mulder en ik en andere woordvoerders Europese Zaken debatteren heel vaak — meneer Van Ojik weet dat ook — over onze wens dat er geen brexit of no-dealbrexit komt. Maar hoeveel wij daar ook over debatteren, we weten toch dat we afhankelijk zijn van de bewegingen elders. Daar hebben we dus geen grip op. Deze initiatiefwet had ook overbodig kunnen zijn op basis van twee afspraken in het regeerakkoord. De eerste afspraak waar ik naar verwijs, is dat het kabinet speciale aandacht heeft voor de positie van de Nederlanders in het Verenigd Koninkrijk. Dat staat in het regeerakkoord. Deze wet past heel goed bij die zin. De tweede afspraak uit het regeerakkoord is natuurlijk dat het kabinet de mogelijkheid om meer nationaliteiten te bezitten voor aankomende eerstegeneratie-emigranten en -immigranten verruimt. Dat is de tweede afspraak. Het is daarom te prijzen dat de initiatiefnemers dit hiaat met deze noodwet verhelpen.
Voorzitter, ik rond af. Ik ga nog even kort in op de Britten in Nederland. Zij zijn natuurlijk de "gespiegelde groep", om het zo maar te zeggen. Daar gaat deze wet niet over, maar ik zou wel graag aan de initiatiefnemers en aan de staatssecretaris willen vragen wat we nou voor hen kunnen doen, voor de Britten in Nederland. Er is een overgangsregeling van vijftien maanden, maar ook deze groep zit met een vergelijkbare onzekerheid. Wat kunnen we doen om hun verblijf en hun rechten hier zo veel mogelijk te garanderen? Ik noem bijvoorbeeld het recht op terugkeer als zij bijvoorbeeld door zieke familieleden buiten Nederland verblijven. Als dat langer dan zes maanden duurt, verliezen zij het recht op terugkeer naar Nederland. Dat vindt D66 onwenselijk. Mijn vraag is dus: wat kan er buiten deze wet om gedaan worden voor deze groep mensen?
Tot slot. Nou, de brexit is een zeer onwenselijke en nadelige ontwikkeling met heel veel zeer nare en nadelige gevolgen. Veel van deze zaken moeten binnen de Europese Unie of binnen het Verenigd Koninkrijk worden opgelost. Met deze initiatiefwet laten de initiatiefnemers zien dat ook Nederland bij alle gebeurtenissen die plaatsvinden een eigen verantwoordelijkheid heeft voor 100.000 Nederlanders die in het Verenigd Koninkrijk wonen. Daarom moeten we er alles aan doen om deze mensen zo veel mogelijk te helpen en hun leed te verzachten. Daarom zal D66 dit initiatief volmondig steunen.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel.
Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Leijten, die zal spreken namens de SP.
Mevrouw Leijten (SP):
Voorzitter. Ik zeg het in Europese debatten vaak als ik na de heer Verhoeven kom: nu het redelijke geluid in de Kamer. Ik heb het al gezegd, en is het ook een beetje een grapje, maar als het over brexit gaat, dan vind ik wel dat in deze Kamer te vaak wordt gezegd dat het echt een probleem is voor de andere kant van de plas. Ik vraag het maar aan de indieners. Ik zie hoe Macron zich opstelt en deadline na deadline stelt; Tusk zei gisteravond echt briesend tegen Johnson "stop met spelletjes spelen" en gooit dat ook op Twitter. Wordt op dit moment dan niet ook aan Europese zijde een hoog spel gespeeld? Ik snap echt dat je na drieënhalf jaar brexitonderhandelingen moe en geïrriteerd raakt, maar zijn de indieners het niet met de SP eens dat van alle scenario's het slechtste scenario zou zijn dat we door heethoofden, regeringsleiders die hun rust niet kunnen bewaren, in een brexit terechtkomen zonder afspraken? Zijn zij het er niet mee eens dat het dan wenselijk is dat wij een minister van Buitenlandse Zaken hebben die daar niet van wegdraait en die in een debat, zoals gisteravond, niet met allerlei jij-bakken komt, maar gewoon zegt: ik ga eens even meneer Macron bellen en zeggen "doe eens een beetje rustig"? Dat zeggen we namelijk ook tegen de Britten. En dat vind ik terecht hoor, dat we dat zeggen.
Voorzitter. Ik ben natuurlijk vergeten om te beginnen met complimenten. Waar een regering beleid nalaat, hebben Kamerleden het initiatiefrecht om wetten te maken. En of we het nou eens zijn met die wetten of niet, het is echt heel veel werk en de complimenten waard. Ik vind het ook mooi om te zien dat dit een soort van aanwaswet is geweest. Wij weten dat D66 en de Partij van de Arbeid hier intrinsiek voor zijn, maar het lukte toch al vrij snel om de partijen 50PLUS en GroenLinks erbij te krijgen. En op de valreep is ook de VVD aangeschoven. U heeft al een meerderheid, zeg ik tegen meneer Sjoerdsma. Maar ik zou u toch willen vragen of u wel zou willen ingaan op de vragen die ik hierbij heb.
Ik heb het al gehad over de brexit, die een vechtscheiding aan het worden is. We weten allemaal dat bij een vechtscheiding de kinderen eigenlijk altijd de dupe zijn. In dit geval vind ik de burgers de kinderen. Ik kan niet begrijpen waarom de burgerrechten in de onderhandelingen over die scheiding iedere keer zo inzet zijn geweest van politiek spel. Als er nu geen afsprakenbrexit komt, dan is de continuïteit van de financiële producten tussen de City en Frankfurt allang geregeld. Het Verenigd Koninkrijk heeft allang gezegd dat het de landbouwproducten accepteert. Maar de Europese leiders zijn wel zo stoer om zaken als handel, burgerrechten maar bijvoorbeeld ook geneesmiddelen inzet te maken van de onzekerheid. Wat vinden de indieners daar nou van? En wat vindt de regering hiervan? We discussiëren hier vaak met de minister-president en met minister Blok. Die gaan ook naar al die Europese Raden. Die doen een beetje mee in dat spel. We spreken niet zo tegen elkaar uit: doe eens even rustig. Maar misschien kan onze staatssecretaris dat wel heel goed doen. Ze is toch een dame van stand, een dame op leeftijd. Misschien kan zij wel tegen die Macron en tegen die Johnson zeggen: nou eens een keertje rustig, het gaat hier over de mensen! Misschien kan ik haar oproepen om dat te doen.
Op het gebied van de burgerrechten zijn we in deze Kamer wel veel samen opgetrokken. We hebben eigenlijk afgedwongen bij de minister van Buitenlandse Zaken dat de burgerrechten van de Britten hier in Nederland in het wetsvoorstel over de brexit in ieder geval gewaarborgd zijn. Dat het nog steeds onzeker is, is niet goed, maar we hebben het wel echt afgedwongen, met moties, met duwen, met vragen. Het is ook wel echt heel tragisch dat Nederlanders die in het Verenigd Koninkrijk wonen nu in onzekerheid zitten.
Nood breekt wet: dat is een belangrijke uitspraak. Wat de SP betreft is dat ook een beetje hoe we hiertegen aankijken. De indieners weten dat wij het liefst willen dat iemand één nationaliteit heeft. De nationaliteit zegt iets over de identiteit, maar niet alles. De nationaliteit zegt ook iets over loyaliteit, maar niet alles. Dat realiseren we ons. Maar we zien ook dat het een afgebakende groep is, over een duidelijke gemarkeerde tijdspanne. Daarom willen we er welwillend tegen aankijken, maar we hebben nog wel een paar zorgen. Allereerst, zien de indieners dit als een opmaat, zoals de Partij van de Arbeid net zei? Ik vind het niet goed als de brexit gebruikt wordt als een soort opportunistische crisissituatie om deze politieke wens te volbrengen. Daar is de situatie gewoon niet goed voor. Dat zou ik graag willen weten.
Er wordt gezegd dat dit wetsvoorstel ingaat bij een brexit zonder afspraken, totdat er afspraken zijn gemaakt over de burgerrechten. Maar stel nou dat die afspraken over de burgerrechten niet hetzelfde zijn als die met dit wetsvoorstel worden geregeld? Wat krijg je dan? Krijg je dan niet dezelfde noodsituatie, met dezelfde onzekerheid en dezelfde wens van de Nederlanders die in Groot-Brittannië wonen ten tijde van de brexit? Want dat is de afgebakende groep. Wat gaan we daarmee doen?
Wat doen we met Nederlanders die wonen in het buitenland, buiten de Europese Unie, in een land waar een regering verandert, een revolutie uitbreekt, een oorlog uitbreekt of wat dan ook? Wat doen we als dat regime vervolgens zegt dat alle buitenlanders die er wonen, dus ook Nederlanders, worden onteigend, er niet meer mogen blijven of sancties krijgen? Dan komt er natuurlijk ook een roep van die groep, een begrijpelijke roep, of hij een dubbele nationaliteit mag aannemen. Mogen ze Nederlander blijven en de nationaliteit hebben van het land waarin die verandering plaatsvindt? Hoe treden we dan op? Is dit dan een precedent? Ik zou wel graag willen weten hoe we daarmee omgaan.
En dan de terechte vraag van de Partij van de Arbeid, van GroenLinks en ik meen ook van D66 over hoe we dit in de tijd gaan doen. We staan hier nu. Complimenten voor het harde werken. 31 oktober is mogelijk die no deal. We weten niet hoe het loopt. We hebben tot nu iedere keer gezien, tot een paar dagen van tevoren, dat er nog een extra top kwam, dat er nog meer ruzie was, met nog meer gedoe in het Verenigd Koninkrijk, in Brussel en over het algemeen ook in Parijs. We weten het niet. 31 oktober kan 31 oktober zijn. Is dit wetsvoorstel er dan? Kan dit met terugwerkende kracht ingaan? Hoe kijkt de regering ertegen aan? Kan de regering er nog bij helpen? Het is weliswaar een initiatiefwet van de Kamer, waar de regering niet op zit te wachten, maar we zien wel dat er een meerderheid is. Dat ziet de SP ook. Is het mogelijk om nog te versnellen? De indieners hebben de wens om het na het herfstreces te doen, maar dat is de week van 31 oktober, wil ik maar zeggen.
Tot slot, de brexit. De SP houdt er niet van om de uitslag van dat burgerreferendum dat in het Verenigd Koninkrijk is gehouden, af te doen als "een grote fout van de Britten". We hadden liever gezien dat het niet was gebeurd, maar het zegt wel iets over de Europese samenwerking. Het zegt ook iets over de arrogantie die er op dit moment richting de Britten is als het gaat om hoe wij daarnaar kijken. Ik zou het heel verstandig vinden als een scheiding zonder afspraken wordt afgewend. Ik hoop dat de indieners net als de SP zien dat dat wel degelijk ook inzet vergt vanuit Brussel, en dat daar in ieder geval ook de rust bewaard moet worden.
Dank, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Van Toorenburg namens het CDA.
Mevrouw Van Toorenburg (CDA):
Dank u wel, voorzitter. Terecht delen de collega's eerst complimenten uit, en dat doe ik ook graag. Het is heel veel werk om een initiatiefwet te maken. En het is knap om daar uiteindelijk zo veel mogelijk steun voor te krijgen en het zelfs — om het populair te zeggen — vak-K in te harken. Dat is knap gedaan, dus complimenten daarvoor.
Ik heb wel vragen, eigenlijk best wel een hoop vragen. Gelukkig hebben heel veel leden zich aangesloten, dus dat maakt het misschien makkelijker om de vele vragen te beantwoorden, want vele handen maken licht werk.
Voorzitter. Ik denk dat de initiatiefnemers terecht aangeven dat er met die dramatische brexit grote onzekerheid is voor de mensen die in Nederland en Groot-Brittannië wonen. Mensen lijden onder wat er allemaal gebeurt. Het gaat echt over de hoofden van de gemiddelde inwoner van Groot-Brittannië. Het is echt dieptriest. Het is dieptriest wat daar op dit moment aan de gang is.
We hebben natuurlijk te maken met een uitslag van een referendum, maar uiteindelijk zie je dat mensen gewoon vermalen worden in het complete, dramatische spel dat gespeeld wordt. Het is een rommeltje met een deadline. Dat is natuurlijk een giftige cocktail. Dat begrijp ik goed. Ik begrijp dus ook heel goed waarom de initiatiefnemers niet lijdzaam willen toekijken naar hoe uiteindelijk ook de mensen die uit Nederland afkomstig zijn, vermalen worden. Ik begrijp dat heel goed.
Maar ik zeg er meteen maar bij dat mijn fractie wel hele grote bedenkingen heeft bij wat hier nu gaande is. Dat komt doordat wij echt fundamenteel tegenstander zijn van dubbele nationaliteiten. Eigenlijk zijn we hiermee namelijk een nieuwe dubbele nationaliteit aan het creëren. Dat is toch wel heel erg lastig.
We zien natuurlijk dat heel veel mensen bevrijd willen worden uit hun dubbele nationaliteit. Kijk naar de groep Marokkaanse mensen die zich tot ons wendt en zegt: "Help ons met die bevrijding, want we lijden daaronder. We lijden onder de lange arm van landen. We willen die vrijheid hebben." Deze mensen zijn dus helemaal niet zo gelukkig met de dubbele nationaliteit.
Aan de andere kant voeren wij hier in de Kamer ook vaak debatten over de problemen met dubbele nationaliteiten. Mensen hebben soms toch een soort loyaliteitsconflict. Dat is niet altijd zo, maar dat kan wel spelen. Je ziet dat mensen integratieproblemen hebben en dat er fiscale dubbelzinnigheid is. Er is mogelijk zelfs sprake van politieke beïnvloeding van mensen met een dubbele nationaliteit. Het is dus ook niet voor niets dat in het regeerakkoord heel duidelijk is gemaakt dat er een keuzemoment moet komen voor personen met een dubbele nationaliteit, om uiteindelijk te eindigen bij een enkele nationaliteit. Dat is het uitgangspunt, ook van de Rijkswet op het Nederlanderschap: wij willen in Nederland één nationaliteit. Er zijn een paar kleine uitzonderingen, maar de uitgangspositie is: één nationaliteit. Wij als CDA onderschrijven dat uitgangspunt ook echt volledig.
Dat maakt, en dat is de worsteling waar wij mee zitten, dat de initiatiefnemers nu een uitzondering willen creëren voor een kleine groep die nu geworteld is in Groot-Brittannië en daar zelf voor gekozen heeft. Dat is eigenlijk — ik zeg het gewoon even eerlijk — best opportunistisch. Nou snap ik dat er partijen zijn die zeggen: wij willen sowieso een dubbele nationaliteit, voor iedereen. Dus voor hen geldt dat niet. Dan is dit gewoon een manier om er weer eentje binnen te harken, om weer diezelfde woorden te gebruiken. Maar voor sommige partijen, ik neem ook de VVD, vind ik het eigenlijk wel bijzonder. Want we willen géén dubbele nationaliteit, maar dit is een beetje ons volk en nou is het prima. Dan vraag ik me toch af of ook de VVD, die ook in vak-K zit, zich realiseert dat straks 30.000 Somaliërs gewoon weer naar Nederland zullen komen? Ik ben toch eigenlijk wel een beetje benieuwd hoe daarnaar gekeken wordt door de betrokken leden in vak-K. Dat is natuurlijk ook wat er gaat gebeuren. En dat is precies de reden waarom wij echt fundamenteel tégen dubbele nationaliteiten zijn. We maken eigenlijk op een hele opportunistische manier nu even voor een klein groepje een uitzondering. Daar worstelen wij mee.
De voorzitter:
Er is een interruptie van de heer Verhoeven.
De heer Verhoeven (D66):
Ik zie mevrouw Van Toorenburg graag worstelen. Ik vind dit ook wel een mooie en eerlijke worsteling. Ik denk dat dat ook wel een waardevolle bijdrage aan het debat is, dus dank daarvoor. Je moet altijd oppassen dat je niet met allemaal verschillende Kamerfracties zegt: zo moeten we doen, niemand twijfelt eraan, inpakken, wegwezen en klaar. Dus dank voor deze worsteling. Ik zou wel een bijdrage aan die worsteling willen leveren door toch te vragen naar een mogelijke andere invalshoek. Mevrouw Van Toorenburg zit heel erg op die dubbele nationaliteit, principieel, fundamenteel. Dat snap ik, vanuit haar invalshoek. Zij heeft het over een groepje Nederlanders, opportunistisch. Ik zou toch graag willen kijken naar de brexit, een ongelooflijke uitzonderlijke, bijna presedentloze situatie in het Verenigd Koninkrijk die we nog nooit hebben meegemaakt en naar het oplossen van de situatie op een praktische manier voor een duidelijk afgebakende groep Nederlanders. Zou dat haar worsteling niet iets lichter kunnen maken? En zou dat niet iets meer aansluiten bij de intentie van deze wet, in plaats van het gevoel "we harken er weer een dubbele nationaliteit bij"?
Mevrouw Van Toorenburg (CDA):
Juist die uitzondering voor een klein groepje maakt mijn worsteling zo groot. Ik ben altijd tegen dubbele nationaliteiten en ik vind daar ook altijd de VVD en de PVV aan mijn zijde; misschien een beetje meer de ouderwetse rechterflank. Ik ben echt tegen dubbele nationaliteit. Ik zie daar heel veel ellende in. Dat hebben we ook met elkaar afgesproken in het regeerakkoord. En dan hebben we ineens een groepje waar we eigenlijk wel een beetje affiniteit mee hebben. Ik snap het; ik heb zelf in Engeland gewoond, dus ik snap het echt wel. Maar dan is ineens ons uitgangspunt even niet belangrijk. Dat maakt eigenlijk ons uitgangspunt een discriminerend uitgangspunt. Want dat geldt dan dus blijkbaar alleen voor een groep waar we minder mee hebben. Dat maakt mijn worsteling groter. Dus ik zou juist daarom willen zeggen: als we eerlijk, standvastig zeggen dat we tegen dubbele nationaliteiten zijn, vind ik eigenlijk dat we dat moeten volhouden. Maar ik zie tegelijkertijd ook wel weer dat het een drama is. Daarom ben ik er gewoon niet uit. Het zal heel sterk afhangen van de antwoorden van de initiatiefnemers en van de antwoorden van de staatssecretaris wat wij hier uiteindelijk in gaan doen. Want ik zie ook wel dat het een drama is. Elke week wordt dat drama groter. En je wilt natuurlijk ook niet dat mensen echt vermalen worden; dan moet je ook wel weer optreden voor mensen die in ieder geval nu ook nog Nederlander zijn. Maar ik vind het een hele opportunistische benadering, die eigenlijk maakt dat iedereen zegt dat hij tegen dubbele nationaliteit is maar nu effe niet een discriminerende vorm heeft van het accepteren van een dubbele nationaliteit.
De heer Verhoeven (D66):
Dank. "Opportunistisch" is een woord dat ik bij deze wet nooit zou gebruiken. Ik spreek ook namens de D66-fractie wanneer ik zeg dat ik weet dat de indieners dit alleen maar doen om een oplossing te vinden voor een groep van 100.000 Nederlanders met een enorme onzekerheid in hun leefsituatie in het Verenigd Koninkrijk, waar een politieke crisis plaatsvindt. Ik heb mevrouw Van Toorenburg en haar worsteling nu gehoord. Zij weet het nog niet en ik ga haar niet overtuigen. Dat is mijn taak ook niet; dat is in dit geval aan de vijf collega's in vak-K. Ik zou alleen nog aan haar willen meegeven dat een uitzondering iets kan zijn wat beperkt en eenmalig is, en daarom is het een uitzondering. Ik vind dat we ervoor moeten oppassen dat een uitzondering niet altijd gezien wordt als een opmaat. Ik zie dit echt als een uitzondering omdat de brexit een uitzondering is. Ik zou mevrouw Van Toorenburg willen vragen om er op die manier naar te kijken. Een uitzondering.
Mevrouw Van Toorenburg (CDA):
De heer Verhoeven en ik hebben wel eens debatjes over de zienswijze van de Raad van State. Ik ben af en toe een beetje kritisch op de Raad van State. Die hebben weleens adviezen waarvan ik denk: hallo jongens, kom even onder die steen vandaan; zeg ik misschien een beetje blunt. Maar de heer Verhoeven daarentegen is de hoeder van de Raad van State. Hij zet mij altijd een beetje weg als ik iets lelijks zeg, maar nu zegt de Raad van State eigenlijk hetzelfde als ik, namelijk: een uitzondering, moet je dat eigenlijk wel doen? De Raad van State is wat dat betreft eigenlijk heel straight. Ik schuif aan bij de Raad van State, terwijl de heer Verhoeven nu zegt: Raad van State, maak een keer een uitzondering. Ik vind dat een aspect dat ik erbij wil betrekken. Ik snap de strijdbaarheid van de heer Verhoeven, maar ik denk ook: Nu is de Raad van State een keer een beetje kritisch en dan is dat advies ineens wat minder belangrijk.
De voorzitter:
De heer Verhoeven, afrondend.
De heer Verhoeven (D66):
Ik hoop dat ik tot een afronding kom en tot een verbinding. Ik heb echt geprobeerd om mevrouw Van Toorenburg te begrijpen. Ik heb de term "Raad van State" niet in mijn mond genomen, maar nu sta ik hier als de hoeder van de Raad van State. Misschien maakt dat de politiek wel leuk, namelijk dat er altijd weer een wending is. Ik heb het advies van de Raad van State altijd zeer serieus genomen. Ik ga ervan uit dat de indieners dat in dit geval ook willen doen. Ik heb alleen aangegeven dat ik in mijn verantwoordelijkheid als politicus namens D66, als behandelaar van deze wet, vind dat een uitzondering in dit geval te rechtvaardigen is en dat de situatie rondom de uitzondering de aannemelijkheid van een zeer beperkte en precedentloze uitzondering zeer groot maakt. Dat heb ik mevrouw Van Toorenburg willen meegeven. Over de Raad van State doe ik verder geen uitspraken.
Mevrouw Van Toorenburg (CDA):
Ik wel, want de Raad van State zegt eigenlijk dat het willekeur is. Ik snap dat wel. Daarom heb ik dit antwoord aan de heer Verhoeven gegeven. Wij hebben de enorme gave dat, als wij het met elkaar eens zijn, we ook altijd zien waarin wij verschillen en nu dus ook weer.
Mevrouw Özütok (GroenLinks):
Voorzitter. Mevrouw Van Toorenburg laat haar worsteling zien met haar principiële standpunt over deze noodwet. Ik begrijp dat, want het gaat om een uitzonderlijke situatie. Het gaat om een politieke crisis die zich daar voltrekt en duizenden mensen met de Nederlandse nationaliteit in onzekerheid laat. Maar mevrouw Van Toorenburg is ook bevreesd dat er allemaal Somaliërs deze kant uitkomen. Wat bedoelt zij daarmee?
Mevrouw Van Toorenburg (CDA):
Dat houd ik met name de VVD voor. In 2006, 2007 kwamen er tamelijk alarmerende berichten dat heel veel mensen uit de Somalische gemeenschap, die niet wilden solliciteren en in hun beleving niet snel genoeg een uitkering kregen, naar Engeland zijn gegaan omdat ze daar sneller een uitkering kregen en niet hoefden te solliciteren. Daar is toen een enorme groep naar toe gegaan en die groep komt ook weer terug. Ik maak mij zorgen over een groep die totaal niet geïntegreerd is. Het kunnen er 30.000 zijn en dat vind ik een zorgpunt dat ik hier ook neerleg. Iedereen denkt dat er een groep naar Nederland komt die morgen misschien weer enthousiast meedoet in onze Nederlandse samenleving, maar misschien is dat wel niet zo. Ik vind dat een aspect dat wij hier ook moeten benoemen. Anders maken wij iedereen wijs dat het allemaal mensen zijn die succesvol in the City werken en dat die terug naar Nederland komen, maar dat is dus niet zo.
Mevrouw Özütok (GroenLinks):
Het is wel heel raar dat mevrouw Van Toorenburg er één groep uitpikt, terwijl dat ook Nederlanders zijn. Het gaat om het Nederlanderschap en om een noodwet. Mevrouw Van Toorenburg moet die Somaliërs niet, want ze waren eerder al niet zo geïntegreerd hier en ze zijn opportunistisch. Niemand hier heeft echter gezegd dat het om opportunistische zaken gaat. We hebben het hier over Nederlanders die over het Nederlanderschap beschikken. Dat hebben ze al verkregen, maar toch maakt mevrouw Van Toorenburg een onderscheid als het gaat om het herkomstland van Nederlanders. Dat is niet te rijmen met de staatsrechtelijke beginselen waar zij wel voor staat.
Mevrouw Van Toorenburg (CDA):
Dit is een gewoon een politiek debat waarin ik het woord "opportunistisch" heb genoemd. Mevrouw Özütok zegt dat nu, maar ik zeg het dus expliciet. Tegelijkertijd vind ik het belangrijk dat, als wij over een wet discussiëren, we alle aspecten daarvan meenemen. Zo is er het aspect, dat ik heel goed begrijp, dat brexit een drama is. Er is het aspect, dat ik ook goed begrijp, dat wij daar echt iets mee moeten, al vind ik dat een worsteling. Maar het gaat ook om de andere aspecten. Als ik altijd tegen de dubbele nationaliteit ben, moet ik het ook in dit geval zijn. Er zijn een aantal mensen die zeggen: ja, maar dit is een bijzonder groepje, dit is een beetje ons volk. Dan zeg ik: nou, dat is de vraag. Er is ook een hele grote groep die naar Nederland komt waar we heel erg veel last van gaan krijgen. Dat zeg ik ook gewoon.
De heer Anne Mulder (VVD):
Ik wil even wegblijven uit de discussie over herkomst van nationaliteit. Ik probeer goed het argument te begrijpen van mevrouw van Toorenburg. Zij zegt: Somaliërs — ik wil er even weg van blijven — komen dan terug naar Nederland. Maar deze wet is nou juist bedoeld om mensen met de Nederlandse nationaliteit die wonen en werken in het Verenigd Koninkrijk de gelegenheid te geven juist daar te blijven. De bedoeling is niet dat mensen terugkomen, maar dat zij daar juist kunnen blijven, nog los van de herkomst. Dus het argument van mevrouw Van Toorenburg om het daarom niet te willen ... het is juist andersom. Ze zou het juist moeten steunen als ze wil dat mensen daar blijven.
Mevrouw Van Toorenburg (CDA):
Dat zou de korte klap kunnen zijn, maar ik constateer dat we een hele grote groep mensen nog langer een dubbele nationaliteit geven. Dat is waar wij principieel tegen zijn, om alle redenen die ik eerder heb genoemd.
Mevrouw Leijten (SP):
Dat voorbeeld van de groep Somaliërs kan ik niet helemaal volgen. Volgens mij hebben zij met hun verblijfsvergunning in Nederland niet per se de nationaliteit gekregen. Ik heb ook een voorbeeld gegeven van Nederlanders die verblijven in een land waarin de regering verandert of waar oorlog uitbreekt. Wat doen we daarmee? Ik denk dat wij met hetzelfde gevoel naar dit wetsvoorstel hebben gekeken. Is dit niet opportunistisch? Is er geen willekeur mogelijk? Ik ken mevrouw Van Toorenburg aan de ene kant als een heel streng Kamerlid, maar aan de andere kant ook als iemand met een warm hart. Ik vraag haar om ook in te zien dat dit niet alleen een uitzondering is, maar ook een tijdelijke uitzondering, die dus ook weer vervalt op het moment dat er andere afspraken zijn gemaakt. Dat weegt voor onze fractie in ieder geval ook mee. Het gaat niet om het tot in lengte van dagen toekennen van een dubbele nationaliteit, maar om een tijdelijke situatie, totdat de burgerrechten in de vervelende situatie van de brexit geregeld zijn. Ziet mevrouw van Toorenburg van het CDA dat ook?
Mevrouw Van Toorenburg (CDA):
Ja, dat is een argument om ervoor te kunnen zijn. Tegelijkertijd is het een argument van de Raad van State om te zeggen: het is dus echt willekeur. Het gaat echt om een klein groepje en om een tijdelijke maatregel. Dat maakt het ook wel weer ingewikkelder, omdat het blijkbaar alleen om dit groepje gaat. Voor iemand die nu al van plan is om naar Groot-Brittannië te gaan, maar daarna daarnaartoe vertrekt, geldt het ineens niet. Dat is eigenlijk ook een beetje raar. Dat is ineens iemand die maar gewoon weggaat. Ik vind het heel lastig en daarom blijf ik hier zitten dubben. Ik merk dat wij samen met de SP aan het dubben zijn. Dus ik weet het gewoon niet.
Mevrouw Leijten (SP):
Ik snap dat echt heel goed. Wat de SP betreft is het ook geen opmaat naar. Ik heb net D66 horen zeggen dat het wat hen betreft ook niet zo is, ook al kennen wij hun standpunt daarover. Wat ik zo gek vind, is dat u op dit punt heel streng bent, maar op andere onderdelen van de continuïteitsplanning van de brexit niet. Het CDA vindt dat er een uitzondering moet zijn voor de handel in vee en vlees en zit de regering achterna om de NVWA in deze uitzonderlijke situatie extra controles te gunnen. Ik ben het daar overigens mee eens, hoor. Het CDA pleit ervoor om hier medicijnen toe te laten die eigenlijk wettelijk niet toegelaten zijn. Ik steun dat hoor. Het CDA steunt de continuïteitsplanning van de financiële producten van de City en Frankfurt als het gaat om de continuïteit van de financiële sector. Dat zijn allemaal uitzonderingssituaties, die allemaal te maken hebben met de brexit en die allemaal te maken hebben met deze bijzondere situatie. Als ik dat allemaal afweeg, vind ik dat de burgerrechten net zo hard meewegen. Ik hoop dat het CDA daar uiteindelijk in meegaat.
Mevrouw Van Toorenburg (CDA):
Dat is juist heel erg consequent, omdat wij op al die aspecten inzetten op internationale handel, om die meer mogelijk te maken. Daarom zijn wij daar ook voor. Daarom vinden wij dat je ook deze zaken moet regelen. Tegelijkertijd zijn wij altijd tegen de dubbele nationaliteit, en dat harken wij in één keer mee naar binnen. Het gaat om een begrijpelijke groep, in een hoop ellende. Ik snap het allemaal, maar ik vind wel dat wij moeten benoemen dat het raar is om dan ineens die uitzondering te maken. Als ik nu zou zeggen "ineens heb ik niks meer met internationale handel", zou ik precies doen wat mevrouw Leijten zegt. Het is natuurlijk een beetje raar om te zeggen: ineens heb ik niks meer met die mogelijkheid om die medicatie te krijgen.
Mevrouw Leijten (SP):
Op het gebied van internationale handel en de toelating van producten op het Europese grondgebied en op het gebied van controles van vee, vlees en andere handel zijn wij juist uitzonderingssituaties aan het creëren, omdat de brexit zo bijzonder is. Als je die lijn doortrekt, is het niet gek om het wat betreft de burgerrechten ook te doen in deze tijdelijke situatie. Ik zeg dus juist tegen het CDA: kijk met dat strenge, maar warme hart naar dit wetsvoorstel, zoals u ook kijkt naar die veehouderijpunten van de NVWA, naar de financiële producten en naar de medicatie. Omdat deze situatie inderdaad uitzonderlijk is, hebben we op die vlakken uitzonderingen op de internationale handel. Je zou ook op dit vlak zo'n uitzondering kunnen hebben, omdat het een beperkte groep is en tijdelijk.
De voorzitter:
Mevrouw Van Toorenburg voor een reactie en dan vervolgt u uw betoog.
Mevrouw Van Toorenburg (CDA):
We regelen hier niet alleen dat je een uitzondering maakt in zo'n situatie, maar ook een uitzondering op je eigen uitgangspunt. Mijn vraag is of ik mijn eigen uitgangspunt, namelijk dat ik tegen dubbele nationaliteiten ben, ook maar ineens aan de kant moet schuiven. Al die andere zaken zijn zaken die ik altijd goed wil regelen internationaal. Het is dus niet gek dat ik dat hiermee ook doe, alleen wordt mij nu gevraagd om een uitzondering te maken op de hoofdregel, die we ook nog eens een keer met onze partners in het regeerakkoord hebben afgesproken. Dat is mijn twijfel, voorzitter.
We hebben natuurlijk ook nog een nota van wijziging gezien. Daarin staat eigenlijk dat de wet in werking zal treden op het moment dat het Verenigd Koninkrijk daadwerkelijk de Europese Unie verlaat, zonder akkoord, waardoor die rechten dan niet zijn gewaarborgd. Maar er staat eigenlijk: "niet voldoende gewaarborgd". De initiatiefnemers geven zelf aan dat het begrip "voldoende" wel enige beoordelingsruimte laat. Laten we wel zijn: dat is een behoorlijke beoordelingsruimte. "Voldoende" is namelijk echt een zeldzaam vaag begrip. Ik wil van de initiatiefnemers graag weten wie gaat beoordelen of die rechten "voldoende" zijn gewaarborgd. Er zullen mensen zijn voor wie het nooit voldoende is. Er zullen mensen zijn die zeggen: het is met de hakken over de sloot, maar ik kan ermee leven. Dat is toch wel een beetje het dilemma waar ik naar kijk. Wat regelen we dan? Zo'n begrip is zo vaag dat dat leidt tot minder rechtszekerheid. De staatssecretaris zit nu ook in vak-K en ik ben ook wel benieuwd hoe zij hiernaar kijkt. Kan zij hier wel mee uit de voeten? Hoe ziet de staatssecretaris dit?
Ik heb nog een vraag aan de staatssecretaris over dit wetsvoorstel. De initiatiefnemers geven aan dat ze hopen dat de Britten zorgvuldig zullen omgaan met Nederlandse onderdanen in het land, zoals wij in Nederland goed om willen gaan met de mensen met de Britse nationaliteit die hier wonen. Ik ben wel benieuwd hoe de staatssecretaris daar invulling aan wil geven. Hoe gaan wij als regering zo zorgvuldig mogelijk om met deze mensen en hoe zorgen we ervoor dat daar zo zorgvuldig mogelijk met de mensen wordt omgegaan? Die continuïteit ligt eigenlijk bij de regering en daarom stel ik die vraag aan de staatssecretaris.
Tot slot wil ik graag van de staatssecretaris weten hoe zij aankijkt tegen de uitvoering van het regeerakkoord, waarin we zeiden: één nationaliteit, en het feit dat hier nu voorligt, namelijk dat er een uitzondering wordt gemaakt op die afspraak die wij met elkaar hebben. Ik wil wel graag een beoordeling van de staatssecretaris van voorliggend voorstel.
Ik rond af, voorzitter. Ik begrijp heel goed waarom de initiatiefnemers dit willen doen en waarom zij hun uiterste best doen voor een groep Nederlanders die gemangeld worden. Ik zie dat, ik waardeer dat, ik respecteer dat. Alleen heb ik tegelijkertijd ook mijn worsteling op tafel willen leggen. Als je altijd zegt, en dat al jarenlang — ik doe dit al twaalf jaar hier in de Kamer, ik heb al twaalf jaar hetzelfde verhaal, namelijk dat ik níet voor een dubbele nationaliteit ben — dan vind ik het nu echt heel erg moeilijk om te zeggen: het is een beetje ons eigen volk en daar maken we deze uitzondering voor. Daar zit mijn grote aarzeling. Ik zal daarover aan de hand van de antwoorden van de initiatiefnemers en de beantwoording door de staatssecretaris de discussie en het debat aangaan binnen mijn fractie, om te kijken hoe wij hierover uiteindelijk zullen stemmen. Ik kan het u nog niet zeggen.
De voorzitter:
Dank u wel. Tot slot in deze eerste termijn van de Kamer geef ik het woord aan de heer Mulder, die zal spreken namens de fractie van de VVD.
De heer Anne Mulder (VVD):
Voorzitter, dank. We zijn vandaag bezig met het bespreken van de Rijkswet op het Nederlanderschap om de schadelijke gevolgen van de brexit zo veel mogelijk te beperken. Ik sluit mij aan bij alle complimenten aan de indieners. Dank voor deze wet.
Het is al gezegd: het Verenigd Koninkrijk gaat in principe op 31 oktober de Europese Unie verlaten. Dat heeft negatieve gevolgen voor honderdduizend Nederlanders in het Verenigd Koninkrijk. Afgelopen maandag heeft een aantal van ons in Londen gesproken met vertegenwoordigers van deze groep. Je zag dat deze mensen zeer bezorgd zijn over hun toekomst. Niet alleen mijn fractie heeft met Nederlanders in het Verenigd Koninkrijk gesproken, maar iedereen in deze Kamer heeft dat gedaan.
De mensen zijn ongerust, ook omdat het terugtrekkingsakkoord, zoals dat heet, waarin hun rechten zijn geregeld, inmiddels drie keer is verworpen door het Britse parlement. Dit Britse kabinet zegt weliswaar ook op te willen komen voor de EU-burgers in zijn land, maar het is totaal onvoorspelbaar zoals we de afgelopen dagen, weken, maanden en eigenlijk de afgelopen drie jaar hebben kunnen zien. Het is dan ook goed dat we met deze wet zijn gekomen om de gevolgen voor deze mensen, die daar helemaal niets aan kunnen doen, te beperken. Zij mogen niet de dupe worden van de brexit.
Collega Verhoeven zei al — andere collega's hebben dat ook gezegd — dat de Tweede Kamer de Brexitwet heeft aangenomen, maar die regelt geen zaken zoals verblijfsrecht, terugkeerregelingen et cetera. Deze wet is nodig want er is nog niks geregeld. Nederlanders die in het Verenigd Koninkrijk wonen, kunnen hun problemen oplossen door de Britse nationaliteit aan te nemen, maar als zij dat doen, verliezen ze hun Nederlandse nationaliteit. Dat doen ze dus niet.
Als je de problemen voor deze mensen echt wilt oplossen, zul je een uitzondering moeten maken op de wet. Dan moeten zij de kans krijgen om de Britse nationaliteit aan te nemen en tegelijkertijd de Nederlandse nationaliteit te behouden. Mijn fractie denkt daar niet licht over. Ik kan goed begrijpen wat mevrouw Van Toorenburg namens het CDA zegt. In plaats van daarmee te worstelen, zijn wij ons gaan engageren met de initiatiefnemers om ervoor te zorgen dat het echt een uitzondering is. Ik sta hier vandaag als brexitwoordvoerder, ook om te laten te zien dat dit voor ons een brexitzaak is en geen zaak van nationaliteiten.
Het is belangrijk dat er twee dingen in de wet zitten. De eerste is een horizonbepaling. De wet vervalt een halfjaar na inwerkingtreding ervan. Op een gegeven moment is de wet weer van tafel en heeft hij, als het goed is, zijn werk gedaan. Ten tweede geldt de wet alleen als er geen deal of een andere regeling is. Hij geldt alleen bij uitzondering. Wij zijn blij met deze aanpassingen in de wet. We zien nu allemaal dat het echt alleen over de brexit gaat. Dat is een uitzonderlijke situatie en daar moeten we wat aan doen.
Tot slot heb ik een vraag aan de staatssecretaris. Als deze wet van kracht wordt, is het ook van belang dat mensen in het Verenigd Koninkrijk weten dat hij bestaat. Daarvoor hebben we een publiciteitscampagne nodig, vooral voor ouderen voor wie het soms moeilijk is om via sociale media of anderszins ergens van op de hoogte gesteld te worden. We moeten ervoor zorgen dat iedereen, ook ouderen, van deze wet weten als hij wordt aangenomen.
Dank voor deze wet. We zullen hem steunen.
De voorzitter:
Er is nog een interruptie van mevrouw Leijten.
Mevrouw Leijten (SP):
Ik vroeg me voor dit debat af waarom de VVD bij deze wet is aangehaakt. Eerder heeft zij moties hierover afgewezen. Ik vind dat de heer Mulder dat nu duidelijk heeft gemaakt. De onzekerheid hield aan en we kunnen op deze manier de wet verbeteren. Daar wil ik eigenlijk geen vraag meer over stellen. Maar nu hij over een publiciteitscampagne begint, vind ik dat toch een beetje gek. Waarom zijn we wakker geworden bij dit probleem? Omdat wij allemaal wellicht honderden mailtjes hebben gekregen van Nederlanders in Groot-Brittannië die in grote problemen zitten. We hebben zelfs al van veel mensen het signaal gekregen dat zij toch maar hebben gekozen voor de Britse nationaliteit om maar zekerheid te hebben. Denkt u nu echt dat zo'n publiciteitscampagne nodig is? Denkt u niet dat iedereen die in Groot-Brittannië woont en uit een lidstaat van de Europese Unie komt, die brexit en wat daarmee gebeurt op de voet zal volgen?
De heer Anne Mulder (VVD):
Ik begrijp de vraag. Ik kom hierop naar aanleiding van het bezoek aan Londen van mij en een aantal andere leden die hier aanwezig zijn. We waren daar op de Nederlandse ambassade en daar ging het over de zogenaamde "settled status". De Nederlandse ambassade in het Verenigd Koninkrijk is druk bezig om mensen hierover te benaderen, vooral ook ouderen, die hier toch minder goed van op de hoogte zijn. Als liberaal denk ik altijd: mensen zijn zelfstandig en zijn goed geïnformeerd. Maar soms zie je in de praktijk dat dat niet het geval is. Dat heb ik afgelopen maandag gehoord in Groot-Brittannië. Vandaar dat ik deze vraag stel, dus op basis van wat we afgelopen maandag hebben gehoord. Niet iedereen leest alle kranten altijd precies, zoals wij hier allemaal doen. En niet iedereen weet hoe hij op zijn computer alles precies moet aanvragen. Daar gaat het me om.
De voorzitter:
Mevrouw Leijten? Zij laat het erbij.
Dank u wel, meneer Mulder. Hij was de laatste spreker in deze eerste termijn van de kant van de Kamer.
De algemene beraadslaging wordt geschorst.
De voorzitter:
Zoals gezegd hebben de initiatiefnemers al aangegeven dat zij graag zien dat de voortzetting van deze wetsbehandeling voor zo snel mogelijk na het herfstreces wordt ingepland.
De vergadering wordt van 11.11 uur tot 11.47 uur geschorst.
Voorzitter: Arib
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20192020-11-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.