3 Landbouw- en Visserijraad 28 januari 2019

Aan de orde is het VSO Landbouw- en Visserijraad op 28 januari 2019 (AO d.d. 23/1).

De voorzitter:

Aan de orde is het VSO Landbouw- en Visserijraad op 28 januari 2019. We hebben zeven deelnemers van de zijde van de Kamer, waarvan er vier daadwerkelijk iets gaan zeggen. De eerste is mevrouw Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren. Zij heeft twee minuten spreektijd. Een hartelijk woord van welkom ook aan de minister. Zij is herstellende van de griep. Het is fijn dat u bij ons bent, minister. Het is vandaag een beetje dierendag, want we hebben tot de klok van bijna 16.00 uur debatten over visserij en veehouderij, dus we zijn de hele dag met dieren bezig. Het is een beetje de dag van mevrouw Ouwehand, zal ik maar zeggen. Het woord is aan u, mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Beterschap aan de minister! De Landbouw- en Visserijraad vindt inderdaad aanstaande maandag plaats in Brussel of waar het dit keer ook maar is. Daar gaat Nederland beslissingen nemen. Wij willen graag helderheid over bijvoorbeeld het guidance document for bees dat gebruikt wordt om de toelating van landbouwgif te toetsen op de gevolgen voor bijen. We maken ons daar zorgen over en hebben daarom een motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering zich in de discussie over het EFSA guidance document for bees in te zetten voor optimale bescherming van bijen en hommels tegen middelen met acute en chronische toxiciteit,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1151 (21501-32).

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dan loopt er een zeer terechte campagne om in heel Europa een einde te maken aan kooihuisvesting voor dieren. Het lijkt me erg goed als Nederland daarin het voortouw neemt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering in te zetten op een Europees verbod op kooihuisvesting,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1152 (21501-32).

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

En dan beginnen we natuurlijk hier, dus daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de verrijkte kooi voor leghennen verboden wordt per 2021, maar dat de kippen nog wel in koloniekooien mogen worden gehuisvest, waardoor de dieren dus nog altijd niet hun natuurlijke gedrag kunnen vertonen;

verzoekt de regering een verbod in te stellen op de koloniekooien voor kippen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1153 (21501-32).

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dan de volgende en laatste motie, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering een verbod in te stellen op alle kooihuisvesting van dieren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1154 (21501-32).

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Geurts van de fractie van het CDA.

De heer Geurts (CDA):

Voorzitter. Allereerst dank aan het ministerie. Dat heeft nachtwerk geleverd om al de vragen te beantwoorden die de Kamer in haar controlerende functie weer bedacht heeft. Ik heb de antwoorden heel snel moeten lezen voordat ik hier kwam. Samen met mevrouw Lodders, die nog onderweg is, kom ik tot de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het Ctgb een berekening voor blootstelling van consumenten aan chloorprofam heeft uitgevoerd, waaruit blijkt dat een veilig gebruik van chloorprofam als herbicide mogelijk is;

overwegende dat deze stof van groot belang is voor uienteelt, groenteteelt en andere kleine teelten;

verzoekt de regering tegen het voorstel te stemmen om goedkeuring van deze stof niet te verlengen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Geurts en Lodders. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1155 (21501-32).

De heer Geurts (CDA):

Voorzitter, even nog wat meer woorden daarbij. Ik kan mij voorstellen dat de minister gaat zeggen: de Kamer heeft mij de opdracht gegeven om tot consensus te komen, dus dat doe ik nu. Ja, maar er is consensus over het feit dat chloorprofam als herbicide, als bewaarmiddel, gewoon toegestaan is. Alleen om administratieve redenen gaan we het nu in een keer niet toestaan en dat vinden wij onacceptabel.

De voorzitter:

Dank u wel. Omdat mevrouw Lodders er niet is, is de laatste spreker van de zijde van de Kamer inmiddels de heer Bisschop van de fractie van de Staatkundig Gereformeerde Partij. Het woord is aan hem.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Ik sluit me graag aan bij de wensen van beterschap in de richting van de minister. Sterkte bij de werkzaamheden vandaag! Dank ook voor de reactie op de gestelde vragen. Het was nachtwerk, maar dat leidt er wel toe dat wij nu een motie willen indienen. Die luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat artikel 7 van de voorgestelde Verordening strategische plannen aangeeft dat de resultaatindicatoren voor de milieu- en klimaatdoelstellingen in het gemeenschappelijk landbouwbeleid ook betrekking kunnen hebben op beleidsinterventies op grond van onder meer de Natura 2000-richtlijnen, de Nitraatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water;

van mening dat oneigenlijke koppeling tussen de strategische plannen en voor Nederland gevoelige richtlijnen buiten het GLB om voorkomen moet worden;

verzoekt de regering zich te verzetten tegen de genoemde koppeling van de resultaatindicatoren aan beleidsinterventies buiten het gemeenschappelijk landbouwbeleid om,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bisschop. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1156 (21501-32).

De heer Bisschop (SGP):

Dank u zeer.

De voorzitter:

Dank u wel. Tot zover de termijn van de Kamer. Ik wijs er nog even op dat we vandaag al gaan stemmen over de moties die zojuist zijn ingediend. Minister, zal ik een minuutje schorsen? Ik schors vijf minuten en dan gaan we luisteren naar de minister.

De vergadering wordt van 10.20 uur tot 10.25 uur geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Schouten:

Voorzitter, dank, ook voor de beterschapswensen vanuit de Kamer. Mijn stem is een beetje hees, maar ik ga vandaag heel erg mijn best doen om u van alle antwoorden te voorzien. Of dat de antwoorden zijn die u wenst, kan ik niet beloven.

De voorzitter:

We bieden u meteen een cognacje aan. Dat komt nu uw kant op.

Minister Schouten:

Zou dat helpen, denkt u, voorzitter?

De voorzitter:

Goed gorgelen.

Minister Schouten:

Oké. Dank u wel voor de tip.

Ten eerste ga ik in op de motie van mevrouw Ouwehand op stuk nr. 1151 over het EFSA guidance document for bees. Mevrouw Ouwehand zegt dat er maandag over van alles wordt gestemd, maar dat is helemaal niet zo. Dit document wordt op dit moment nog besproken tussen de Europese Commissie en de lidstaten. Dat is ook nog in concept. Er vindt dus in de SCoPAFF nog helemaal geen stemming over plaats. De motie is zeer breed geformuleerd. Ik kan dus ook niet echt overzien wat mevrouw Ouwehand er precies mee bedoelt. Ze heeft in haar motie verder geen toelichting opgenomen. Ik vind de motie dan ook vaag. Ik weet niet waarop ik gevraagd word te antwoorden. Tegelijkertijd is het nog iets wat gewoon work in progress is. Dus ik ontraad deze motie.

De voorzitter:

Dank u wel. Een vraag nog van mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De situatie was een beetje ingewikkeld omdat de minister ziek was. We hebben daardoor een algemeen overleg waarin ik wat meer toelichting had kunnen geven, niet kunnen voeren en vanochtend om half tien kregen we dan de antwoorden in het kader van het schriftelijk overleg. Wij hebben zorgen over de discussie die plaatsvindt over dat beeguidancedodument. Als ik het goed heb, was de inzet van Nederland optimale bescherming van bijen en hommels tegen middelen met acute en chronische toxiciteit. Dat was de inzet van Nederland. Zegt de minister dat dit is veranderd? Ze mag er ook schriftelijk op antwoorden. Er wordt inderdaad nu in de SCoPAFF niet over gestemd, maar we maken ons wel zorgen over die discussie en willen helderheid over de Nederlandse positie.

Minister Schouten:

Maar dat suggereert dat Nederland een andere positie zou innemen. Wij zijn gewoon in discussie met de Europese Commissie om te kijken hoe dat document eruit zal moeten zien. Daar worden allerlei aspecten bij gewogen. Dat is altijd al zo geweest; dat is niet nieuw. Als mevrouw Ouwehand zegt dat er, met alle middelen die er zijn, geen enkele bij of hommel mag sterven daardoor, dan kan ik dat niet beloven of toezeggen. Dus ik weet niet precies waar zij nu precies op ziet en daarom vind ik het ingewikkeld te zeggen hoe ik deze motie moet duiden. De motie is mij te vaag en daarom ontraad ik die ook.

De voorzitter:

De motie is ontraden.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter, dan houd ik de motie aan, maar ik moet zeggen dat de beantwoording van de minister mij niet geruststelt.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Ouwehand stel ik voor haar motie (21501-32, nr. 1151) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Schouten:

De tweede motie van mevrouw Ouwehand, de motie op stuk nr. 1152, vraagt om ons in EU-verband in te zetten voor een Europees verbod op kooihuisvesting. In het algemeen pleiten wij natuurlijk in Europa altijd voor aandacht voor dierenwelzijn. Dus die discussies vinden plaats, maar om nu gelijk een Europees verbod op alle kooihuisvesting te bepleiten, vind ik heel ver gaan. Ik ontraad daarom ook deze motie.

De motie van mevrouw Ouwehand op stuk nr. 1153 gaat over de koloniekooien voor kippen. In Nederland worden de verrijkte kooien uitgefaseerd en die zijn vanaf 2021 ook niet meer toegestaan. Vanuit het oogpunt van een level playing field ga ik nu niet op een verbod op koloniekooien inzetten. De markt doet hierbij ook al zijn werk. Er zijn ook steeds minder afnemers voor kooieieren. Dus ik ontraad deze motie.

De motie van mevrouw Ouwehand op stuk nr. 1154 verzoekt om alle kooihuisvesting van dieren te verbieden. Die motie vind ik heel vergaand en ontraad ik dan ook.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik wil eigenlijk ingaan op alle reacties van de minister op het verzoek om een einde te maken aan het in kooien houden van dieren in de veehouderij. Zij vindt dat verzoek heel ver gaan. Staat de minister achter eerdere doelstellingen van haar voorgangers dat uiterlijk in 2022 het perspectief van het dier leidend is, dat het systeem is aangepast aan het dier in plaats van het dier aan het systeem en dat dieren een soorteigen gedrag moeten kunnen vertonen? Staat zij daar achter en denkt zij dat dieren in kooien dat kunnen?

Minister Schouten:

Dieren worden in heel veel verschillende situaties gehouden. Als er sprake is van slecht dierenwelzijn, kijken wij steeds hoe je het dierenwelzijn kunt verbeteren. Het gaat echt heel erg ver om nu in een keer een verbod af te kondigen op het houden van dieren in kooien. Volgens mij is dat ook niet de strekking van wat mijn voorgangers hierover hebben gezegd.

De voorzitter:

Helder. Dan de motie op stuk nr. 1155. Nee, mevrouw Ouwehand, we gaan door.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter, mag ik ...

De voorzitter:

U heeft maar één interruptie. Ik moet over vier minuten met het volgende VAO beginnen, dus ik wil even doorgaan.

Minister Schouten:

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 1155 van de leden Geurts en Lodders over het voorstel om goedkeuring van de stof chloorprofam wel te verlengen, in tegenstelling tot wat de Europese Commissie heeft voorgesteld. Inderdaad, meneer Geurts, mij is eerst opgedragen door de Kamer om te zoeken naar overeenstemming. De partijen die het betreft zijn dan ook bij elkaar gaan zitten om die discussie met elkaar te voeren. Ik heb precies gedaan wat de Kamer mij heeft gevraagd. Uit het overleg is gekomen dat het Ctgb overtuigd is door onder andere de Europese Commissie. De Commissie heeft aangegeven, en dat snap ik ook wel, dat er een onvolledige aanvraag is ingediend door degene die de goedkeuring van de stof wil verlengen. We hebben gewoon vrij duidelijke procedures waaraan je moet voldoen als je een verlenging wilt hebben. Als de aanvrager dan een onvolledig dossier indient, ligt er een heel grote verantwoordelijkheid bij de aanvrager. Dat geldt voor iedereen, niet alleen voor de aanvrager van chloorprofam. Iedereen moet aan die procedures voldoen. Hier gebeurt dat niet. Ik kan me er dan wat bij voorstellen dat de Europese Commissie dan zegt dat het a de verantwoordelijkheid is van de aanvrager en b als we hier de teugels laten vieren, dat heel veel betekent voor alle volgende aanvragen die gaan komen. Want iedereen die met een onvolledig dossier op de proppen komt, kan dan toch een toelating krijgen. Het Ctgb is ook overtuigd geraakt door deze redenering. Ik snap die redenering ook. Hier ligt echt een grote verantwoordelijkheid bij de aanvrager van het middel. Dat hebben ze niet goed gedaan. Ze kunnen dan niet achteraf komen met "het zijn procedurele redenen". Zij wisten waar ze aan moesten voldoen. Ze hebben dat niet gedaan. Dat de toelating van de stof niet verlengd wordt, is dan niet per definitie de fout van de Commissie, het Ctgb, de EFSA of wat dan ook.

De voorzitter:

Eén vraag, meneer Geurts.

De heer Geurts (CDA):

Ik was al voorbereid op het antwoord van de minister, dat vrij procedureel is. Ik kom hier samen met mevrouw Lodders op voor de uienteelt, groententeelt en andere kleine teelten, met name voor de mensen die daarin werkzaam zijn en die het nu onmogelijk wordt gemaakt om hun voedsel te produceren. Daarom hebben we deze motie ingediend en daarom brengen we haar ook in stemming.

Minister Schouten:

Dat begrijp ik. Dat is ook het recht van de heer Geurts en mevrouw Lodders. Ik hoop wel dat de heer Geurts ook begrijpt dat als wij hier nu zeggen "nou, toe maar dan" ... Ik snap het hoor, dat je zegt dat er redenen zijn om hier anders tegenaan te kijken. Maar wat betekent dat voor al die aanvragers van andere stoffen? Die komen dan ook met een half dossier. De Commissie moet dan elke keer gaan instemmen, terwijl er een half dossier ligt. Hier ligt echt een hele grote verantwoordelijkheid bij degene die de aanvraag voor de stof indient. Dat geldt voor iedereen, hier niet uitgezonderd. Misschien zou de heer Geurts dan ook even daar aan de bel moeten trekken. Ik ontraad deze motie dus, ook omdat de instanties die het betreft het nu met elkaar eens zijn, precies zoals de Kamer mij had verzocht.

Dan de motie van de heer Bisschop op stuk nr. 1156. Hij vraagt om juist geen koppeling te maken tussen zaken die we afspreken in het kader van bijvoorbeeld de Kaderrichtlijn Water en het GLB. Ik denk juist dat je die slimme koppeling wel moet maken. Daar zijn boeren ook mee gediend. Zij weten dat ze een aantal doelstellingen moeten behalen, bijvoorbeeld ten aanzien van de Kaderrichtlijn Water. Als we hen dan niet helpen om die stappen te kunnen zetten, bijvoorbeeld met het GLB, zou dat juist contraproductief werken. Ik zie juist een hele grote mogelijkheid om met het GLB de doelstellingen te realiseren die we aan onder anderen boeren stellen ten aanzien van de waterkwaliteit of de Nitraatrichtlijn. Het zou bijzonder zijn als we juist iets tegendraads doen, zou ik zeggen. Vandaar dat ik deze motie ontraad.

De voorzitter:

Helder. Een vraag nog van de heer Bisschop. Eén vraag. Het woord is aan hem.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. De tijd is kort geweest in de voorbereiding. De achtergrond van deze motie is dat er opnieuw een stapeling van allerlei eisen dreigt, wat niet leidt tot een geïntegreerd beleid, maar er juist nog een tandje bij zet. Dat is een punt waarvan wij zeggen: dat moet je anders aanpakken. Vandaar deze motie. Het zou mooi zijn als de minister dat zou kunnen ondersteunen.

De voorzitter:

Maar dat heeft ze niet gedaan.

Minister Schouten:

Ik denk juist dat we zoeken naar het geïntegreerde beleid en dat we daarmee proberen zo maximaal mogelijk af te stemmen wat we bij de ene richtlijn doen en wat we bijvoorbeeld bij het GLB doen om te kijken hoe we dat kunnen realiseren. Ik zou bijna zeggen: de heer Bisschop wordt al op zijn wenken bediend. Daarom ontraad ik deze motie ook.

De voorzitter:

Helder.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Wij gaan vanmiddag stemmen over de moties van dit VSO. Dat gaat gebeuren bij aanvang van de middagvergadering.

Naar boven