2 Vragenuur: Vragen Van Brenk

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Van Brenk aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, bij afwezigheid van de minister van Infrastructuur en Waterstaat, over het bericht "Remsysteem scootmobiel net zo gevaarlijk als dat van stint".

De voorzitter:

Aan de orde is nu de vraag van mevrouw Van Brenk namens 50PLUS aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. Ook haar heet ik van harte welkom. De staatssecretaris vervangt de minister. De vraag gaat over het bericht dat het remsysteem van de scootmobiel gevaarlijk is. Het woord is aan mevrouw Van Brenk.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Dank, voorzitter. De scootmobiel is het gevaarlijkste vervoermiddel in Nederland, aldus het programma Kassa afgelopen zaterdag. 50PLUS weet al langer dat het aantal ongevallen met scootmobielen onrustbarend hoog is. Wij hebben verzocht dit mee te nemen in een onderzoek uitgevoerd door de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid. Als het goed is komen de resultaten hiervan deze maand.

De techniek van de scootmobiel brengt risico's met zich mee. De meeste scootmobielen hebben een combinatie van rem- en gassysteem; om te remmen moet je de gashandel aan het stuur loslaten. Volgens verkeerpsycholoog Gerard Tertoolen is dat een levensgevaarlijke techniek, omdat mensen in panieksituaties juist een reflex hebben om te knijpen in plaats van los te laten. Maar er zijn ook aanwijzingen dat de oorzaken van technische aard kunnen zijn.

Het is voor ons van groot belang dat wij weten wat de oorzaak van die vele ongevallen is. We hoeven natuurlijke niet alle scootmobielen van de weg te halen, zoals met de stint is gebeurd, maar toch wil ik de staatssecretaris vragen wat zij van deze berichtgeving vindt. Is zij bereid met leveranciers om tafel te gaan zitten om dit te bespreken? Wil zij met de Onderzoeksraad voor Veiligheid bespreken of zij dit mee zouden willen nemen in hun onderzoek?

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dank u wel, voorzitter. Dank aan mevrouw Van Brenk voor deze vraag. Ik ken de betrokkenheid van 50PLUS bij het gebruik van deze scootmobielen, de opmerkingen die daarover te maken zijn en de zorgen die er zijn. Wij hebben het over een kwetsbare groep die zich veilig moet kunnen verplaatsen. Aan de andere kant is een scootmobiel voor veel ouderen en mindervaliden ook de enige manier om toch te kunnen blijven deelnemen aan het verkeer. Het is voor de sociale contacten van mensen natuurlijk ontzettend belangrijk dat zij er gewoon op uit kunnen.

Dan is het natuurlijk wel heel erg belangrijk dat je ervoor zorgt dat die middelen veilig zijn. Wij zien, net als mevrouw Van Brenk, met zorg een stijgende lijn in het aantal doden onder de bestuurders van brommobielen, scootmobielen en andere invalidenvoertuigen. Omdat het echt een kwetsbare groep is, is er ook alle reden om daar heel zorgvuldig en voorzichtig mee te zijn.

Daarom hebben wij inderdaad aan de SWOV gevraagd om een diepgaand onderzoek te doen naar ongevallen met scootmobielen. Daarbij wordt onder andere gekeken naar de resultaten van VeiligheidNL en naar verklaringen voor het relatief hoog risico. Daar wordt dus absoluut naar gekeken. En de OVV kijkt ook breed naar alle bijzondere voertuigen, ook specifiek scootmobielen.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Goed om dat te horen, want, inderdaad, met scootmobielen vallen per 100.000 gebruikers 15 tot 22 keer meer doden dan met de fiets. Dat is echt ongekend veel.

Veilig Verkeer Nederland hield bij Kassa een warm pleidooi voor het leren omgaan met de scootmobiel. 50PLUS heeft hiervoor al eerder aandacht gevraagd bij de minister. Nu zetten sommige leveranciers de scootmobiel met een handleiding bij iemand voor de deur en dan vertrekken zij weer. Wat ons betreft lijken een goede uitleg, een korte cursus en enige rijvaardigheidstraining om ermee te kunnen omgaan, toch echt gewenst. Is de staatssecretaris dat met ons eens? Ziet zij ook mogelijkheden om dat te bevorderen?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Voorzitter. Ik denk dat mevrouw Van Brenk terecht aandacht vraagt voor meer dan alleen de technische specificaties van de scootmobiel zelf. Het gaat bijvoorbeeld ook over de plek op de weg en de snelheid die ermee kan worden gereden. Zij vraagt ook aandacht voor trainingen. In sommige gemeenten worden die al aangeboden en maken zij onderdeel uit van de verstrekking. Wij hebben de SWOV en de RDW gevraagd om breed te adviseren over de toelating en het gebruik, maar dus inderdaad ook om te kijken naar dingen als snelheid en plek op de weg. Ik kan me voorstellen dat ook training onderdeel is van die aanvraag en dat daar eventueel nog advies over kan worden gevraagd. Ik zal het bij de minister navragen.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Ik wil de staatssecretaris hartelijk danken voor de bereidwilligheid en ook voor het feit dat ze dit mee wil nemen naar de minister. Dat stelt ons in ieder geval gerust op dit punt.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van Brenk.

Dan een vraag van de heer Dijkstra namens de VVD.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Dank u wel.

Het is van belang dat iedereen die zich op de weg begeeft rijvaardig is, ook ouderen. Zo'n scootmobiel geeft natuurlijk ook vrijheid en onafhankelijkheid. Je kunt je eindelijk weer verplaatsen. Het is heel fijn dat dat er is, maar het aantal ongelukken baart ons wel zorgen. Terecht vraagt mevrouw Van Brenk van 50PLUS daar aandacht voor. Kan de staatssecretaris ingaan op de vraag of dit ook wordt meegenomen, specifiek de ongevallen, niet alleen in het onderzoek dat de SWOV gaat doen, maar ook in het strategisch plan over verkeersveiligheid dat dit najaar verschijnt?

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Wil zij ook de oorzaken van de ongevallen op een rijtje zetten?

De voorzitter:

De staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Ik denk dat de heer Dijkstra terecht zegt dat we goed moeten kijken naar wat allemaal oorzaken zijn om op een goede manier de verkeersveiligheid van deze groep te adresseren. Dan zien we dat er hele verschillende oorzaken zijn waardoor er een ongeluk gebeurt. Het betreft altijd een kwetsbare groep. Dus dan heb je altijd eerder het risico dat de gevolgen ook ernstig zijn. Voor een deel van de ongevallen komt het door kantelen. Voor een deel van de ongevallen is er een aanrijding met iemand anders, is er een botsing of een bedieningsfout. Het is van belang om al die punten goed mee te nemen in het strategisch plan. Daar kijken we specifiek naar kwetsbare deelnemers, dus ook op dit punt. Bij navraag wordt al heel snel nog de vraag van mevrouw Van Brenk beantwoord dat rijvaardigheid ook door de SWOV inderdaad wordt meegenomen in het advies. Dus al deze punten zullen terugkomen bij de bespreking die u op dit punt heeft met de minister.

De voorzitter:

Dank u wel.

Naar boven