2 Regeringsverklaring

Aan de orde is het afleggen van de regeringsverklaring. 

De voorzitter:

Aan de orde is het afleggen van de regeringsverklaring door de minister-president. Ik heet de leden van het kabinet van harte welkom. Ik heb de minister van Buitenlandse Zaken toestemming verleend om tot 11.15 uur afwezig te zijn in verband met de aanbieding van geloofsbrieven aan Zijne Majesteit de Koning door buitenlandse ambassadeurs. Tevens heb ik de ministers van Binnenlandse Zaken en van Infrastructuur en Waterstaat toestemming verleend om tussen 14.30 uur en 15.45 uur aanwezig te zijn bij de opening van het nieuwe gebouw van beide ministeries door Zijne Majesteit de Koning. 

Ik heet de leden in de zaal en de mensen op de publieke tribune van harte welkom, alsmede eenieder die de vergadering vanaf een andere plek volgt. Dit debat wordt gevolgd via livestream. Dat betekent dat alles wat wij in deze zaal doen vanuit alle hoeken in beeld wordt gebracht, inclusief het gebruik van mobiele telefoons. Ik geef het maar mee. Verder wijs ik erop dat tijdens het afleggen van de regeringsverklaring geen interrupties kunnen worden gepleegd. Daarna vindt natuurlijk het debat plaats en krijgen alle fractievoorzitters het woord. 

Ik geef nu het woord aan de minister-president voor het afleggen van de regeringsverklaring. 

Minister Rutte:

Mevrouw de voorzitter. Vandaag hebben wij het debat over de regeringsverklaring en de nieuwe plannen van het kabinet. Ik wil mijn verhaal echter buiten deze Kamer en buiten ons land beginnen, namelijk in New York, dat gisteren werd getroffen door een afschuwelijke aanslag. Onze gedachten gaan uit naar slachtoffers en nabestaanden. Wat gisteren in New York gebeurde, onderstreept hoe belangrijk het is dat alle goede krachten in de wereld samen blijven optrekken in de strijd tegen terreur. Ook daar gaat het vandaag over. 

Mevrouw de voorzitter. Op 16 januari 1978 zei mijn betovergrootvader in het ambt van minister-president, Dries van Agt, bij de start van zijn eerste kabinet het volgende tegen uw ambtsvoorganger en de toenmalige leden van de Tweede Kamer: "Het kabinet dat zich vandaag bij de Tweede Kamer aandient, is voortgekomen uit de langdurigste formatie die ons land ooit heeft gekend. Voor het laatste deel daarvan weet ik mij jegens de Kamer dadelijk verantwoordelijk." Als formateur van het nieuwe kabinet maak ik die woorden vandaag graag tot de mijne. Ik ontleen er de opdracht aan om met deze regeringsverklaring tekst en uitleg te geven over zowel het proces als de uitkomst van de formatie die, inderdaad, 1977 uit de recordboeken heeft verdreven. 

Ik zal zo beginnen met een duiding van het regeerakkoord, het karakter van het kabinet en enkele opmerkingen over, ja, de lengte van het formatieproces. Daarna wil ik de belangrijkste beleidsvoornemens en de beweegredenen daarachter kort over het voetlicht brengen. Maar eerst passen mij enkele woorden van dank. Om te beginnen aan de scheidende bewindslieden van de Partij van de Arbeid en de VVD, voor hun grote inzet en betrokkenheid. In de afgelopen jaren is veel bereikt voor Nederland. Er is tot op het laatst hard en resultaatgericht gewerkt en de teamgeest is steeds goed geweest. Ik denk dat geen van de scheidende bewindslieden het mij kwalijk neemt als ik daarbij speciaal Lodewijk Asscher noem, die hierin als vicepremier een belangrijke rol heeft gespeeld. 

Vervolgens ook een woord van dank in de richting van de drie informateurs. Zij hebben blijk gegeven van wijsheid, creativiteit en, ik geef toe, enig geduld en doorzettingsvermogen. Dankzij de noeste arbeid van Edith Schippers, Herman Tjeenk Willink en Gerrit Zalm kon de complexe verkiezingsuitslag van 15 maart vertaald worden naar een vierpartijenkabinet en het ambitieuze beleidsprogramma waarover wij vandaag met elkaar spreken. Formeren met vier partijen lijkt soms op een zoektocht naar de kwadratuur van de cirkel. Maar met zulke procesbegeleiders lukt het uiteindelijk altijd een volgende stap te zetten en naar een eindresultaat te werken. Waarvan akte. 

Mevrouw de voorzitter. Het kabinet dat ik vandaag aan uw Kamer mag presenteren, is een heel gewoon Nederlands kabinet. Het is een parlementair meerderheidskabinet, waarvan we er in onze parlementaire geschiedenis zo veel meer hebben gehad. Het rust op de degelijke financiële pijlers van solide overheidsfinanciën en een trendmatig begrotingsbeleid. En het staat in de lange traditie van samenwerking tussen partijen met een heel verschillende signatuur, een traditie die precies 100 jaar geleden werd gemarkeerd met de Pacificatie van 1917, waarin liberalen en confessionelen elkaar vonden in de oplossing van enkele grote maatschappelijke vraagstukken. Onze parlementaire geschiedenis leert dat de bereidheid tot overleg en het sluiten van compromissen ons land steeds veel goeds brengt. Het regeerakkoord sluit daar naadloos bij aan. 

Ik benadruk die traditie van samenwerking ook omdat twee omstandigheden bij voorbaat wel specifiek zijn voor het kabinet dat nu aantreedt. Het gaat namelijk regeren met de kleinst mogelijke meerderheid in beide Kamers en we moeten terug naar het kabinet Den Uyl voor een coalitie die bestond uit bewindslieden van meer dan drie partijen. Dat zegt iets over de verkiezingsuitslag van 15 maart. Het zegt iets over de complexiteit van de politieke verhoudingen in ons land. Maar tegelijkertijd is het voor deze coalitie een extra motivatie om de komende jaren te zoeken naar breed draagvlak. 

Het is waar dat het kabinet de komende jaren formeel regeert op basis van de helft plus één. Maar wel in het besef dat de democratie en het landsbestuur gebaat zijn bij betrokkenheid en medeverantwoordelijkheid van anderen, van partijen in het parlement die geen deel uitmaken van de coalitie, van gemeenten en provincies, van werknemers en werkgevers, maar bovenal van mensen zelf. Regeringsbeleid is er niet voor de politiek of de polder, maar voor onderwijzers en politieagenten, ouders en vrijwilligers, boeren en kunstenaars, topsporters en studenten, mensen met en zonder baan, mensen met en zonder een beperking. Kortom, politiek moet gaan over Nederland en politiek moet er zijn voor de Nederlanders, alle Nederlanders, juist ook voor de mensen die denken dat de politiek er niet meer voor hen is. Voor dit kabinet is het motto "vertrouwen in de toekomst" daarom ook een opdracht, want vertrouwen moet verdiend worden. Met die intentie zullen wij onze beleidsvoornemens steeds samen met anderen uitwerken en voorleggen. 

En dan kort iets over de lengte van het formatieproces. Ook die is grotendeels terug te voeren op 15 maart. De verkiezingsuitslag leverde een moeilijke puzzel op, omdat er ten minste vier partijen nodig waren om tot een meerderheid te komen. We hebben het gezien: dat kost tijd. Eerst om te bepalen welke partijen er met elkaar uit kunnen komen en vervolgens om een akkoord te bereiken dat gezamenlijke ambities heeft voor Nederland en tegelijkertijd recht doet aan reële verschillen tussen de samenwerkende partijen. Om het in de woorden van Gerrit Zalm te zeggen: zorgvuldigheid moest in deze formatie boven snelheid gaat. Maar het bewijs dat zorgvuldigheid en daadkracht samen kunnen gaan ligt er, want het eindresultaat is, meen ik, bepaald geen waterig compromis geworden. Dus al is een partijfusie tussen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie niet aanstaande, het motto "vertrouwen in de toekomst" slaat wel degelijk ook op onszelf. We zijn eruit gekomen, we zijn er goed uit gekomen en we hebben er zin in. 

Wat deze vier partijen bindt en motiveert om samen aan de slag te gaan, ligt in het hart van het regeerakkoord, in de grote onderwerpen die we samen willen adresseren: een duurzaam Nederland voor volgende generaties, dat werken moet lonen, dat een herkenbaar Nederland internationaal beter zijn stempel kan drukken en boven alles de gezamenlijke overtuiging dat de middengroepen, de mensen met een gewoon salaris en een gewoon koop- of huurhuis nu moeten gaan merken dat de offers die zij de laatste jaren hebben gebracht om de crisis te overwinnen, niet voor niets zijn geweest. Zij verdienen het erop vooruit te gaan. Voor alle duidelijkheid dat woord "gewoon" is insluitend, het maakt niet uit waar je wortels liggen, waar je woont, wat je gelooft of hoe je in het leven staat. Dit kabinet wil er zijn voor iedereen die iets bijdraagt aan ons land, voor alle generaties. 

Korte en lange termijn en links en rechts worden in dit regeerakkoord met elkaar verbonden, over beleidsterreinen en begrotingshoofdstukken heen. Die samenhang is wezenlijk. Natuurlijk bevat het regeerakkoord een scala aan concrete maatregelen, waarin — ik zeg dat heel open — soms de ene coalitiepartij zich meer herkent en soms de andere. Ook in dat opzicht is dit een echt Nederlands kabinet. We hebben compromissen gesloten en hebben plannen voor nu en straks, klein en groot, plus en min, maar wel met een duidelijke richting. 

Dit kabinet wil een sterk land nog beter maken voor iedereen. En dat vraagt meer dan alleen extra koopkracht, meer dan alleen miljarden investeringen en grote hervormingen. Het zit ook in al die plannen die het leven van mensen direct positief beïnvloeden, plannen om brandweer en politievrijwilligers te ondersteunen, om vechtscheidingen tegen te gaan, om laaggeletterdheid te bestrijden, om problematische schulden van gezinnen aan te pakken, voor 20.000 extra beschutte werkplekken en voor verlenging van het kraamverlof van partners. Kortom, we hebben in de inleiding niet voor niets opgeschreven dat we voor verschillen zijn, dat we tegenstellingen willen overbruggen en dat het belangrijk is dat mensen de komende jaren vooruitgang en verbetering ervaring in hun persoonlijk leven. Dit regeerakkoord is er voor alle Nederlanders en voor de hele samenleving. 

Daarmee, mevrouw de voorzitter, kom ik aan het tweede deel van mijn betoog. Wat zijn de belangrijkste beleidsvoornemens van het kabinet? Vooropgesteld, het is duidelijk dat het nieuwe kabinet aantreedt in een tijd waarin het economisch goed gaat met ons land. De groeicijfers zijn prima, de overheidsfinanciën zijn op orde en de werkloosheid daalt. Dat is een mooi vertrekpunt en daar prijzen we ons ook gelukkig mee. Maar wie iets verder vooruitkijkt, ziet geen gespreid bedje en al helemaal geen reden om achterover te leunen en achteloos geld uit te geven, want ja, te weinig mensen merken nog dat het goed gaat en te veel mensen maken zich zorgen over hun eigen toekomst en die van hun kinderen. De realiteit is: een land is nooit af, zelfs een sterk land als het onze niet. 

Daarom gaat het kabinet op vier borden tegelijk schaken. Ten eerste investeren we in voorzieningen die voor iedereen belangrijk zijn. Er komt extra geld en menskracht voor ouderenzorg, onderwijs, defensie, veiligheid en infrastructuur. Ten tweede ligt in het hart van het regeerakkoord dat het belastingstelsel, het pensioenstelsel en de arbeidsmarkt hervormd moeten worden, zodat ze weer passen bij de omstandigheden en de wensen van nu. 

Ten derde is er in de coalitie een sterk gezamenlijk besef dat een ambitieus klimaatbeleid nodig is. Dat is niet links of rechts, niet liberaal of confessioneel, maar nodig. 

We geloven ten vierde dat een herkenbaar Nederland in Europa en de wereld zijn stempel kan blijven drukken. Internationale verantwoordelijkheid en realisme moeten daarbij samengaan, bijvoorbeeld door te onderkennen dat het migratievraagstuk alleen in Europees verband beheersbaar blijft. Daarom is extra geld nodig voor ontwikkelingssamenwerking, om armoede en geweld als grondoorzaken van migratie- en vluchtelingenstromen te bestrijden. 

Mevrouw de voorzitter, ik geloof niet dat het dienstig of zelfs simpelweg mogelijk is om alle plannen en maatregelen uit het regeerakkoord alleen maar te noemen. Dan zou ik te veel vragen van uw uithoudingsvermogen en dat van iedereen in deze zaal inclusief mijzelf. Ik maak wel een paar toelichtende opmerkingen. 

Ik begin met de opmerking dat aan het extra geld voor onze publieke voorzieningen belangrijke maatschappelijke doelen gekoppeld zijn. We gaan niet zomaar bijplussen; we willen ook iets bereiken. Om Nederland veiliger en weerbaarder te maken versterken we onze krijgsmacht en komt er geld voor meer wijkagenten en rechercheurs, voor het tegengaan van computercriminaliteit en voor de bestrijding van terrorisme. Jihadstrijders die terugkomen naar Nederland kunnen straks langer in voorarrest worden gehouden. We versterken de strijd tegen mensenhandel en gedwongen prostitutie. Er komt extra capaciteit en er komt extra wetgeving om de georganiseerde criminaliteit van motorbendes en anderen aan te pakken. We versterken de rechtsstaat zowel in preventief als in repressief opzicht. We gaan bijvoorbeeld werken aan experimenten met snellere juridische procedures via zogeheten buurtrechters, aan meer aandacht voor mediation, maar ook aan strengere straffen voor haatzaaien. 

Het nieuwe kabinet steunt uiteraard voluit het internationale besluit om de verdachten van de verschrikkelijke aanslag op MH17 in Nederland te berechten. Alle noodzakelijke voorbereidingen worden daarvoor getroffen. 

In het onderwijs moet het niet gaan om het stelsel, maar om de doelstellingen en de uitkomst. Goed onderwijs ontwikkelt talenten, verkleint de achterstanden en maakt Nederland sterker. Daarom kiezen we voor meer vrijheid van onderwijs in plaats van minder, voor betere arbeidsvoorwaarden en een lagere werkdruk in het basisonderwijs. We kiezen voor versterking van de vroeg- en voorschoolse educatie, voor verlaging van de drempel om te gaan studeren en we investeren in fundamenteel en toegepast onderzoek. 

Het staat buiten kijf dat in de verpleeghuiszorg voor ouderen fors extra geld nodig is voor meer personeel en meer persoonlijke aandacht, maar er is ook meer aandacht nodig voor de positie van mantelzorgers. Door nieuwe zorgakkoorden te sluiten met artsen en fabrikanten van medicijnen maken we het mogelijk dat met het beschikbare geld zo veel mogelijk zorg geleverd kan worden. Het eigen risico gaat in deze kabinetsperiode niet omhoog. We verlagen de eigen bijdrage voor taxivervoer, huishoudelijke hulp en rolstoelen. Zo houden we de beste zorg voor iedereen toegankelijk en betaalbaar. 

We investeren in wegen en openbaar vervoer. Een goede mobiliteit is de slagader van onze economie. Zij is onmisbaar in ons persoonlijk leven. Slimme technologie maakt het vervoerssysteem in ons land steeds schoner en geïntegreerder. Het kabinet wil met gerichte investeringen de aansluiting tussen fiets, openbaar vervoer en auto verder verbeteren. 

En dan punt 2: dit kabinet gaat hervormen. Ons belastingstelsel, onze arbeidsmarkt en ons pensioenstelsel zijn voor een groot deel gevormd in een tijd dat mensen een baan voor het leven hadden, de levensverwachting veel lager was dan nu, en de digitale economie simpelweg niet bestond. Bovendien dreigt de woningmarkt op slot te raken voor starters en mensen met een inkomen tot boven modaal, zeker in de steden. Voor zekerheid en kansen in de nieuwe economie zijn periodiek onderhoud en modernisering nodig. 

Wij willen dat meer mensen meer te besteden krijgen en meeprofiteren van de gunstige economische ontwikkelingen. Wij willen dat het, zeker voor kleinere ondernemers, makkelijker wordt om iemand aan te nemen. Door vast minder vast te maken en flex minder flex wordt de arbeidsmarkt toegankelijker en eerlijker. Wij willen schijnzelfstandigheid van zzp'ers tegengaan, maar ondernemerschap bevorderen. Wij willen er samen met de sociale partners aan werken dat ons pensioensysteem beter aansluit op de verschillende levensfases en persoonlijke voorkeuren van mensen. Wij willen zorgen voor meer huurwoningen, die bereikbaar zijn voor de grote groep mensen met een middeninkomen. Het kan niet zo zijn dat wonen in de stad alleen bereikbaar is voor mensen die in aanmerking komen voor sociale huur of juist voor mensen die zich een duur koophuis kunnen veroorloven. 

Het debat over die grote hervormingen gaat al snel over één onderdeel: wel over de btw of over de versnelde hypotheekrenteaftrek, maar niet over de lagere lasten voor gezinnen die ertegenover staan. Denk daarbij aan de lagere tarieven in de inkomstenbelasting en de verlaging van het eigenwoningforfait. Dus ja, er zitten plussen en minnen in, maar de belastinghervorming is een samenhangend pakket dat onder de streep de lasten voor mensen met ruim 5 miljard euro verlaagt. Hetzelfde geldt voor ons beleid ten aanzien van het vestigingsklimaat. Het is goed om te debatteren over de afschaffing van de dividendbelasting, maar laten we het dan ook hebben over de brievenbusfirma's, die we tegelijkertijd aanpakken. We maken Nederland aantrekkelijker voor bedrijven die écht iets toevoegen aan onze economie en werkgelegenheid en onaantrekkelijker voor bedrijven die alleen in slimme, boekhoudkundige constructies zijn geïnteresseerd. Het zou natuurlijk zonde zijn om die samenhang uit het oog te verliezen. 

Mevrouw de voorzitter. Punt 3: Nederland wordt duurzamer. Dat is een grote ambitie. We leggen de lat hoog. Ons land heeft samen met 194 andere landen het klimaatakkoord van Parijs onderschreven en moet daar nu ook naar handelen. We richten ons op een reductie van de CO2-uitstoot in ons land met 49% in 2030 ten opzichte van 1990. We zullen ons in Europa sterk maken voor een aanscherping van de gezamenlijke doelstelling naar 55%. Waarom deze ambitie? Omdat het kabinet gelooft dat vooroplopen in duurzaamheid onze verantwoordelijkheid is met het oog op volgende generaties. Nederlandse bedrijven doen wereldwijd volop mee in de eredivisie van duurzaam ondernemen. Gemeenten en provincies zijn er intensief mee bezig. Ook staat er voor steeds meer voordeuren een elektrische auto en liggen er op steeds meer daken zonnepanelen. 

Dit hebben we de komende jaren nodig: langetermijndenken en kortetermijndoen. Daarbij realiseren we ons terdege dat grote klimaatambities alleen door een gezamenlijke inspanning realiteit kunnen worden. Het kabinet wil daarom alle maatschappelijke initiatieven en de nieuwe doelstellingen bundelen in een nationaal klimaat- en energieakkoord, een bestuursakkoord met de andere overheden en een nieuwe Klimaatwet, waarin onze ambities worden verankerd. In 2030 zijn de kolencentrales dicht, zijn het gebruik van aardgas en de gaswinning in Groningen sterk gereduceerd en is ons land minder afhankelijk van fossiele brandstoffen uit het Midden-Oosten en Rusland. Wat snel kan, doen we snel. Bijvoorbeeld de vergroening van ons belastingstelsel. Ik noem de verschuiving van de lasten op werk en sparen naar lasten op consumptie. Ik noem de invoering van een CO2-belasting voor de energiesectoren. Ik noem ook de zo snel mogelijke invoering van de zogeheten Maut, een prijs per kilometer voor vrachtwagens, die onder andere via een verlaging van de motorrijtuigenbelasting teruggaat naar de sector. Er komen meer mogelijkheden voor windmolens op zee en steeds minder nieuwbouwwoningen worden aangesloten op aardgas. 

De terugkeer van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit onderstreept het grote belang van deze sector voor ons land als tweede landbouwexporteur ter wereld. Het is een sector die rust op het traditionele gezinsbedrijf en die tegelijkertijd hoogtechnologisch en zeer innovatief is. Onze boeren en vissers en onze levensmiddelenindustrie kunnen een belangrijke rol spelen in de duurzame voedselvoorziening voor een groeiende wereldbevolking. Wageningen is wereldwijd een begrip. Hier ligt voor Nederland een geweldig potentieel om te benutten, terwijl we tegelijkertijd de belangen van natuur, milieu en dierenwelzijn scherp in het oog houden. Daarop is het kabinetsbeleid gericht. 

Mevrouw de voorzitter. Kort samengevat. Bij problemen met water kijkt iedereen naar Nederland. Voor het antwoord op de vraag hoe we in 2050 genoeg voedsel kunnen produceren op de wereld, kijkt iedereen naar Nederland. Nu willen we ook bereiken dat de wereld naar Nederland kijkt voor klimaatoplossingen. 

Tot slot, mevrouw de voorzitter. Het kabinet heeft de overtuiging dat als een land trots is op zichzelf en pal staat voor zijn kernwaarden, het internationaal sterker kan opereren. Dat herkenbare Nederland is niet eenvormig. Het is een samenleving waarin niet je geloof of je afkomst telt maar je toekomst. Tolerantie, gelijkwaardigheid en geloofsvrijheid zijn kernwaarden van ons land. We willen dat jongeren meer weten van onze geschiedenis: het Wilhelmus, de Nachtwacht en het parlement zijn ankers van de gemeenschappelijke identiteit, die explicieter mag worden beleefd. 

We introduceren de mogelijkheid van een maatschappelijke diensttijd, zodat jongeren kunnen ervaren hoe mooi het is om iets voor een ander te doen. En het cultuurbeleid in brede zin is gericht op vernieuwing en toegankelijkheid, maar ook op de instandhouding van ons gebouwde en ongebouwde erfgoed. In het verlengde hiervan wil het kabinet de integratie versnellen van nieuwkomers die hier mogen blijven. Taalles vanaf dag één wordt de regel en we gaan meer mogelijkheden bieden om meteen mee te doen in de samenleving, bijvoorbeeld door vrijwilligerswerk te doen. Mensen van wie de asielaanvraag wordt afgewezen, moeten sneller terugkeren naar het land van herkomst. Het beleid is erop gericht vluchtelingen zo veel mogelijk in de regio op te vangen. Het kabinet wil daartoe meer overeenkomsten sluiten met veilige derde landen, zo mogelijk in Europees verband. 

De ring van instabiliteit rond Europa en alle veranderingen die zich in Azië, de Verenigde Staten en elders op het wereldtoneel voltrekken, hebben direct invloed op ons land. Ons werk houdt dus niet op bij de grens. We investeren de komende jaren in versterking van de diplomatie, defensie en ontwikkelingssamenwerking. Nederland is en blijft de betrouwbare bondgenoot, zoals de wereld ons kent; in de Europese Unie, de NAVO en de Verenigde Naties. Nationaal belang en internationaal belang zijn geen tegenpolen maar liggen in elkaars verlengde. Met dat besef zullen we volgend jaar inhoud geven aan onze verantwoordelijkheid als lid van de Veiligheidsraad. 

Mevrouw de voorzitter. Je hoort het met Hollandse nuchterheid vaak zeggen: het duurt even, maar dan heb je ook wat. In dit geval een regeerakkoord dat bol staat van plannen, groot en klein, waarmee we een sterk land nog beter gaan maken voor iedereen. En daarbij om mij heen in vak-K de nieuwe ploeg van mensen die popelt om aan de slag te gaan met de uitvoering. Voor ons is het regeerakkoord een beginpunt en zeker geen eindpunt. Er is ruimte voor overleg over de concrete uitwerking. Sterker nog, we hebben de inbreng van buiten nodig. De deur van de Trêveszaal staat op een ruime kier. 

(Hilariteit) 

Minister Rutte:

Ja! We gaan nu met volle overtuiging aan de slag, met vertrouwen in de toekomst en — dat zeg ik daarbij — met begrip voor al die mensen die denken: eerst zien, dan geloven. Ook dat is terechte Hollandse nuchterheid, want het is niet genoeg om te lezen en te horen dat het goed gaat met ons land; we willen dat ook merken in ons dagelijks leven. Daar gaat het om. 

Mevrouw de voorzitter. Als ik aan het eind van deze regeringsverklaring toch even persoonlijk mag worden: ik sta hier vandaag voor de derde keer met een nieuwe ploeg om me heen en ik mag zeggen dat het een heel speciaal moment blijft. Het is een positief moment met nieuw elan en nieuwe energie. Ik weet heel goed dat het onvermijdelijk is dat er kritiek komt. Het debat in dit huis en in de Eerste Kamer zal op momenten hard en fel zijn. Dat hoort ook zo te zijn, want hier bevechten we elkaar op ideeën. Dat is de crux van democratie. Maar wat zou het mij veel waard zijn als wij er de komende periode met elkaar blijk van kunnen geven dat we de urgentie van deze tijd snappen, dat we snappen dat van ons niet alleen strijd wordt gevraagd maar dat er ook oplossingen worden gevraagd, dat wij als politici aan Nederland kunnen laten zien dat verschillen er zijn om te koesteren en tegenstellingen om te overbruggen, zodat mensen weer voelen dat de politiek er voor hen is. Ik zal me daar persoonlijk, samen met de collega's en u, met hart en ziel voor inzetten. Dank u wel. 

(Geroffel op de bankjes) 

De voorzitter:

Ik dank de minister-president. 

Naar boven