6 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek in verband met de invoering van een nieuwe organisatiestructuur (34531).

Ik stel voor, dinsdag aanstaande ook te stemmen over:

  • -de brief van het Presidium over een voorstel van het lid Merkies voor een parlementaire ondervraging naar fiscale constructies (34566, nr. 1);

  • -de brief van het Presidium over een voorstel van de leden Groot en Grashoff voor een parlementaire ondervraging naar fiscale constructies (34566, nr. 2).

Ik deel mee dat de volgende aangehouden moties zijn vervallen:

31289-313; 24724-151; 24515-348; 32645-78; 32645-79; 32847-236; 34197-10; 31293-320; 34334-17; 31289-309; 31289-315; 33348-186; 33852-(R2023)-36.

Ik stel voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren:

31322-310; 31322-309; 31293-331; 31322-307; 31322-306; 31322-308; 31322-305; 31322-304; 31322-303; 31322-301; 31322-300; 2016Z16492; 2016Z15953.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Vreemdelingen- en asielbeleid, met als eerste spreker het lid Voortman namens GroenLinks;

  • -het VAO Politie, met als eerste spreker het lid Kuzu namens de Groep Kuzu/Öztürk;

  • -het VAO Zorgverzekeringswet, met als eerste spreker het lid Bruins Slot namens het CDA;

  • -het VSO over het studievoorschot en geneeskundestudenten in hun coschapfase (24724, nrs. 140 en 141), met als eerste spreker het lid Grashoff namens GroenLinks.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de heer Wilders namens de PVV.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. Wij zagen in het Franse blad Le Monde en in de Volkskrant vanmorgen dat op 13 augustus vorig jaar — wij herinneren het ons nog allemaal, de vreselijke aanslag in Parijs — dat op diezelfde dag twee terroristen, een uit Tunesië en een uit Syrië, met de bus vanuit Brussel naar Nederland zijn vertrokken, dat zij daar een hotel hebben geboekt, dat zij terug zijn gegaan naar Brussel op de dag van de aanslag en dat zij ook tot dezelfde terroristische cel behoorden en ook tegelijk zijn gearresteerd. Hoe is het mogelijk? Ik wil daar graag een debat over met de minister-president. Ter voorbereiding van dat debat zou ik graag een brief ontvangen waarin staat of de Nederlandse regering hiermee bekend was, of de AIVD hiermee bekend was, hoe het mogelijk is dat terroristen ons land binnenkomen met een bus en een hotel boeken, maar vooral hoe het mogelijk is dat zij ons land weer kunnen verlaten zonder gearresteerd te zijn. Ook moet daarin staan of er nog andere onbekende cellen in Nederland zijn. In het artikel wordt gesproken over honderden schuilplekken in België. Zijn die er ook in Nederland? Kortom, ik wil een uitgebreide brief en daarna een debat.

De heer Recourt (PvdA):

Ook ik ben geschrokken. Ik wil graag een brief; steun voor dat verzoek. Ook wil ik graag debatteren, maar dan wel met de minister die daarover gaat, die van Justitie. We moeten dan kijken of dat het beste in een AO of een plenair debat kan, maar gewoon een beetje snel.

De voorzitter:

U steunt dus het verzoek?

De heer Recourt (PvdA):

Ik steun het verzoek om een brief, niet om een debat met de premier.

De voorzitter:

Wel een debat, maar niet met de minister-president.

De heer Recourt (PvdA):

Laten we kijken naar de brief en vervolgens zien hoe we zo snel mogelijk tot een debat kunnen komen. Dat kan een algemeen overleg zijn, maar ook een plenair debat. Dat maakt mij niet zoveel uit. Ik kan mij voorstellen dat een algemeen overleg veel sneller gaat dan een plenair debat.

De voorzitter:

Maar in principe steunt u wel een debat?

De heer Recourt (PvdA):

Maar niet met de premier; met de minister van V en J.

De voorzitter:

Dat is helder.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Het CDA steunt het verzoek om een debat, ook met de minister-president. Of dat snel kan, daar gaan wij samen over. Ik vraag daarom of het snel gepland kan worden.

De heer Sjoerdsma (D66):

Ook D66 steunt de brief en het debat zoals voorgesteld wordt door collega Wilders.

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Ik steun het verzoek van de heer Wilders.

De heer Bisschop (SGP):

Steun voor de brief. Wat het debat betreft, lijkt het mij goed om de lijn die collega Recourt voorstelt te volgen.

De heer Krol (50PLUS):

Dergelijke berichtgeving zorgt voor veel onrust. Ook om die reden steun voor zowel de brief als het debat.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Ook ik steun het verzoek om een brief. Daarna kan een debat worden gehouden, maar met de minister van Justitie.

De heer Van Raak (SP):

De berichten leiden tot ontzettend veel vragen. Ik steun het verzoek van harte. Ik kan mij ook nog voorstellen dat we een soort ronde houden waarin iedereen zijn vragen kan indienen, want ook ik heb er heel veel.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Steun voor een brief en steun voor het debat met de vakminister.

De voorzitter:

Mijnheer Wilders, u hebt een ruime meerderheid voor het houden van een debat, niet met de premier, maar wel met de minister van Veiligheid en Justitie.

De heer Wilders (PVV):

Ik heb natuurlijk het liefst een debat met de premier. Ik heb dat gevraagd en dank het CDA voor de steun daarvoor. Maar het snel houden van een debat vind ik nog belangrijker dan wie erbij zit. Als de keuze is "geen debat of een debat met de minister van Justitie", dan wil ik voor dat debat gaan met dank aan alle collega's die dat hebben gesteund. Dat betekent dat, al dan niet na een korte vragenronde, in ieder geval mijn vragen en misschien ook die van collega's beantwoord moeten worden. Laten we zo snel mogelijk een debat voeren nadat we die antwoorden en die brief hebben ontvangen, dan maar met de minister van Justitie, als het kan volgende week.

De voorzitter:

Voor de zekerheid: ik begrijp uit de reacties vanuit de Kamer dat het debat snel gepland zal moeten worden, tenzij de Kamer daartegen is. Dan hoor ik dat graag. Anders neem ik aan dat dat wordt gesteund. Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van Helvert, maar hij is niet aanwezig. De heer Buma steunt het verzoek van de heer Van Helvert! Hiermee zijn wij aan het einde gekomen van de regeling van werkzaamheden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Voorzitter: Bisschop

Naar boven