6 Landbouw- en Visserijraad

Aan de orde is het VAO Landbouw- en Visserijraad (AO d.d. 09/05). 

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van Economische Zaken van harte welkom. Ik geef de heer Geurts namens het CDA het woord. O, mevrouw Ouwehand, hoe kan ik u overslaan? Dat kan niet! U stond helemaal bovenaan. Het ligt aan mij. 

Het woord is aan mevrouw Ouwehand. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Nederland loopt voorop op het punt van dierenwelzijn. We horen dat vaak, maar als dat al waar was of is, moeten we wel wat harder lopen. Frankrijk heeft gezegd dat dolfijnen en orka's eigenlijk niet in een afgesloten zwembak thuishoren maar in de oceaan. Laat dat moedige besluit ons inspireren. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de Franse regering heeft besloten een punt te zetten achter het fokken en uiteindelijk houden van dolfijnen en orka's in gevangenschap; 

verzoekt de regering, zich te laten inspireren door het Franse besluit om dolfijnen en orka's een leven in vrijheid te gunnen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ouwehand en Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 1017 (21501-32). 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Nederland is tegen de walvisjacht en ook Europa is daartegen. We hebben daar stevige uitspraken over en toch houdt onder andere Noorwegen zich daar niet aan. De Partij voor de Dieren vindt dat we alles moeten doen wat we kunnen om de walvisjacht in elk geval te belemmeren. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat er een internationaal moratorium geldt op de walvisvangst; 

constaterende dat Noorwegen het moratorium niet respecteert en voor komend jaar heeft aangekondigd maar liefst 999 dwergvinvissen te doden; 

constaterende dat de export van walvisvlees door Noorwegen naar Japan de afgelopen jaren is gestegen, en dat daarvoor Europese doorvoerhavens zijn gebruikt; 

verzoekt de regering, er bij de Europese Commissie op aan te dringen de doorvoer van walvisvlees door Europese havens een halt toe te roepen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ouwehand en Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 1018 (21501-32). 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik kom bij mijn laatste motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat Frankrijk het initiatief neemt om het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen buiten de landbouw in de gehele Europese Unie te verbieden; 

constaterende dat de Kamer al diverse moties aannam om het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen en biociden buiten de landbouw in eigen land fors te beperken; 

verzoekt de regering, zich in te zetten voor een volledig Europees verbod op het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen en biociden buiten de landbouw, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 1019 (21501-32). 

De heer Geurts (CDA):

Voorzitter. Ik was voornemens om een motie in te dienen over de vleesveesector en de daarvoor beschikbare 3 miljoen euro, maar mevrouw Lodders wees mij er terecht op dat wij daar nog een schriftelijk overleg over zullen hebben. Het lijkt mij daarom niet opportuun om nu met een motie te komen. Ik wacht dat dus gewoon netjes af, maar ik hoop wel dat de staatssecretaris kan toezeggen dat hij met de sector in gesprek blijft, zodat die 3 miljoen niet teruggestort moet worden naar Europa en dat hij daarvoor gaat vechten. Voor de rest wachten we dat schriftelijk overleg af. 

Gisteravond lukte het niet om een tweede termijn te houden in het AO over de Landbouw- en Visserijraad en ik heb daar nog wel een vraag over. Een in het VAO over de Landbouw- en Visserijraad van 3 en 4 april ingediende motie van het lid Dijkgraaf c.s. is aangenomen. Daar staat ook mijn naam onder. In die motie werd de regering verzocht om zich te verzetten tegen een verbod op gewasbeschermingsmiddelen in ecologische focusgebieden. Het kabinet heeft in Europa gepleit voor een dergelijk verbod, terwijl de Kamer heeft uitgesproken om dat niet te doen. De vraag aan de staatssecretaris is hoe hij in Brussel gaat aangeven dat de Nederlandse positie op dit punt naar aanleiding van de aangenomen motie is gewijzigd. Die vraag wil ik de staatssecretaris nog voorleggen. 

De ChristenUnie-fractie zal straks mede namens onze fractie een motie indienen over de visserij. 

De voorzitter:

Mevrouw Lodders heeft geen behoefte om het woord te voeren. Dan is het woord aan de heer Bruins namens de ChristenUnie. 

De heer Bruins (ChristenUnie):

Voorzitter. Morgen wordt in Brussel in de Raad van Ministers gestemd over een voorstel waardoor de pulsvisserij ernstig in gevaar komt en waardoor met name de Nederlandse kottervloot ernstig in gevaar komt. De Raad van Ministers heeft een voorstel van de Europese Commissie aangepast, zodanig dat er wordt verwezen naar een annex, waardoor in feite nog maar 5% van de Nederlandse vloot met pulstechniek mag varen. Dat is het einde van de Nederlandse vloot op een termijn van een klein aantal jaren. Dat kunnen we niet laten gebeuren. Het onthouden van een stem is daarom voor de ChristenUnie geen optie. Wij vinden dat Nederland tegen moet stemmen. Daarom dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de Raad van Ministers tijdens de Landbouw- en Visserijraad zal stemmen over een voorstel waardoor een groot deel van de Nederlandse pulsvergunningen dreigt te verdwijnen; 

constaterende dat de pulstechniek een bewezen duurzame innovatie is, waardoor ook de bijvangst afneemt, de zeebodem wordt ontzien en er fors op brandstof wordt bespaard; 

constaterende dat juist de Nederlandse visserijsector, die vooroploopt in duurzame innovatie, door dit voorstel keihard wordt geraakt; 

van mening dat het voorstel in de Raad van Ministers een verslechtering is ten opzichte van het voorstel van de Europese Commissie; 

verzoekt de regering, bij de Landbouw- en Visserijraad een krachtig signaal af te geven door tegen het voorstel te stemmen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bruins, Graus, Dijkgraaf, Visser, Geurts en De Groot. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 1020 (21501-32). 

De laatste motie komt eraan, dus we wachten nog heel even. Mevrouw Ouwehand? 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Ik heb bij mijn derde motie helaas een zinsnede gemist. Ik wil dus graag een aanvulling geven op de motie. In het dictum aan het einde moet staan: "buiten de landbouw". Dus het moet zijn: "verzoekt de regering, zich in te zetten voor een volledig Europees verbod op het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen en biociden buiten de landbouw". 

De voorzitter:

We hebben deze motie als zodanig rondgedeeld. 

Van Dam:

Voorzitter. Ik dank de Kamer voor de ingediende moties en de vragen die de heer Geurts nog heeft gesteld. Ik begin met de motie op stuk nr. 1017 van mevrouw Ouwehand en de heer Wassenberg. Ik zou daar graag een oordeel over geven, maar ik begrijp niet zo goed tot welke actie deze motie de regering verzoekt. De regering laat zich altijd inspireren door besluiten in andere lidstaten, zeker en vanzelfsprekend ook door de vertrekkende Franse regering. Maar wat dit nu concreet zou moeten opleveren, is mij volstrekt onduidelijk bij deze motie. Ik weet dus niet zo goed welk advies ik de Kamer daarbij zou moeten geven, maar wellicht gaat mevrouw Ouwehand dat nu ophelderen. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

We hadden het natuurlijk heel vriendelijk geformuleerd, maar we bedoelen dat de regering, geïnspireerd door het Franse besluit, tot soortgelijke besluiten in een eventuele toekomstige dierenwelzijnsvisie zou moeten kunnen komen. Ik begrijp dat het voor deze staatssecretaris in zijn demissionaire positie wellicht lastig is. Maar als hij dit omarmt als een frisse nieuwe denkrichting die hij zeker wil doorspelen naar zijn opvolger, dan zou dat mooi zijn. 

Van Dam:

Ik wil allerlei frisse nieuwe denkrichtingen graag doorspelen aan een volgend kabinet, wanneer dat er ook mag zijn, maar als de Kamer wil dat een toekomstige regering zich in een toekomstige dierenwelzijnsvisie — een toekomstige regering moet beslissen of die er komt — buigt over dolfijnen en orka's, dan lijken er mij betere momenten om dit verzoek te doen dan hier via een dergelijke motie. Ik ontraad deze motie omdat ik vrees dat noch het huidige kabinet noch het toekomstige precies weet wat het hiermee aan moet als deze motie wordt aangenomen. 

De motie-Ouwehand/Wassenaar op stuk nr. 1018 gaat over de doorvoer van walvisvlees. In het algemeen overleg van gisteren heb ik al gezegd dat er geen juridisch middelen zijn om in te grijpen indien goederen in transit zijn en dus niet in Europa worden ingeklaard. Er zijn nu geen aanwijzingen voor, maar mochten er opnieuw signalen zijn dat walvisvlees via een Nederlandse haven wordt doorgevoerd, dan ben ik wel bereid om in gesprek te gaan met de desbetreffende reder en een moreel appel op die reder te doen om daaraan niet mee te werken. Dat is vrees ik het hoogst haalbare. Desalniettemin is het toch van belang om dat te doen. Het verzoek kan ik niet inwilligen. Ik moet deze motie dus ontraden. 

In de motie op stuk nr. 1019 van mevrouw Ouwehand wordt de regering verzocht zich in te zetten voor een volledig Europees verbod op het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen en biociden buiten de landbouw. Dat betekent in feite een verandering van de huidige Europese systematiek, waarin Europees wordt bepaald of stoffen worden toegelaten en de lidstaten bepalen op welke manier zij het gebruik reguleren. Ik zie geen aanleiding om nu de hele Europese systematiek op dit punt overhoop te halen. Dit is echt een beslissing die de lidstaten zelf nemen. Mevrouw Ouwehand heeft bij herhaling met mijn collega-staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu gesproken over de maatregelen die zij neemt om het gebruik van diverse middelen buiten de landbouw tegen te gaan. Deze motie moet ik in haar huidige vorm ontraden. 

De heer Geurts heeft gevraagd om in gesprek te blijven om te voorkomen dat de 3 miljoen die gereserveerd zijn voor vleesvee zouden "verdwijnen" — zo noem ik het maar — en weer terug moeten gaan naar Europa. Ik heb gezegd dat wij ervoor zorgen dat dit geld voor Nederland beschikbaar blijft voor andere POP-maatregelen. Vanzelfsprekend blijven wij daarover in gesprek met de provincies en met de landbouwsectoren. 

Dan ga ik in op de vraag over de motie-Dijkgraaf die gisteren door de ChristenUnie werd gesteld en nu door de heer Geurts. Hij vroeg om een ander standpunt dan het standpunt dat het kabinet tot dan toe had ingenomen over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in ecologische aandachtsgebieden. In het algemeen overleg heb ik erop gewezen dat dit twee keer aan de orde is geweest in de Raad. Ik heb de Kamer beide keren in de geannoteerde agenda geïnformeerd over het standpunt van de Nederlandse regering. Daar is door de Kamer geen enkele opmerking over gemaakt. Dus de regering heeft dat standpunt gewoon ingenomen in die Raadsbesprekingen. Inmiddels is de gedelegeerde handeling ook aangenomen door de Raad. Daarna is die motie aangenomen. Het zal echter niet meer aan de orde komen in de Raad. Maar goed, het is een motie die is aangenomen, dus zal ik er schriftelijk op reageren. U ontvangt weldra een reactie op papier, waarom ook is verzocht door de heer Dijkgraaf direct na de stemming over de motie. 

Dan kom ik op de motie op stuk nr. 1020, ingediend door de heer Bruins. Ik heb gisteren in het algemeen overleg gezegd dat de Raad morgen een besluit zal nemen over de technische maatregelen en dat daarna de triloog volgt, de onderhandeling tussen Raad, Europees Parlement en Commissie. Ik heb gisteren ook aangegeven dat ik denk dat het belang van de Nederlandse vissers het meest gediend is bij een onthouding van stemmen, omdat Nederland daarmee aangeeft dat het in het vervolgtraject wel graag een positie aan tafel houdt. Dat is ook een stevig signaal. Ik heb gisteren ook aangegeven met welke toelichting ik dat gepaard zal laten gaan. Ik zal zeer duidelijk maken dat we zeer ontstemd zijn over dit onderdeel van het voorstel over de technische maatregelen en dat we op zichzelf positief staan tegenover de rest ervan, maar dat we er zo zwaar aan tillen dat we onze stem zullen onthouden. Ik denk dat dit in het belang van de Nederlandse vissers is. Dat is waar het om gaat. Als u denkt dat het verstandiger is om tegen te stemmen — gelet op de ondertekening van de motie lijkt een Kamermeerderheid die mening toegedaan — dan zal ik dat doen. Ik denk alleen niet dat we daarmee het belang van de Nederlandse vissers dienen, maar die afweging is aan u. Ik ontraad deze motie. 

De voorzitter:

De heer Graus, een korte vraag. 

De heer Graus (PVV):

Ik heb een soort nabrander, mevrouw de voorzitter, omdat we ook over de publieke kosten moeten waken. Het stellen van Kamervragen kost namelijk heel veel geld. Ik heb één vraag aan de staatssecretaris, als u mij toestaat, zodat ik er geen schriftelijke vragen over hoef te stellen. Er een pension in Budel — dat is de staatssecretaris bekend — waar een pensionhond is ingezet als levend aas voor een paar bijtgrage honden. Er zijn inmiddels drie honden gesneuveld. Ik vraag de staatssecretaris zich ervoor in te zetten dat dit pension gesloten wordt en dat ik mogelijk ook contact mag hebben met een van zijn ambtenaren hierover, omdat ik er zelf meer informatie over heb. Dit moet ik nu via de staatssecretaris doen omdat ik niet rechtstreeks een ambtenaar mag benaderen. Dank u wel, mevrouw de voorzitter. 

De voorzitter:

Maar dat is een heel ander onderwerp. 

De heer Graus (PVV):

Mevrouw de voorzitter, ik kan ook voor €4.000 Kamervragen gaan stellen. Ik ben een Kamerlid dat nooit schriftelijke vragen stelt omdat een setje vragen volgens de deskundigen €3.000 tot €6.000 kost. Ik vraag het hier nu effe. Ik vraag gewoon hulp van de staatssecretaris en ik bespaar daarmee de belastingbetaler enkele duizenden euro's. Dus ik denk dat ik hier eerder voor beloond mag worden. Dank u wel. 

De voorzitter:

Nou ... 

Van Dam:

Het is mij niet bekend waar dit over gaat, maar het staat de heer Graus natuurlijk vrij. Hij kent de weg naar mij en mijn politiek assistent om informatie aan te leveren waarvan hij wil dat wij ernaar kijken. Dan zijn wij altijd bereid dat te doen. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter, ik wil mijn motie op stuk nr. 1019 graag aanhouden. Ik weet niet of het u bekend was, maar de eerste twee moties hebben geen haast voor de Landbouwraad van morgen. Dus daar hoeven we niet nu over te stemmen. Dat kan dinsdag. 

De voorzitter:

Fijn om te horen. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Alleen de motie van de ChristenUnie had haast. Dus die andere twee behoeven niet vandaag in stemming te worden gebracht. Dat kan dinsdag. 

Op verzoek van mevrouw Ouwehand stel ik voor, haar motie (21501-32, nr. 1019) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven