7 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de aanvragers stel ik voor, van de agenda van de Kamer af te voeren: 

  • -het debat over de berichtgeving rond het intrekken van visa van imams; 

  • -het debat over de mogelijke sluiting van gevangenissen; 

  • -het debat over de screening bij de politie; 

  • -het debat over het RSJ-advies Bezinning op Interlandelijke Adoptie; 

  • -het debat over het bericht dat de overheid de strijd tegen drugscriminelen verliest; 

  • -het debat over de omgang met privacygevoelige gegevens door gemeenten; 

  • -het debat over het bericht dat meer zware criminelen hun straf ontlopen; 

  • -het debat over het afschaffen van de snelwegpolitie; 

  • -het debat over de kabinetsreactie op het rapport IBO Zelfstandigen zonder personeel; 

  • -het dertigledendebat over het rapport van de Kinderombudsman over jeugdinstellingen; 

  • -het dertigledendebat over het vluchtelingenakkoord tussen de EU en Turkije; 

  • -het dertigledendebat over de structuurindeling rond het spoor; 

  • -het dertigledendebat over de ijssmelt van Antarctica en de gevolgen daarvan voor het Deltaplan. 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer: 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet arbeid en zorg en enkele andere wetten in verband met de uitbreiding van het kraamverlof teneinde de band tussen de partner en het kind te versterken (34617); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Invorderingswet 1990 en enkele andere wetten in verband met een vereenvoudiging van de beslagvrije voet (Wet vereenvoudiging beslagvrije voet) (34628); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene Ouderdomswet in verband met het vastleggen van het recht op de alleenstaandennorm en de inkomensondersteuning voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen woonachtig in niet-verdragslanden en van overgangsrecht voor de inkomensondersteuning (34571); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met een verbeterde regeling voor het gezamenlijk verzorgen van hoger onderwijs door Nederlandse en buitenlandse instellingen voor hoger onderwijs alsmede vanwege enkele andere wijzigingen ter bevordering van de internationalisering van het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (bevordering internationalisering hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek) (34355); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van enkele onderwijswetten om deze meer te laten aansluiten bij de Algemene wet bestuursrecht (34607); 

  • -het Voorstel van wet van de leden Bisschop en Rog tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra teneinde de wettelijke grondslag voor de diagnostische toets te schrappen (34598); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer, de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer, de Wet rechtspositie Ministers en Staatssecretarissen en de Wet rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman alsmede tot wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers in verband met enkele rechtspositionele aanpassingen van meer technische aard (34626); 

  • -het wetsvoorstel Herindeling van de gemeenten Franekeradeel, het Bildt, Leeuwarden, Leeuwarderadeel, Littenseradiel, Menameradiel en Súdwest-Fryslân (34592); 

  • -het wetsvoorstel Samenvoeging van de gemeenten Bellingwedde en Vlagtwedde (34593); 

  • -het wetsvoorstel Samenvoeging van de gemeenten Hoogezand-Sappemeer, Menterwolde en Slochteren (34594); 

  • -het wetsvoorstel Samenvoeging van de gemeenten Rijnwaarden en Zevenaar (34595). 

Ik stel voor, dinsdag a.s. ook te stemmen over de moties ingediend bij het notaoverleg over gelijke kansen in het onderwijs en schoolkosten en over een brief van de vaste commissie voor Europese Zaken (34670, nr. 1). 

Aangezien voor de stukken 33219-31 en 33990-61 de termijnen zijn verstreken, stel ik voor deze stukken voor kennisgeving aan te nemen. 

Ik stel voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 29544-764; 29521-333; 32623-167; 19637-2253; 32605-189; 30862-111; 34300-XIII-173; 34550-XIII-61; 2016Z12913; 32670-109; 33576-86; 32670-98; 30517-29; 30517-30; 25087-145; 2017Z00648; 33321-7; 29521-318; 26122-44; 2014Z09338; 29665-235; 33118-82; 34550-IV-23; 31839-509; 19637-2277; 19637-2276; 19637-2273; 29509-64; 29509-61; 29509-60; 29509-58; 34104-155; 21501-07-1411; 34200-V-6; 34200-V-7; 34200-V-8; 34210-V-3; 34300-V-10; 34300-V-46; 34300-V-42; 34300-V-47; 34300-V-49; 34300-V-48; 34300-V-51; 34300-V-52; 34300-V-9; 34300-V-6; 34300-X-21; 34301-3; 34350-V-3; 34000-V-48; 34000-V-53; 34000-V-5; 34000-V-6; 34000-V-54; 34000-V-68; 34000-V-62; 34000-V-69; 34000-V-79; 34085-V-6; 34001-3; 31936-255; 34200-V-1; 32605-167; 32623-134; 32623-146; 32623-143; 32623-149; 32623-154;32734-26; 32734-29; 32734-30; 32735-100; 32735-123; 32735-125; 32735-127; 32735-99; 32735-146; 32824-95; 32851-5; 33400-V-130; 32851-4; 33400-V-144; 33550-3; 33400-V-148; 33694-6; 33694-7; 33750-V-10; 33750-V-17; 33750-V-4; 33750-V-48; 33750-V-49; 33750-V-58; 33750-V-60; 33750-V-59; 33750-V-65; 33750-V-62; 33750-V-70; 33750-V-72; 33750-X-57; 33750-V-79; 33750-V-77; 33751-3; 33751-5; 33763-61; 33783-1; 33783-14; 33783-13; 33783-15; 33783-2; 33783-3; 33805-V-3; 33783-4; 33930-V-5; 33940-V-3; 33997-10; 33997-35; 33997-37; 33997-43; 33997-49; 33997-55; 33997-54; 33997-63; 33997-7; 33997-8; 33997-9; 34000-V-35; 34000-V-10; 34000-V-4; 34000-V-40; 34000-V-46; 34000-V-41; 2015Z22005; 21501-02-1514; 2015Z22208; 21501-02-1555; 21501-02-1560; 21501-02-1566; 21501-02-1570; 21501-20-818; 21501-20-837; 21501-20-985; 22112-1831; 22112-1873; 22112-1884; 22112-1959; 22112-1961; 22112-1973; 22112-1974; 22112-2031; 22831-100; 22831-106; 22831-105; 22831-99; 23432-383; 23432-386; 23432-392; 23432-393; 23432-399; 23432-394; 23432-400; 23432-416; 27925-562; 26150-141; 27925-564; 27925-56; 28498-31; 28498-33; 28676-210; 28676-215; 28676-216; 28676-218; 28676-222; 29521-240; 29521-248; 29521-288; 29521-294; 29521-301; 29653-15; 30010-22; 30010-23; 31271-15; 30010-25; 31271-16; 31271-19; 31271-18; 31787-11; 21501-02-1376; 21501-02-1391; 21501-02-1394; 21501-02-1401; 21501-02-1399; 21501-02-1409; 21501-02-1407; 21501-02-1496; 21501-02-1497; 21501-02-1513; 33751; 34001; 34301; 2014Z13449; 2014Z13712; 2014Z21101; 2015Z21085; 2015Z01427; 2015Z04127; 29247-226; 34477-15; 34477-11; 29538-230; 29538-227; 23235-165; 26448-585; 31935-38; 31935-35; 28753-43; 28753-44; 33532-67. Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda: 

  • -het VAO Decentralisatie Wmo/Wijkverpleging/Palliatieve zorg, met als eerste spreker het lid Dik-Faber namens de ChristenUnie. 

  • -het VAO Criminaliteitsbestrijding, met als eerste spreker het lid Helder namens de PVV. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Ronnes namens het CDA. 

De heer Ronnes (CDA):

Voorzitter. Namens de commissie voor Financiën, die op dit moment vergadert met staatssecretaris Wiebes, wil ik u vragen om een plenair debat te houden over de ZEMBLA-uitzending van gisteravond over de grote problemen bij de Belastingdienst. Gisteren is een feitenrelaas voor woensdag toegezegd. Ik verzoek u om daarover volgende week donderdagmiddag een plenair debat te houden. 

De voorzitter:

Het verzoek is namens de commissie en heeft dus een meerderheid. Ik zal proberen daarmee rekening te houden. 

De voorzitter:

Dat verzoek is namens de commissie en heeft dus een meerderheid. Ik zal proberen daarmee rekening te houden. 

Het woord is aan de heer Smaling. 

De heer Smaling (SP):

Voorzitter. Vorige week dinsdag heb ik een verzoek gedaan om een debat te houden over een door de minister van Economische Zaken niet uitgevoerde motie, die betrekking heeft op de geplande windparken in en rond de Drentse Veenkoloniën. Daarvoor is toen een meerderheid ontstaan. Daar ben ik blij mee, maar gelet op de urgentie van de zaak zou ik toch graag zien dat het debat volgende week op de agenda komt. Het is voor mij erg principieel door deze motie, en het is niet de eerste motie hierover die niet is uitgevoerd. Het gaat om een serie van moties die niet worden uitgevoerd. Daardoor wordt mijn rol als volksvertegenwoordiger ondermijnd. Daarom wil ik dat de minister uitspreekt dat deze motie wel wordt uitgevoerd. Zo niet, dan is het heel moeilijk voor mij om mijn werk nog goed te kunnen doen. 

De voorzitter:

U hebt het over een debat. Is het echt een debat? 

De heer Smaling (SP):

Dat debat zou heel kort kunnen. Ik heb gezien dat er volgende week een debat over energiebeleid op de agenda staat. We zullen merken of dat inderdaad zo is. Mijn voorstel is om dat debat daarvoor te laten plaatsvinden. De spreektijd kan wat mij betreft twee minuten zijn. In die zin zou het geen enorm beslag op de agenda leggen. 

De voorzitter:

Dat zou dan eventueel kunnen voorafgaand aan het debat dat u sowieso op de agenda hebt staan. 

De heer Smaling (SP):

Als dat te doen is, dan zou ik daarmee zeer blij zijn. 

De voorzitter:

Kort over de motie dus. 

Mevrouw Klever (PVV):

Ik begrijp dat de SP graag nog voor de verkiezingen over deze motie wil spreken. Ik wil dat wel steunen. 

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Ik wil het even inhoudelijk benaderen. Het betreft een discussie over windmolens in Drenthe. Daar hebben onze fracties ook nog schriftelijke vragen over gesteld. Mijn voorstel zou zijn om dit onderwerp bij het grote debat over energie te betrekken. Dat zou ook heel goed kunnen, maar mijn wens is wel dat de vragen die wij hierover nog hebben liggen, voorafgaand aan dat debat beantwoord worden. Het heeft dus mijn voorkeur om dit te betrekken bij het debat dat wij waarschijnlijk vanmiddag op de agenda zien staan voor volgende week. 

De voorzitter:

Ja, het voorstel is om het dinsdag op de agenda te zetten. 

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Het heeft niet mijn voorkeur om daaraan voorafgaand weer een heel apart, kort ding te houden. Je kunt het ook meenemen, want alle woordvoerders zijn toch bij dat debat. Dat is meer mijn praktische, pragmatische oplossing, ook gezien de tijd op de plenaire agenda. Maar het onderwerp is buitengewoon belangrijk. 

De heer Bosman (VVD):

Ook nog even een punt van orde: er wordt hier gesproken over een niet-uitgevoerde motie. Dat is niet waar. De minister heeft haar uitgevoerd en heeft daar antwoord op gegeven. De term "niet-uitgevoerde motie" vind ik dus onterecht. Ik sluit mij aan bij het voorstel van de collega van de Partij van de Arbeid, mevrouw Vermeij, om dat punt te betrekken bij het debat dat we volgende week gaan houden. 

De heer Bisschop (SGP):

Als de perceptie is dat een motie niet is uitgevoerd, dan is het denk ik goed om daar even apart over te spreken. In die zin kan ik het voorstel van de heer Smaling wel steunen. Als dat een compact debat kan worden, dan kan daarmee de lucht geklaard worden. 

De voorzitter:

Het is een beetje ingewikkeld. 

De heer Smaling (SP):

Ik hoop dat het CDA ook nog een duit in het zakje wil doen. 

De heer Ronnes (CDA):

Van ons mag volgende week een extra debat plaatsvinden, maar de suggestie van de PvdA om dit integraal op te pakken, zou in verband met de druk op de agenda misschien wat efficiënter zijn. 

De voorzitter:

Het ingewikkelde is dat er al een meerderheid voor het debat is, zoals ik heb begrepen. Het gaat erom dat over dat onderdeel ... 

De heer Smaling (SP):

Ja, dat staat nu als een apart debat op de rol. 

De voorzitter:

Ja, dat aparte debat staat er al. Dat heeft dus al een meerderheid. Het voorstel is om voorafgaand aan het debat van volgende week met twee minuten spreektijd over de ingediende motie te spreken. Anders is het inderdaad verwarrend, alsof u opnieuw een debat aanvraagt en alsof opnieuw een meerderheid dat moet steunen. 

De heer Smaling (SP):

Nee, dat is een debat dat op de rol staat, maar als we dat nu heel lang uitstellen, doen we de mensen in die regio geen recht. Er speelt een heleboel. In de motie wordt gevraagd om een bezinningsperiode. In tegenstelling tot wat de heer Bosman zei, is er geen sprake van dat de minister een bezinningsperiode in acht heeft genomen. De minister heeft gewoon de kerstvakantie uitgezeten en heeft ons toen een brief geschreven met de mededeling dat hij dit niet doet. Wat mij betreft moet hier dus gewoon over gedebatteerd worden. Dat kan niet lang wachten, wat mij betreft en ook wat mevrouw Klever betreft. 

Mevrouw Klever (PVV):

Het gaat hier om Drenthe. Ik zou liever een apart debat hebben. De mensen in Drenthe volgen dit immers heel nauwkeurig. Ik denk dat het voor hen niet handig is als zij zo'n heel breed debat, dat over van alles en nog wat gaat, moeten bijwonen om te horen wat er over hen besloten wordt. Ik benadruk dus dat een apart debat toch wel belangrijk is. 

De voorzitter:

Mijnheer Smaling, u hebt het geprobeerd. 

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Er rijst bij mij wel een misverstand. Ik zeg ook maar even tegen de collega's dat wij het debat hebben gesteund; dat wil ik nog een keer zeggen. Wij willen dat debat dus ook wel, maar misschien heb ik iets verkeerd begrepen. Ik ben er ook beducht voor dat wij hier drie keer over gaan praten: voorafgaand aan het energiedebat, in het energiedebat en in een debat daarna. Daar is volgens mij niemand bij gebaat. Het vergt dus misschien nog even overleg, desnoods in de commissie, over hoe we hieruit komen. Mijn gedachte is namelijk: als je het doet in het debat ervoor, komt het terug in het grote energiedebat en blijft ook het andere debat staan. Dat is mijn praktische opmerking hierover. 

De heer Smaling (SP):

Dan zouden we wat mij betreft kunnen afspreken dat we het in het korte debat, dat dan maximaal een uur zal duren, over deze materie hebben en in het debat daarna niet. Je kunt dat mensen natuurlijk niet opleggen. 

De voorzitter:

Ja, wie garandeert dat, mijnheer Smaling? 

De heer Smaling (SP):

Ja, maar nogmaals: ik vind dit heel belangrijk. Ik heb gewoon gezien hoe dit in die regio leeft en speelt en ik ben niet de enige. Je kunt mensen ook niet lastigvallen met een urenlang debat over andere onderwerpen. Dat hebben we eerder tijdens een algemeen overleg gezien. Toen stond dit onderwerp als laatste op de agenda. Toen zijn de mensen uit Drenthe uit de zaal gesleept. Dat wil ik niet nog een keer meemaken. 

De voorzitter:

Dat is helder. Nee, mevrouw Vermeij, ik ga nu conclusies trekken. 

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Ik zou een tussenvoorstel willen doen. Misschien help ik u daarmee. 

De voorzitter:

Nou, vooruit. 

Mevrouw Vermeij (PvdA):

We vragen de antwoorden op de schriftelijke vragen en dan hebben we dinsdag nog een regeling, voorafgaand aan het debat. Als we daar nou even op wachten en daarnaar kijken, kunnen wij alsnog bekijken wat wijsheid is en dan hebben we in de tussentijd misschien ook nog even overleg met elkaar. 

De heer Smaling (SP):

Ja, maar dat leidt er wel toe dat de voorzitter dat debat nu niet op de agenda van volgende week kan zetten. Dat vind ik bezwaarlijk, want mijn verzoek hier is om dat wel te doen. 

De voorzitter:

Er is toch geen meerderheid voor, merk ik nu. Het is misschien wel goed om even onderling met elkaar te overleggen over hoe jullie dit gaan oplossen. Dan komt het verzoek volgende week gewoon opnieuw. Als de hele Kamer dan vindt dat dit moet worden geagendeerd en als u zegt dat het eventueel een uur zou duren, moeten we opnieuw naar de agenda kijken, maar voorlopig is er geen steun. 

De heer Smaling (SP):

Als ik dit dinsdag weer bij de regeling aan de orde stel, is het dan in principe nog mogelijk om dat debat op dezelfde dag te agenderen? Of schiet ik me dan weer in de voet? 

De voorzitter:

Dan moet echt de hele Kamer ... Nee, dan moet de meerderheid van de Kamer dat ook willen. Dan moeten we echt bekijken hoe we eventueel ergens in die week een mogelijkheid vinden. Dan moeten we dat echt opnieuw bekijken. Er is op dit moment gewoon geen meerderheid. 

De heer Bosman (VVD):

Toch nog één ultieme poging: waarom is het een probleem om het te betrekken bij het energiedebat? Wat is het probleem? 

De heer Smaling (SP):

Nou, op zich is er geen probleem, want je kunt daarin van alles gaan bespreken. Maar zoals ik in mijn inleiding ook zei: ik vind het een principiële zaak. Het is de zoveelste keer dat een motie niet wordt uitgevoerd, en ik hoef in dat gebied gewoon niet meer te verschijnen als ik accepteer dat deze motie wordt afgehandeld zoals ze nu is afgehandeld. Ik vind dat dermate principieel voor mijn rol als volksvertegenwoordiger, dat ik in dat debat ook de mogelijkheid open wil houden om de minister daar via een motie op een duidelijke manier op te wijzen. Daar heb ik al die andere energieonderwerpen niet bij nodig. 

De voorzitter:

U hebt als een leeuw gevochten, mijnheer Smaling. 

De heer Smaling (SP):

Ik ben ook een leeuw. 18 augustus. 

De voorzitter:

Ik moet constateren dat er geen meerderheid is. 

De heer Smaling (SP):

Tenzij mevrouw Vermeij nog een ander voorstel heeft. 

De voorzitter:

Dan is het goed om dat te doen, maar dan in onderling overleg, in commissieverband, of u maakt nog een keer met elkaar afspraken. Ik zou zeggen: ik zie u dinsdag weer terug, denk ik. 

De heer Smaling (SP):

Oké. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven