7 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag a.s. ook te stemmen over de brieven van de vaste commissie voor Europese Zaken over het werkprogramma van de Europese Commissie voor 2017 (22112, nr. 2258) en over de subsidiariteitstoets bij de EU-voorstellen: Pakket vennootschapsbelasting (34604, nr. 13).

Ik deel aan de Kamer mee dat de parlementaire ondervragingscommissie Fiscale constructies tot haar voorzitter heeft gekozen het lid Groot en tot haar ondervoorzitter het lid Grashoff.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -het wetsvoorstel Goedkeuring van de op 19 november 2010 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Verenigde Staten van Amerika inzake verbetering van de samenwerking bij het voorkomen en bestrijden van ernstige criminaliteit (Trb. 2010, 321) (33603);

  • -het Voorstel van wet van het lid Bergkamp tot wijziging van de Opiumwet teneinde de teelt en verkoop van hennep en hasjiesj via een gesloten coffeeshopketen te gedogen (Wet gesloten coffeeshopketen) (34165).

Ik deel mee dat de volgende aangehouden moties zijn vervallen: 34550-12; 34550-16; 29911-131; 19637-2227; 19637-2233; 25657-270; 32735-133 en 19637-2231.

Ik stel voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 2016Z13043; 33625-232; 25883-274; 29544-722; 26448-570; 29544-726; 33566-93; 29861-44; 29544-727; 34108-25; 29544-737; 34108-27; 34351-20; 30012-71; 33566-94; 33763-113; 2016Z19570; 2016Z19307; 2016Z19371; 32678-35; 29984-668; 29984-669; 29984-671; 34300-A-71; 21501-33-607; 29984-674; 30373-62; 29984-672; 29984-673; 29893-205; 32404-79; 30373-63; 29984-686; 29984-687; 29362-256; 31532-166; 28286-881; 2016Z19622; 29427-109; 29544-730; 2016Z14767; 2016Z14806; 34352-37; 34352-36; 30545-194; 30982-28; 2016Z18475; 34552-6; 2016Z19033; 34550-XVIII-31; 29614-51; 2016Z19628; 28286-884; 28286-861; 28286-883; 28286-887; 28286-858; 34300-V-78; 33173-10; 24077-378; 32317-444; 22112-2229; 33987-28; 2016Z19581; 2016Z15242; 2016Z15243; 2016Z15244; 2016Z15245; 2016Z21078; 2016Z18021; 2016Z18020; 2016Z18019; 2016Z18017; 2016Z18016; 34550-X-13; 31066-310; 31066-311; 28760-56; 28760-57; 26448-581; 34550-VII-6; 34550-IIB-4; 28676-256; 2016Z21899; 34550-V-11; 27565-140; 28828-89; 25657-159; 28828-90; 28828-91; 28828-93; 28828-95; 28828-96; 28828-97; 28828-98; 23235-149; 23235-145; 34300-X-125; 34550-X-11; 34550-X-21; 34300-X-71; 34300-X-90; 34300-X-93; 31288-556; 31524-298; 29502-121; 34408-14; 34108-26; 32144-27; 17050-529; 34550-XV-5; 26448-576; 29453-422; 21501-07-1402; 22112-2220; 21501-07-1399; 22112-2221; 21501-07-1403; 27017-102; 30420-248; 30420-251; 30420-241; 30420-246; 30420-245; 30420-244; 30420-253; 30420-254; 29452-201; 29452-203; 29452-204; 24587-665; 34586-1; 33763-106; 33763-107; 32733-152; 33763-111; 33763-114; 33763-117; 33763-116; 34550-A-5; 32660-67; 34550-XII-4 en 2016Z20188.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Diplomatieke immuniteit, met als eerste spreker het lid De Roon namens de PVV;

  • -het VAO Externe veiligheid en asbest, met als eerste spreker het lid Van Veldhoven namens D66;

  • -het VAO Preventiebeleid, met als eerste spreker het lid Ouwehand namens de PvdD;

  • -het VAO Seksueel misbruik in de rooms-katholieke kerk, met als eerste spreker het lid Gesthuizen namens de SP;

  • -het VAO Evaluatie uitwerking raadgevend referendum, met als eerste spreker het lid Amhaouch namens het CDA;

  • -het VAO Belastingdienst, met als eerste spreker het lid Van Vliet.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan mevrouw Voortman namens GroenLinks.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Wij zouden het gisteren tijdens het algemeen overleg Asielbeleid onder andere hebben over het kinderpardon, maar ook over bed-bad-brood. Eerdere verzoeken van mij om het plenaire debat dat wij hierover hadden staan in te plannen, zijn toen afgewezen omdat we immers dit algemeen overleg nog hadden staan. Het algemeen overleg is nu verplaatst naar na het kerstreces. Ik vind dat we juist op korte termijn hierover moeten kunnen debatteren. Ik wil bij dezen vragen om het verzochte debat over bed-bad-brood nog voor het kerstreces in te plannen.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Van harte steun.

De heer Sjoerdsma (D66):

Van harte steun, ook gezien de eerdere afspraken die we bij eerdere regelingen van werkzaamheden hierover hebben gemaakt.

De heer De Graaf (PVV):

Ook wij hebben het verzoek eerder gesteund, met een ander motief dan de meeste andere partijen, maar ook deze keer steun.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Zeker steun.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Absoluut steun.

De heer Anne Mulder (VVD):

Geen steun, precies om de reden die mevrouw Voortman noemt: er komt al een algemeen overleg over.

Mevrouw Maij (PvdA):

Volgens mij is het algemeen overleg op 19 januari. Op zich ben ik niet tegen een plenair debat, maar ik zie ook dat het volgende week heel druk gaat worden. Ik zou het dus prima vinden als het in een algemeen overleg kan. Het hoeft niet overhaast.

De voorzitter:

Nu weet ik niet of u het verzoek wel of niet steunt. Ik ga gewoon tellen.

Mevrouw Maij (PvdA):

Het hoeft niet overhaast. Het hoeft niet volgende week.

De voorzitter:

Oké.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter, ik heb eerder dit debatverzoek gesteund. Tegelijkertijd zie ik ook uw agendaproblemen. Ik zou graag een brief van de staatssecretaris willen ontvangen, waarin hij vertelt of hij, zoals hij heeft toegezegd, het gesprek weer aangaat met gemeenten over dit onderwerp. Want dat is waar dit uiteindelijk om gaat. Als hij dat bevestigt, is er volgens mij geen noodzaak om meteen volgende week hier al over te spreken.

De voorzitter:

Was die brief niet al toegezegd tijdens de begrotingsbehandeling?

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik heb begrepen dat de staatssecretaris het gesprek weer aangaat. Ik ga ervan uit dat hij dat doet. Blijkbaar is mevrouw Voortman daar niet helemaal zeker van. Misschien is het goed dat hij dat nog even bevestigt aan de Kamer. Dan hoeven we ook niet volgende week erover te spreken en kunnen we 19 januari het debat erover voeren.

De heer Sjoerdsma (D66):

Die brief is vorige week bij de regeling van werkzaamheden gevraagd. Die is nog niet gekomen. Dat doet toch vermoeden dat er een probleem is.

De voorzitter:

Mevrouw Voortman, u hebt geen meerderheid.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Nee, ik begrijp dat, maar het probleem is ook dat het kabinet wel voornemens is om de financiering al per 1 januari stop te zetten. Dat betekent dat gemeenten en de mensen om wie het gaat, wanneer wij op 19 januari komen te debatteren over bed-bad-brood, een groot probleem hebben. Ik kan mij niet voorstellen dat een sociale partij dat zou willen laten gebeuren. Vandaar mijn verzoek om nog voor het kerstreces dit debat in te plannen. Andere partijen vinden het misschien niet belangrijk genoeg — oké — maar dan is er dus per 1 januari een groot probleem.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Aanvullend: het is echt geen nieuw probleem. Het kabinet heeft ruim de tijd genomen om te overleggen. Wij zijn pas onlangs geïnformeerd. Dan kunt u het de Kamer niet kwalijk nemen dat wij dat toch nog eventjes netjes voor het kerstreces willen regelen.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik denk dat het goed is om die brief gewoon te vragen aan de staatssecretaris. Die zou hij voor dinsdag naar de Kamer moeten sturen. Als blijkt, zoals hij heeft toegezegd — dus daar ga ik van uit — dat hij het gesprek gewoon aangaat met gemeentes, is de noodzaak om er volgende week over te debatteren niet aanwezig. Dan kunnen wij hierover, zoals gepland en gisteren met elkaar afgesproken in de procedurevergadering, op 19 januari het gesprek voeren.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik sluit mij aan bij mevrouw Keijzer: een brief uiterlijk maandag, wat mij betreft.

De voorzitter:

Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Pieter Heerma namens het CDA.

De heer Pieter Heerma (CDA):

Voorzitter. De afgelopen jaren hebben wij in de Kamer veel debatten met elkaar gevoerd over de vraag of het wel of niet goed gaat met het inburgeringsbeleid. Vanochtend heeft de wethouder van Den Haag aangegeven dat het inburgeringsbeleid niet alleen faalt maar ontzettend faalt. Tel daarbij op de bij herhaling gevraagde cijfers over het aantal mensen dat de inburgering niet haalt, waarover vandaag een brief is gekomen waarin opnieuw wordt bevestigd dat meer dan de helft niet binnen de gestelde termijn de inburgering haalt, en er is alle reden om daar een debat over te voeren met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De heer Krol (50PLUS):

Steun.

De heer Van Meenen (D66):

Steun, voorzitter.

De heer De Graaf (PVV):

Wat ons betreft moeten alle inburgerweigeraars en -falers gewoon zo snel mogelijk vertrekken. Dat willen wij ook graag in dat debat duidelijk maken, dus steunen wij het verzoek.

De heer Marcouch (PvdA):

Vorige week hebben wij hierover gesproken bij de begrotingsbehandeling. Er zijn ook allerlei moties aangenomen. De zorgen over inburgering worden ook al in veel AO's besproken. Mijn voorstel zou zijn om dat signaal van de wethouder gewoon te betrekken bij een te plannen AO. Dus wij steunen geen debat nu. Wij zeggen: betrek het bij een algemeen overleg over inburgering en integratie.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Wij kunnen dit verzoek op zichzelf steunen, maar ik zeg erbij dat dit verzoek en het verzoek dat hierna op de agenda staat wat mij betreft worden samengevoegd, omdat dat over hetzelfde onderwerp gaat.

De voorzitter:

Dat is het verzoek van de heer Van Meenen.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Als de minister zegt dat het beter gaat met de integratie maar de wethouder van dezelfde partij zegt dat het niet goed gaat, lijkt mij dat alle reden voor een debat, dus wij steunen het verzoek.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Steun.

De heer Anne Mulder (VVD):

Ik sluit mij aan bij de heer Marcouch van de Partij van de Arbeid.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Wij steunen het niet. Volgens onze woordvoerder staat er nog een dertigledendebat over inburgering van vluchtelingen op de lijst dat nog ingepland moet worden. Laten wij dat dan snel inplannen. Wij steunen dit verzoek dus niet.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Eens met mevrouw Gesthuizen.

De voorzitter:

U hebt geen meerderheid, mijnheer Heerma.

De heer Pieter Heerma (CDA):

Ik tel wel 30 leden, dus ik wil het graag toevoegen aan die lijst. Laten wij dan bekijken of wij op korte termijn een van deze debatten kunnen voeren.

De voorzitter:

Dan zullen wij dit debat toevoegen aan de lijst van dertigledendebatten.

Het woord is aan de heer Van Meenen namens D66.

De heer Van Meenen (D66):

Voorzitter. Vanochtend heeft het ... De katheder staat een beetje hoog; dat is nog de Heermastand denk ik, maar goed.

De heer Pieter Heerma (CDA):

Dat is wel heel hoog.

De heer Van Meenen (D66):

Dat is het hoogste niveau.

Vanochtend heeft het Sociaal en Cultureel Planbureau een rapport het licht doen zien dat vertelt dat de integratie van tweedegeneratiemensen met een migratieachtergrond nauwelijks sneller gaat. In het onderwijs gaat het beter, maar op de arbeidsmarkt niet. De acceptatie door autochtone Nederlanders is gegroeid, maar het thuisgevoel bij mensen met een migratieachtergrond is afgenomen. Kortom, alle reden om hierover te spreken met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Wat mij betreft gebeurt dat bij voorkeur in de maand januari.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Steun hiervoor.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik wil even iets rechtzetten. Ik zei net dat dit hetzelfde onderwerp is als van het debat dat net werd aangevraagd, maar dat is niet zo. GroenLinks steunt ook dit verzoek van harte.

De heer De Graaf (PVV):

Ik was eigenlijk hierheen gekomen met het idee dat mevrouw Voortman net aangaf. Wat mij betreft wordt dit punt wel bij dat andere debat gevoegd. Wij steunen het verzoek om een apart debat hierover niet.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Dit is een belangrijk onderwerp en daarom steunen wij het verzoek om een debat van harte.

De heer Marcouch (PvdA):

Dit is inderdaad een belangrijk onderwerp, dus wat ons betreft wordt dit zo snel mogelijk betrokken bij en gepland in een algemeen overleg.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Steun.

De heer Anne Mulder (VVD):

Ik sluit mij wederom aan bij de heer Marcouch.

De heer Pieter Heerma (CDA):

Ik steun het verzoek om dit debat ook graag, maar ik denk wel dat er een grote overlap is tussen deze onderwerpen en het debat waarover de SP het zojuist had. We kunnen ook met elkaar bekijken of een aantal van deze debatten samengevoegd kan worden tot één debat, dat mogelijk in de maand januari gehouden kan worden.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik steun het verzoek. Ik ben ook voor een bundeling van deze debatten, zodat we zeer ruime spreektijden kunnen hanteren.

De voorzitter:

Maar er is geen meerderheid voor het houden van een debat. Ook niet van ...

De heer Dijkgraaf (SGP):

Dat komt nog, voorzitter, als de coalitie steun gaat verlenen.

De voorzitter:

Maar de coalitie heeft net gezegd dat zij dat niet doet.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Dat gaat ze nog doen.

De heer Van Meenen (D66):

Ik heb gehoord dat er steun is om hierover op korte termijn een algemeen overleg te houden. Ik denk dat we dat moeten munten in de komende procedurevergadering en dan komt er wel degelijk een debat.

De voorzitter:

Dat lijkt mij een heel goed idee.

Ik geef het woord aan de heer Geurts, die spreekt namens het CDA.

De heer Geurts (CDA):

Voorzitter. In 2013 stond ik hier ook en vroeg ik een debat aan over de onderhoudstoestand van de Oosterscheldekering. Het kabinet zei toen dat het allemaal wel meeviel, maar er werden binnen een maand reparatiewerkzaamheden uitgevoerd. We hebben inmiddels een rapport ontvangen van de Rekenkamer. Ik zei vanmorgen nog tegen iemand "onze dijken staan op klappen" en niemand kan mij tegenspreken want de Rekenkamer geeft aan dat er geen actuele lijst is waaruit blijkt hoe het gesteld is met de onderhoudstoestand van onze waterkering et cetera. Ik ontvang hierover graag een brief en ik vraag hierover een debat aan met minister Schultz.

De heer Dijkgraaf (SGP):

De heer Dijkgraaf steunt dat verzoek zeker, want hij is voor dammen en stuwen. Iedereen die de materie serieus bekijkt, weet dat dit punt zeer relevant is voor Nederland, omdat grote delen van ons land onder de waterspiegel liggen. Dit moet gewoon op orde zijn en daarom steunen wij het verzoek van harte.

De heer Madlener (PVV):

Ik heb nog nergens kunnen vinden dat de dijken op klappen staan — ik geloof dat ook niet — maar er bestaat al wel langer het vermoeden dat er te weinig wordt begroot voor onderhoud en dat wordt nu bevestigd door de Rekenkamer. Ik steun daarom het verzoek om een debat hierover.

Mevrouw Visser (VVD):

Droge voeten zijn essentieel voor Nederland, maar ik vind het jammer dat de collega's die nu een debat hierover aanvragen, vanochtend niet aanwezig waren bij de technische briefing. Ik wil hierover eerst een brief ontvangen van de regering, want dit onderzoek liep tot 1 januari 2016, terwijl er dit jaar allemaal besluiten zijn genomen op het punt dat de heer Geurts aangeeft. Ik wil dus eerst een brief ontvangen van de regering, waarin zij ingaat op de kritiek van de Algemene Rekenkamer, inclusief de voorstellen die de Kamer dit jaar heeft aangenomen voor meer inzicht in beheer en onderhoud. We kunnen daarna bekijken of we hierover een aanvullend debat willen organiseren of dat we hierover begin volgend jaar een AO willen houden.

Mevrouw Maij (PvdA):

Behalve wat betreft het eerste deel, want ik was zelf ook niet bij die technische briefing, sluit ik mij aan bij de opmerkingen van mevrouw Visser. Het lijkt mij heel verstandig als we hierover een brief ontvangen met daarin een inhoudelijke reactie. We kunnen daarna bekijken of we dit punt bij een debat of een AO willen betrekken.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Het is altijd belangrijk om signalen van de Algemene Rekenkamer serieus te nemen. Het lijkt mij daarom prima als we hierover een brief ontvangen, maar wij steunen ook het verzoek om een debat.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Wij ontvangen eerst graag een brief hierover, waarna we via de procedurevergadering kunnen proberen om zo snel mogelijk een debat voor elkaar te krijgen.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Wij steunen het verzoek om een brief en het verzoek om dit snel te bespreken. Maar laten we bekijken wat daarvoor het snelste moment is. Wellicht is de volgende bespreking van het MIRT daarvoor een heel goede gelegenheid. Dat duurt nog even, maar de lijst van debatten is lang, zo zeg ik tegen de heer Geurts.

De voorzitter:

Mijnheer Geurts.

De heer Geurts (CDA):

Voorzitter, ik ga u niet overvallen met een dertigledendebat. Laten we proberen om hierover zo snel mogelijk te spreken in een algemeen overleg en zo snel mogelijk een brief naar de Kamer te laten komen.

De voorzitter:

Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik zie tien minuten spreektijd staan, voorzitter. Wat royaal.

De voorzitter:

Dat had u gewild.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Het standaard terugkijkdebat na Europese toppen hebben wij geschrapt, maar er vindt op dit moment natuurlijk wel een belangrijke Europese top plaats, onder andere over Oekraïne en Turkije. Het lijkt mij verstandig om daarover volgende week een terugkijkdebat met de minister-president te houden.

De heer Van Weyenberg (D66):

Van harte steun van D66.

De heer Anne Mulder (VVD):

Wij steunen dit en wellicht wordt het weer een gebruik om een terugkijkdebat te gaan houden.

De heer Krol (50PLUS):

Ook van harte steun.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Steun.

De heer Beertema (PVV):

Steun.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Steun.

Mevrouw Maij (PvdA):

Steun.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Steun.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Steun.

De voorzitter:

Mijnheer Omtzigt, we gaan er rekening mee houden.

Tot slot is het woord aan de heer Kuzu.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Voorzitter. Ik doe een verzoek over Aleppo, mede namens collega Sjoerdsma van D66. Aleppo, een verwoeste stad, een stad waar mensen hun leven niet zeker zijn. In de afgelopen dagen zijn er veel kinderen, vrouwen en mannen op gruwelijke wijze geëxecuteerd door de troepen van Assad. Er leek sprake te zijn van een wapenstilstand, maar die lijkt ook niet gehandhaafd te worden. De slachting gaat door en mensenrechten worden geschonden. Wij willen daarom zo spoedig mogelijk een debat houden over de situatie in Aleppo en vragen om steun voor menselijkheid om deze onmenselijkheid tegen te gaan.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Steun.

Mevrouw Maij (PvdA):

Als ik het goed heb begrepen, heeft naar aanleiding van wat de heer Kuzu nu zegt de minister van Buitenlandse Zaken gisteren een tweetal ambassadeurs ontboden, namelijk die van Iran en die van Rusland, over wat er in Aleppo is gebeurd. Het is gruwelijk, precies zoals de heer Kuzu verwoordt. Volgens mij moeten wij een brief krijgen over wat daar is besproken en daarna bekijken op wat voor manier wij dit vervolgens in een debat dan wel in een algemeen overleg kunnen bespreken. Dus eerst een brief en daarna bezien hoe we het verder behandelen.

De heer Anne Mulder (VVD):

Mijn fractie heeft een tijd geleden al gevraagd om een debat hierover. Volgens mij staat dat op de langetermijnagenda. Die debatten kunnen nu gemakkelijk ...

De voorzitter:

Ja, van de heer Ten Broeke.

De heer Anne Mulder (VVD):

Ja, de heer Ten Broeke had dat al aangevraagd, dus laten we dat debat inplannen.

De voorzitter:

Dus geen steun voor dit verzoek vanwege het eerdere verzoek.

De heer Anne Mulder (VVD):

Voeg het bij elkaar.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dat vind ik een zinnig voorstel. Dan kan het debat inderdaad zo snel mogelijk gevoerd worden. Ook steun ik het verzoek om een brief.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Het debat staat al gepland, dus prima om het zo te doen. Wij steunen ook de brief.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Steun voor de brief en steun voor het debat, als het kan worden samengevoegd.

De voorzitter:

Hieruit begrijp ik dus dat het voorstel is om het debat over Syrië, dat is aangevraagd door de heer Ten Broeke, snel te agenderen en dit daarbij te betrekken.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Inderdaad. De urgentie van de afgelopen dagen maakt het noodzakelijk dat we hier zo spoedig mogelijk over spreken. Als het volgende week zou kunnen ... Er gebeurt nogal wat op dit moment en daar moeten we het toch over hebben.

De voorzitter:

We gaan kijken. Er is ook om een brief gevraagd. Ik stel dus voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daarmee zijn we aan het eind gekomen van de regeling van werkzaamheden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven