7 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag aanstaande ook te stemmen over:

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Huisvestingswet 2014, de Wet op de huurtoeslag, de Woningwet en enkele andere wetten teneinde daarin een aantal technische wijzigingen en een aantal wijzigingen met beperkte beleidsmatige gevolgen aan te brengen (Veegwet wonen) (34468);

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Woningwet en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in verband met de verduidelijking van voorschriften voor woonboten (Wet verduidelijking voorschriften woonboten) (34434);

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Faillissementswet in verband met de versterking van de positie van de curator (Wet versterking positie curator) (34253).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer het debat over de Staat van de Europese Unie en daarbij spreektijden te hanteren van:

  • -acht minuten voor de VVD en de PvdA;

  • -zes minuten voor de SP, het CDA, de PVV en D66;

  • -vier minuten voor de ChristenUnie, GroenLinks, de SGP, de PvdD en 50PLUS;

  • -twee minuten voor de Groep Kuzu/Oztürk en de Groep Bontes/Van Klaveren;

  • -één minuut voor de leden Houwers, Klein, Monasch en Van Vliet;

  • -vier minuten voor de Nederlandse fracties van het Europees Parlement.

Voorts stel ik voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer het Voorstel van wet van het lid Karabulut tot wijziging van de Participatiewet en enkele andere wetten in verband met de invoering van een verdringingstoets (Wet verdringingstoets) (34325).

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 28286-893; 28286-864; 32336-48; 29683-212; 31936-348; 31936-347; 31936-346; 34300-XIII-37; 34300-XIII-38; 31936-311; 31936-312; 34199-63; 28345-147; 28345-148; 28345-149; 29984-649; 31409-99.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer het VAO Financiering en verkoop van het Vakcollege, met als eerste spreker het lid Rog namens het CDA.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Haersma Buma namens het CDA.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Voorzitter. Naar vanochtend is gebleken, houdt de voorzitter van Diyanet in Nederland, tevens ambassademedewerker op de Turkse ambassade, in het geheim lijsten aan van mogelijke Gülenisten in Nederland. Mij is niet ontgaan dat ook het CDA is genoemd en met de meest belachelijke verdachtmakingen wordt geconfronteerd. Het kan niet zo zijn en ik accepteer ook niet dat een vertegenwoordiger van Diyanet, of hij nu wel of niet is betrokken bij een ambassade, dit soort dingen doet. Het kabinet heeft altijd gezegd te zullen optreden als zoiets gebeurt. Mijn vraag is nu, een debat te houden met de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Integratie. Ik vraag verder om voorafgaande aan het debat een brief te ontvangen met een verslag van het gesprek dat de minister van Buitenlandse Zaken met de ambassadeur heeft gevoerd, met een toelichting op wat het kabinet nu werkelijk zal doen nu dit blijkt en niet meer een suggestie is, en met het antwoord op de vraag of de minister van Buitenlandse Zaken bereid is om de betrokkene uit te wijzen naar Turkije.

De heer De Graaf (PVV):

Ik heb gisteren aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gevraagd of wij in Nederland te maken hebben met een Turkijeprobleem. Wij zijn van mening dat dit het geval is. Wij weten dat de Partij van de Arbeid dat al jaren heeft, maar nu blijkt dat het CDA dat misschien ook wel heeft. Ik begrijp heel goed het verzoek van de heer Buma om een debat. Wij zullen dit van harte steunen.

De heer Segers (ChristenUnie):

Ik heb gisteren gezegd dat er een kloof gaapt tussen de zorgen van de Kamer en het gebrek aan daadkracht van het kabinet. Het is inderdaad zeer belangrijk om hierover te debatteren. Steun voor de brief, steun voor het debat.

De heer Marcouch (PvdA):

Het is goed dat de minister van Buitenlandse Zaken al actie heeft ondernomen in de richting van de ambassade en dat hij de ambassadeur heeft ontboden. Ook willen wij een duidelijke brief voordat wij het debat voeren. Dus steun voor het debat, maar zeker ook voor het verzoek om een brief voor dat debat.

De heer Monasch (Monasch):

Wij hebben gisteren al gezegd dat Diyanet zijn taken zou moeten staken gedurende het onderzoek naar deze praktijken. Dus zeker ook steun voor een debat en dan bij voorkeur voor het kerstreces.

De heer Bisschop (SGP):

Ik denk dat het goed is om op korte termijn hierover een debat te voeren. Het punt is gisteren ook aan de orde geweest, maar toen werd het naar mijn idee een beetje te veel doorgeschoven naar februari, want dan zou er een brief komen. Ik denk dat de zaak een zekere urgentie heeft. Dus van harte steun én voor de brieven die zijn gevraagd én voor een debat.

De heer Azmani (VVD):

Volgens mij hebben wij hier al eerder over gesproken in de Kamer. Er ligt ook een aantal opdrachten in de vorm van moties bij de regering. Daarover hebben wij gisteren ook gesproken. De urgentie is groot. Het is inderdaad verwerpelijk dat het CDA ook op het zogeheten Gülenlijstje staat. Daarom steun voor het debat en steun voor een brief daaraan voorafgaand.

De heer Van Meenen (D66):

Steun voor brief en debat.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Steun voor brief en debat.

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Steun voor de verzoeken van de heer Buma.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Steun voor de verzoeken.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Steun voor brief en debat.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Steun voor de brief. Ik zou graag zien dat in deze brief ook een reactie wordt gegeven op het artikel in De Telegraaf waarin wordt beweerd dat het CDA een bolwerk is van Gülen.

De voorzitter:

Mijnheer Buma, er is een ruime meerderheid voor het houden van een debat. De heer Bisschop heeft de opmerking gemaakt dat dit debat op korte termijn moet plaatsvinden. Ik weet niet wat wordt bedoeld met "korte termijn".

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Zo snel mogelijk, voorzitter.

De voorzitter:

Wij hebben volgende week nog. U bedoelt nog voor het kerstreces?

De heer Van Haersma Buma (CDA):

"Zo snel mogelijk" is voor mij "thans", maar "thans" zijn er andere debatten. Ik zie dat zelfs de minister-president al is gekomen, maar dat is vast niet voor dit debat. Wat mij betreft, agenderen we het zo snel mogelijk.

De voorzitter:

Dan stel ik voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. In de planning zal ik rekening houden met de wens van de Kamer.

Hiermee zijn wij aan het eind gekomen van de regeling. O, mijnheer De Vries, ik was u bijna vergeten. Het woord is aan de heer Albert de Vries.

De heer Albert de Vries (PvdA):

Voorzitter. Maandag was er een wetgevingsoverleg over woonschepen. Ik heb een amendement op het desbetreffende wetsvoorstel ingediend. Over dat amendement is nogal wat discussie ontstaan met het ministerie en met het Bureau Wetgeving. De uiteindelijke conclusie is dat ik dat amendement beter kan indienen op een wet die nog moet worden voorgesteld. Om dat te bevorderen wil ik het amendement intrekken en graag een motie indienen. Om dat mogelijk te maken, is echter een heropening van het wetgevingsoverleg nodig. Daar vraag ik dus om. Ik heb ongeveer één minuut spreektijd nodig.

De voorzitter:

Eén minuut. Daar houd ik u aan.

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Een debat van één minuut steun ik van harte.

De heer Van der Linde (VVD):

Warme steun. Mag ik suggereren om dat vanmiddag om 14.45 uur te doen? Dan voeren wij al een debat. Als we dat meteen bij aanvang doen, hebben we het meteen gehad.

De voorzitter:

Daar gaan we naar kijken. Mij blijkt dat ik niemand meer vergeten ben. Dan zijn wij hiermee echt aan het eind gekomen van de regeling van werkzaamheden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven