4 Europese top

Aan de orde is het debat over de Europese top van 15 en 16 december 2016.

De voorzitter:

Ik heet de minister-president van harte welkom. Goedendag, mijnheer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Goedemorgen, mevrouw de voorzitter. Bij de stukken die wij kunnen inzien via Delegates Portal, zit een advies van de Raadsadvocaat, de officiële advocaat van de Europese Unie, over de wijze waarop het verdragsrecht van toepassing is op de verklaring die minister-president Rutte voorbereidt met de andere 27 regeringsleiders. Ik vraag u om dit document rond te delen in de Tweede Kamer. Ik wil eigenlijk aan de regering vragen om dit document openbaar te maken. Ik snap dat onderhandelingen over het verdrag of de overeenkomst zelf niet openbaar zijn, maar het advies van de advocaat kan openbaar zijn, net zoals het advies van de landsadvocaat soms openbaar is. Hierin staat namelijk wanneer een en ander wel of niet rechtsgeldig is en dat is essentieel voor de inbreng in het debat. Voorzitter, kunt u dit ronddelen en kunt u ervoor zorgen dat het openbaar wordt?

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik steun dit verzoek volledig. Dit draagt alleen maar bij aan een transparant debat over dit onderwerp.

De voorzitter:

Er wordt een vraag gesteld over een vertrouwelijk stuk. Ik kan niet beoordelen of dit openbaar moet zijn of niet. Als het vertrouwelijk is, is het volgens mij gewoon vertrouwelijk. Ik hoor dat de minister-president het wil uitleggen. Het woord is aan hem.

Minister Rutte:

Ik kijk ook even de ambtenaren aan, om het heel precies te formuleren. Volgens mij is dit geen stuk van Nederland, maar een stuk van de Raad. Dit valt dus onder de normale vertrouwelijkheid in deze fase van de besluitvorming, net zoals de conceptconclusies. We zijn dus niet at liberty om dit te verspreiden. Dat gaat niet. Als het lukt om tot afspraken te komen, zullen we daarna zo veel mogelijk transparantie betrachten, maar nu gaat dat niet.

De voorzitter:

Dat is helder.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter, dit stelt mij zeer teleur. Als rapporteur van de Kamer heb ik een initiatiefnota opgesteld over openheid en overtreding van het arrest Access Info Europe. Hierin staat dat dit soort stukken openbaar moet zijn. Ik neem aan dat we dit vandaag niet regelen. Dat snap ik. Ik vraag u echter om dit document nu onder de Kamerleden te verspreiden. Zij mogen het namelijk wel inzien. Ik vraag u om dit via de bodes te doen. Ik vraag de regering om speciaal te bekijken of zij er gedurende dit debat in kan slagen, de Raad ervan te overtuigen om dit wel openbaar te maken.

De voorzitter:

Het is een vertrouwelijk stuk. Dat stuk is ter inzage gelegd. Dat is wat anders dan verspreiden onder de leden. Ik begrijp dat dat de status is van het stuk en dat dit de wijze is waarop met vertrouwelijke stukken wordt omgegaan.

De heer Omtzigt (CDA):

Formeel gezien is dit helemaal geen geheim stuk. Dat komt omdat limité-documenten onder Europese verdragen geen geheimhouding behoeven. Dan kijk ik even naar de precieze kwalificatie ervan. De Raad heeft dus zelf richtsnoeren bepaald waarin staat dat het geheim blijft. Er staat geen straf op openbaarmaking. Dat maakt het allemaal weer nog erger. Kamerleden kunnen van u wel een interne straf krijgen. In de Europese Unie kan hij echter niet naar de rechter om dit te verbieden.

De voorzitter:

Ik wist niet dat ik straf kon uitdelen. Is dat zo?

De heer Omtzigt (CDA):

Ik geloof dat mevrouw Voortman weleens ergens last van heeft gehad. Daarom vraag ik het officieel. Ik vind dit een heel belangrijk stuk voor het debat. Er staat namelijk in wanneer het openbaar is. Ik vraag u dus om het wel te verspreiden onder de leden. Dat kan.

De voorzitter:

Dat is niet aan mij. Ik kijk naar de premier.

Minister Rutte:

Nogmaals, dit is geen stuk van Nederland, maar van de Raad. Dit valt onder de normale procedure voor dit type stukken. Ze zijn vertrouwelijk ter inzage. Ik weet niet precies hoe het verkeer tussen Kamer en Raadsstukken gaat, maar wij hebben als regering geen mogelijkheid om erin te treden. Dat gaat niet. Als het morgen lukt, kan ik alleen toezeggen dat wij daarna zullen proberen maximale transparantie te betrachten. Dan zullen wij al deze overwegingen erbij betrekken. Dan liggen die stukken onder een ander beslag.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik hoor hier de belofte dat de stukken achteraf openbaar zullen zijn en ...

Minister Rutte:

Ik weet niet op welk stuk u nu precies doelt, want dat kan ik nu niet nagaan. Mijn punt is het volgende. Ik begrijp nu — de ambtenaren schrijven ook mee — wat u graag wilt hebben. Alles wat wij kunnen geven, geven wij, maar ik kan hierover nu geen harde garantie geven. Nu kunnen wij dat niet doen, maar achteraf zullen wij geven wat wij kunnen geven, zoals wij altijd doen.

De heer Omtzigt (CDA):

Dit is het stuk waarvan acht Kamerleden twee dagen geleden om openbaarmaking hebben gevraagd. Dit verzoek is dus niet nieuw. Ik verzoek de premier dus, ervoor te zorgen dat dit stuk zo spoedig mogelijk openbaar wordt. Het was een van de speerpunten van zijn voorzitterschap dat de stukken na de besluitvorming onmiddellijk openbaar zouden worden. Ik neem dus aan dat ze na behandeling in de Raad onmiddellijk openbaar worden, wat er ook gebeurt. Het spijt mij dat ik op deze manier het debat moet voeren.

De voorzitter:

Uw oproep is helder. De minister-president heeft gezegd dat hij de oproep meeneemt naar Europa en zijn best zal doen.

We beginnen met het debat. Het woord is aan de heer Jasper van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. We spreken over de Europese top die morgen wordt gehouden. "Te vaak zeggen de elites in Europa: de burgers begrijpen het niet. Maar dat is niet zo. Jullie begrijpen het zelf niet". Dat zijn rake woorden van onze premier tijdens het congres van de Europese liberalen. Europa beter uitleggen heeft geen zin; als de zorgen van burgers niet serieus worden genomen, dreigt Europa uit elkaar te vallen, zei hij. Daar is de SP het volledig mee eens. Des te opmerkelijker is de houding van onze premier over het Oekraïnereferendum. Dat is een kans bij uitstek om de zorgen van de burgers serieus te nemen. Maar wat doet de premier? Hij zegt: bedankt voor uw advies, maar we gaan toch door. Als de premier de woorden die hij op het congres van de Europese liberalen heeft gesproken, zou menen, zou hij de uitslag van het referendum serieus nemen en een intrekkingswet naar de Kamer sturen, waarmee het verdrag de facto van tafel zou zijn. Graag krijg ik hierop een reactie.

In plaats daarvan komt de premier met een juridische verklaring. Dat kennen we al van het CETA-verdrag (Comprehensive Economic and Trade Agreement). Die verklaring wordt dan als bijlage aan het Oekraïneverdrag geniet, terwijl de kiezer zo duidelijk was. De kiezer zei namelijk nee tegen het hele verdrag. Daar komt bij dat deze verklaring alleen wordt ondertekend door de lidstaten, niet door Oekraïne zelf. Dat maakt het nog gekker. Het maakt die verklaring tot een wassen neus. Het komt neer op een schaamteloze witwasoperatie van het referendum. Graag krijg ik hierop een reactie.

Klopt het overigens dat er nog geen overeenstemming is in die verklaring over het feit dat Oekraïne geen lid mag worden van de Europese Unie? Klopt het dat met name Oost-Europese lidstaten daar moeite mee hebben?

Mevrouw Maij (PvdA):

We hebben hier eerder met de SP-fractie over gesproken. Ik blijf me er een beetje over verbazen dat de heer Van Dijk zo teleurgesteld is en zo hard van leer trekt. Volgens mij is alles wat in die verklaring staat, precies wat de SP allemaal heeft aangegeven in de campagne. De punten waar de SP bezwaar tegen had, zijn erin opgenomen. Vorige keer heb ik de SP-fractievoorzitter, de heer Roemer, geciteerd. Hij noemde al die punten: het vrije verkeer van werknemers, corruptie et cetera. Dat zijn volgens mij allemaal punten die de SP naar voren heeft gebracht tijdens de campagne en nu die worden geadresseerd, zegt de heer Van Dijk dat het allemaal onzin is. Was de SP-campagne dan eigenlijk allemaal onzin?

De heer Jasper van Dijk (SP):

De zwakte van deze interruptie zit hem in de start van de vraag, namelijk: volgens mij. Mevrouw Maij zei: volgens mij zitten de punten waartegen de SP bezwaren had allemaal in die verklaring. Dat is nou het hele punt. Dat weet mevrouw Maij helemaal niet.

Mevrouw Maij (PvdA):

Ik heb veel debatten gevoerd met ...

De voorzitter:

Mevrouw Maij, de heer Jasper van Dijk heeft het woord.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik zeg tegen de Partij van de Arbeid, net als tegen de premier, dat de kiezer glashelder was. De kiezer zei nee tegen het Oekraïneverdrag. Als er in een geldig referendum nee wordt gezegd, betekent het dat het verdrag van tafel is, en niet dat je in de achterkamertjes aan de slag gaat met allerlei verklaringen en speculaties over de redenen waarom de mensen nee hebben gezegd.

Mevrouw Maij (PvdA):

Ik vind de debattruc prima. Ik zal mij de volgende keer minder genuanceerd uiten. Ik heb met veel collega's van de heer Van Dijk het debat gevoerd. Ik heb vorige keer de heer Roemer geciteerd. Ik heb de heer Van Dijk het linkje gestuurd van het debat bij de NOS van 31 maart tussen de heer Roemer en de heer Samsom. Daarin bracht hij precies die punten naar voren. Ik heb ze niet verzonnen, de SP heeft ze verzonnen. De heer Van Dijk zegt nu: u zegt maar wat, mevrouw Maij. Nee, mijnheer Van Dijk, dit waren precies de punten die u namens de SP inbracht. Nogmaals: de campagne was dus kennelijk een beetje gebaseerd op onzin.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Mevrouw Maij pleegt exact dezelfde interruptie. Dat schiet dus niet op.

Er komt nog een punt bij: de vraag wat de waarde van deze juridische verklaring is. Ik vraag de premier om te reageren op een artikel in Trouw van vandaag. Daarin staat: "Bij een internationaal verdrag kan niet één van de twee partijen" — in dit geval Europa — "zomaar een juridisch bindende uitleg toevoegen. De waarde van een EU-verklaring waar geen Oekraïense handtekening onder staat is dus beperkt." Ik krijg graag een reactie hierop.

De heer Verhoeven (D66):

De heer Van Dijk leest nu ineens zeer nauwkeurig hoe het juridisch allemaal zit. Dat siert hem. Maar in de referendumcampagne heeft de SP bijna dagelijks beweerd dat Oekraïne lid zou gaan worden van de Europese Unie als gevolg van het associatieakkoord. Dat heeft de SP dagelijks beweerd. Als Oekraïne geen lid wordt van de Europese Unie, wat zegt de SP dan tegen al de mensen tegenover wie ze dat beweerd heeft? Dat is dan toch gewoon een keiharde leugen geweest?

De heer Jasper van Dijk (SP):

Die vraag stelde ik net aan de premier. Het Oekraïense lidmaatschap van de Europese Unie is nu juist im Frage. De premier wil dat uitsluiten in de verklaring, maar daar hebben Oost-Europese lidstaten moeite mee. Porosjenko, president van Oekraïne, heeft gezegd: natuurlijk is dit verdrag een opstap naar lidmaatschap van de Europese Unie. Als de verklaring dus totaal geen juridische waarde heeft en als Oekraïne zelf het verdrag ziet als een opstap naar lidmaatschap, dan vraag ik de heer Verhoeven waarom hij dat wil ontkennen.

De heer Verhoeven (D66):

Laten we het dan eens omdraaien. Natuurlijk heeft Porosjenko dat soort uitspraken gedaan. Dat weet ik. Natuurlijk vinden ze het in Oost-Europa lastiger om dit te doen. Maar draai het nou eens om: stel dat Nederland het voor elkaar krijgt — dat moet de premier dan morgen voor elkaar zien te boksen op de top — om een juridisch bindende verklaring aangenomen te krijgen waaruit blijkt dat Oekraïne geen lid wordt van de Europese Unie. Dat is overigens allang het geval, want EU-lidmaatschap staat nergens in het associatieakkoord. Wat zegt de SP dan? Dan is er toch duidelijk een zorg weggenomen van alle kiezers die door de collega's van de heer Van Dijk bang zijn gemaakt met het Oekraïense EU-lidmaatschap?

De heer Jasper van Dijk (SP):

De beste manier om te laten zien dat Oekraïne geen lid wordt van de EU is door dit verdrag in de prullenbak te werpen. Dat is precies wat de heer Verhoeven één dag na het referendum zei: nee is nee. Helaas is hij gedraaid en staat D66 nu ook achter de premier met zijn zoethouder, de verklaring.

Kernvraag is of de premier erkent dat de juridische verklaring een wassen neus is. En waar is die verklaring? We moeten nu een debat voeren zonder dat we die verklaring hebben. De premier zegt: ik ga proberen haar morgen aangenomen te krijgen, daarna kunnen we erover praten. Ik wil graag dat de premier dat bevestigt, want dan zouden we hier volgende week dus weer moeten staan om daar een fatsoenlijk democratisch debat over te voeren.

Ook opmerkelijk is dat in het advies van de onafhankelijke Adviesraad Internationale Vraagstukken wordt aangedrongen op ratificatie van het verdrag. Hoe serieus moeten we dat nemen? Jaap de Hoop Scheffer, oud CDA-leider, sprak zich in februari al uit voor ratificatie, ongeacht de uitslag van het referendum. Waar komt dit advies ineens vandaan? Heeft de premier het aangevraagd? Deelt hij de mening dat hij het terzijde kan schuiven?

De premier is nu hard bezig met de onderhandelingen over zijn verklaring. Als het hem niet lukt om een deal te sluiten met de lidstaten, komt hij dan met een intrekkingswet waardoor het verdrag de facto van tafel is? Of treedt het deel in het Oekraïneverdrag dat uitsluitend een Europese bevoegdheid is — "EU only" in jargon — dan wel in werking? Wat ons betreft, is het helder: stop met de achterkamertjespolitiek en stuur die intrekkingswet direct naar de Kamer. Dat zou rechtdoen aan de uitslag van het referendum.

De SP is geschokt door de recente aanslag in Istanbul waarbij tientallen mensen gedood werden. Wij veroordelen deze brute geweldsdaad en onze gedachten gaan uit naar de nabestaanden. De aanslag is opgeëist door de TAK, een afsplitsing van de PKK. In reactie daarop heeft president Erdogan ruim 200 leden van de HDP laten oppakken wegens vermeende banden met de PKK. Kan de premier meer vertellen over de motieven voor de aanslag? Heeft hij aanwijzingen dat de opgepakte HDP-parlementsleden erbij betrokken zijn? We weten allemaal dat president Erdogan geen gelegenheid voorbij laat gaan om zijn politieke tegenstanders aan te pakken. Ik hoor daarop graag een reactie.

In Sur, gelegen in Diyarbakir, heerst al een jaar een uitgaansverbod dat oorspronkelijk was ingesteld vanwege gevechten tussen de PKK en Turkse veiligheidstroepen. Amnesty wijst in een rapport op huisuitzettingen en het afsluiten van water en elektriciteit. Gaat de premier zich inspannen voor de opheffing van dat uitgaansverbod? Heeft de regering de wens van de Kamer uitgevoerd om de onderhandelingen met Turkije over toetreding zes maanden te bevriezen of heeft de regering die niet uitgevoerd, zoals ik in de Volkskrant lees?

Uit een rapport van Oxfam blijkt dat Nederland op plaats drie van belastingparadijzen staat. In Europa staan we zelfs helemaal bovenaan. Niets om trots op te zijn! Integendeel, het is schandalig dat Nederland actief bijdraagt aan grootschalige belastingontwijking die deels vanuit ontwikkelingslanden plaatsvindt. Volgens Oxfam gaat het om maar liefst 25 miljard euro aan misplaatste winst voor Amerikaanse multinationals. Deelt de premier mijn mening dat dit onaanvaardbaar is? Wat gaat hij doen om deze oneerlijke praktijken tegen te gaan? Ik vernam dat het uitgerekend onze minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem is, die op de rem staat in Europa. Hij weigert een SP-motie uit te voeren om daar per 2018 mee aan de slag te gaan en wil uitstel tot 2024. Deelt de premier mijn mening dat dat niet kan, dat ook de minister van Financiën een aangenomen Kamermotie gewoon moet uitvoeren?

Ik heb ten slotte nog een vraag over de situatie in Italië, waar de meerderheid van de bevolking "nee" zei in het referendum over een grondwetswijziging. Hoe beziet de premier de toekomst van Italië binnen de eurozone, aangezien de eurokritische oppositiepartijen in Italië in belangrijke mate bijdroegen aan de winst van het neekamp?

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter. Ik begin met het meest springende punt van deze Europese top: de omgang met de uitkomst van het Oekraïnereferendum. Deze top zou moeten leiden tot een juridisch bindende verklaring die inhoudelijk rechtdoet aan de uitslag van ons Oekraïnereferendum. Ik lees in de geannoteerde agenda dat het kabinet van mening is dat de meest geschikte vorm hiervoor een besluit is van de regeringsleiders bijeen in het kader van de Europese Raad. Voor D66 is het van doorslaggevend belang dat het juridisch bindend is, zodat het ook daadwerkelijk recht doet aan de uitslag en de zorgen van de nee-stemmer. Wij willen dus geen cosmetica, maar een dwingende tekst die ingaat op de zorgen die zo duidelijk naar voren zijn gekomen tijdens de campagne en daarna. Daarom heb ik een aantal vragen over de juridische vorm en de houdbaarheid van deze verklaring.

Naar aanleiding van andere referenda in bijvoorbeeld Ierland en Denemarken zijn eerder zulke besluiten genomen om tegemoet te komen aan de zorgen van de stemmers, dus van de inwoners van die lidstaten. Hebben die besluiten altijd standgehouden? Is Oekraïne bereid om zich aan te sluiten bij dit besluit van de regeringsleiders? Wat verwacht de premier in dit kader van Oekraïne?

Na het maandenlange wachten van de minister-president hoop ik dat er nu wel vaart achter kan worden gezet. Stuurt hij, zodra er een akkoord is, een goedkeuringswet naar de Kamer? Hoe informeert de premier de Kamer zo snel mogelijk over de uitkomst van de top van morgen? Dit sluit ook aan bij de zorgen van de heer Omtzigt. Hoe ziet de premier de planning voor zich van de behandeling van dit wetsvoorstel in de Tweede Kamer en in de Eerste Kamer? Niet alleen de kiezers, maar ook alle andere betrokkenen in Europa verdienen duidelijkheid na negen maanden wachten.

Ik kom op het ALDE-congres, het congres van de liberalen.

Minister Rutte:

U was daar niet.

De heer Verhoeven (D66):

Ik was daar wel, maar ik ben gelukkig niet aanwezig geweest bij de speech van de premier. Dat was een dramatische speech. Ik was er op vrijdag, maar ik was op zaterdagochtend alweer weg. Toen kwam de premier binnen en hij heeft daar schijnbaar bepaalde dingen gezegd. Vandaag zegt hij als minister-president ook dingen, maar daar was hij als VVD-lijsttrekker. Hij keerde zich zogenaamd tegen Europa omdat problemen als migratie nog niet zijn opgelost, terwijl minister-president Rutte tegelijkertijd met zijn kabinet bezig is om het migratiebeleid volledig Europees te maken, ook omdat het volgens hem zo goed werkt. Dat is dus merkwaardig. De premier had het over "vertrouwen" en "de zorgen van burgers serieus nemen". Is het geen potsierlijk populisme om persberichten rond te sturen tegen Europa, waarin staat dat Europa uit elkaar valt, terwijl zijn kabinet en de heer Rutte zelf gewoon bezig zijn met het Europese migratiebeleid? Is dat niet precies de manier om het vertrouwen van de mensen kwijt te raken? Waarom zou je hoog van de toren blazen over de val van het Romeinse Rijk, dat zijn buitengrenzen niet kon beschermen, nadat juist dit kabinet op aandringen van D66 Europa heeft verbeterd door de Europese grens- en kustwacht te realiseren? Graag krijg ik hierop een reactie van premier Rutte, dus niet van lijsttrekker Rutte of VVD-campaigner Rutte. Ik wil gewoon een reactie van premier Rutte, die altijd braaf jaknikt in Brussel en nee schudt in Den Haag.

De heer Anne Mulder (VVD):

Ik dacht dat de heer Rutte daar sprak als leider van de Nederlandse liberalen. Maar D66 windt zich al twee weken lang op over die speech, met name in schriftelijke vragen. De heer Sjoerdsma en de heer Verhoeven hebben het hierover gehad. Kan de heer Verhoeven begrijpen dat ik de speech van de heer Rutte steeds beter vind worden naarmate D66 zich daar meer aan ergert?

De heer Verhoeven (D66):

Dat kan ik mij goed voorstellen, maar ik denk dat de rest van Nederland het recht heeft om te weten dat het echt een heel slechte speech was. Het was een speech met allerlei nonsens. De premier deed alsof anderen dromen van meer Europa en hij dat zelf niet doet, terwijl het andersom is. De premier is degene die in Brussel voortdurend jaknikt tegen alle voorstellen van de Europese Commissie en tegen de voorstellen van andere regeringsleiders, omdat het soms ook goede voorstellen zijn waarmee problemen van mensen worden opgelost. Maar in Den Haag doet de VVD altijd net alsof zij Europa iets heel vies vindt. Ik vind dat dubbelhartig en onverstandig. Het doet tekort aan het vertrouwen van mensen in Europa. Ik roep de premier en ook de heer Mulder van de VVD op om dit niet te doen. Zeg gewoon waar je voor staat en doe niet net alsof.

De heer Anne Mulder (VVD):

Heeft de premier niet gewoon op de tere zieltjes van D66 gestaan? D66 wil voor elk probleem steeds maar meer Europa en wil ook een directe Europese belasting. Is D66 daarom niet een beetje gekwetst?

De heer Verhoeven (D66):

Nee, dat is niet het geval.

De voorzitter:

Dat was heel kort.

De heer Segers (ChristenUnie):

Ik zie hier twee kissebissende liberale partijen. Ik wijs ze erop dat Guy Verhofstadt leider is van de ALDE-fractie, waar beide partijen bij zijn aangesloten.

De heer Verhoeven (D66):

Zeker!

De heer Segers (ChristenUnie):

Van harte gefeliciteerd!

De heer Verhoeven (D66):

Dank u wel, mijnheer Segers. Ik had dat ook nog willen zeggen, maar ik wilde het kort houden, want anders gaan we er te lang op door.

De heer Segers (ChristenUnie):

Dat was een korte samenvatting van het cosmetische verschil tussen beide partijen als het gaat over Europa.

Ik heb nog een vraag over waar de heer Verhoeven mee begon. Hij begon met de uitslag van het referendum. Daar moet recht aan worden gedaan. Daar moet de nadruk op worden gelegd. Het moet geen cosmetische oplossing zijn, het moet echt een juridisch bindende verklaring zijn. We hebben gelezen over en gehoord van allerlei elementen die daarin kunnen zitten, maar op welke manier voegt die juridisch bindende verklaring iets toe het referendum, zoals dat er nu ligt? Op welke manier maakt die verklaring voor D66 inhoudelijk het verschil met het associatieverdrag dat is gesloten?

De heer Verhoeven (D66):

Dat is een heel terechte vraag. We hebben in de campagne gezien dat de zorgen van degenen die uiteindelijk allemaal nee hebben gestemd voor een groot deel waren gebaseerd op aannames als gevolg van het associatieakkoord. Mensen waren heel bang dat Oekraïne lid zou worden van de Europese Unie, maar dat staat nergens in het associatieakkoord. Er wordt voortdurend gewezen op uitspraken van tien jaar geleden, maar dat gaat gewoon niet gebeuren. Oekraïne wordt geen lid van de Europese Unie, zeker niet door dit verdrag. Een andere zorg had betrekking op het vele geld dat vanuit de Europese Unie naar Oekraïne zou stromen als gevolg van dit verdrag, maar daar is ook geen sprake van. Daar verandert het verdrag niets aan. De militaire samenwerking was ook een zorg. Een aantal zaken met betrekking tot de juridisch bindende verklaring is een bevestiging van wat D66 steeds heeft gezegd, namelijk dat het lidmaatschap er niet gaat komen. Een aantal andere onderdelen zal waar mogelijk verwijzen naar de inhoud van het verdrag, waarbij mensen denken dat er iets staat wat er feitelijk niet staat. Dat moet ook helder worden gemaakt. Het gaat erom de zorgen inhoudelijk weg te nemen door juridisch bindend duidelijk te maken dat dingen die mensen vrezen daadwerkelijk niet gaan gebeuren. Ik zeg het zo veel mogelijk maar in gewone mensentaal.

De heer Segers (ChristenUnie):

Toch klinkt dit niet anders dan een cosmetische oplossing. In de bindende verklaring wordt alleen gezegd wat het verdrag niet is, maar wij wisten al wat het verdrag niet is. Het is namelijk geen toetreding tot de EU. Het is niet die militaire samenwerking. Het is een bindende verklaring van iets dat nu al is gebonden aan het associatieverdrag. Waarom legt de fractie van D66 zo veel nadruk op de juridisch bindende verklaring als zijnde geen cosmetische oplossing, maar een stevige verklaring met tanden? Vervolgens zegt de heer Verhoeven namelijk dat die alleen maar een bevestiging is van wat wij nu al weten.

De heer Verhoeven (D66):

Dat doen wij om inhoudelijk recht te doen aan de nee-stem. De nee-stem heeft een aantal grote zorgen naar voren gebracht. Het moet op een juridisch bindende manier duidelijk worden dat die zorgen zijn afgevangen. Daar gaat het om. Zo simpel is het.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dit is een heel zwak verhaal. De kiezer zegt nee in een referendum. Dan zeg ik: dat verdrag is verworpen. De premier zegt: nee, we gaan een verklaring maken. Dan zou je verwachten dat er in die verklaring dus nieuwe dingen staan, waarmee tegemoet wordt gekomen aan de nee-stem, zoals de heer Verhoeven graag wil. We hebben zojuist echter al vastgesteld dat die verklaring niets toevoegt en alleen maar cosmetisch is. Er komt nog iets bij. Een van de twee ondertekenaars, Oekraïne, gaat niet eens tekenen, waardoor de rechtsgeldigheid van de verklaring helemaal een wassen neus is. Hoe gaat een rechtsstatelijke partij als D66 daarmee om?

De heer Verhoeven (D66):

Daarover heb ik een vraag gesteld aan de premier. Wat de heer Van Dijk beweert, is volgens mij niet hoe het rechtsstatelijk zit. Ik ben daar heel benieuwd naar, want dat is een belangrijk onderdeel.

Dan het eerste. De SP draait de gang van zaken van de afgelopen negen maanden zo ver om dat het bijna niet meer te volgen is. Eerst tegen allerlei mensen beweren dat er dingen gaan gebeuren als gevolg van het associatieakkoord die niet in het akkoord staan. Dus gewoon beweren dat er dingen gaan gebeuren die niet gaan gebeuren. Vervolgens zeggen: nee is nee, zonder verder te luisteren naar datgene wat de nee-stemmers zorgen baart. Daarna gaan degenen die de nee-stem inhoudelijk tegemoet willen komen oplossingen zoeken die juridisch bindend moeten zijn, zodat duidelijk wordt dat Oekraïne geen lid wordt, dat er geen geld naar Oekraïne gaat en dat er geen vergaande militaire samenwerking komt. Vervolgens zegt de heer Van Dijk tegen mij dat het weer niet goed is. Het gaat erom dat op een juridisch bindende manier inhoudelijk recht wordt gedaan aan de nee-stem. Die heeft een aantal bezwaren naar voren gebracht dat moet worden ondervangen. Als dat gebeurt, heb je geluisterd naar de zorgen van de bevolking over dit akkoord. Daar gaat het D66 om.

De heer Jasper van Dijk (SP):

De SP is vanaf dag één glashelder geweest: een nee is een nee, het verdrag is verworpen. Dat gebeurt niet, de premier wil een verklaring. Die verklaring is puur cosmetisch en een wassen neus, want een van de twee verdragspartners tekent niet eens mee. Als de heer Verhoeven een kerel is, dan zegt hij hier tegen de premier: met zo'n verklaring kan D66 niet akkoord gaan, want die is letterlijk waardeloos zolang Oekraïne niet tekent. Bent u dat met mij eens?

De heer Verhoeven (D66):

Als de heer Van Dijk een kerel was, zou hij tegen alle nee-stemmers zeggen dat hij heeft gelogen dat Oekraïne lid gaat worden van de Europese Unie als gevolg van dit associatieakkoord.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Gelogen?

De voorzitter:

Gaat u verder.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ja maar, gelogen?

De voorzitter:

Nee, gaat u verder. Dit is een persoonlijk feit, geen verdere vraag.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Heeft hij dat dan niet beweerd?

De voorzitter:

Nee, de heer Verhoeven heeft het woord.

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter.

De voorzitter:

Mijnheer Van Dijk, wat wilt u zeggen?

De heer Jasper van Dijk (SP):

De heer Verhoeven impliceert dat wij gezegd hebben dat dit verdrag een stap op weg is naar lidmaatschap van de Oekraïne. Dat hebben wij altijd gezegd en dat is ook zo. Ga nou niet over leugens praten, dat past u niet.

De voorzitter:

Gaat u verder, mijnheer Verhoeven.

De heer Verhoeven (D66):

De heer Van Dijk weet dat het anders is. De SP heeft dagelijks in de zaaltjes beweerd dat de Oekraïne lid zou worden van de Europese Unie door dit verdrag, de SP heeft ingespeeld op de angst van de kiezer daarvoor. Die angst moet worden weggenomen met een juridisch bindende verklaring waaruit blijkt dat Oekraïne geen lid zal worden van de Europese Unie. Zo simpel en zo duidelijk kan het zijn.

De VVD heeft ook gezegd — ik grijp nu even terug op een uitspraak van de premier — dat asielzoekers terug moeten naar Afrika. Dat standpunt heb ik nog niet eerder gehoord. Is dit nu kabinetsbeleid geworden, vraag ik de premier. Als dat het geval is, dan hoor ik graag hoe dat verenigbaar is met de internationale verdragen waar Nederland in Europa natuurlijk wel aan gebonden is. De VVD lijkt graag te doen alsof het alleen maar economische migranten zijn, maar weet net zo goed als ik dat het zeker ook gaat om mensen die vluchten omdat ze bedreigd worden vanwege hun geaardheid of overtuiging.

Dan naar de Turkijedeal en de situatie in Turkije. Het kabinet blijft vasthouden aan de Turkijedeal, maar dat Erdogan deze deal dreigt op te blazen, lijkt niemand te deren. Ik vraag de premier: wat is zijn alternatief? Wat doet hij als Erdogan morgen echt de grenzen openzet, wat is plan B van dit kabinet? De Griekse hotspots zijn nu al overbevolkt. Alleen op de eilanden zitten al meer dan 16.000 mensen vast en met het Griekse vasteland erbij zijn dat in totaal 62.000 mensen. Dat zijn net zo veel mensen als in Nieuwegein wonen, en dat met een instroom van nul. Wat gaat er gebeuren als de instroom weer aantrekt? Is de premier bereid om op de Europese top te pleiten voor het zo snel mogelijk op orde krijgen van de Griekse hotspots? Wat doet de premier om de Oost-Europese landen te bewegen om mee te doen met een eerlijke verdeling en hoe zorgt hij ervoor dat Europa het klappen van de Turkijedeal kan opvangen? Hoe beoordeelt hij verder het advies van de Commissie om Dublinoverdrachten naar Griekenland te hervatten? Denkt hij dat het Europees Hof dit accepteert?

Twee weken geleden hadden wij een bijzonder debat met de minister van Buitenlandse Zaken. Hij zei tijdens het debat over de EU-uitbreiding een pleidooi te zullen houden voor de tijdelijke stilzetting van de toetredingsonderhandelingen met Turkije. In het verslag van de Raad Algemene Zaken lees ik dat hij alleen heeft gepleit voor het vaststellen van het feit dat er sinds juni geen nieuwe hoofdstukken zijn geopend. Wij hebben als Kamer geen motie ingediend omdat we vertrouwen hadden in de wijze waarop de minister van Buitenlandse Zaken deze toezegging gestand zou doen. De manier waarop hij dat nu heeft gedaan, is niet het gewenste duidelijke signaal aan Turkije waar de Kamer behoefte aan had. Ik vraag de minister-president met klem om deze gedane toezegging tijdens de Europese top wel uit te voeren.

Dan de visumliberalisatie. De minister-president heeft hier in een vorig debat over de Europese top toegezegd bij de Commissie aan te dringen om de reeds afgevinkte criteria kritisch te herzien. Uit onderzoek van D66 is gebleken dat sommige criteria wel heel soepel of voorbarig zijn afgevinkt. Uit de voortgangsrapportage blijkt echter niets van deze kritische herbeoordeling. Kan de premier dat verklaren?

Mijn laatste punt gaat over de brexit. Uit de geannoteerde agenda begrijp ik dat er nog een aparte EU-27 sessie komt met de 27 lidstaten zonder het Verenigd Koninkrijk, om te spreken over de inrichting van het proces van de toekomstige brexitonderhandelingen. Ik mis alleen de inzet van het kabinet. Waar zal de premier voor pleiten tijdens deze EU-27 top? Hoe wil hij het liefst het proces inrichten? Ik hoor graag een reactie.

De heer Segers (ChristenUnie):

Voorzitter. Als je van Europa houdt, houd dan op met dromen van meer Europa. Het zou zomaar een zin uit het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie kunnen zijn, maar het was de premier die deze woorden sprak. Ik ben het van harte met hem eens. De ChristenUnie heeft altijd gepleit voor Europese samenwerking. Die samenwerking is op veel punten een zegen geweest voor ons continent. Ze heeft ons vrede, veiligheid en welvaart gebracht. Maar de ChristenUnie heeft ook altijd gepleit voor een Europa dat zijn grenzen kent. Europa slaagt er namelijk niet in om grote problemen, waarbij juist een Europese aanpak vereist is, effectief aan te pakken. Ik noem als voorbeeld de vluchtelingencrisis. Op andere punten, waar het niet nodig is, slaat de samenwerking juist door. Europa is dus groot in kleine zaken en te klein in grote zaken.

Na de Brexit lijkt het gaspedaal van de Europese samenwerking alleen maar verder te worden ingetrapt, in de hoop om het Europese project te redden. Er zijn plannen voor een Europese inlichtingendienst en voor Europese defensie. Eurocommissaris Moscovici stelt zich op als minister van financiën van de eurozone. Er komt maar geen einde aan. Dat is spelen met vuur. Hiermee zetten we de samenwerking op het spel en verliezen we de steun van de bevolking. Ik vraag de minister-president om die ontwikkeling eens te leggen langs zijn eigen meetlat die hij heeft neergelegd in zijn toespraak in Warschau.

Ik kom op het Oekraïnereferendum. Ook de nee-stem van de Nederlandse bevolking bij dat referendum maakt deel uit van dat groeiend ongemak over de Europese Unie. Ziet de minister-president, net als de ChristenUnie, het risico dat het ongemak gevoed wordt door keuzes van het kabinet na de uitslag van het referendum? Zou hij daar eens op in kunnen gaan? Voor mijn fractie staat voorop dat het kabinet recht moet doen aan de nee-stem die in april geklonken heeft. Het kabinet zoekt nog een uitweg om toch te kunnen ratificeren. Wij hebben eerder gezegd dat de ChristenUnie die uitweg vooralsnog niet ziet. Maar we zullen zien waar het kabinet mee terugkomt uit Brussel en we zullen daar volgende week ons oordeel over vellen.

Mijn volgende punt gaat over de Turkijedeal. Inmiddels zitten er 16.000 mensen in mensonterende omstandigheden vast op Griekse eilanden. Ze zitten in de kou, de regen. Er zijn kinderen en ouderen bij. Dat is eigenlijk een schade. Het is een schande voor Europa. Dit staat voor falend asielbeleid van Europa. Er zitten ook nog eens 60.000 mensen vast op het Griekse vasteland. De herverdeling van vluchtelingen is nog nauwelijks begonnen. Enkele Oost-Europese landen weigeren ronduit de afspraken uit te voeren. Maar ook Nederland blijft achter bij het opnemen van de toegezegde vluchtelingen. Gaat de premier andere landen aanspreken op het nakomen van de afspraken? Wat wordt de inzet van de premier om de nood in Griekenland op te lossen?

Turkije voldoet nog steeds niet aan de voorwaarden voor visumliberalisatie. Wanneer stoppen we met onszelf voor de gek houden? Wat de ChristenUnie betreft, moet de premier zich ervoor in te zetten om die toetredingsonderhandelingen tussen Turkije en de Europese Unie te beëindigen. Is hij daartoe bereid? Oostenrijk heeft nu kleur bekend en gezegd: we moeten daar een punt achter zetten. Wat zijn verder de woorden waard geweest van minister Koenders? De heer Verhoeven vroeg daar ook al naar. Minister Koenders heeft gezegd: wij gaan ons inzetten voor het bevriezen van die onderhandelingen. Is dat de inzet van de Nederlandse regering?

De fractie van de ChristenUnie heeft, in het kader van de Brexit, grote zorgen over de positie van de Nederlandse visserijsector. De Brexit kan leiden tot enorme economische schade voor veel ondernemers en voor onze economie. Daarom is het goed dat er vorige week een motie van de ChristenUnie is aangenomen waarin staat dat vissers moeten worden ontzien door de aanlandplicht op te schorten gedurende het Brexitproces. Maar nu heeft de staatssecretaris van Economische Zaken een veel te smalle uitleg aan die motie gegeven. In die motie staat dat de regering alles in het werk moet stellen om deze aanlandplicht op te schorten. De staatssecretaris zegt echter: nou, als het nou eens een keer ter sprake komt, dan wil ik daar best wel eens eventjes over gaan praten. Dat is toch echt veel te mager. Is de premier bereid om in Brussel op te komen voor onze Nederlandse vissers en te handelen in lijn met de motie over het opschorten van de aanlandplicht?

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Voorzitter. Het is vandaag 245 dagen na het "nee" van het Oekraïnereferendum. Al die tijd wordt de stem van ruim 2,5 miljoen Nederlanders compleet genegeerd. Aan het einde van de week zal deze democratie hatende premier zelfs proberen om over de rug van al die kiezers zijn Oekraïnedeal te sluiten. Het is een dieptepunt in de recente politieke geschiedenis. En terwijl persbureau Reuters de geheime stukken al inzag, mag het parlement helemaal niets weten. VNL heeft geen enkel vertrouwen meer in deze onbetrouwbare VVD-premier.

De belangrijkste reden dat de kiezer op 6 april tegen stemde, was de enorme corruptie in Oekraïne. De Europese Rekenkamer stelde onlangs dat Oekraïne, ondanks de miljardensteun van de EU, nog steeds het corruptste land van Europa is. De nee-stemmer had dus groot gelijk. Bij ratificatie van het verdrag zal hun wantrouwen in de politiek alleen maar verder groeien. En dat geldt niet alleen voor het Oekraïneverdrag. Ook de migratiedeal met Erdogan had natuurlijk nooit gesloten mogen worden. Het maakt de EU kwetsbaar voor Turkse chantage. Het is naïef en levensgevaarlijk beleid. Het akkoord werkt ook helemaal niet. Tot nu toe zijn er slechts 748 migranten teruggestuurd. Maar is al wel bijna 700 miljoen euro aan Turkije overgemaakt. Bijna 1 miljoen euro per asielzoeker dus. Het is echt absurd. Wij zeggen daarom: stop ermee, geen visumvrij reizen voor bijna 80 miljoen Turken en nooit Turkse toetreding tot de EU.

De afgelopen jaren diende mijn fractie meerdere moties in om migrantenbootjes voor de Europese kust terug te slepen naar Afrika. Deze moties werden iedere keer ontraden door de premier en altijd stemde de VVD tegen. Maar tijdens een congres in Polen, twee weken geleden, sprak de minister-president ineens over de noodzaak om migrantenbootjes op te pikken en terug te slepen. Met de verkiezingen in zicht, sloeg hij even stoere, rechtse taal uit. Hij meende er niets van en de kiezer trapt daar ook niet meer in. Die rekent op 15 maart 2017 af met dit hypocriete en onbetrouwbare kabinet.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Voorzitter. De premier speelt hoog spel inzake het Oekraïnereferendum. Hij speelt hoog spel in Europa, want er wordt veel gevraagd. Er wordt gevraagd om een heel stevige verklaring te ondertekenen met vijf punten die behoorlijk gevoelig liggen. Het is dus nog maar zeer de vraag of de premier terug gaat komen met de volle 100% van zijn inzet. Kan de minister-president een inschatting geven van de kans daarop? En al zal de premier terugkomen met 100% van zijn inzet, dan nog is het maar de vraag of die 100% van zijn inzet hier in Nederland ervaren zal worden, gevoeld zal worden als een daadwerkelijk recht doen aan het "nee" bij het referendum. Daarover heeft mijn fractie grote twijfels. Je kunt alles beredeneren. Je kunt vanuit de ratio zeggen: hier is recht gedaan aan een aantal inhoudelijke bezwaren. De fractie van GroenLinks was, is en blijft een groot voorstander van het tot stand komen van het Oekraïneverdrag, maar we zagen dat in het debat een aantal oneigenlijke elementen slopen die enorm de nadruk kregen. Maar hoe je het ook wendt of keert, het referendum is en blijft een instrument dat uiteindelijk een "ja" of een "nee" oplevert. Het is dus hoogstens de vraag of hier uiteindelijk, met al die inspanningen en het hoge spel van de premier, iets uitkomt wat daadwerkelijk in Nederland gezien en gevoeld zal worden als recht doen aan het referendum. Tot op dit moment heeft mijn fractie daar in elk geval grote twijfel bij. We hebben dan ook niet voor niets in de eerdere debatten al aangegeven dat de kans zeer klein is dat GroenLinks met deze inzet uiteindelijk akkoord zal zijn met ratificatie van het verdrag. Hoe je het rationeel ook bekijkt, het zal buitengewoon lastig zijn om dit in Nederland zo uitgelegd te krijgen dat Nederlanders door de bank genomen het gevoel hebben dat aan hen recht is gedaan.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Kan de heer Grashoff mij zeggen wat de inzet van GroenLinks is bij dit onderwerp? Is hij het met mij eens dat de uitslag van het referendum helder was, dat er nee is gestemd en dat de premier dus over moet gaan tot het indienen van de intrekkingswet en niet door moet gaan met zijn poging om een juridische verklaring aan het verdrag vast te nieten?

De heer Grashoff (GroenLinks):

Nee, dat ben ik niet met de heer Van Dijk eens. Wij hebben de regering wel degelijk de ruimte gegeven om op deze manier aan de slag te gaan. Dat betekent dat we dat resultaat ook afwachten, maar ik denk dat ik wel helder ben geweest over het management van verwachtingen.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Moet ik dan tot mijn teleurstelling vaststellen dat GroenLinks ook akkoord zou kunnen gaan met een juridische verklaring die puur cosmetisch is? Oekraïne gaat die verklaring zelfs niet eens tekenen, dus die is niet rechtsgeldig. Waarom gaat de heer Grashoff niet mee in het standpunt dat het een nee was en dat het verdrag dus van tafel moet zijn?

De heer Grashoff (GroenLinks):

Ik snap dat de heer Van Dijk allerlei uitspraken van mij wil hebben, maar ik heb al duidelijk aangegeven dat ik die op dit moment niet doe.

Ik denk dat we ook goed moeten bekijken hoe het instrument referendum zich verhoudt tot multilaterale verdragen. Daar zal het laatste woord nog niet over zijn gezegd, maar het is in elk geval een moeizame verhouding. De onderhandelingen die de minister-president nu voert, zullen de onvrede over het associatieverdrag niet wegnemen, voor zover wij dat op dit moment kunnen beoordelen.

Tijdens de Raad zal ook aandacht worden besteed aan de Turkijedeal, die wankelt. Die deal is gekoppeld aan een visumliberalisatieproces waar geen schot in zit en waar terecht op dit moment geen schot in kan zitten gezien het feit dat Turkije op geen enkele manier voldoet aan de voorwaarden daarvoor. Turkije flirt met de doodstraf en daar is een heel duidelijke rode lijn getrokken, ook door het kabinet. Wat gaat er nu gebeuren als die Turkijedeal klapt? Dat is een als-danvraag. Ik weet wel dat dat altijd lastige vragen zijn, maar we komen intussen wel in een stadium waarin die vraag volgens mij zo realistisch is dat die toch maar gesteld moet worden. Heeft de EU dan een gemeenschappelijk antwoord of moet Griekenland het dan maar weer zelf opknappen? De situatie is daar nu al bijna ontoelaatbaar, maar die zal dan in een snel tempo verergeren.

Hoe dan ook, hebben we een verantwoordelijkheid voor het vluchtelingenvraagstuk. Hoe dan ook, moeten we vaststellen dat slechts 2.761 van de circa 2,8 miljoen Syriërs die op dit moment in Turkije zijn, hervestigd zijn. We hebben daar een verantwoordelijkheid voor en het loopt wat dat betreft slecht, met of zonder Turkijedeal. Kan de minister daarop ingaan? Op welke manier gaan we op een serieuze manier als een welvarend continent onze verantwoordelijkheid nemen voor ten minste dat deel van het vluchtelingenvraagstuk waar we in redelijkheid aan kunnen bijdragen? Eén promille van de oorlogsvluchtelingen een legale uitweg bieden, dat is geen oplossing.

Ten aanzien van migratie is het goed om samen te werken met Afrikaanse landen, maar er lijkt nu een proces op gang te komen dat een stap te ver gaat. Ik wil de minister-president vragen om daar concreet op in te gaan. Gaan wij daadwerkelijk landen geld bieden om niet alleen mensen terug te nemen die uit die landen naar Europa zijn gekomen maar die daar geen asielstatus kunnen krijgen of gaan we die landen bij wijze van spreken ook belonen voor het opnemen van mensen uit andere landen in die regio? Zijn we dan eigenlijk niet bezig om hier toch iets van te maken wat gaat ruiken naar een soort omgekeerde mensenhandel? Ik wil daar graag een heel serieus antwoord op. Gelet op mijn spreektijd, laat ik het hierbij.

De heer Monasch (Monasch):

Voorzitter. Het feit dat de PvdA-fractie haar afspraak met de kiezer verbrak, was voor mij reden om de PvdA-fractie te verlaten. De afspraak en daarmee haar geloofwaardigheid werden door de fractie bij het oud vuil gezet. Daarom sta ik hier alleen.

Mevrouw Maij (PvdA):

Ik zou de heer Monasch graag willen vragen waarom hij de PvdA-fractie dan niet op — wat was het? — 19 april heeft verlaten.

De heer Monasch (Monasch):

Dat is heel eenvoudig: omdat er toen nog ruimte was om te bekijken of men nog op de schreden zou terugkeren. Toen duidelijk was dat het kabinet dat niet van plan was en dat de PvdA-fractie die koers duidelijk wilde doorzetten en geen intrekkingswet meer wilde steunen, was er geen andere conclusie mogelijk dan dat de fractie haar afspraak met de kiezer brak. Mevrouw Maij was een van de eersten die naar buiten aangaf dat de PvdA-fractie zich aan de afspraak zou houden en zich zou neerleggen bij de uitspraak. Mevrouw Maij heeft die afspraak helaas naast zich neergelegd, ook als woordvoerder.

Mevrouw Maij (PvdA):

Volgens mij draait de heer Monasch er heel mooi omheen. Hij had een excuus nodig om de fractie te verlaten. Dat was zeker niet op 19 april. Toen hebben we precies hetzelfde gezegd als in de weken en maanden daarna en ook nu. Ik vind het argument dus een beetje oneigenlijk.

De heer Monasch (Monasch):

Er is niets oneigenlijks aan. Er is maar één fractie die in deze discussie oneigenlijk en ongeloofwaardig is geweest: de fractie die de kiezer heeft beloofd om zich neer te leggen bij deze uitspraak. Toen duidelijk was dat de fractie niet meer terug te brengen was op die weg, heb ik de fractie verlaten, omdat ik een afspraak heb met de kiezer. Die kiezer heb ik gerespecteerd met het hoogste offer, namelijk door aan het eind de fractie te verlaten.

Mijn vraag aan de premier is welke gevolgen de verandering van het PvdA-leiderschap heeft voor het kabinetsbeleid. We weten bijvoorbeeld dat de premier niet veel opheeft met de Wet werk en zekerheid van de vicepremier. Hij heeft de vicepremier, nu in zijn gedaante als PvdA-leider, aangegeven dat hij eigenlijk niets ziet in deze koers en eigenlijk een intrekkingswet wil.

Ik sluit dit onderwerp af met een oproep. Gisteren was er het heuglijke nieuws dat het financieel tekort weg is, maar het democratisch tekort als gevolg van het breken van deze afspraak wordt niet alleen in dit huis — door het wegvallen van de meerderheid van het kabinet — maar, nog veel belangrijker, ook in de samenleving alleen maar groter. Dien dus die intrekkingswet in!

Ik ga nu in op de migratiedeals. Er gaat veel geld naar Afrika voor werkgelegenheidsprojecten. We hebben net 50 jaar ontwikkelingssamenwerking achter de rug. Die heeft dus kennelijk niet gewerkt. Waarom wordt nu ineens gedacht dat dit wel gaat werken? Precies het tegenovergestelde is het geval. De groei in Afrika is volgens allerlei cijfers nog nooit zo hoog geweest, maar tegelijkertijd is de economische emigratie nog nooit zo hoog geweest. Waarom zouden extra werkgelegenheidsprojecten, als die al slagen, nu dan ineens leiden tot een afname van die economische emigratie?

De heer Grashoff van GroenLinks zei terecht dat het erop lijkt dat de migratiedeals een vorm van omgekeerde mensenhandel zijn. Is het niet zaak om de businessmodellen van de mensenhandelaren radicaal te doorbreken en desnoods met militair geweld in te grijpen om de vreselijke tochten door de Sahara en daarna op de Middellandse Zee te doorbreken?

De heer Beertema (PVV):

Voorzitter. Ik zal het vandaag kort houden. Ik ben slecht bij stem, maar ik houd het vooral kort omdat ik deze beschamende debatten met de minister-president zo ontzettend zat ben. Die herhaling van zetten in de 245 dagen sinds het referendum ... Iedereen heeft al tien keer hetzelfde betoogd. Hierna krijgen we die verbale acrobatiek van de minister-president, waarvan alleen hij geniet, niemand anders. Het is beschamend voor dit huis, voor de parlementaire democratie en vooral — dat is eigenlijk mijn minste zorg — voor de premier zelf. Wij kregen gisteren niets te horen van de premier, maar wij lazen in de internationale media dat er gisteren overeenstemming is bereikt over drie van de extra voorwaarden die voor de Nederlandse nee-stemmer belangrijk zouden zijn: geen militaire bijstand, geen extra EU-geld en de EU-leden houden het recht om een limiet te stellen aan de immigratie van Oekraïners. Het overblijvende thema is of de associatieovereenkomst wel of niet een opstap is naar een full membership van de EU. Dat zou gisteren later op de dag worden afgekaart. Wij moeten het lezen in de Oekraïense en andere media, want de minister-president weigert duidelijkheid te geven ondanks een zeer dringend verzoek van zijn eigen parlement.

Dit is al weer een steen in de muur van de minachting voor het volk, de muur van onverschilligheid en vooral de muur waarachter de minister-president zich verschuilt voor de boosheid van het volk dat met een ruime meerderheid dit associatieverdrag heeft afgewezen. Aan deze kant van de muur het volk, Nederland en Den Haag, aan de andere kant van de muur de minister-president en de Brusselse elite. Het volk en de bewindslieden zien elkaar niet meer. Erger nog, zij horen elkaar ook niet meer.

Ik concludeer dat de minister-president en zijn regering in dit hele traject een ontstellend gebrek aan leiderschap hebben getoond. Zij hebben politieke blunders van de eerste orde begaan en zij hebben door een kunstgreep om te redden wat er te redden viel voor hun Brusselse vrienden, alle partijen van zich vervreemd en verdeeldheid gezaaid onder de Nederlandse bevolking die het gedraai en gelieg spuugzat is. Eerst was er het moment dat de Referendumwet werd aangenomen, toen de aankondiging van het referendum over het associatieverdrag met Oekraïne, en daarna de campagne die door iedereen werd gevoerd, behalve door de regering. Probeerde de minister-president eerst om het associatieverdrag aan de kiezer te verkopen als een handelsverdragje waarvan er zo veel zijn — "verder ging het nergens over"— het veranderde echter bij toverslag in een verdrag dat nota bene zelfs invloed had op de stabiliteit aan de oostgrenzen van de EU. Daarmee werd het een geopolitiek instrument van jewelste. Ineens was het: zonder verdrag de Apocalyps over ons. Mensen hebben dat door; zij ruiken dat cynisme op afstand. Vervolgens werden er beloften gedaan over het respecteren van de uitslag. Toen kwam er weer een eindeloze herhaling van die welbewuste vertragingstactieken die iedereen ook door had. Het cynisme over de politiek groeide snel en het vertrouwen in de politiek slonk als sneeuw voor de zon.

Tot slot was daar de vondst van de spindoctors dat betekenis moest worden gegeven aan de stem van de nee-stemmer. Als wij die vier grootste zorgen maar zouden verwerken in een wettelijk bindend document, dan zou ook de nee-stemmer kunnen leven met de ratificatie van het verdrag. Alles is al eerder gezegd in dit slepende traject. De nee-stemmer heeft zich nooit uitgesproken over welke van die vier spindoctorthema's dan ook. Er is geen onderzoek geweest. De spindoctors hebben zich gebaseerd op duidingen in de mainstreammedia die zonder uitzondering eurofiel zijn. Die mainstream media hebben de spindoctors een stok aangereikt om de nee-stemmer te slaan en zij zouden zich daarvoor moeten schamen.

Dat was het traject. De minister-president struikelde van de ene mislukking naar de volgende, draaiend, panikerend, en vooral pratend en alles weglachend in de hoop dat er nog iets te redden zou zijn voor zijn meesters in Brussel. Hij toonde gebrek aan leiderschap, zaaide verdeeldheid en, het belangrijkste, voedde het cynisme.

Ik stop ermee. Ik vraag voor de laatste keer aan de minister-president, die ook de minister-president is van het massief overwinnende neekamp: ga morgen naar Brussel met die ene boodschap die recht doet aan de uitslag van het referendum en aan de wet die daarbij hoort. Toon u een man, een leider van het Nederlandse volk en zeg: beste collega's, Nederland ratificeert niet want de kiezer heeft gesproken en de kiezer heeft altijd gelijk.

De heer Anne Mulder (VVD):

De heer Beertema zegt dat er geen onderzoek is gedaan naar de motieven van de kiezers om nee te stemmen. Ik heb hier een onderzoek van de Universiteit van Nijmegen en daar staan bovenaan: Corruptie in Oekraïne, en: Angst dat Oekraïne lid wordt van de EU. Zijn dit nu niet precies de twee dingen die de premier probeert op te lossen in de overeenkomst die hij sluit?

De heer Beertema (PVV):

Welke universiteit was het?

De heer Omtzigt (CDA):

De universiteit van Nijmegen.

De heer Beertema (PVV):

De Radboud Universiteit Nijmegen! O, dat is wel een voorbeeld van objectieve wetenschap, in Havana aan de Waal. Zo was het toch geloof ik?

De voorzitter:

Mijnheer Beertema.

De heer Beertema (PVV):

Dit soort onderzoeken ...

De voorzitter:

Mijnheer Beertema!

De heer Beertema (PVV):

Dit soort onderzoeken doet er niet toe, voorzitter. Het is een duiding die achteraf wordt gegeven. Er is nooit zo'n vraag gesteld in het referendum. De vraag in het referendum was haarscherp. Het was ja of nee. Daar is een "nee" uitgekomen en vervolgens walste iedereen eroverheen om daar duiding aan te geven. Ik heb het vaker gevraagd; er is geen onderzoek gedaan door de Hoge Colleges van Staat. Er is een duiding geweest die de minister-president en u, mijnheer Mulder, het beste uitkwam, want u wilt niks anders dan het associatieverdrag geratificeerd zien. Dat is uw boodschap en die brengt u heel goed, mijnheer Mulder, maar kom nou niet aan met het verhaal dat dit de problemen zijn en dat de nee-stemmer ineens tevreden is als die weggepoetst zijn. Want zo is het niet.

De heer Anne Mulder (VVD):

De heer Beertema zegt dat geen onderzoek is gedaan. Ik zeg dat wel onderzoek is gedaan en dan krijg ik zo'n slap antwoord. Ik vind het echt een heel zwak antwoord.

De heer Beertema (PVV):

Dat kan mijnheer Mulder vinden, maar ik ga over mijn eigen woorden. Het is een interpretatie achteraf. Het referendum over het verdrag was kristalhelder. Dat is het enige wat telt. Alle onderzoeken achteraf en alle duidingen achteraf zijn alleen maar een beschamende poging om de nee-kiezer een rad voor ogen te draaien. U moet zich schamen, mijnheer Mulder, dat u daar op deze manier aan meewerkt.

Mevrouw Maij (PvdA):

Schamen? Ik vind het een beetje bevreemdend dat een onderzoek dat door een serieuze universiteit is gedaan, hier een beetje wordt weggemoffeld: wetenschap is niet belangrijk. De wetenschap is kennelijk ook maar een onderbuikgevoel.

De heer Beertema (PVV):

Nou, voorzitter, dit ...

Mevrouw Maij (PvdA):

Sorry, ik was nog niet eens toe aan ...

De heer Beertema (PVV):

... werp ik verre van mij. Dit soort interrupties moet je niet plegen.

De voorzitter:

Mijnheer Beertema, u krijgt zo het woord. Mevrouw Maij heeft het woord.

Mevrouw Maij (PvdA):

Dit was gewoon een herhaling van hetgeen de heer Beertema bedoelde. Hij lachte weg wat de Radboud Universiteit Nijmegen had gedaan.

Een ander punt. De heer Beertema zegt dat er helemaal niets over de inhoud bekend was. Dat werd allemaal door EU-lievende media naar voren gebracht en dat zou dan het idee zijn dat de nee-stemmer had. Ik wil graag de woorden aanhalen van de fractievoorzitter van collega Jasper van Dijk, die hier naast mij staat. Hij heeft dat gewoon zelf netjes in de media gezegd. Hij had het over het EU-lidmaatschap en zei: er komen heel veel goedkope arbeiders naar de EU; door dit verdrag gaan er miljarden naar de corrupte regering en oligarchen. Die dingen zijn dus niet door de media verzonnen; dat werd gewoon luid en duidelijk door het neekamp als argument naar voren gebracht. Het was wel duidelijk dat de SP zich in het neekamp bevond.

De heer Beertema (PVV):

Dat is inderdaad allemaal waar. Mevrouw Maij en de heer Mulder vergeten echter dat het wantrouwen van de kiezer juist door de onduidelijkheid, het gekonkel en het gedraai — ook van u, mevrouw Maij, ook van u, mijnheer Mulder — zo enorm is gegroeid. De kiezer is het zo ontzettend zat. Het wantrouwen van de kiezer is zo enorm groot. Dat is ook gegroeid door de volstrekt duistere manier van werken van de EU, die altijd heeft ontkend dat zij uit was op een federale staten van Europa. Het is gegroeid door de onduidelijke besluitvormingstrajecten die de EU kenmerken. Ik refereer even aan de uitspraken die mijnheer Juncker zelf heeft gedaan. Hij is de kampioen van de listige politiek. Zijn beruchtste uitspraak is wel: wij besluiten iets, laten het rusten en kijken dan wat er gebeurt; als niemand herrie maakt en geen opstand uitbreekt omdat de meeste mensen sowieso niet begrijpen wat er wordt besloten, dan gaan we stap voor stap verder tot er geen weg meer terug is. Dat is wat heel erg leeft bij de kiezer en dat is wat heel erg leeft bij de nee-kiezer, ook bij mij. Dat is voor mij ook een heel belangrijke reden om mij af te keren van de EU. Mevrouw Maij voedt dat steeds maar weer.

Mevrouw Maij (PvdA):

Ik denk dat het wantrouwen van de kiezer een beetje, nou nogal behoorlijk, wordt gevoed doordat allerlei mensen uit het neekamp kennelijk lariekoek hebben verkondigd en daar nu op terugkomen. Zij hebben de kiezer dus aangemoedigd om nee te stemmen op basis van een aantal onjuiste argumenten. Ik denk ook dat we ons niet moeten verschuilen achter wat er in Brussel aan argumenten wordt verkondigd. We moeten vooral heel goed bekijken welke serieuze argumenten de voor- en tegenstanders hebben gebruikt. De tegenstanders hebben gewoon een aantal onjuiste argumenten gebruikt. Op basis daarvan heeft het neekamp nee gestemd. Ze hebben dus nee gestemd op basis van onzin en dat voedt het wantrouwen.

De voorzitter:

Mijnheer Beertema, een korte reactie? Het hoeft niet.

De heer Beertema (PVV):

Die heb ik al gegeven, voorzitter.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik distantieer me van wat mevrouw Maij via de band over de SP insinueert. Ik herinner haar maar even aan het filmpje waarin de heer Diederik Samsom overduidelijk zei: nee is nee. Helaas zit de Partij van de Arbeid nu ook op de lijn van: nee wordt ja.

Voorzitter, ik hoor allemaal gerommel achter me, zo kan ik niet rustig interrumperen. Ik adviseer de heer Beertema om het Nationaal Referendum Onderzoek nog even goed te lezen, want dat is volgens mij voor hem ook interessant. Het haalt namelijk allerlei argumenten van de eurofielen, de voorstanders, snoeihard onderuit. Ten eerste: een tegenstem bij het referendum was niet anti-EU.

De voorzitter:

Gaat u alles voorlezen?

De heer Jasper van Dijk (SP):

Nee.

De voorzitter:

O, gelukkig.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Een tweede argument van de eurofielen is dat mensen door de opkomstdrempel strategisch zijn thuisgebleven. Onzin! Zo blijkt uit het onderzoek. Het aandeel strategische thuisblijvers was maar 2,5%. Was er een stemplicht geweest, dan was de uitkomst ongeveer gelijk geweest. Evenveel tegenstanders als voorstanders bleven thuis. Lees het nog even.

De heer Beertema (PVV):

Ik dank mijn SP-collega voor het advies.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Het begon ongeveer drie maanden geleden. Ik werd op Twitter gebombardeerd met vragen van EU Finance. Het verzoek was om een enquête in te vullen. De vraag luidde: hoe zit het met uw pensioenplan? Correct als ik altijd probeer te zijn, vroeg ik vervolgens: waarom wilt u dat weten?; u gaat hier toch helemaal niet over? Daar kwam geen reactie op. Na ongeveer een week stuurde ik een herinnering en vroeg ik of ik er nog antwoord op mocht. Toen kreeg ik wel antwoord, ik werd namelijk geblokt.

Na twee maanden heb ik de stoute schoenen aangetrokken en gevraagd— dat was ongeveer deze week — of er nog een antwoord op mijn vragen zou komen. Dat kwam binnen. Ik moest overigens nog even vertellen wat mijn vragen waren, want ze hadden die blijkbaar in de prullenbak gegooid. Het antwoord op mijn vragen luidde: het idee van een consultatie over persoonlijk pensioen was om juist ook consumenten te betrekken bij mogelijke Europese initiatieven. Dat ging dus over Europese initiatieven op het terrein van pensioenen. Verder schreef men: wat ons betreft is dat gelukt; we kregen meer dan 500 reacties van burgers op de consultatie. Ik was verbijsterd en ik vind het verbijsterend. In de eerste plaats wordt het antwoord op mijn eenvoudige informatieve vragen op een superieure wijze omzeild. In de tweede plaats wordt het aantal van 500 reacties, van alle 17 miljoen Nederlanders, als een succes uitgemeten. Bovendien vind ik het verbijsterend dat hiermee iets wordt onthuld van de salamitactiek die vanuit Europese organen nogal eens wordt toegepast. Misschien is het meest interessante deel van de Europese Raad van morgen wel het diner na afloop. Ik hoor van de minister-president dat het eten niet geweldig is, maar dat biedt kansen; dat zal ik zo uitleggen. De agendapunten van de vergadering zijn niet onbelangrijk: de migrantenkwestie, het veiligheidsbeleid en het associatieverdrag met Oekraïne. Aan dat laatste wil ik niet te veel woorden wijden. Het standpunt van de SGP over de uitslag van het referendum is duidelijk: bewandel de koninklijke weg. Wij hebben weinig verwachtingen van de kansen voor een bindend juridisch addendum dat werkelijk recht doet aan de zorgen die uit het referendum zijn gebleken. Wij wachten de resultaten van de onderhandelingen af.

Waarom is het informele diner na afloop misschien wel het meest interessant? Wel, omdat het gesprek dan gaat over de vraag hoe om te gaan met de brexit. Aangezien het eten toch niet geweldig is, zoals de premier aangeeft, vraag ik hem om daar de speech te herhalen die hij in Warschau gehouden heeft voor zijn liberale vrienden, met die kernachtige uitspraken. Die zijn al geciteerd vandaag, maar ik herhaal ze nog even, want ik denk: nu hebben we het licht gezien; nu hebben we mogelijkheden. "Te vaak zeggen de elites in Europa: de burgers begrijpen het niet. Maar dat is niet zo. Jullie begrijp het zelf niet." Zeg dat eens tegen de collega-regeringsleiders, zou ik zeggen. Te vaak reageren Europese leiders niet met een bescheiden realisme op een crisis als de brexit, maar met een vlucht vooruit. Zo kwam de EU nota bene daags na het referendum met nieuwe, zeer vergaande pensioenwetgeving. Ik vond het een buitengewoon pijnlijk voorbeeld van een volstrekt gebrek aan realiteitszin. Natuurlijk, op sommige thema's is Europese samenwerking onmisbaar en belangrijk — daar hebben we nooit misverstand over laten bestaan — maar er zijn tal van terreinen waar de EU zich helemaal niet mee bezig hoeft te houden, terwijl zij dat wel doet. De EU is onverzadigbaar, een zwart gat dat allerlei bevoegdheden absorbeert onder het motto van een ever closer union. Dat is nog steeds niet veranderd. In het kielzog van de EU geldt dit ook voor organen als de Raad van Europa. Die is ooit opgericht met nobele bedoelingen, maar als je de ontwikkelingen systematisch bekijkt en volgt, zie je dat de Raad nu een organisatie wordt die vooral gericht is op voortbestaan en tot een kluwen wordt van zichzelf bestuivende comités en rechters, die losgezongen van parlementaire procedures en kaders rechtspreken en recht maken. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?

De premier geeft dus terecht aan dat de Europese elite de burgers niet begrijpt. Het probleem is echter — ik hoop dat de premier dat kan logenstraffen, maar dat is mijn waarneming op dit moment — dat deze mooie woorden vaak niet overeenstemmen met de praktijk. In de praktijk sluit het kabinetsbeleid nog steeds gewoon aan bij steeds meer EU. Gaat de minister-president in Brussel met de vuist op tafel slaan en gaat hij de in slaap sukkelende en navelstarende collega's ervan overtuigen dat het zo niet langer kan? Wanneer stopt de regering met mooi weer spelen en gaat zij kleur bekennen over de vraag: federaliseren of echt hervormen en moderniseren van de EU? Graag krijg ik hierop een reactie van de premier, maar die zal ik zeker krijgen.

Mevrouw Maij (PvdA):

Voorzitter. Ik zal snel proberen te praten. Graag begin ik mijn inbreng met een ander onderwerp dat ook op de agenda staat, namelijk de Europese arbeidsmarkt. In Nederland trekt de arbeidsmarkt aan, maar in andere landen zien we dat de arbeidsmarkt nog zeker niet aantrekt. We maken ons grote zorgen over de jeugdwerkloosheid in een aantal Europese lidstaten. Het is goed dat de Europese Unie een plan heeft om jongeren, vooral in de zuidelijke lidstaten, waar 30% tot 40% van de jongeren aan de kant staat, scholing en werk te bieden. Tegelijkertijd maken we ons zorgen over de arbeidsverdringing en de oneerlijke concurrentie op onze eigen Nederlandse arbeidsmarkt.

Hoe staat het nu met de inspanningen van de regering om aan de slag te gaan met het grondig aanpassen van de Detacheringsrichtlijn om te voorkomen dat legale schijnconstructies in Nederland mogelijk blijven? Het uitgangspunt van gelijk loon voor gelijk werk op dezelfde plek is nog steeds heel belangrijk. We hebben dat hier vaak herhaald, maar de Detacheringsrichtlijn is nog steeds zoals hij is. Welke inspanningen levert Nederland nu om ervoor te zorgen dat de Detacheringsrichtlijn wel wordt aangepast? Hoe worden de zorgen geadresseerd van bijvoorbeeld de lidstaten waarvan het parlement een gele kaart heeft getrokken? Hoe spreekt de regering daarmee? Wat gebeurt er met het arbeidsmobiliteitspakket van Commissaris Thyssen? Zij heeft hier behartigenswaardige woorden over gesproken. De Europese interne markt is namelijk niet alleen een interne markt voor bedrijven en kapitaal, maar toch vooral voor de werknemers en de mensen die in de Europese Unie wonen. Zij zouden daarvan moeten profiteren.

Migratie staat ook op de agenda. Het is goed dat een deel van de afspraken van de Turkijedeal functioneert, maar tegelijkertijd functioneert een ander deel echt niet. De instroom op de Griekse eilanden is behoorlijk onder controle, maar de situatie op de Griekse eilanden is echt problematisch. We zien dat de situatie op de Griekse eilanden niet goed is, maar ook dat er binnen de Europese Unie verdeeldheid blijft over de manier waarop het gemeenschappelijke Europese asielbeleid nu gezamenlijk moet worden aangepakt. Onderlinge solidariteit en overeenstemming blijken nog steeds ver weg. De PvdA vraagt de premier hoe deze prangende kwesties aan bod gaan komen en hoe we er bijvoorbeeld voor zorgen dat de situatie op de Griekse eilanden wel verbetert. Het kabinet geeft aan dat het zich hier ook zorgen over maakt. Het gaat in het kader van het triovoorzitterschap, samen met Malta en Slowakije, het gesprek aan om andere lidstaten aan te sporen hun capaciteit in te zetten om op de Griekse eilanden bijvoorbeeld de opvang en de processen voor asielaanvragen te verbeteren. Hoe gebeurt dat nu? Hoeveel succes is daarbij geboekt? De beelden van de Griekse eilanden zijn nog steeds schrikbarend.

In welke mate wordt er nu ingezet op solidariteit ten aanzien van bijvoorbeeld hervestiging? Dat is natuurlijk het deel van de Turkijedeal dat nog steeds niet goed functioneert. Aan de ene kant is het goed dat een deel werkt, maar aan de andere kant moeten fatsoenlijke opvang in de Europese Unie en hervestiging echt op orde komen. Er zal door alle EU-lidstaten geleverd moeten worden. Het zou echt een falen van de Europese Unie zijn als het haar niet lukt om kwetsbare vluchtelingen een fatsoenlijke opvang en een fatsoenlijke proces te bieden op het Europese continent. Dat zou een tragedie zijn voor alle mensen die daar zitten, soms al maanden en misschien soms wel jaren.

We hebben kennisgenomen van het verslag van EU-voorzitter Slowakije van de gesprekken tussen de lidstaten over het gemeenschappelijke Europese asielbeleid voor de toekomst. Hoe apprecieert het kabinet dit verslag en de vorderingen die op dat punt gemaakt worden? De PvdA heeft de indruk dat dat nog weinig concrete vorderingen zijn en dat er nog weinig concrete overeenstemming is. Het Slowaakse voorzitterschap pleit voor een activatiemechanisme dat onder bepaalde voorwaarden en onder bepaalde objectieve omstandigheden vooraf in werking treedt. Kan de regering hier iets meer over zeggen?

Er zal ook worden gesproken over de migratiecompacts. De PvdA hoort graag wat de laatste stand is van de migratiecompacts en ook hoe de afspraken die de minister van Buitenlandse Zaken namens de Europese Unie met Mali heeft gemaakt, precies in elkaar steken. Wat zijn daar uiteindelijk voor afspraken gemaakt en hoe worden die verder ingevuld?

Een ander punt kan niet onbesproken blijven: de situatie in Aleppo. Net als anderen maken wij ons grote zorgen over de positie van de burgerbevolking daar. Huizen maar ook scholen en ziekenhuizen zijn verwoest. De stad is voor een groot deel weggebombardeerd. Ik moet zeggen dat ik schrik van de beelden die ik op televisie zie: een stad in puin en een radeloze bevolking. Komt dit nog aan bod in de Europese Raad? Het kan niet onbesproken blijven. In het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van afgelopen maandag zag ik dat er niet echt over gesproken is. Dat baart toch wel zorgen, omdat dit echt een punt van aandacht is.

Ik kom op Turkije. Zondag vond er weer een bomaanslag plaats in Istanbul met — de heer Van Dijk memoreerde het al — minstens 38 doden tot gevolg. Ook onze gedachten gaan uit naar de slachtoffers en naar de dierbaren van die slachtoffers. En toch maken we ons tegelijkertijd ook grote zorgen over de situatie in Turkije, over de situatie van journalisten, van academici maar ook van politici die gewoon worden opgepakt. Een paar dagen geleden waren er berichten over meer dan 100 wetenschappers die gewoon worden ontslagen. Wat is wetenschap nog waard! Ook zijn er ernstige berichten over martelingen, over verkrachtingen en over honderdduizenden mensen in het zuidoosten van Turkije die van huis en haard zijn verdreven De rechtsstaat wordt uitgehold, en dat is vreselijk. Wat is nu het krachtenveld binnen de Europese Unie? We lezen dat er het een en ander is gebeurd in de Raad Algemene Zaken. Kan de premier toelichten wat de volgende zin die in de conclusie staat betekent. Sorry, ik heb de zin alleen in het Engels. De zin luidt: "Under the current prevailing circumstances no new chapters are considered for opening." Wat betekent deze zin precies in politieke zin en op welke manier is minister Koenders na het algemeen overleg dat wij daarover hadden, dat gesprek ingegaan?

De voorzitter:

U kunt een poging wagen om die zin te vertalen. Dat zou wel fijn zijn.

Mevrouw Maij (PvdA):

Onder bepaalde huidige omstandigheden worden geen nieuwe hoofdstukken naar voren gebracht om te openen. Dit is een beetje een kromme zin, maar u begrijpt ongeveer wat ik bedoel.

Ik wil ten slotte ingaan op het onderwerp waar wij vandaag het meest met elkaar over gedebatteerd hebben: het Oekraïnereferendum. Dat staat ook op de agenda. Wij willen graag van de regering weten wat daar morgen over geconcludeerd zal worden. We bespraken hier al dat het voor de PvdA-fractie van groot belang is om de nee-stem bij het Oekraïnereferendum een plek te geven. Dat is mogelijk door de grootste zorgen van de nee-stemmers neer te leggen in een juridisch bindende verklaring. Collega's vroegen al naar de juridische bindendheid van de verklaring in de manier zoals die nu wordt voorgesteld. De leden van de PvdA-fractie steunen de regering in het zoeken naar een oplossing. Wij vragen de premier hoe kansrijk het compromis dat nu wordt voorgelegd, is. Wij zien dat het wordt besproken in de conceptconclusies, maar we hebben natuurlijk nog geen inhoudelijke tekst daarbij. Wij zouden graag van de premier willen horen hoe succesvol hij denkt dat zijn missie zal zijn.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik vind de Partij van de Arbeid in dit debat op twee punten onnavolgbaar. Dat is allereerst het feit dat een "nee" een "nee" is, dat de PvdA voor het referendum ook zei dat het verdrag dan van tafel is, maar blijkbaar nu niet meer. Het tweede punt gaat over die juridische verklaring. Vindt mevrouw Maij het nu werkelijk aanvaardbaar dat wij naar huis worden gestuurd met een juridische verklaring van de premier die niet door Oekraïne, een van de twee ondertekenaars, wordt ondertekend? Daarmee wordt de rechtsgeldigheid een farce. Deelt zij die mening?

Mevrouw Maij (PvdA):

Wat de eerste zin betreft kunnen de heer Van Dijk en ik elkaar de hand schudden, want ik vind zijn inbreng op dit punt volslagen onnavolgbaar. Ik heb in veel debatten tijdens de campagne met collega's van hem gedebatteerd over de vraag waarom de SP nu zulke grote problemen had met dat verdrag. Ik heb daar overigens nooit direct met hem over gedebatteerd. De punten zoals we die hier ook besproken hebben, waren: lidmaatschap, heel veel geld naar een corrupte regering, de komst van heel veel goedkope arbeiders naar de Europese Unie en militaire steun. Die punten werden allemaal genoemd. Er werd gezegd: met dit verdrag wordt dat mogelijk gemaakt. Nu gaat de regering proberen om dat te adresseren en zegt de SP: sorry, nee hoor. Ik begrijp dat echt oprecht niet. Wanneer de zorgen van de SP op die manier zo uitgebreid worden geadresseerd, zou de heer Van Dijk hier toch juichend moeten staan in plaats van zo teleurgesteld en stampvoetend?

De heer Van Dijk heeft twee vragen gesteld. Op het tweede punt wil ik graag van de regering horen hoe juridisch bindend het voorstel is. Ik denk dat dat een oprechte vraag is die de heer Van Dijk en anderen hier ook gesteld hebben. Ik hoor graag het antwoord van de premier daarop.

De heer Jasper van Dijk (SP):

De PvdA zei net als de SP voor het referendum: nee is nee; als het een nee wordt, is het verdrag van tafel. De PvdA heeft nu een ander standpunt.

Ik kom op het tweede punt. De juridische verklaring heeft geen rechtsgrond als Oekraïne niet tekent. Is de Partij van de Arbeid het met mij eens dat de juridische verklaring op die manier een farce is? Heeft zij het lef om nu al tegen de premier te zeggen: met zo'n juridische verklaring gaan wij als Partij van de Arbeid natuurlijk niet akkoord? Graag krijg ik een bevestiging.

Mevrouw Maij (PvdA):

Op het gevaar af de heer Van Dijk uit te lokken, zeg ik dat in het debat rondom deze campagne de SP ook heel veel dingen heeft gezegd die niet bleken te kloppen. Zij sprak van een lidmaatschap en zei dat, met dank aan dit verdrag, vanuit Oekraïne heel veel werknemers naar Europa zouden komen. Ik wil nog wel een paar vraagtekens zetten bij de stelligheid waarmee de heer Van Dijk een interruptie over de juridische bindendheid plaatst. Ik wil vooral graag van de premier horen wat het precies betekent. Tot dusver heeft de SP langs de waarheid gescheerd in de campagne, in ieder geval op de onderwerpen die met Oekraïne te maken hebben.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter ...

De voorzitter:

Nee, mijnheer Van Dijk, het spijt me. Het woord is nu aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Zijn ze uitgedebatteerd, voorzitter?

De voorzitter:

Ik ben bang dat dat vandaag niet gaat gebeuren.

De heer Omtzigt (CDA):

Nee, het was hier te horen dat ze nog verder debatteerden.

Voorzitter. Er is een belangrijke Europese top. Er is een uitgebreide agenda die de grootte en de vele uitdagingen weerspiegelt waarvoor de Unie op dit moment staat.

Ik begin bij Turkije. In de geannoteerde agenda stond dat de voortgangsrapportage er nog niet was, maar die was er toen al vier dagen. Waarom kregen wij een geannoteerde agenda die niet up-to-date was? Ik sluit mij even aan bij collega Verhoeven. Waarom zijn de onderhandelingen met Turkije over het lidmaatschap niet opgeschorst? De regering zegt wel dat die onderhandelingen comateus zijn. Maar vinden er op ambtelijk niveau en op regeringsniveau nog gesprekken plaats met de Turken of niet? Dat er geen nieuwe hoofdstukken worden geopend, wordt verkocht als een overwinning. Dat is natuurlijk totaal belachelijk, want er lag ook helemaal geen voorstel voor om nieuwe hoofdstukken te openen. Er is hier een Kamermotie aangenomen waarin is gevraagd of, gelet op de EU-subsidies — dit jaar gaat het om 23 miljoen — die voor gevangenissen in Turkije betaald zijn, gecontroleerd kan worden of er in die gevangenissen ook gemarteld wordt. Daar hebben wij geen terugkoppeling op gezien. Ik zou graag weten of het aan de orde is gesteld dan wel aan de orde wordt gesteld tijdens de Europese top.

Ik kom op het pièce de résistance: het Oekraïneverdrag. Op de top van 15 december wil de Nederlandse regering een oplossing vinden voor het nee van het referendum. Een voor de hand liggende oplossing is natuurlijk een intrekkingswet, maar de premier wil een juridisch bindende eenzijdige verklaring. Die figuur kent de CDA-fractie niet. Het is een verdrag, en als het een verdrag is, is het bindend. Dan moet het geratificeerd worden, door dit parlement, door 27 andere parlementen, door Oekraïne en door de EU zelf. Als je dat verdrag niet nakomt, kun je naar het Hof in Luxemburg. Dat heet juridisch bindend. Een politieke verklaring is niet bindend. Mocht er wel een politiek bindende verklaring zijn, dan ken ik nog wel wat Nederlanders die graag het adres van de rechtbank willen weten waar ze €1.000 kunnen eisen van premier Rutte of waar ze de steun aan Griekenland terug kunnen eisen. Dat kunnen ze dan aan de hele VVD vragen, behalve aan de heer Taverne. Naar welke rechtbank kun je daarvoor? Tot welke rechtbank kun je je wenden als er een nieuwe EU-belofte komt?

Tekenen ook de Unie en Oekraïne de verklaring die wordt voorgesteld? Zo nee, dan kunnen ze daar toch op geen enkele wijze aan gehouden zijn, dunkt mij. Het lijkt erop dat Oekraïne niet geneigd is te tekenen. Het is wat dat betreft opvallend dat tot en met september de premier telkens na de ministerraad zei dat er werd gestreefd naar een verklaring met Oekraïne en met de 27 andere lidstaten, en dat hij het vanaf oktober alleen nog maar had over een verklaring van de lidstaten. Wil Oekraïne dan niet meedoen?

Het tweede probleem is dat de op hoge poten geëiste inhoud nogal leeg is. Laten we de eisen van de premier eens nalopen. Het verdrag mag geen recht op lidmaatschap geven. Nou, het verdrag geeft geen recht op lidmaatschap. Dat heeft de premier voor het referendum zelf bevestigd bij Nieuwsuur. Oekraïne heeft op basis van artikel 49 van het EU-verdrag het recht om het lidmaatschap aan te vragen wanneer het wil. Alleen dat volgt inderdaad niet uit het associatieverdrag, maar uit het EU-verdrag. Het verdrag geeft geen collectieve veiligheidsgarantie op Oekraïne. Nou, de EU heeft nog nooit een collectieve veiligheidsgarantie gegeven, aan niemand. Dat doet de NAVO. Dit is dus een lege huls. Het verdrag geeft Oekraïense werknemers geen toegang tot de EU-arbeidsmarkt. Het verdrag is inderdaad heel dik, maar die gegarandeerde toegang tot de arbeidsmarkt staat er niet in. De associatieovereenkomst houdt geen verplichting in tot financiële steun aan Oekraïne. Dat was de vierde eis in de verklaring, maar het verdrag bevat geen recht op die steun. De premier vergeet overigens te vermelden dat de EU wel degelijk miljarden steun betaalt aan Oekraïne, alleen dat loopt niet via dit verdrag. Technisch klopt het zinnetje. Het volgt niet uit het verdrag. Kloppen deze vier observaties, vraag ik de premier. Soms vraag ik me af of de premier zichzelf voor de gek wil houden, of ook de hele Nederlandse bevolking.

Tot slot een serieuze vraag over het associatieverdrag. Moet dat bij de Brexit worden gewijzigd? Betekent de wijziging door de Brexit, namelijk een land trekt zich terug uit het verdrag, dat er een nieuw protocol of een wijzigingsverdrag nodig is dat door alle lidstaten op dat moment dient te worden geratificeerd? Deze vraag werd gisteren slim weggelaten, maar dat zou betekenen dat er binnenkort sowieso een wijzigingsverdrag op het Oekraïneverdrag aan de orde is. Het lijkt mij interessant om te bekijken hoe dat gaat.

Ik sla migratie over, al is dat een belangrijk thema. Ik sluit mij aan bij de vraag van enkele collega's of de Nederlandse minister-president zijn uitspraak over het terugslepen van boten naar Noord-Afrika gaat inbrengen in de Europese top, of dat die uitspraak was bedoeld voor het Nederlandse publiek, maar niet voor de Europese besluitmakers?

De heer Anne Mulder (VVD):

Een aantal weken geleden verscheen een rapport van de Adviesraad Internationale Vraagstukken. Het is eerder in dit debat aangehaald. De voorzitter is de heer Jaap de Hoop Scheffer, voormalig leider van het CDA, voormalig minister van Buitenlandse Zaken en niet te vergeten voormalig Secretaris-Generaal van de NAVO. Hij stelt dat het om geopolitieke redenen goed zou zijn als Nederland het verdrag ratificeert. Is de heer Omtzigt het eens met de heer De Hoop Scheffer, of vindt hij diens stelling onzin?

De heer Omtzigt (CDA):

Er vindt een weging plaats. Wij waren voorstander van dit verdrag. Daar waren allerlei redenen voor, ook geopolitieke. Daarna heeft er in Nederland een referendum plaatsgevonden. Wij hebben altijd gezegd dat een referendum geen gratuit ideetje is. We hebben in deze Tweede Kamer politieke partijen. Ik kijk nu even naar de linkerkant van de zaal, vooral naar de PvdA en D66, die wel voorstander zijn van een referendum, maar die, als een rechtsgeldig referendum nee oplevert, even hard doorgaan. Dan is daar de weging. Voor ons houdt die weging in dat het referendum en de uitslag zeer belangrijk zijn. Daarmee zijn de argumenten van de heer De Hoop Scheffer niet onzinnig.

De heer Anne Mulder (VVD):

Het is goed te constateren dat de argumenten van de heer De Hoop Scheffer niet onzinnig zijn. Het zou goed zijn als het CDA daarnaar zou luisteren. Het is belangrijk om dat vast te stellen en ook dat het CDA het daarmee eens is.

De heer Omtzigt (CDA):

Wij waren voorstander. We hebben, in tegenstelling tot de VVD, al voor het referendum aangegeven dat wij voorstander waren van dit verdrag. Ik heb er in de Kamer ook voor gestemd. Daar had ik diverse redenen voor, ook een geopolitieke. Maar je kunt een referendum hebben en je kunt geen referendum hebben. Maar er is een referendum geweest. Een aantal politieke partijen hier heeft de afgelopen tijd echter gedaan alsof slechts sprake was van een mening, net zoals een collega-parlementariër het gestelde door de Universiteit van Nijmegen op een heel nare manier als een mening in de hoek zette. Je hebt niet zo maar een mening van het hele Nederlandse volk te vragen. Daar dien je iets mee te doen.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik heb het standpunt van het CDA altijd heel respectabel gevonden. Als je een referendum houdt, dan moet je je ook aan de uitslag houden; dat zegt ook de heer Buma. Heb ik het juist dat dit ook wat u betreft moet gelden, en ook voor de hele CDA-fractie, ook in de Eerste Kamer? Ik lees berichten dat de premier een deal wil maken met uw collega's in de Eerste Kamer, maar dat is hopelijk onjuist.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik hoop dat de heer Van Dijk de Grondwet goed kent. Daarin staat: zonder last of ruggespraak. Ik heb daar bij bepaalde partijen wat vraagtekens bij, maar iedere parlementariër maakt zijn eigen afweging. Ik ga niet over het stemgedrag van collega's, noch over uw stemgedrag, en zelfs niet over het stemgedrag in mijn eigen fractie, laat staan over het stemgedrag binnen de senaat. Zou dat wel zo zijn, dan zou de senaat onmiddellijk overbodig zijn, voeg ik er maar even aan toe.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dat is volledig juist. Maar goed, een politieke partij neemt over het algemeen een standpunt in. Heb ik het juist dat het standpunt van het CDA is — in den lande verspreidt u dat ook — dat wat uw fractie betreft dit verdrag moet worden ingetrokken?

De heer Omtzigt (CDA):

Ja, ik spreek namens mijn fractie in de Tweede Kamer deze tekst uit en daar ligt geen voorbehoud op van collega's in de fractie. Ik spreek namens de fractie van de Tweede Kamer.

Dat was even over de vraag, maar ik was benieuwd naar het terugslepen van de boot. Was dat een uitspraak die in het Europese wordt ingebracht, of wordt het alleen ingebracht in het interne partijdebat waar D66 en VVD samen collegiaal en oncollegiaal lid van zijn?

Dan Italië. Formeel staat Italië niet op de agenda, maar het land staat wel op het punt banken te redden. Deelt de minister-president de mening dat wanneer het land dat doet, het in overeenstemming met de regels van de bankenunie moet zijn, namelijk met een bail-in? Concreet: de belastingbetaler mag daar niet voor opdraaien. Bij Cyprus hebben we de bail-in toegepast, en die bail-in heeft een aantal Cypriotische spaarders keihard getroffen. Nu het een groter land betreft, kan het toch niet zo zijn dat we ons daar niet aan zouden moeten houden.

Ik zal op een nader moment — misschien kan de premier daar een toezegging voor doen — graag een brief willen zien over de risico's van TARGET2. We hebben dit eerder gevraagd, maar het antwoord was niet geheel duidelijk. Als een land zich uit de euro terugtrekt, blijven die risico's dan bestaan en blijven wij met een schadepost van tientallen of honderden miljarden zitten of niet? Bij EFSI zou ik willen weten wat de financiële risico's zijn voor de Unie. Is de financiële controle op de EFSI die nu verdubbeld wordt zodanig goed onder controle dat we achteraf niet met rekeningen worden geconfronteerd omdat er te weinig garantiekapitaal is?

Tot slot. De premier zei buiten de microfoon dat het eten niet lekker was, maar toch werd premier Maij na afloop van de officiële top weggestuurd en begint er een EU-27 top.

De voorzitter:

U bedoelt May. Maij is lid van de PvdA-fractie.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik ga met collega Maij op bezoek bij het Britse kabinet als rapporteur, dus ik was wat in de war. Ze is inderdaad nog geen premier van Engeland. Maar goed, de premier en niet mevrouw Maij wordt weggestuurd en dan wordt er zonder formele agenda of stukken gepraat over de toekomst van de Europese Unie. Er kunnen dan heel vergaande opties op tafel komen te liggen. Wij zouden graag de stukken ontvangen over wat er dan op tafel komt en wat de positie is van de Nederlandse regering. Deze vraag hebben wij een maand geleden al aan de minister van Buitenlandse Zaken gericht.

De heer Anne Mulder (VVD):

Voorzitter. De samenwerking in Europa brengt ons welvaart, banen en de daaraan gepaard gaande belastinginkomsten. Van de belastinginkomsten kunnen wij onze zorg en onze sociale voorzieningen in stand houden. Europese samenwerking heeft ook nadelen, denk aan de globalisering. In Afrika, waar de bevolkingsomvang snel groeit, waar armoede heerst en waar overheden falen om hun eigen land op orde te brengen, kijken mensen naar een betere bestemming. Dat leidt tot de migratiestroom vanuit Afrika naar Europa. De mensen in Europa maken zich daar zorgen over. Hebben politici dat wel onder controle? Wat betekent het als mensen vanuit andere culturen op ons continent en in ons land komen?

Nu zijn er in Europa mensen die voor elk probleem altijd meer Europese Unie als oplossing zien. Ze praten dan over het versterken van de Europese instituties of over het invoeren van directe belastingen. Ik sprak net in een interruptie met de woordvoerder van de Democraten 66, een partij die daar voor is. Aan de andere kant zien we mensen en partijen die de zorgen van mensen menen serieus te nemen, maar dat niet echt doen. Ze komen met nepoplossingen en ze hopen dat de Europese Unie uit elkaar valt. De VVD, mijn partij, wil dat de Europese Unie de grote, grensoverschrijdende problemen oplost waar mensen zich zorgen over maken. Een van de belangrijke problemen in dat kader is al aan de orde geweest, namelijk migratie.

We zien dat de Europese Unie bezig is met zogeheten "migration compacts". Dat zijn afspraken met landen in bijvoorbeeld Afrika om mensen daar te houden en, indien mogelijk, terug te sturen. De VVD is daar zeer voor. We hebben in de afgelopen weken in verschillende debatten ook gevraagd om de resultaten daarvan. Mevrouw Mogherini van de Europese Commissie zou de resultaten vóór de Europese top van morgen presenteren. Zijn die resultaten er al? We hebben die presentatie nog niet gezien. We zouden graag inzicht in die resultaten krijgen. Want op dit vlak heeft de Europese Unie toegevoegde waarde. Die resultaten moet de Europese Unie dan ook laten zien. Is de premier tevreden met die resultaten?

Door een aantal woordvoerders, niet alleen van liberale huize, maar zelfs woordvoerders van christelijke huize, zijn woorden gewijd aan Warschau, waar de liberalen bij elkaar kwamen. De premier heeft daar iets gezegd over die schrijnende toestand op de Middellandse Zee. Mensen worden op grond van cynische businessmodellen van mensensmokkelaars in niet-zeewaardige bootjes die zee overgestuurd. De minister zei: we moeten die bootjes terugslepen. De VVD is het daar zeer mee eens. Hoe ziet de minister-president de uitvoering van deze wens? Wat moet er gebeuren om dat voor elkaar te krijgen? Ik wil daarin graag meer inzicht krijgen.

Ik kom op de Europese begroting.

De heer Verhoeven (D66):

We kunnen natuurlijk grapjes maken over de soms wat schurende familierelaties binnen de ALDE-fractie. Ik denk overigens dat dat heel gezonde schuringen zijn, waarbij dan weer Guy Verhofstadt, dan weer Hans van Baalen aangeeft waar de liberalen staan in Europa. Ik denk dat dat alleen maar heel gezond is.

Ik vind het echter wel van belang dat de heer Mulder antwoord geeft op de volgende vraag. We hebben het hier over de vraag wat we wel en niet met Europa willen. De heer Mulder heeft ook altijd gezegd dat Europa belangrijk is voor banen en voor het kunnen betalen van zorg en onderwijs. Daar ben ik het helemaal mee eens. Maar wat vindt de VVD-fractie nou van het feit dat de premier enerzijds in Brussel voortdurend instemt met, en ja zegt tegen allerlei voorstellen en daarmee probeert problemen van mensen op te lossen, en vervolgens anderzijds in vak-K in Den Haag altijd net doet alsof dat soort voorstellen er niet zijn, alsof het daarbij gaat om dromen over meer Europa? Dat zegt hij hier, terwijl hij er in Brussel zelf ja tegen heeft gezegd. Wat vindt de heer Mulder en wat vindt de VVD-fractie van die dubbele houding van de premier? Die is toch ook gevaarlijk?

De heer Anne Mulder (VVD):

De heer Verhoeven heeft het over een dubbele houding. Die zie ik niet. Ik zie een premier die zich in het afgelopen voorjaar hard heeft ingezet voor het maken van een afspraak met Turkije. Daar heeft hij zich vol voor ingezet. Ook andere partijen in dit parlement stonden daar achter. Ik zie dat dat resultaten heeft opgeleverd. Het was niet gemakkelijk om zo'n deal te sluiten, maar het is toch gelukt. En het heeft ook resultaten opgeleverd. Want de migratiestroom en het aantal verdrinkingen op de Egeïsche Zee zijn afgenomen. Dat is een resultaat. Je kunt je afzetten tegen Europa en hopen dat de EU in elkaar dondert. Maar je kunt ook Europa gebruiken om problemen van mensen op te lossen. Dat doet de premier.

De heer Verhoeven (D66):

Precies. Dat is ook altijd de lijn van D66. Bij grote, grensoverschrijdende problemen, bijvoorbeeld problemen met de buitengrenzen, terrorismebestrijding, vluchtelingenopvang, moet je met de landen in Europa samen een oplossing durven zoeken en daar dan ook voor gaan staan in je eigen parlement. Ik hoor de heer Mulder en de VVD altijd hetzelfde zeggen. Waarom doet de premier dan echter elke keer net alsof dat dromen is van meer Europa? Dat zegt hij hier, terwijl uit zijn daden blijkt dat hij werkt aan meer Europa. Wat vindt de VVD van het feit dat de premier eigenlijk altijd maar ja zegt, en hier in Den Haag altijd doet alsof hij nee zegt? Dat zegt hij hier, terwijl dat gewoon aantoonbaar niet waar is.

De heer Anne Mulder (VVD):

Ik zou het graag eens willen zijn met de heer Verhoeven, want we zitten samen in de liberale familie. Daar kunnen we grappen over maken, maar ik zie niet dat er in Europa "ja" wordt gezegd en hier iets anders. Ik zie een minister-president die Europa ingaat en daar resultaten behaalt, en die naar Warschau gaat om daar te zeggen wat hij vindt van de toekomst van Europa. Dat is gezien hier in het parlement, maar ook over de grens. We zien een enorme betrokkenheid bij Europa om resultaten te halen.

De VVD is aan de ene kant blij met de Europese meerjarenbegroting, want Europa doet daarmee recht aan de prioriteiten die er zijn. Er gaat meer geld naar migratie en de beveiliging van de buitengrenzen. Mensen verwachten van politici dat ze de buitengrenzen van Europa op orde hebben. De VVD juicht dat toe. Dat is belangrijk. Maar tegelijkertijd heeft niet iedereen in Brussel het goed begrepen. We zien de heer Juncker — hij is al aangehaald vandaag — pleiten voor een vrijwilligersfonds. De Christendemocraten in het Europees Parlement pleiten voor gratis Interrail voor 18-jarigen. Zijn dat nu de problemen die Europa moet oplossen? Zitten mensen daar nou op te wachten? Mijn fractie denkt van niet. Ik heb het al gezegd: Europa moet de grote, grensoverschrijdende problemen aanpakken.

Over Oekraïne is al veel gezegd door collega's. De minister-president is bezig met een juridisch bindende oplossing. Zoals wij eerder al hebben gezegd, zijn we het eens met de inzet van het kabinet: geen militaire bijstand, geen extra zak met geld, geen toegangsrecht voor werknemers uit de Oekraïne tot de Europese arbeidsmarkt en geen opstap naar het lidmaatschap van de Europese Unie, maar wel de bestrijding van corruptie. Zo doen we recht aan de zorgen van de mensen en tegelijk lopen we niet weg voor onze geopolitieke verantwoordelijkheid richting Rusland. Rusland probeert de Europese Unie namelijk te destabiliseren. Oefeningen langs de grens met de Baltische staten, de bezetting van de Krim en, zoals onlangs, het plaatsen van raketten in Kaliningrad, dit zijn allemaal pogingen om Europa te destabiliseren. Wij moeten ons niet uit elkaar laten spelen en de Russen een cadeau geven door niet te ratificeren.

Collega Verhoeven vroeg aan de premier hoe hij het vervolgtraject ziet. Ik sluit me graag aan bij die vraag. Wat is het tijdschema? Stel er komt een deal, wanneer komt de wet die daarbij hoort, dan naar de Kamer?

De brexit is al aan de orde geweest. Er zal tijdens de Europese top gesproken worden over de brexit. Ik heb daarover een aantal vragen en opmerkingen.

De voorzitter:

Ik stel voor dat u verder gaat en dat de heer Jasper van Dijk daarna het woord krijgt.

De heer Anne Mulder (VVD):

We hebben in Nederland inmiddels een taskforce opgericht die zich bezighoudt met de brexit. Is die taskforce op voldoende niveau belegd binnen de overheid? Daarmee bedoel ik te zeggen: is de leider van die taskforce iemand die ook echt de telefoon kan pakken als er wat aan de hand is en direct de heer Barnier kan bellen? Hebben we dat goed belegd?

Een aantal partijen heeft gevraagd wat de inzet is van Nederland bij de onderhandelingen. Ik heb daar wat suggesties voor. De VVD denkt dat het mandaat van de heer Barnier niet te ruim moet zijn, maar dat hij regelmatig terug moet komen naar de Raad van Ministers als er belangrijke beslispunten en mijlpalen komen in de onderhandelingen, zodat Nederland en daarna ook het Nederlandse parlement goed mee kan kijken bij die onderhandelingen. Er wordt veel gesproken over bilaterale onderhandelingen tussen lidstaten en het VK, pre-negotiations. Hierbij geldt dat hoe transparanter de heer Barnier is, hoe kleiner de kans is dat dat ook gebeurt. Voor de rest moeten we goed letten op onze zaken. Het is niet gezegd dat het belang van de EU als geheel hetzelfde is als die van Frankrijk. Frankrijk kijkt toch iets anders naar de brexit. Terwijl de meeste mensen in Nederland die brexit niet zagen zitten, vindt de meerderheid van de Franse bevolking dat die brexit eigenlijk wel best is. Dat kan iets zeggen over hoe Frankrijk in de onderhandelingen zit. Ik krijg hierop graag een reactie. Ook moeten we — dat werd al door de ChristenUnie gezegd — knokken voor de Nederlandse belangen, zoals de visserij.

Tot slot nog iets over de interne markt. Er valt nog veel te verdienen als je de interne markt echt zou af maken. Bedragen van 1.000 miljard doen de ronde, die je nog aan economische groei zou kunnen halen in Europa als je verder gaat. Ierland heeft het initiatief genomen om een brief te schrijven aan de Europese Commissie — Nederland heeft daaraan meegedaan — om te kijken hoe je nog verder kunt komen met die interne markt. Kan de minister iets zeggen over de resultaten daarvan? Wat gaat dat opleveren?

Ik sluit af zoals ik begon. Als we in Europa economische groei kunnen genereren, dan leidt dat tot banen, tot welvaart en tot belastinginkomsten waarmee we onze belangrijke sociale voorzieningen, de pensioenen en de zorg, in stand kunnen houden.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik krijg graag ook nog een toelichting van de VVD op de juridische verklaring. Erkent de heer Mulder dat de toegevoegde waarde van de juridische verklaring op zijn minst twijfelachtig is, zeker als Oekraïne niet meetekent?

De heer Anne Mulder (VVD):

De heer Van Dijk stelt die vraag aan iedereen. Wij zijn inderdaad benieuwd of dat het geval is. Ik sluit mij daarom aan bij de vragen die aan de premier zijn gesteld.

De heer Jasper van Dijk (SP):

De VVD kan zelf ook nadenken. Als we vaststellen dat veel deskundigen zeggen dat zo'n verklaring geen geldigheid heeft als Oekraïne niet meetekent, dan kan de heer Mulder hier nu toch ook zeggen "dan is dat voor ons eigenlijk ook een fopspeen" of durft hij dat niet te zeggen?

De heer Anne Mulder (VVD):

De heer Van Dijk probeert mij te provoceren. Ik vind dat er goede vragen zijn gesteld. We zijn benieuwd naar de antwoorden van de premier hierover.

De heer Omtzigt (CDA):

Heeft de heer Mulder kennisgenomen van het advies van de Raadsadvocaat over de rechtsgeldigheid van een eventueel addendum zoals de premier voorstelt?

De heer Anne Mulder (VVD):

Ja, het debat met de heer Omtzigt vanochtend ging daarover. We hebben dat gedownload uit het Delegates Portal, zoals dat zo mooi heet. Zoals gezegd kun je daar niet uit citeren.

De heer Omtzigt (CDA):

Dat klopt.

De heer Anne Mulder (VVD):

Dat maakt het lastig.

De heer Omtzigt (CDA):

Maar je mag eruit parafraseren. De parafrase die ik straks aan de premier wil voorleggen is dat er geen enkele verplichting voor Oekraïne uit kan volgen als het dit niet tekent of niet aanvaardt. Dat staat vandaag ook in de Volkskrant en in Trouw, maar het is raar dat ik daar externe hoogleraren voor zou moeten raadplegen, terwijl de Europese Unie het zelf zegt. Is de VVD-fractie nog steeds van mening, zoals ze dat bij vorige debatten was, dat een eventuele verklaring juridisch bindend moet zijn en dat je dus voor de afdwinging ervan naar een hof moet gaan of moet die verklaring alleen politiek bindend zijn, zoals vele VVD-campagneslogans dat in het verleden ook waren?

De heer Anne Mulder (VVD):

Ik geef daar dezelfde reactie op als op de vraag van de heer Van Dijk. Dat zijn goede vragen en wij zijn zeer benieuwd naar de reactie van de premier op het punt van de juridische verplichting die hieruit voortvloeit.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter ...

De voorzitter:

Nee, ik geef het woord aan de heer Segers.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik wil nog iets vragen.

De voorzitter:

Nee, iedereen stelt een vraag en een vervolgvraag; dat geldt ook voor u, mijnheer Omtzigt.

De heer Segers (ChristenUnie):

Ik heb een vraag over een ander punt, over het knokken voor de vissers. Ik dank de VVD-fractie voor haar steun. De naam van de collega van de heer Mulder staat ook onder de motie die we hebben ingediend. In die motie staat: ga tijdens de onderhandelingen over de brexit knokken voor het opschorten van die aanlandplicht. De staatssecretaris heeft gezegd: ach, als het ter sprake komt, dan zal ik misschien eens een balletje opwerpen, maar misschien ook niet. Is dat ook voor de VVD-fractie te weinig?

De heer Anne Mulder (VVD):

Mijn collega Barbara Visser — dat is een heel toepasselijke naam — gaat hierover. Ik ga aanstaande vrijdag met haar naar Scheveningen om daar bij de visserij te kijken. Ik weet zeker dat wij die motie hebben gesteund, want zij heeft daar gelijk mijn aandacht voor gevraagd. Ik durf niet te zeggen of zij nu zegt dat de staatssecretaris op dit punt een tandje bij moet zetten. Ik vermoed van wel, maar ze is hier nu niet aanwezig. Ik weet dat zij druk bezig is met die aanlandplicht, dus ik vermoed dat wij aan dezelfde kant van het visnet trekken, om het zo maar te zeggen.

De heer Segers (ChristenUnie):

Ik wil de heer Mulder allereerst nog met zijn verjaardag, maar het zou ook mooi zijn als wij de vissers kunnen feliciteren met een heel assertieve staatssecretaris die niet zegt "ach, als het ter sprake komt, dan praat ik mee", maar die doet wat de motie vraagt en die dit dus ter sprake brengt. Ik heb daar al een vraag over gesteld aan de minister-president. Volgens mij trekken we dan aan hetzelfde net of — wat is het? — aan hetzelfde touw en knokken we dan voor dezelfde zaak.

De heer Anne Mulder (VVD):

Ik denk dat dat het geval is.

De voorzitter:

We zijn hiermee aan het einde van de eerste termijn van de Kamer gekomen.

De beraadslaging wordt geschorst.

De vergadering wordt van 12.35 uur tot 13.12 uur geschorst.

Naar boven