6 Energiedoelen voor woningcorporaties

Aan de orde is het dertigledendebat over de energiedoelen voor woningcorporaties. 

De voorzitter:

Ik heet wederom de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van harte welkom. Twee collega's houden vandaag hun maidenspeech, te beginnen met de heer Koerhuis. Daarna geef ik, in afwijking van de sprekerslijst, de heer Kops namens de PVV het woord. Na de heer Kops schors ik voor de felicitaties. Het woord is aan de heer Koerhuis namens de VVD. 

De heer Koerhuis (VVD):

Voorzitter. We spreken vandaag over energiedoelen voor woningcorporaties. Dit is voor mij de eerste keer dat ik het debat in deze zaal mag voeren. Hier staat een man van een fantastische vrouw en een trotse vader van drie zoontjes, binnenkort ook van een dochtertje. Ik ben geboren en getogen in Dedemsvaart, Overijssel. Ik ben op 15 maart vanuit Brussel in de Tweede Kamer gekozen. In de afgelopen jaren heb ik mee mogen werken aan het oplossen van de eurocrisis en heb ik in Griekenland en op Cyprus meegeholpen om de crisis op de huizenmarkt op te lossen. Vooral op Cyprus heb ik veel geleerd. Dat is een klein eiland. Als je daar een maatregel neemt op de huizenmarkt, dan zie je daar direct de gevolgen van op het leven van mensen. En dan zie je hoe belangrijk de zekerheid van een eigen huis is. 

Ik denk dat we allemaal het gevoel delen dat je huis meer is dan vier muren met een dak. Je huis is de plek waar je je thuis moet kunnen voelen, waar je uitrust na een dag hard werken en waar je tijd doorbrengt met je gezin. Je huis is belangrijk, of je het nu koopt of huurt. Op Cyprus zag ik wat het doet met mensen als de zekerheid van je huis wegvalt. Het zorgt voor onzekerheid en het knaagt aan je. Daarom wil ik die kennis en ervaring inzetten om ervoor te zorgen dat je je in Nederland ook thuis kunt voelen in je eigen huis. Ik ben politicus geworden omdat ik problemen wil oplossen en omdat ik wil dat mijn kinderen straks dezelfde kansen krijgen die ik heb gekregen. Dat begint allemaal bij een eigen huis waarin je goed en betaalbaar kunt wonen. 

Daarom wil ik mij inzetten voor een evenwichtige huizenmarkt. Of je nu koopt of huurt, als je op zoek bent naar een goed en betaalbaar huis, dan moet je dat gewoon kunnen vinden. Ik wil een relatief kleinere sociale huursector en ik wil dat corporaties zich gaan richten op echte sociale huurwoningen. Ik wil daarnaast een grotere middenhuursector. Nu we uit de economische crisis zijn gekomen, is er één prioriteit op de woningmarkt: bouwen, bouwen, bouwen. Dat is drie keer bouwen: het bouwen van echte sociale huurwoningen, het bouwen van middenhuurwoningen en het bouwen van koopwoningen. 

Voorzitter. Dan de energiedoelen voor woningcorporaties. Iedereen wil een goede en betaalbare woning. Een lagere energierekening helpt je met het verlagen van je woonlasten. Het is logisch dat je je woning energiezuiniger moet maken om dat voor elkaar te krijgen. Daarom hebben we daar afspraken over gemaakt. Helaas doen corporaties nu te weinig om zich aan die afspraken te houden. De VVD is daar niet blij mee. Afspraak is afspraak; die kom je na. Het akkoord van Parijs is getekend en elke stap die de corporaties niet zetten, komt straks op het bordje van de mensen met een eigen woning. Dat is niet de afspraak en dat gaat wat ons betreft ook niet gebeuren. Corporaties moeten hun woningen energiezuiniger maken. Gemeentes, huurdersorganisaties en corporaties zijn nu samen aan zet om daar goede afspraken over te maken en die na te komen, de zogeheten prestatieafspraken. Geld is hier geen probleem; het is er meer dan genoeg. Het klotst tegen de plinten op. Corporaties hebben meer dan 16 miljard om hun woningen energiezuiniger te maken. 

Tot slot. De energietransitie op de woningmarkt moet in samenhang met alle andere onderwerpen die raken aan het akkoord van Parijs, worden bekeken. Dat gesprek wordt nu gevoerd aan de formatietafel en leidt ongetwijfeld ook in deze Kamer opnieuw tot debat. Ik kijk ernaar uit. Dank u wel. 

(Geroffel op de bankjes) 

De voorzitter:

Dank u wel voor deze mooie en persoonlijke speech. Ik zal straks schorsen voor de felicitaties. Ik geef nu het woord aan de heer Kops namens de PVV, ook hij houdt zijn maidenspeech. Het is fijn dat er bij een maidenspeech niet wordt geïnterrumpeerd. 

De heer Kops (PVV):

Voorzitter. Woningcorporaties schijnen hun energiedoelen niet te halen, althans niet op tijd. Dat was de aanleiding voor dit debat. Dit is natuurlijk een non-onderwerp, maar met dank aan linkse partijen als de PvdA en de VVD, is het wel een peperduur non-onderwerp. Corporatiewoningen moeten in 2020 gemiddeld energielabel B hebben. Dat zou aanvankelijk 10 miljard euro gaan kosten. Aanvankelijk, want als men de deadline van 2020 daadwerkelijk wil halen, moet er toch nog 6 miljard euro bij, zo is gebleken. 

6 miljard extra voor het halen van een deadline, dat is te belachelijk voor woorden. Even ter illustratie: voor dat extra geld kan de hele corporatiesector anderhalf jaar lang van gas en licht worden voorzien. Het gaat om bizar veel geld. Isolatie, dubbel glas, een hr-ketel, dat is energielabel B. Als zulke maatregelen leiden tot een lagere energierekening, is dat natuurlijk prima. Heel goed, vooral doen. Maar als de kosten van deze maatregelen vervolgens doodleuk worden doorberekend in de huurprijzen, schieten de huurders er per saldo nog niets mee op. Dan is het niets anders dan een dure sigaar uit eigen doos, want de huren gaan gewoon omhoog. 

Bovendien, energielabel B, bleef het daar maar bij! Wat is uiteindelijk de bedoeling? Klimaatneutrale woningen; woningen mogen in de toekomst geen CO2 meer uitstoten. Dat is waar men naartoe wil. Miljarden euro's gaat deze luchtfietserij kosten, gebaseerd op politieke emoties. Men gaat echter aan iets voorbij, aan iets essentieels. Dat zijn de huurders en hun portemonnee, want zij kunnen uiteindelijk voor deze onzin opdraaien. Zo zien we maar weer, in werkelijkheid draait het dus helemaal niet om de huurders, niet om hun belangen, niet om lagere lasten. Nee, ze zijn er alleen maar om uitgeknepen te worden en peperdure linkse hobby's te financieren. 

Dat brengt me bij een soort conclusie, namelijk dat dit debat natuurlijk eigenlijk had moeten gaan over lastenverlichting. Dáár zijn de huurders aan toe! Met dank aan het afbraakbeleid van de VVD en, hoe heet die andere partij ook al weer, de PvdA. Met dank aan die twee partijen zijn de huurders de afgelopen jaren alleen maar huurverhogingen opgedrongen. Ze zijn schaamteloos in de steek gelaten. 

Maar gelukkig is de PVV er. De PVV wil dat energiebesparende maatregelen in de corporatiesector daadwerkelijk leiden tot per saldo lagere lasten. Mijn vraag aan de minister is dan ook: is hij ertoe bereid ervoor te zorgen dat de kosten van deze maatregelen op geen enkele wijze worden doorberekend in de huurprijzen? Dan hebben de huurders er concreet profijt van. 

Waar andere partijen maar al te graag de huurders een rad voor ogen draaien en ze continu opzadelen met hogere lasten, komt de PVV wel voor hen op. Ik kan u vertellen, dat zullen we blijven doen, want het is nog altijd keihard nodig. 

(Geroffel op de bankjes) 

De voorzitter:

Dank u wel. Dat was allemaal uit het hoofd. Ik zal nu schorsen voor de felicitaties. Ik ben als voorzitter de eerste die u mag feliciteren. Dat is het voorrecht van de voorzitter. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

De voorzitter:

We gaan verder met het debat. Ik geef mevrouw Beckerman namens de SP het woord. Overigens ben ik aan het begin van het debat vergeten te melden dat ik twee interrupties toelaat en dat we ze in tweeën doen. 

Mevrouw Beckerman (SP):

Voorzitter. Uiteraard feliciteer ik de heer Korenhuis en de heer Kops met hun maidenspeech. Ze gebruiken meteen duidelijke taal. Ik hoop dat ik ook met duidelijke taal kan aansluiten. 

50.000 huurwoningen in de eerste twaalf maanden, 100.000 huurwoningen in achttien maanden, 800.000 sociale huurwoningen in vijf jaar krijgen gratis zonnepanelen. 100% groene stroom. Dit zorgt ervoor dat huurders gemiddeld €264 besparen. Het programma is vooral gericht op huurders in energiearmoede. Het levert duizend banen op. Een deel van die banen gaat naar werkloze legerveteranen. 

Dit voorbeeld komt niet uit Nederland, maar dit wordt wel mede betaald met Nederlands geld. Het is geld van ons allen. In Engeland krijgen bewoners van 900.000 sociale huurwoningen gratis zonnepanelen met Nederlands geld. Het is Maas Capital van ABN AMRO. Mede met ons geld worden mooie doelen behaald: klimaatdoelen, meer groene stroom en vooral minder energiearmoede, banen voor werklozen en kennis die ook elders kan worden ingezet. Dit gebeurt in Engeland, niet in Nederland. 

Hier stokt de verduurzaming van corporatiewoningen. Vijf jaar geleden is afgesproken dat alle woningen in 2020 gemiddeld energielabel B moeten hebben. Die doelstelling behalen ze volgens onderzoekers pas in 2030. Slechts 117 van de 334 onderzochte corporaties behaalt de doelstelling, dus 35%. En de corporaties zijn wel verantwoordelijk voor 10% tot 13% van de totale Nederlandse CO2-uitstoot. Om de doelen in het energieakkoord te behalen, is deze sector dus van groot belang. En huurders betalen een hoge prijs voor de verduurzaming van Nederland, maar dit levert ze weinig op. Huurders betalen vaak dubbel: hun huis is niet zuinig en ze betalen mee aan de opslag van duurzame energie. Maar ook als het huis van huurders wordt verduurzaamd, betalen huurders dit vaak direct en indirect zelf en worden hun woonlasten niet minder. 

Er is 6 miljard naar elektrisch rijden gegaan. Eén Tesla kost de samenleving €19.000, maar waar zijn de miljarden voor huurders? 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Het is natuurlijk aan het Kamerlid zelf om de opbouw van een betoog te bepalen, maar er is niet een bedrag van 6 miljard naar elektrische auto's gegaan. Het grootste gedeelte van dat budget ging naar kleine, schonere auto's. Slechts een heel klein deel is naar elektrische auto's gegaan en nog een kleiner deel is naar Tesla's gegaan. Volgens mij is er dus voldoende aan de hand in dit dossier en is het niet nodig om de feiten te overdrijven. Is mijn collega van de SP dit met mij eens? 

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik ben het met u eens dat je kosten kunt uitsplitsen, maar één Tesla kost de samenleving daadwerkelijk €19.000. Mijn punt is vooral dat de huurders van corporatiewoningen op dit moment wel meebetalen aan de verduurzaming van Nederland maar dat ze daar nog niet de vruchten van plukken. Daarom heb ik dit debat aangevraagd. Gelukkig heb ik dat ook met uw steun gekregen. Ik heb dit debat aangevraagd omdat ik denk dat we daar iets aan moeten doen en dat we ervoor kunnen zorgen dat de lasten voor huurders, zeker voor de huurders in energiearmoede, omlaag gaan en dat we de energiedoelen behalen. Ik denk dat we juist bij de corporatiesector heel veel vliegen in één klap kunnen slaan. Uiteraard is elektrisch rijden ook belangrijk, maar je kunt juist met deze sector veel vliegen in één klap slaan. Dat gebeurt nu wel in Engeland maar niet in Nederland. Daarom wilde ik dit debat voeren en ik haal het aan als vergelijking. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Met die intentie ben ik het natuurlijk roerend eens, maar het zijn ook vaak mensen in de goedkopere huurwoningen die dicht bij wegen zitten, die enorm veel last hebben van een slechte luchtkwaliteit. Schonere en kleinere auto's helpen daarbij. Bovendien is de verandering van wetgeving op het gebied van belasting op de auto's budgetneutraal gebeurd. Er is dus geen geld over dat nu naar de corporatiewoningen kan gaan. Het geld dat vroeger naar de elektrische auto's ging, gaat nu weer gewoon naar zwaardere dieselauto's. Volgens mij willen de SP en GroenLinks allebei dat mensen fatsoenlijk en betaalbaar kunnen huren, maar ook dat ze lucht om zich heen hebben die gezond is en die ze dus kunnen inademen. 

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik constateerde eigenlijk slechts dat de lusten en de lasten oneerlijk verdeeld zijn. Vooral de rijken profiteren nu van de miljarden voor verduurzaming. Dat zou ik graag anders willen zien. Ik wil een inhaalslag maken, juist omdat heel veel huurders in energiearmoede zitten. Dat aandeel wordt groter als we niet opletten. 

Voorzitter, ik ga verder met mijn betoog. Verdwijnt het draagvlak voor verduurzaming niet als huurders hun kosten niet zien dalen? In Engeland worden nu met Nederlands geld heel veel vliegen in één klap geslagen. Ook in Nederland moeten we dat gaan doen. Als je het al niet doet om huurders een beter huis te geven, als je het al niet doet om huurders lagere woonlasten te geven, als je het al niet doet om banen te creëren, doe het dan ten minste om het energieakkoord te halen. Is de minister bereid om meer geld ter beschikking te stellen voor verduurzaming van corporatiewoningen? Wil de minister de verhuurderheffing geheel of gedeeltelijk afschaffen? Wil de minister kijken naar de mogelijkheden om banken, waaronder banken die met publiek geld zijn gered, mee te laten betalen aan dergelijke regelingen, en uiteraard gelijktijdig de corporatiewoningen aan te spreken? Het Rijk en de banken betalen immers voor de kopers al wel mee aan dergelijke fondsen. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Een verhelderende vraag. De SP zegt dat er in Engeland geïnvesteerd wordt met Nederlands geld. Kan mevrouw Beckerman toelichten op welke manier dat dan met Nederlands geld betaald wordt? Gaat het om gewone investeringen? De SP lijkt een beetje te suggereren dat er Nederlands belastinggeld in Engeland wordt uitgegeven. Ik ben dus benieuwd hoe dat zit. 

Mevrouw Beckerman (SP):

Dat is een leuke vraag. Actief in Engeland is Maas Capital, een dochter van ABN AMRO. Zoals u weet, is ABN AMRO nog steeds voor 60% in handen van ons allemaal. ABN AMRO is gesteund met publiek geld. Nu wordt dat geld dus deels geïnvesteerd in Engeland. Ik vind dat daarmee overigens een heel goed project wordt gesteund, omdat daarmee heel veel vliegen in één klap worden geslagen. Veteranen die allang werkloos zijn, worden weer aan het werk geholpen. Mensen die in energiearmoede zitten en hun rekening niet kunnen betalen, worden geholpen met hun rekening. Ze gaan er €264 — ik heb het even omgerekend — op vooruit. Dat is heel mooi. En ik dacht: hé, als dat indirect met Nederlands geld gebeurt, kunnen we dat dan ook niet in Nederland doen? Want u weet dat er wel een regeling is voor kopers op dit moment, die deels door de overheid en deels door de banken wordt gefinancierd en dat een dergelijke regeling op zo'n grote schaal er nog niet voor de huurders is. Dus ik dacht: wat in Engeland kan, kunnen we hier toch ook. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Het is natuurlijk prachtig als er juist voor de meest kwetsbaren een win-winsituatie kan ontstaan, maar de SP leek even te suggereren dat ze wil dat Nederlands geld alleen nog maar in Nederland geïnvesteerd wordt. Als we al het buitenlands kapitaal uit Nederland weg zouden halen, zouden we ook een zeker verlies lijden. Dus ik ben blij dat de SP dat niet lijkt te suggereren. 

Mevrouw Beckerman (SP):

O nee hoor, absoluut niet. Ik vond het juist een erg mooi voorbeeld. Er zitten heel mooie kanten aan, die ik vaak mis in de Nederlandse discussies over duurzaamheid, namelijk: hoe kunnen we ons juist richten op de mensen die nu echt in de problemen komen, omdat ze hun woonlasten niet meer kunnen betalen en omdat hun energierekening oploopt? Of doordat ze, als hun huis verduurzaamd is, extra moeten gaan betalen voor hun woning? 

De voorzitter:

Gaat u verder. 

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik dacht: dat doen ze in Engeland dus slim door zich echt te richten op die groep die in energiearmoede zit. Daar kunnen we van leren, zeker als dat met Nederlands geld gebeurt. Daar wil ik het eigenlijk wel bij laten. 

De voorzitter:

Dank u wel. Dan ga ik nu naar de heer Van Raan namens de Partij voor de Dieren. 

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter. Ik feliciteer de heer Koerhuis met zijn uitermate duidelijke taal, en de heer Kops met zijn creativiteit. Die is hard nodig in deze Kamer. De VVD "links" noemen is toch altijd weer een ander geluid. 

We moeten af van fossiele energie. Duurzame energie opwekken en vooral minder energie gebruiken. We kunnen grote stappen zetten door onze woningen en kantoren te verduurzamen. Als het aan de Partij voor de Dieren ligt, worden energieneutrale woningen zo snel mogelijk de norm in plaats van de uitzondering. Voor woningcorporaties, die gezamenlijk 2,3 miljoen woningen bezitten, betekent dit een enorme opgave. Via convenanten en samenwerkingsverbanden proberen ze al jaren te verduurzamen, maar het lukt niet. De Partij voor de Dieren wil daarom een verplichtende maatregel voor woningcorporaties om in 2030 al hun woningen energieneutraal te hebben. Het speelkwartier is voorbij. 

De overheid kan corporaties daarbij steunen door de verhuurderheffing te laten vervallen. Daarmee komt jaarlijks 1,7 miljard euro vrij die corporaties kunnen gebruiken om hun woningen te verduurzamen. Het is genoeg om elk jaar 100.000 woningen te verduurzamen. 

We moeten ook de knellende regelgeving aanpassen. Neem de energieprestatievergoeding. Op zich een prima regeling, die woningcorporaties stimuleert om te investeren in energieneutrale woningen. Het biedt hen de mogelijkheid een vergoeding te vragen aan hun huurders om zo hun investering terug te verdienen. Op zich redelijk, maar dat kan alleen als die duurzame energie bij de eigen woning is opgewekt. Bijvoorbeeld flatbewoners kunnen dat niet doen, want die hebben geen eigen dak of tuin. Dus moet de energie elders worden opgewekt, maar dan vervalt de regeling en het recht op de energieprestatievergoeding. Een verruiming van deze regelgeving is dus nodig. 

Een andere oplossing is gebouwgebonden financiering. Hiermee kan de particuliere woningeigenaar zonder eigen investering de woning naar energieneutraal renoveren. De investering gebeurt bijvoorbeeld door een energiebedrijf. De woningeigenaar betaalt de investering terug in maandelijkse termijnen die even hoog zijn als de eerdere energierekening. Vanuit de Kamer is al vaker aangedrongen op een regeling hiervoor, maar tot nu toe blijft het bij een werkgroep die de mogelijkheden daartoe aan het onderzoeken is. Het onderzoekstijdperk is voorbij wat ons betreft. We willen pleiten voor praktijkexperimenten. 

Ten slotte kantoren. Die hoeven pas vanaf 2023 energielabel C te hebben. Dat is al over zes jaar. Vorige week bleek dat 80% van de kantoren daarvoor nog heel hard moet werken. Er is dus eigenlijk veel te weinig gebeurd. Welke maatregelen gaat de minister nemen om ervoor te zorgen dat de kantoren inderdaad over zes jaar aan de afgesproken norm voldoen? Kan hij bijvoorbeeld een heffing instellen voor gebouwen die het niet gaan halen en een beloning als het kantoor tegen die tijd energieneutraal is? Graag een reactie. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Mijn felicitaties aan de heren Koerhuis en Kops; welkom in dit illustere gezelschap hier in de Tweede Kamer. 

Afgelopen week was de eerste week die ik ooit meegemaakt heb waarin alle items van nieuwsuitzendingen over een klimaat- en weergerelateerd probleem gingen. Dat onderstreept de urgentie nogmaals om ook in Nederland niet alleen veel mooie ambities, convenanten, conferenties en teksten te hebben, maar ook daadwerkelijk concrete stappen in de buitenwereld te zetten naar minder energieverbruik en meer hernieuwbare energie. 

Een van deze elementen is dat wij minder gas willen gaan gebruiken. De ambitie van de regering is: in 2050 de gebouwde omgeving volledig van het gas af. Ik heb vandaag een initiatiefwet ingediend om daartoe een eerste stap te zetten en in elk geval de aansluitplicht die we op dit moment nog in de Nederlandse wet hebben staan — als er ook maar iemand om vraagt moet alles wat een woning is, aangesloten worden op het gasnet — te schrappen. Ik was benieuwd wat de minister vindt ten aanzien van de woningcorporaties: moet ook de nieuwbouw gasloos zijn in de toekomst? Is de minister bereid om daarover in elk geval het gesprek aan te gaan met de woningbouwcorporaties? Wij zouden als GroenLinks graag zien dat de minister de regie neemt. We begrijpen dat dit een periode van formatie is met een oud kabinet en een nieuw kabinet, maar gesprekken en enige aanmoediging kunnen mogelijkerwijs wel. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Van gas af, het schrappen van de aansluitplicht op gas, is een wens die breed leeft in de Kamer. Daarover zijn meerdere malen moties aangenomen. Daarom heeft minister Kamp al aangekondigd dat hij met een wetsvoorstel komt. Misschien ligt dat er zelfs al. Ik vroeg me dus even af wat mevrouw Van Tongeren ertoe heeft bewogen om in aanvulling op wat de regering al heeft aangekondigd zelf met een wetsvoorstel te komen. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik zal dat straks ook aan de minister vragen, maar als je een maatregel aankondigt, dan duurt het nog geruime tijd voordat die daadwerkelijk ingaat. Omdat er voor dat kleine stukje, het schrappen van de aansluitplicht, inderdaad brede steun is in de Tweede Kamer, dacht ik: laat ik niet mopperen dat de minister niet opschiet, maar laat ik zelf met betrekking tot dit stukje het initiatief nemen. Als deze wet redelijk spoedig doorgaat, dan zou dit per 1 juli 2018 rond kunnen zijn. We hebben te maken met verschillende nota's van wijziging op de Warmtewet. Tegen de tijd dat die wet door beide Kamers is behandeld en is afgekondigd, is het mogelijk later dan 1 juli 2018. Bovendien heeft de minister gekozen voor een iets zwakkere oplossing, namelijk om de aansluitplicht niet te schrappen, maar om de gemeentes de keuze te geven om gebieden aan te wijzen waar de aansluitplicht niet meer geldt. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Uit de praktijk blijkt dat ook de behandeling van initiatiefwetten door twee Kamers moet gebeuren. Ook initiatiefwetten kunnen pas in werking treden nadat ze in het Staatsblad zijn gepubliceerd. Ik vraag me daarom af of de door mevrouw Van Tongeren gekozen route per definitie sneller is, zeker omdat zij zegt dat zij het eigenlijk afzet tegen het aangekondigde wetsvoorstel. Dan zou het toch logisch zijn om die opties in ieder geval met elkaar te kunnen vergelijken. Ik ben er een beetje verwonderd over dat dit initiatief zo breed aan de Kamer wordt voorgelegd. Ik zie het voordeel nog niet van een apart wetsvoorstel, maar dat is natuurlijk aan elk Kamerlid. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Als er sprake is van samenloop tussen twee wetsvoorstellen, dan is het staatsrechtelijk gebruikelijk dat het initiatief van het Kamerlid als eerste behandeld wordt. Dat geeft het dus wat extra snelheid. Stel dat de minister of het nieuwe kabinet het eerder geregeld heeft, dan is dat perfect. Het gaat er mij niet om dat ik met de fractie al dat werk wil doen voor deze initiatiefwet; het gaat mij erom dat ik dit doel wil bereiken. Als dat op een andere manier sneller gaat, dan is dat ook prima. Mevrouw Van Veldhoven en ik hebben het allebei meegemaakt dat we bij de behandeling van wetten op het gebied van mijnbouw of energie toch te maken kregen met een behoorlijke stapel aangenomen moties en aangekondigde veranderingen. Daardoor duurt het in de praktijk dan heel erg lang voordat het totaal pakket erdoorheen is. Ik dacht daarom: ik pak alleen deze ene clausule, waar brede steun voor is, eruit en dan kijken we of we daar een redelijk tempo mee kunnen maken. 

De voorzitter:

Gaat u verder. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Dat was dus mijn vraag aan de minister. 

We hebben ook gelezen dat het convenant niet oplevert wat de bedoeling is. De Rekenkamer heeft ook al geconstateerd dat er eigenlijk zelden een convenant is waarmee het doel wordt bereikt waarvoor het gesloten is. Er komt in het algemeen wel een beweging in de goede richting uit voort, maar zelden worden de doelstellingen van het convenant gehaald. In zijn brief noemt de minister verschillende scenario's. GroenLinks is vooral geïnteresseerd in de uitwerking van het scenario voor 2030. Is de minister bereid om dat in elk geval uit te laten werken? Wat betekent dat in het algemeen? Wat betekent dat aan tussenstappen? 

De minister kondigt verplichte maatregelen aan. Stel dat we dat we dat inderdaad gaan doen. Wanneer zouden die maatregelen dan op zijn vroegst van kracht zijn? Als ik gewoon zelf op een papiertje reken, dan kom ik uit op over anderhalf zo niet twee jaar. Als je zegt dat het in 2020 voor elkaar moet zijn, dan gaat het waarschijnlijk ook heel erg moeilijk worden met verplichte maatregelen. 

550.000 woningen van de corporaties zouden in de komende drie jaar van het gas af moeten; mevrouw Beckerman zei het ook al. Is er in bouwsector überhaupt wel voldoende capaciteit om die hoeveelheid woningen per jaar van het gas af te krijgen? 

Mijn volgende vraag gaat over de BES-eilanden, die ook onderdeel zijn van ons Koninkrijk. Daar is ook de ambitie om de woningen duurzamer te krijgen. Wat kan de minister daarover zeggen? Hoe gaat het daar met woningen van corporaties? 

Mijn allerlaatste seconde wil ik gebruiken voor iets waarvan ik hoop dat alle Kamerleden weten wat het is: het waterzijdig inregelen van cv-installaties. Als je dat hoort, denk je "wat is dat nou weer?", maar het is net zoiets als Band op Spanning. Je denkt "dat stelt niets voor", maar het kan een ongelofelijk groot effect hebben als je dat toepast op het hele corporatiesysteem. Als die cv's goed afgesteld zijn, bespaart dat een flinke hoeveelheid energie. In deze tussenperiode zou de minister zich er samen met de koepel van woningbouwcorporaties voor kunnen inzetten dat dit overal ook echt goed gebeurt. 

De heer Ronnes (CDA):

Voorzitter. Laat ik beginnen de heren Koerhuis en Kops te feliciteren met hun maidenspeech. 

We houden dit debat op een ongemakkelijk moment. Volgende week horen we de plannen van de huidige regering en daarnaast staat een algemeen overleg gepland over de bouwregelgeving en energiebesparing. Daarnaast loopt er natuurlijk nog de coalitievorming, het formatieproces. Dat gezegd hebbend wil ik wijzen op de Staat van de Volkshuisvesting 2017. Daarin is aangegeven dat de investeringen van woningcorporaties en energiebesparende maatregelen toegenomen zijn ten opzichte van de voorgaande jaren. Die conclusie werd getrokken na analyse van de prestatieafspraken 2016. In bijna alle prestatieafspraken met verhuurders en gemeenten zijn afspraken gemaakt over verduurzaming. Men heeft het dus wel op het netvlies, maar de vraag is of dat voldoende is. 

Duidelijk is dat bij ongewijzigd beleid de doelstellingen in 2020 niet worden gehaald. Dit beeld komt ook naar voren uit het artikel in het dagblad Trouw van 22 juni 2017, maar dat was op dat moment al oud nieuws, aangezien we dit eerder met de minister bespraken. Inmiddels hebben we gehoord dat Aedes' Woonagenda als doelstelling heeft om in 2021 gemiddeld label B alsnog te realiseren. We betreuren de opgelopen vertraging, maar zijn wel blij met het initiatief van de corporatiesector om de achterstand zo snel mogelijk in te lopen. 

Een ander punt betreft de indicatieve bestedingsruimte van de woningcorporaties, de IBW. Deze geeft een indicatie van de maximale bestedingsruimte per woningcorporatie boven op de bestaande investeringsprogramma's en de normen van de Autoriteit Woningcorporaties en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Ook hier spraken we eerder over. Het CDA wil graag van de minister horen hoe hij denkt om te gaan met de 72 corporaties die onvoldoende middelen hebben voor hun eigen opgave. Een groot deel van dit tekort ligt bij de tien grotere corporaties in de Randstad. Zij hebben relatief oud bezit met slechte energielabels en hebben een relatief lage IBW. Welke oplossingsrichting is hierover afgesproken met de corporatiesector? 

Tot slot. Iedereen is erg gefocust op energiebesparing en energieneutraliteit. Dit heeft als consequentie dat veelal wordt gekozen voor gesloten systemen met mechanische toevoer van frisse lucht. Dit stelt niet alleen veel eisen aan onderhoud, maar ook aan het gebruik hiervan door bewoners. De vraag aan de minister is hoe hij denkt het gezondheidsaspect hierin voldoende te kunnen waarborgen. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Ook ik wil uiteraard graag beginnen met de felicitaties aan de beide collega's. Het is een mooi moment. Ik wens u beiden veel succes. 

Een enkeling noemt het misschien nog een non-onderwerp, maar het gaat hier concreet over een lagere energierekening, meer comfort voor huurders en minder afhankelijkheid van gas uit Groningen of Rusland. Het mooie van energiebesparing is dat eigenlijk alle portemonnees erop vooruitgaan, nog los van de winst voor het klimaat. Corporaties zijn voor D66 heel belangrijke spelers bij het verduurzamen van de bestaande bouw, juist voor spelers, juist voor gezinnen, juist voor mensen met een kleine beurs. Dan lopen we tegen een belangrijk probleem aan: de scheve verhouding tussen de corporaties onderling. Sommige corporaties zijn rijk, andere arm. Dat geldt bijvoorbeeld in de Randstad, waar juist een heel groot gedeelte van de opgave ligt. 

Dan zijn er nog twee andere belangrijke factoren die de hele voortgang naar verduurzaming niet makkelijker maken voor de corporaties. De aanpak is te versnipperd en de kennis over verduurzaming is bij ontwikkelaars en bouwers soms nog onvoldoende. Ik heb het gevoel dat de minister deze zorgen onderkent en ik vraag hem daarom hoe hij wil zorgen voor schaalvergroting en voor meer kennis en innovatie in de bouw, waardoor labelstappen ook goedkoper worden. Dat is nodig, want onze doelen zijn niet alleen maar 2020. Daarna hebben we nog een enorme opgave te gaan om werkelijk de doelen van Parijs te halen. Er is dus nog heel veel meer nodig. We zullen er dus ook voor moeten zorgen dat de kosten omlaaggaan. 

Hoe herken je eigenlijk een aannemer die weet waar hij het over heeft? Afgelopen week was ik op werkbezoek bij het duurzaamste hotel van Nederland. Het staat hier in Den Haag. Het is van een prachtige ondernemer die echt heel graag wil. Hij is een grote subsidie misgelopen omdat de aannemer niet wist welke ledlampen wel en welke niet binnen de subsidieregeling vielen. Zo kan het toch niet? Hoe herken je nou een aannemer die weet waar hij het over heeft? 

Het instrumentarium was lange tijd niet toereikend. Denk bijvoorbeeld aan de STEP-regeling — die is aangepast en functioneert daardoor nu gelukkig beter — maar ook aan het Fonds energiebesparing huursector. Voor dit fonds worden eigenlijk nog nauwelijks aanvragen gedaan. 75 miljoen euro ligt werkloos op de plank, terwijl de uitdaging zo groot is. Waarom zijn volgens de minister in navolging van de STEP-regeling de voorwaarden van dit fonds niet eerder gewijzigd? Mijn fractiegenoten hebben hier al eerder naar gevraagd. 

Ik heb nog een aantal andere concrete vragen aan de minister. Ik wil hem vragen waarom hij denkt dat er de afgelopen jaren zo weinig voortgang is geboekt. Wat kan worden gedaan opdat de investeringscapaciteit die er wel is in de hele corporatiesector, wordt ingezet in de gebieden waar dat zo hard nodig is? Hoe komen we nu uit die split incentive, natuurlijk zonder degenen die netjes op hun centjes hebben gelet op een oneerlijke manier te behandelen? Hoe komen wij daar nu uit? Zitten de regels voor de woningmarktregio's daarbij bijvoorbeeld in de weg? En zo ja, waarom passen wij die regels dan niet aan? 

D66 wil dat we samen met de corporaties nagaan wat wel mogelijk is. Dat is in het belang van de huurders, die allemaal graag een comfortabel huis willen hebben, en in het belang van duurzaamheid. 

De heer Kops (PVV):

Ik ga even terug naar het begin van het betoog van mevrouw Van Veldhoven. Ik hoorde haar zeggen dat de energie- en klimaatmaatregelen goed zouden zijn voor eenieders portemonnee. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Zeker. 

De heer Kops (PVV):

Garandeert zij de huurders die naar dit debat zitten te luisteren, dan nu en hier dat zij er per saldo op vooruit zullen gaan? Met andere woorden: zullen de kosten van deze maatregelen dus niet worden doorberekend in de huurprijzen? Garandeert zij dat de huurders? 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Volgens mij doet het systeem van de energieprestatievergoeding precies dat. Dat staat nog los van de huurontwikkeling die niks met verduurzaming te maken heeft. Het kan een enkeling weleens goed uitkomen om die dingen met elkaar te vermengen, maar nu is het zo geregeld dat de energieprestatievergoeding alleen betrekking mag hebben op investeringen die werkelijk leiden tot een verlaging van de energierekening. Het hele idee is dat je bewoners een comfortabeler huis geeft en een lagere energierekening. Het mooie van energiebesparing is dat zij zichzelf terugverdient en dat betekent dat je dat ook voor een deel haalt bij de mensen die de lagere energierekening hebben. 

De heer Kops (PVV):

Nogmaals, per saldo gaan de huurders er dus helemaal niets op vooruit. Helemaal niets. Ik vraag mij af of mevrouw Van Veldhoven de brief van de minister wel goed heeft gelezen, want in die brief wordt gewoon erkend dat het corporaties is toegestaan om de kosten van de maatregelen een-op-een door te berekenen in de huren. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Nee. Voorzitter, ... 

De heer Kops (PVV):

Het saldo voor de huurders is dus gewoon nul. De conclusie is dan: dit is nu precies de burgers een rad voor ogen draaien. Ik zei het in mijn betoog. Want de burgers schieten er helemaal niets mee op. Zij draaien ervoor op. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Zij draaien ervoor op? Dat doen ze dus niet. Dat heeft de vertegenwoordiger van de PVV net fantastisch uitgelegd. Ze gaan er helemaal niets op achteruit. Dat werd net prima uitgelegd. Ik denk dat we vooral moeten ophouden met te zeggen "ze zijn de dupe" of "ze gaan er allemaal op achteruit", want dat is helemaal niet waar. Ik ben blij dat de heer Kops dat zelf zo helder heeft uitgelegd. Wat krijgen die huurders wel? Zij krijgen een comfortabel huis. Zij krijgen een huis waarbij zij niet het risico lopen dat de energierekening in een keer sky-high wordt. Ik was op werkbezoek bij een corporatie die mij de woningen liet zien. Bij sommige woningen kon ik gewoon tussen het kozijn en de muur naar binnen kijken. Die woningen hadden één gaskachel. Hoe moeten de kinderen van dat gezin nou studeren als ze niet eens op hun eigen slaapkamer hun huiswerk kunnen maken omdat ze dat in die ene woonkamer moeten doen? Daarom gaan ook die huurders erop vooruit. Zij krijgen een woning waarin je niet met drie truien aan hoeft te zitten omdat je bang bent dat je de energierekening anders niet kunt betalen. Dat is wat D66 graag wil voor alle mensen, ook in die woningen. De heer Kops zegt misschien dat zij er vooral niks op achteruit moeten gaan, maar ze gaan er niet op achteruit. Ze gaan erop vooruit. Ik hoop heel erg dat de PVV zich hierbij wil aansluiten, opdat ook het wooncomfort van die groepen erop vooruit kan gaan. 

Dank u wel, voorzitter. 

De voorzitter:

Dank u wel. De minister kan direct antwoorden. Het woord is aan de minister. 

Minister Plasterk:

Mevrouw de voorzitter. Eerst zal ik de leden Koerhuis en Kops feliciteren met hun maidenspeech. Ik heet hen welkom in de wereld van het Haagse, een wereld waar ik binnenkort uit zal vertrekken, maar waar ik tien heel mooie jaren heb mogen hebben. Ik wens hun ook vele jaren van voorspoed en geluk in dit huis toe. 

Ik sta hier met een zeker ongemak; laat ik dat gewoon op tafel leggen. Dat ongemak wordt ten eerste ingegeven door de vraag van mevrouw Van Tongeren: hoe zit het met de huizen in Caribisch Nederland? Ik kom er net vandaan. Van honderd huizen zijn de daken afgewaaid of zij zijn anderszins zwaar beschadigd. Eerlijk gezegd ben ik daar op dit moment grotendeels in gedachten mee bezig. 

Dat ongemak telt op bij het feit dat ik deze portefeuilleverantwoordelijkheid kort voor de Kamerverkiezingen heb overgenomen, vanuit de gedachte dat ik in de demissionaire periode nog even de lopende zaken zou kunnen behandelen. Maar morgen is dat een halfjaar geleden. De Tweede Kamer is voor vier jaar gekozen. Inmiddels is daarvan een halfjaar verstreken. En wij zitten hier maar in vak-K. Wij doen natuurlijk onze best om ons volledig te verantwoorden, maar wij kunnen weinig meer doen. Voor zover je iets zou kunnen doen in je demissionaire rol — ik heb mijn brief van 14 juli er nog eens op nageslagen — is mijn departement, meen ik, zeer dienstbaar geweest aan het proces door een volledig overzicht te geven van alle denkbare scenario's met alle consequenties daarvan. Dat kan een-op-een worden overgedragen aan de mensen die een paar zaaltjes verderop een kabinet in elkaar zitten te draaien. Ik hoop toch dat dat op een gegeven moment een keer lukt. Ik begrijp dat het voor Prinsjesdag niet gaat lukken, dus dan hebben we nog een beleidsarme situatie. Maar er liggen grote onderwerpen voor. Ik ben het eens met iedereen die het belang daarvan onderschrijft, maar ik ben totaal niet in de positie om daar nu nog knopen over door te hakken. Ik kan nou wel op wat technische vragen misschien nog een antwoord geven, maar daar worden we met z'n allen ook niet beter van. 

Ik heb de brief van juli — ik vond het een goede brief — nog eens nagelezen. In die brief heb ik weergegeven dat er verschillende scenario's zijn om te voldoen aan de inspanningsverplichting om 5 petajoule extra te bezuinigen; we gaan ervan uit dat dat doel gehaald moet worden. Tevens heb ik weergegeven dat er spanning zit tussen bijvoorbeeld het op korte termijn halen van de doelstelling voor 2020 en het aanwenden van hetzelfde budget om een hogere ambitie te halen voor de langere termijn. Er is ook spanning voor de woningbouwcorporaties met het plegen van nieuwbouw. Het tekort aan woningen, met name voor starters, is een groot knelpunt. En er is natuurlijk een relatie met de doelstelling van huurmatiging, waarbij overigens ook nog een rol speelt dat er een instemmingsvereiste is voor huurders. Als iets linksom of rechtsom terug zou komen in de huren, zegt de wet dat de huurders het daar mee eens zouden moeten zijn. Dat wordt dus nog een hele puzzel. Ik wens de mensen aan de formatietafel daarmee veel succes, maar ik heb, denk ik, alles gedaan wat ik kan doen door al die scenario's in beeld te brengen opdat daarover knopen worden doorgehakt. Er zit ook een politiek aspect aan — dat bleek net al, bij een interruptie — dus wat vraagt u nu aan mij? Het zou ook zomaar kunnen dat hierover onder de VVD, de PvdA, GroenLinks en de PVV verschillende opvattingen leven, maar aan die feestvreugde ga ik op dit moment niet veel bijdragen. Dit zeg ik even ter illustratie van het ongemak. 

Ik zal proberen hier en daar op een aan mij gestelde vraag toch nog een antwoord te geven, maar ik wil mij eigenlijk beperken tot de objectieve, technische waarnemingen opdat de politieke keuzes door een Kamermeerderheid gemaakt kunnen worden. De heer Koerhuis zei dat er voldoende geld beschikbaar is en dat de corporaties de afspraken moeten nakomen. Aedes bereidt inderdaad een pakket voor om de doelen van het energieakkoord te halen. Er is een wettelijke maatregel achter de hand, maar goed, ik ga ervan uit dat Aedes die doelen gaat halen, gezien de woonagenda. 

De heer Kops zei: verduurzaming leidt tot hogere kosten voor de huurder. In de scenario's die ik in de brief van 14 juli heb laten doorrekenen is het uitgangspunt dat de gemiddelde woonlasten gelijk blijven, maar ik heb daar net al een aantal kanttekeningen bij geplaatst van spanningen die erin zitten. 

De SP vraagt waar de miljarden voor huurders zijn. Uit de door mij gepubliceerde Indicatieve Bestedingsruimte Woningcorporaties blijkt dat er additioneel voor 16 miljard euro beschikbaar is voor renovatie en verduurzaming. De corporaties maken met de gemeenten en huurders afspraken over de inzet van die bestedingsruimte. Ik ga er dus inderdaad van uit dat Aedes de doelstelling wel per 2020 zal gaan halen. Maar goed, daar zijn wel maatregelen voor nodig en die moeten worden genomen. Mevrouw Beckerman vroeg of ik daar toezeggingen over kan doen, maar dat kan ik dus op dat punt niet meer. Die zullen ergens gedaan moeten worden, maar niet door mij. 

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik wil daar toch kort op ingaan. U schetste net dat het erg lang duurt en dat u inderdaad al een halfjaar deze portefeuille deels hebt overgenomen. Ik denk dat we de tijd ook goed moeten benutten. Ik heb een voorbeeld genoemd uit Engeland. U heeft een aantal scenario's op een rij gezet, waarvoor dank. Ik dacht: als het denken niet stil mag staan, zouden we dan niet ook dit scenario kunnen bekijken? Voor kopers bestaat al zo'n soort regeling, waarbij u zelf met banken samenwerkt. Zou dat niet ook voor huurders kunnen? 

Minister Plasterk:

Dat kan ik nu niet helemaal overzien, maar als er een additioneel scenario te vinden is, dan zeg ik onmiddellijk toe dat we dat in kaart zullen brengen en dan ook beschikbaar zullen maken voor de mensen die daarmee bezig zijn. Dat zeg ik dus toe, maar nogmaals: ik kan daarmee niet de aanname overnemen dat het daar anders geregeld zou zijn. Dat zou ik dan in kaart moeten brengen. 

GroenLinks vraagt naar het opheffen van de aansluitplicht voor gas en of ik daar de regie in wil nemen. Dat onderwerp behoort overigens sowieso tot de portefeuille van de minister van Economische Zaken, die, naar ik heb begrepen, in zijn brief van 13 juni is ingegaan op de aansluitplicht voor gas. Hij heeft bij een wijziging van de Warmtewet ook een wijziging van de Gaswet voorgesteld. Daar kan ik kortheidshalve naar verwijzen. Dus mocht er al een regie op dit punt zijn, dan ligt die in ieder geval bij de opvolger van collega Kamp van Economische Zaken. 

Een volgend punt is de uitwerking van het scenario waarbij in 2030 alle woningen een label A nodig hebben. In de brief heb ik ook het scenario van gemiddeld label A in 2030 geschetst voor de corporatiesector. Welke ambitie wordt gekozen, is inderdaad aan een volgend kabinet. 

Ben ik bereid om in gesprek te gaan over waterzijdig inregelen bij cv-installaties? Het is mij ter ore gekomen dat mijn mensen bereid zijn om dat gesprek aan te gaan. Dat heb ik dus bij dezen toegezegd. 

Er ligt ten slotte een vraag van de heer Ronnes, die overigens zelf ook aangeeft dat het in feite natuurlijk een formatiedossier is. Het ligt dus voor een groot deel daar. Hij vroeg: welke mogelijkheden zijn er om de 82 corporaties die de opgave niet aankunnen, te helpen? Dat gaat om de financiële ruimte die wellicht beschikbaar zou kunnen komen. Het is echt aan een volgend kabinet om daar een besluit over te nemen. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik bedank de minister voor het aangaan van het gesprek met de sector over het waterzijdig inregelen van de cv-installaties. Dat kan rustig doorgaan, ook bij een demissionair kabinet. 

De minister legt toch wel een beetje het hoofd in de schoot door te zeggen: ik kan eigenlijk helemaal niets meer. Ik heb hem gevraagd om met de woningbouwcorporaties het gesprek aan te gaan over de mogelijkheid om nieuwbouw niet meer op het gas aan te sluiten. Het duurt zeker tot juli 2018 voordat de wet van minister Kamp of van zijn opvolger of mijn initiatiefwet erdoor is. In de tussentijd worden er ook plannen gemaakt en opgeleverd. Deze minister moet dus zeker een gesprek daarover kunnen voeren. Ik heb de volgende vragen gesteld. Krijg je dat überhaupt wel voor elkaar bij 550.000 huizen in twee jaar? Op wat voor termijn zou er een verplichte maatregel kunnen zijn? Wat kan de minister nu nog bewerkstelligen voor duurzame, energiezuinige woningen op de BES-eilanden, ook met het oog op de opgave van het weer opnieuw opbouwen? Dat zijn allemaal zaken die geen wetgeving vereisen. Het zijn heel veel gesprekken. Dat kan ook een demissionair minister doen. 

Minister Plasterk:

Ik kan wel gesprekken voeren, maar de sector zal toch van mij willen weten wat ik meeneem, wat mijn financiële ruimte is, welke wetten ik voornemens ben vast te stellen en welke stokken ik achter de deur heb, al dan niet op het gebied van wetgeving. Dan kan ik de agenda's trekken, dan heb ik over twee of vier weken een afspraak met Aedes en kunnen wel met elkaar in gesprek. Maar ik mag toch hopen dat er tegen die tijd hier een missionair kabinet zit! Dat kan dan met steun van een Kamermeerderheid zeggen: we hebben die knopen doorgehakt en zo willen we dat gesprek aangaan. Ik wil het met alle plezier faciliteren en ondersteunen, maar op een gegeven moment is het klaar. Nogmaals, ik heb de brief van juli herlezen. Die was geschreven met het idee: dit is ongeveer de samenvatting van de opties die voorliggen; laat er zo snel mogelijk een nieuw kabinet komen; dat kan daarmee aan de gang gaan en knopen doorhakken. Op een gegeven moment houdt het op. Ik voel het ongemak, maar ik denk mensen thuis ook wel dat ongemak voelen. Zij denken: laat er nou een keer een nieuw kabinet in vak-K gaan zitten en laat het dat beleid gaan voeren. Ik heb allerlei opvattingen over wat voor beleid er op het gebied van duurzaamheid gevoerd moet worden, maar het heeft niet zoveel zin dat ik die hier namens een demissionair kabinet ga uitdragen. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Zou ik dan wel van de minister nog concrete antwoorden op mijn drie concrete vragen mogen krijgen? 

Minister Plasterk:

U moet mij even helpen. 

De voorzitter:

Kort! 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Als welk kabinet dan ook besluit tot een verplichte maatregel, hoe lang duurt het dan voordat in de woningcorporatiesector die verplichte maatregel van kracht is? Wil je het halen in 2020, dan gaat het over 150.000 huizen. Het duurt even voordat zo'n maatregel van kracht is. Ik denk ... 

De voorzitter:

U mag alleen de vragen herhalen. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Sorry, ik zal alleen de vragen herhalen. Dit was één vraag. Wat kunnen wij betekenen voor de BES-eilanden? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat mensen daar ook in energiezuinige sociale huurwoningen terechtkomen? 

Minister Plasterk:

In antwoord op de als-danvraag over de wet zeg ik: daar heb ik geen kennis over die ook niet bij de woordvoerders leeft. Dan gaat het om de vraag hoelang het traject duurt en wanneer het van kracht zal zijn. Ik ga daar niet interessant over doen. Zo'n wetgevingstraject duurt even. Dan moet het nog ingevoerd en uitgevoerd worden. Ik ben het met mevrouw Tongeren eens dat je, als je dat wilt, er vaart achter moet zetten; dat is waar. 

Op de BES-eilanden is het toch een beetje een andere planeet als ik nu ga praten over het isoleren van huizen waar het dak af ligt. Ik ga dadelijk ook weer terug. Dan ga ik daar met mensen kijken hoe we de schade kunnen opnemen en wat we daar nu gaan doen. Daar zijn overigens nauwelijks woningen van woningbouwcorporaties. Ik geloof niet dat daar de grote problematiek op dit punt ligt. 

De voorzitter:

We gaan naar de tweede termijn van de zijde van de Kamer. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Excuus, voorzitter. Ik dacht dat de minister de volgorde van de sprekers afliep. Ik had nog een aantal terugkijkvragen gesteld. Ik begrijp heel erg goed dat de minister niet vooruit kan kijken en dat hij zegt: dat is aan een nieuw kabinet. 

De voorzitter:

Kunt u de vragen kort even noemen? 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik had gevraagd waarom de voorwaarden voor bijvoorbeeld het fonds niet eerder waren gewijzigd. Daar hebben een aantal collega's al een keer naar gevraagd. Ik heb ook gevraagd naar de woningmarktregels. Wellicht hebben zij in de ogen van de minister in de afgelopen jaren een belemmering gevormd voor de verduurzaming. Als dat zo is, zou er een reden zijn om die regels aan te passen. Als de minister het antwoord daarop niet direct paraat heeft, vind ik het ook prima als hij die vraag in tweede termijn beantwoordt. 

Minister Plasterk:

Het zou mijn voorkeur hebben om dat per brief te doen. Dan krijgt de Kamer het antwoord per brief. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Dat lijkt mij uitstekend. Het is, denk ik, belangrijk om die analyse te hebben voor het vervolg van de besluitvorming. 

De voorzitter:

Dan gaan we nu naar de tweede termijn. Het woord is aan mevrouw Beckerman, want de heer Koerhuis had geen behoefte aan een tweede termijn. 

Mevrouw Beckerman (SP):

Voorzitter. Ik dank de minister voor de beantwoording. Ik had het gevoel dat hij een heel eind met mij meedacht. Ik zal een motie indienen. Wellicht kan de minister een toezegging doen, maar dat zien we dan wel. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat ABN AMRO Maas Capital bijna 200 miljoen euro investeert in het grootschalig en "gratis" plaatsen van zonnepanelen op sociale huurwoningen in delen van het Verenigd Koninkrijk; 

overwegende dat in Nederland afspraken zijn gemaakt om corporatiewoningen te verduurzamen, maar dat de duurzaamheidsdoelen niet worden gehaald; 

verzoekt de regering mogelijkheden te onderzoeken voor vergelijkbare investeringen in Nederland die als doel hebben het verduurzamen van corporatiewoningen en lagere woonlasten en waar nodig deze investeringen te ondersteunen met flankerend beleid bijvoorbeeld in de vorm van subsidies, en de Kamer de bevindingen voor te leggen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Beckerman en Van Raan. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 451 (29453). 

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter. Ik deel het ongemak van de minister een beetje, in de zin dat hij geen enkele vraag heeft beantwoord. Bij ons leeft het ongemak dat de corporaties op geen enkele manier hun convenanten gaan halen. Daarom dien ik drie moties in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat energiebesparing de belangrijkste manier is om de vraag naar fossiele brandstoffen te verminderen, en dat verduurzaming van huizen hierin een belangrijke rol speelt; 

constaterende dat woningcorporaties er niet in slagen hun afspraak na te komen om voldoende woningen energiezuinig te maken; 

constaterende dat door het afschaffen van de verhuurderheffing jaarlijks 1,7 miljard euro vrijkomt om te investeren; 

verzoekt de regering de verhuurderheffing om te zetten in een investeringsplicht voor woningcorporaties in energieneutrale woningen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Raan en Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 452 (29453). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat energiebesparing de belangrijkste manier is om de vraag naar fossiele brandstoffen te verminderen en dat verduurzaming van huizen hierin een belangrijke rol speelt; 

constaterende dat woningcorporaties er niet in slagen hun afspraak na te komen om voldoende woningen energiezuinig te maken; 

verzoekt de regering om een wettelijke verplichting op te nemen voor een energieneutraal woningaanbod van woningcorporaties in 2030, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Raan en Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 453 (29453). 

De heer Van Raan (PvdD):

De laatste motie luidt als volgt. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat energiebesparing de belangrijkste manier is om de vraag naar fossiele brandstoffen te verminderen en dat verduurzaming van kantoren hierin een belangrijke rol speelt; 

constaterende dat kantoren pas vanaf 2023 energielabel C hoeven te hebben, maar dat voor 80% van de kantoren dit doel nog niet in hun bereik ligt; 

verzoekt de regering heffingen in te stellen voor gebouwen die deze afgesproken norm in 2023 niet halen en een beloning voor kantoren die ze wel halen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Raan en Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 454 (29453). 

De heer Ronnes (CDA):

Ik heb een vraag over de eerste motie, over het anders inzetten van de verhuurderheffing, namelijk voor de verduurzamingsopgave. Dit betekent dat er een gat wordt geslagen van 1,7 miljard. Het is gebruikelijk dat moties worden ingediend met een dekking. Hoe stelt u zich voor om dat te doen? 

De heer Van Raan (PvdD):

U weet net zo goed als wij dat de verhuurderheffing naar de algemene middelen gaat. Die worden ingezet voor allerlei andere zaken, waarbij wij niet kunnen terughalen voor welke zaken die middelen precies worden ingezet. Dat is de essentie van de algemene middelen. Ook de 1,7 miljard die eventueel voor verduurzaming zou worden betaald uit de algemene middelen, blijft in de markt, namelijk de markt van de woningcorporaties. Die middelen worden daar ingezet voor verduurzaming. Het geld blijft dan dus eigenlijk in hetzelfde verduurzamingscircuit. 

De heer Ronnes (CDA):

Voorzitter ... 

De voorzitter:

Geen discussie, mijnheer Ronnes, u mag alleen een vraag stellen over de motie. 

De heer Ronnes (CDA):

Mijn idee is dat met die motie dus een gat van 1,7 miljard wordt geslagen. 

De voorzitter:

Dan hebt u uw punt gemaakt. 

Dan is nu het woord aan mevrouw Van Tongeren van GroenLinks. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Ik dank de minister voor zijn toezegging om regie te krijgen van de woningbouwcorporaties op de cv-installaties. Dat zou onmiddellijk de energierekening voor een groep huurders iets omlaag kunnen brengen. 

Ik heb één motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat twee derde van de nieuwbouwwoningen in Nederland de komende jaren nog steeds een aansluiting op aardgas krijgt; 

overwegende dat, zoals het er nu uitziet, ook nieuwbouwwoningen van woningcorporaties worden aangesloten op het gasnetwerk; 

overwegende dat aardgas een fossiele brandstof is die eindig is en het kabinet in de Energieagenda heeft gesteld dat Nederlandse huishoudens in 2050 geen gebruik meer moeten maken van aardgas; 

verzoekt de regering de regie te nemen om gemeenten, energieleveranciers en woningcorporaties bijeen te brengen met als doel te inventariseren wat er concreet nodig is om alle nieuwbouwwoningen zonder gasaansluiting te bouwen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 455 (29453). 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Er moet mij nog één zin van het hart. Ik begrijp best dat het voor de minister lastig is om als demissionair minister te regeren, maar het is dé Nederlandse regering. Het kan een korte tijd zijn, het kan een lange tijd zijn dat de regering demissionair is, maar de minister is en blijft een volledige minister. Wij verwachten dan ook dat hij als minister optreedt. 

De heer Kops (PVV):

Voorzitter, een motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat energiebesparende maatregelen in corporatiewoningen, zoals het isoleren van woningen, dienen te resulteren in per saldo lagere lasten; 

verzoekt de regering er derhalve voor te zorgen dat de kosten van energiebesparende maatregelen in corporatiewoningen op geen enkele wijze worden doorberekend in de huurprijzen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kops. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 456 (29453). 

De heer Ronnes (CDA):

Voorzitter. Ik merkte in het debat dat ik niet de enige ben die vindt dat dit debat op een wat ongelukkig moment wordt gehouden. Ik had eigenlijk twee concrete vragen aan de minister gesteld. De ene ging over de indicatieve bestedingsruimte van de woningcorporaties. Ik heb dit eerder bediscussieerd met de minister, maar ook met zijn voorganger. Ik had eigenlijk verwacht dat er inmiddels overleg zou zijn geweest met de corporaties om te kijken wat voor plan van aanpak je zou kunnen inzetten om die problematiek op te lossen. Ik had niet verwacht dat hij ons zou informeren over het nieuwe beleid, maar wel dat hij ons zou informeren over de mogelijkheden die er zijn. 

Het zou genoemd kunnen zijn, maar in dat geval heb ik het gemist en is het mijn omissie. Alles is gericht op het energieneutraal of energiezuinig naar beneden proberen te schroeven van het energieverbruik. Maar je ziet ook dat die technische oplossingen ervoor zorgen dat er mechanisch lucht wordt aangevoerd in ruimten en dat heeft weer effect op de gezondheid. Hoe wordt het aspect "gezondheid" voldoende geborgd? Als het allemaal nieuw is, is het allemaal prachtig, maar als we tien, vijftien, twintig jaar verder zijn, betekent het een enorme aanslag omdat het allemaal onderhouden moet worden en omdat de apparatuur ook dan nog goed gebruikt moet worden. Dat was de andere vraag die ik nog voor de minister had. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Laat ik beginnen met de opmerking dat de heer Ronnes heel terecht dat laatste punt maakte. We moeten er inderdaad heel goed voor zorgen dat het binnenklimaat en de luchtkwaliteit binnen op orde zijn. Dat betekent dat ventilatie en dergelijke ontzettend belangrijk zijn, juist wanneer we onze huizen steeds energiezuiniger maken. Het gaat niet alleen om het dichten van alle kieren. Je moet er ook voor zorgen dat je gezonde lucht in je huis krijgt. Een belangrijk aandachtspunt! 

Een warm huis tegen een lage prijs, dat gunt D66 iedereen. Daar moet nog veel voor gebeuren, zowel bij de sector als bij de overheid. Bij de sector gaat het, denk ik, echt in belangrijke mate om het delen van de kennis over wat er kan, hoe je het moet doen en wat de nieuwe mogelijkheden zijn. Er is ontzettend veel mogelijk. Er is ontzettend veel technologie, maar je ziet ook dat de bouwsector op heel veel plekken nog ontzettend conservatief is. Ik hoop dat daar een grote verandering in gaat komen. 

Ook de herkenbaarheid van ondernemers die voorlopers zijn op dit terrein en precies weten waar ze het over hebben, kan echt heel veel beter. Het lijkt mij belangrijk om daarover ook met de sector in gesprek te gaan. Dat lijkt me ook iets voor een volgend kabinet. 

Dank aan de minister voor zijn toezegging om met een brief te komen, onder andere over die EFB-regeling. Ik zou hem willen vragen om nadrukkelijk de lopende pilots mee te nemen wanneer hij het in de brief heeft over de woningmarktregio's. Die pilots worden geëvalueerd en de resultaten daarvan zouden moeten worden meegenomen; wij kijken daar halsreikend naar uit. 

Minister Plasterk:

Voorzitter. Ik had nu eigenlijk een poging willen doen om alsnog de vraag van mevrouw Van Veldhoven te beantwoorden, omdat ik daarmee een brief zou kunnen voorkomen. Er komt nu weer een vraag van de heer Ronnes bij, waardoor die brief er toch komt. Ik zal op dit moment dus mijn licht laten schijnen over die twee eerste vragen. 

De eerste vraag is waarom dat fonds voor huurders niet eerder is aangepast. Dat is een terugkijkende vraag, waarop het antwoord is dat er is afgewacht of de invoering van de energieprestatievergoeding per september 2016 tot meer aanvragen heeft geleid ten behoeve van de sector. Dat bleek niet het geval. 

Haar tweede vraag was of de woningmarktregio's verduurzaming in de weg zitten. Het antwoord daarop is dat corporaties ook buiten hun kernregio mogen renoveren, dus dat is geen belemmering om het bestaande bezit te verduurzamen. Ik heb al getracht om mondeling antwoord te geven op zijn vraag, maar omdat de heer Ronnes mij nu vraagt om hem te informeren over de stand van zaken op het door hem genoemde punt en ik ook daaraan tegemoet wil komen, houd ik toch de toezegging van een brief gestand. Misschien kan ik dan ook nog iets meer diepte aanbrengen in mijn antwoord op de vraag van mevrouw Van Veldhoven. 

Dat brengt mij op de moties. Allereerst de motie-Beckerman/Van Raan op stuk nr. 451. Als ik die motie zo mag lezen dat ik zal onderzoeken wat nu precies die casus in Engeland is en of dat wellicht een scenario oplevert dat ten tijde van de brief van juli aan mijn aandacht was ontsnapt, terwijl het misschien wel interessant zou zijn, dan laat ik het oordeel over die motie aan uw Kamer. 

Dan zijn we er, denk ik, wel zo' beetje, want de moties van de heer Van Raan op stukken nrs. 452, 453 en 454 zijn alle drie beleidsrijk. Je kunt niet zeggen dat ze beleidsarm zijn. Je kunt ook niet zeggen dat het absoluut geen uitstel kan velen, want dat kan natuurlijk ook over vier weken nog worden besloten. Mijn advies zou zijn aanhouden of ontraden. Dat geldt ook voor de motie van mevrouw Van Tongeren op stuk nr. 455, met het uiteindelijke einddoel om alle nieuwbouwwoningen zonder gasaansluiting te bouwen. Ik zie wel dat een onderzoek daar pas een stap naartoe is, maar het is toch wel een belangrijk signaal als je als kabinet die stap gaat zetten. Ik denk toch dat dat een beleidsrijk besluit is, en dat ik op dit moment niet de ruimte heb om het oordeel daarover aan de Kamer te laten. Mijn suggestie over de moties op stukken nrs. 452, 453 en 453 is dus aanhouden en als ik er nu een advies over moet geven, is dat ontraden. 

De voorzitter:

Mevrouw Van Veldhoven over een motie? 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Aangezien de minister het heeft over beleidsrijk versus beleidsarm: in de motie op stuk nr. 451 staat ook "waar nodig deze investering te ondersteunen met flankerend beleid, bijvoorbeeld in de vorm van subsidies". Ik vroeg mij af of dat dan volgens de minister niet ook onder de term "beleidsrijk" valt. Ook ik vind het idee om in ieder geval te onderzoeken hoe dat voorbeeld in Engeland nu in elkaar zit, beleidsarm en ook interessant, maar het onderdeel van de subsidies lijkt me toch een beleidsrijk onderdeel. Of heb ik het dan verkeerd begrepen? 

Minister Plasterk:

Ik lees het dictum zo dat "verzoekt de regering mogelijkheden te onderzoeken", en dan komt datgene wat we gaan onderzoeken, namelijk vergelijkbare investeringen in Nederland, die als doel hebben het verduurzamen en waar nodig die investeringen te ondersteunen. Dat is allemaal onderdeel van dat onderzoek. Daarom zei ik ook: als ik de motie zo mag lezen dat ik eigenlijk mijn toezegging uit de eerste termijn gestand doe, dan laat ik het oordeel over de motie aan de Kamer. Als u daarin zou lezen dat ik toezeg om daar subsidies naast te leggen, dan ben ik het eens met mevrouw Van Veldhoven, maar volgens mij hoef je die motie niet zo te lezen en kan het allemaal hangen aan dat onderzoek, en dat had ik al toegezegd. 

De voorzitter:

Dan nog de motie op stuk nr. 456. 

Minister Plasterk:

Over de motie-Knops op stuk nr. 456 kan ik wel een advies geven, want die is echt strijdig met staand beleid. Staand beleid sluit niet uit dat daar waar de woonlasten verlaagd door de energiebesparing leiden tot een huurverhoging, het totaal aan nettolasten neutraal is. Hier staat dat dát ook niet zou mogen, dus ook zonder nieuw beleid kan ik deze motie ontraden. Dan ben ik er. 

De voorzitter:

Mevrouw Van Tongeren? 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

In het dictum van mijn motie op stuk nr. 455 staat alleen: inventariseren. Dus hoe dat gezien kan worden als iets anders dan beleidsarm, begrijp ik niet zo goed. Het is regie nemen om iets te inventariseren. 

Minister Plasterk:

Nu gaan we toch ... Kijk, die eerste motie van mevrouw Beckerman, die zegt: goh, ik ken een casus in Engeland, wilt u dat nog eens in beeld brengen. Nou, dat heb ik toegezegd. Het lijkt mij geen bezwaar om dat te doen. De motie-Van Veldhoven bevat een Kameruitspraak, die via het nemen van regie en het doen van onderzoek het einddoel heeft om alle nieuwbouwwoningen zonder gasaansluiting te gaan bouwen. Dat vind ik een honorabel einddoel en misschien ben ik het daar diep in mijn hart zelfs nog mee eens, maar het is niet aan mij om dat traject nu in gang te zetten. Ik vind dat echt iets voor de formatietafel. 

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn wij aan het eind gekomen van dit debat. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Over de ingediende moties zullen we dinsdag, 26 september stemmen. 

Ik dank de minister, de Kamerleden, de mensen op de publieke tribune die het debat hebben gevolgd, de medewerkers en de ambtenaren, en ik sluit de vergadering. 

Naar boven